Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en zijn latere wijzigingen, inzonderheid op artikel 21 1;

Vergelijkbare documenten
Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en zijn latere wijzigingen, inzonderheid op artikel 21 1;

p r o v i n c i e Limburg

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en zijn latere wijzigingen, inzonderheid op artikel 21 1;

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie

p r o v i n c i e L i m b u r g

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

o v in c i e Limburg De deputatie van de provincie Limburg 1/5

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

AMV/ /1024. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

Besluit van de Deputatie

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

36008/127/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

p r o v i n c i e Limburg

p r o v i n De bestendige deputatie van de provincieraad van Limburg

p r o v i n De deputatie van de provincie Limburg

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

p r o v in c i e Limburg

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

MLAV1/ /MV/lydr.

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie

MLAV1/ /MV/bd

2/MLAV1/ /MV/IAN/PVB Milieuvergunningen

MLAV1/ /RP/si

34013/110/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

p r o v in c f e Limburg

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Bestendige Deputatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en zijn latere wijzigingen, inzonderheid op artikel 21 1;

p r o v i n c i e Limburg

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1006

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het feit dat op datum van 23 november 1992 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

veranderen door uitbreiding met : - de lozing van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering (R 3.3.);

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN.

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en zijn latere wijzigingen;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

p r o v i n c i e Limburg

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

p r o v i n c i e Limburg

MLAV1/ /RTH/vive

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Bestendige Deputatie

Besluit van de Deputatie

p r o v in c i e Limburg

Vlaamse Regering.::sm~~= '~ = " " AMV/ /1009

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

~~.~ AMV/ /1004

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

college van burgemeester en schepenen Zitting van 5 februari 2016

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

36008/11/5/W/3. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Besluit van de Deputatie

HOUDENDE VERGUNNING AAN MATTHIJSSEN HERMAN VOOR HET VERANDEREN VAN EEN INRICHTING GELEGEN TE 2960 BRECHT, HOEKSTRAAT 26.

MLVER/ /PAG/sdv

36012/27/2/A/4. De deputatie van de Provincieraad,

MLAV1/ /RP/bd

o v in c i e Limburg De deputatie van de provincie Limburg 1/8

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

MLVER/ /RTH/AG/sdv

Ontheffing tot het opstellen van een MER

::7 :.~~~ AMV/ /1027

Vlaamse Regering :~~~= ~ = ',.. "~ AMV/ /1001

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Procedure melding klasse 3. Procedure mededeling kleine verandering

31005/27/4/A/1. De deputatie van de Provincieraad,

VLAAMSE REGERING. De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,

AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

overslag van 200 ton oude metalen deel van de totale opslag van maximaal 2000 ton - en 60 ton

AMV/ /1002. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Bestendige Deputatie

Gelet op het M.B. d.d waarbij in beroep het besluit d.d van de Bestendige Deputatie wordt bevestigd;

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1011

VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV PROVIRON INDUSTRIES MET BETREKKING TOT EEN INRICHTING, GELEGEN TE 2620 HEMIKSEM, G. GILLIOTSTRAAT 60.

Individuele kleinschalige Afvalwaterzuiveringsinstallatie (IBA):

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE BVBA VEVAR MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF, GELEGEN IN 2321 HOOGSTRATEN (MEER), SLUISKENSWEG 10.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en zijn latere wijzigingen;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Transcriptie:

p r o v i n 3 d e D i r e c t i e Infrastructuur, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Natuur S e c t i e 3. 3. 1 Milieu en Natuur - Vergunningen De deputatie van de provincie Limburg Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en zijn latere wijzigingen, inzonderheid op artikel 21 1; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Executieve, houdende vaststelling van het Vlaamse Reglement betreffende de milieuvergunning en zijn latere wijzigingen (hierna afgekort als Vlarem I), inzonderheid op artikel 45; Gelet op het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse regering, houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II) en zijn latere wijzigingen; Gelet op het verzoek van bvba HERCULES BERINGEN, d.d. 2008-12-16, waarbij gevraagd wordt de exploitatievoorwaarden te wijzigen/aan te vullen, opgelegd in de milieuvergunning, verleend aan bvba Hercules Beringen bij besluit, d.d. 2006-05-24, van de deputatie, voor het exploiteren van een inrichting voor de productie van organisch-chemische basisproducten op de kadastrale percelen van en te BERINGEN, Afdeling 2, Sectie A, nr.(s) 459 A2, 563 E en 459 Y, ter plaatse Industrieweg 150; Gelet op de volgende vergunningen en beslissingen die met betrekking tot de exploitatie van bovenvermelde inrichting reeds werden getroffen en waarop de voorgestelde wijziging van voorwaarden invloed zal hebben: - besluit d.d. 2006-05-24 van de deputatie houdende vergunning voor het verder exploiteren evenals voor de verandering door uitbreiding en wijziging van de vergunde chemische fabriek, voor een termijn eindigend op 2026-05-24; - besluit d.d. 2007-03-01 van de deputatie waarbij vergunning werd verleend voor het veranderen van de vergunde inrichting; Gelet op de brief d.d. 2008-12-17, waarbij aan de burgemeester van de gemeente Beringen, werd gevraagd over te gaan tot het organiseren van een openbaar onderzoek i.v.m. het verzoek tot wijziging van de exploitatievoorwaarden; Gelet op de brieven d.d. 2008-12-17, waarbij conform artikel 35, 3 van Vlarem I, door de gemachtigde ambtenaar advies werd gevraagd aan: a) de Provinciale Milieuvergunningscommissie; 1/15

b) het college van burgemeester en schepenen van en te Beringen Gelet op de brieven d.d. 2008-12-17, waarbij door de secretaris van de Provinciale Milieuvergunningscommissie advies werd gevraagd aan de overheidsorganen die overeenkomstig artikel 20 van Vlarem I advies moeten verlenen i.v.m. milieuvergunningsaanvragen; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat het verzoek tot wijziging van de exploitatievoorwaarden de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 en artikel 45 4bis van Vlarem I; 2/15

Gelet op het P.V. d.d. 2009-02-06, van sluiting van het openbaar onderzoek, waaruit blijkt dat geen bezwaren werden ingediend; Gelet op het gunstig advies, d.d. 2009-02-12, van het college van burgemeester en schepenen van Beringen; Gelet op het deels gunstig/ deels ongunstig advies, d.d. 2009-02-24, van de Afdeling Milieuvergunningen - Dienst Limburg, omwille van volgende overwegingen: - Uit de analyse van het bedrijfsafvalwater blijkt dat een aantal parameters voorkomen in het afvalwater die op heden niet in de milieuvergunning zijn opgenomen. Het betreft volgende parameters: totaal vanadium: 0,015 mg/l; totaal zilver: 0,015 mg/l; totaal kobalt: 0,002 mg/l; totaal antimoon: 0,05 mg/l; totaal beryllium: 0,05 mg/l; totaal telluur: 0,05 mg/l; totaal zirkonium: 0,05 mg/l; totaal tin: 0,05 mg/l; totaal mangaan: 0,2 mg/l; totaal titanium: 0,2 mg/l; totaal thallium: 0,001 mg/l; totaal aluminium: 1 mg/l; totaal boor: 1 mg/l; totaal ijzer: 2 mg/l; totaal silicium: 15 mg/l; tolueen: 0,1 mg/l; totaal fenolen: 0,08 mg/l; benzeen: 0,01 mg/l; xyleen: 0,01 mg/l; styreen: 0,01 mg/l; tot. chloorfenolen: 0,1 mg/l; TOC: 500 mg C/l. Ook wordt gevraagd om de volgende vergunningsvoorwaarden te wijzigen: parameter vergund gevraagde wijziging BZV 16,8 kg/dag tot 24/05/2009 300 mg/l 25 mg/l vanaf 25/05/2009 CZV 35 kg/dag tot 24/05/2009 1000 mg/l 125 mg/l vanaf 25/05/2009 chloriden 2700 kg/dag 3500 kg/dag 18900 kg/week fosfaten 4,4 kg/dag tot 24/05/2009 2 mg/l Ptot. vanaf 25/05/2009 totaal selenium 4,4 kg/dag tot 01/01/2015 2 mg/l Ptot. vanaf 01/01/2015 0,02 mg/l 0,04 mg/l 3/15

ph 6,5 9,0 6,0 9,0 CCl4-extr. 5 mg/l 25 mg/l stoffen bezinkbare stoffen 0,5 ml/l 1 ml/l - Bovendien wordt gevraagd om uitdrukkelijk in de milieuvergunning op te nemen dat de temperatuur van het geloosde afvalwater tot 35 C mag zijn bij een buitentemperatuur van meer dan 25 C. - De motivering is als volgt: - Voor de metaal-parameters die nog niet opgenomen zijn in de milieuvergunning zijn de gevraagde normen gebaseerd op meerdere analyses van het afvalwater. - Voor ph, CCl4-extraheerbare stoffen, bezinkbare stoffen en TOC wordt de toepassing van de sectorale voorwaarden gevraagd voor de sector petrochemie en de daarvan afgeleide organische chemie niet elders vermeld. De samenstelling van het door Hercules geloosde afvalwater is immers vergelijkbaar met het afvalwater va andere bedrijven uit de bulkchemie. Bovendien is het bedrijf mee opgenomen in de BBTwerkgroep tot wijziging van deze sectorale lozingsvoorwaarden. - Tolueen is afkomstig van de solventherwinning. In de bijgevoegde VITO-studie wordt gesteld dat de bij Hercules gebruikte techniek (stoomstrippen) de maximale verwijdering wordt nagestreefd. De gevraagde norm is gebaseerd op de gemeten waarden in het afvalwater. - Ook voor fenolen en chloorfenolen is de gevraagde norm gebaseerd op de gemeten waarden in het afvalwater. - Voor benzeen, xyleen en styreen wordt 10x de basiskwaliteitsnorm aangevraagd. - Voor temperatuur wordt gevraagd om uitdrukkelijk in de milieuvergunning op te nemen dat de temperatuur van het geloosde afvalwater tot 35 C mag zijn bij een buitentemperatuur van meer dan 25 C. Het bedrijf heeft een open rioleringssysteem en bij hete zomerdagen kan de temperatuur van het afvalwater oplopen tot boven 30 C. - Selenium is aanwezig in de gebruikte grondstoffen (vetzuren). De opgelegde norm bedraagt 0,02 mg/l. Bij enkele analyses van het afvalwater werden licht hogere waarden vastgesteld. Een specifieke behandeling voor de verwijdering van Selenium is economisch niet haalbaar. Daarom wordt een norm van 0,04 mg/l aangevraagd, dit is 4x de basismilieukwaliteitsnorm. - Voor BZV en CZV wordt eveneens de toepassing gevraagd van de sectorale lozingsvoorwaarden. Uit de door de VITO uitgevoerde studie Doorlichting afvalwaterstromen (augustus 2008) blijkt dat meerdere technieken mogelijk zijn om de concentraties BZV en CZV te reduceren. Het probleem is echter de haalbaarheid en/of betrouwbaarheid van deze technieken bij schommelende hoge zoutconcentraties. VITO stelt dan ook dat de technische haalbaarheid van deze technieken uit labo- of piloottesten zal moeten blijken. Een biologische actieve zandfilter of een beluchte actiefkoolfilter bieden hier perspectieven. - Voor chloriden wordt een verhoging van de dagvracht aangevraagd, met behoud van de maximale weekvracht. Deze verhoging wordt gemotiveerd door afwijkingen op de meetinrichting, analyses en instrumentatie enerzijds, en de sterk wisselende debieten (bij neerslag) en problemen met de staalname anderzijds. Mogelijke maatregelen ter reductie van de chloridevracht werd door de VITO onderzocht maar momenteel werd voor Hercules geen enkele van de beschikbare technieken weerhouden. - Voor fosfor wordt een overgangstermijn gevraagd tot 2015 om de vooropgestelde norm van 2 mg/l te behalen. Hercules verbindt er zich toe om één van de opties vermeld in de VITO-studie uit te voeren, maar wenst hiervoor een redelijke termijn, gelet op de zeer hoge investeringskosten en de ingrijpende technische aanpassingen. Bovendien blijft er een onzekerheidsmarge met betrekking tot het kunnen behalen van de norm van 2 mg/l. 4/15

- Overwegende dat na analyse van het afvalwater gebleken is dat verscheidene stoffen aanwezig zijn waarvoor geen specifieke lozingsvoorwaarden zijn opgelegd; - Overwegende dat deze parameters steeds in het afvalwater aanwezig waren maar nooit expliciet werden vergund; dat momenteel in de bestaande afvalwaterzuiveringsinstallatie geen specifieke behandeling gebeurt voor de eliminatie van deze stoffen; dat de gevraagde lozingsnormen voor deze parameters aanvaardbaar zijn; - Overwegende dat de parameters TOC en CCl4-extraheerbare stoffen groepsparameters betreffen; dat het opleggen van deze parameters geen meerwaarde heeft; dat dan ook wordt voorgesteld om deze parameters niet als bijzondere voorwaarde op te nemen; - Overwegende dat ook voor de parameters temperatuur, ph, bezinkbare stoffen en selenium de gevraagde normen aanvaardbaar zijn; - Gelet op de door de VITO uitgevoerde studie Doorlichting afvalwaterstromen d.d. augustus 2008; - Overwegende dat voor de parameters BZV en CZV een versoepeling wordt aangevraagd van de voorwaarden die op 25/05/2009 van toepassing zouden worden, nl. 25 mg/l voor BZV en 125 mg/l voor CZV; dat het juist de bedoeling was om via de opgelegde studies te onderzoeken op welke wijze deze parameters konden worden verminderd; - Overwegende dat voor CZV nu al meestal wordt voldaan aan de vooropgestelde norm van 125 mg/l; dat mits verwijdering van de zwevende stoffen uit de deelstroom fosfietvorming mag verwacht worden dat aan de CZV-norm kan voldaan worden; dat dan ook wordt voorgesteld om 2 jaar te voorzien voor implementatie van deze zuiveringstechniek; - Overwegende dat voor BZV uit de studie blijkt dat de norm van 25 mg/l op dit moment niet haalbaar is; dat verder onderzoek nodig is; dat daarom wordt voorgesteld om de opgelegde dagvracht verder toe staan voor een periode van 5 jaar en momenteel geen concentratiewaarde op te leggen; - Overwegende dat de aangevraagde verhoging voor chloride-dagvracht te maken heeft met afwijkingen op meetinrichtingen, analyses en instrumentatie en sterk wisselende debieten met daaraan gekoppeld niet representatieve staalnames; dat het niet de intentie is om meer chloriden te gaan lozen; dat dit kan verankerd worden door het opleggen van een weekvracht; dat de aangehaalde motivatie kan aanvaard worden; - Overwegende dat voor fosfor wordt gesteld dat de norm van 2 mg/l technisch haalbaar is, maar dat gezien de zeer hoge investeringskost en de ingrijpende technische aanpassingen een redelijke overgangstermijn nodig is; dat als termijn 01/01/2015 wordt gevraagd; dat voorgesteld wordt om deze termijn te beperken tot 5 jaar, naar analogie met de BZV-problematiek; Voorstel: - Gunstig voor het opleggen van volgende bijzondere voorwaarden: totaal vanadium: 0,015 mg/l; totaal zilver: 0,015 mg/l; totaal kobalt: 0,002 mg/l; totaal antimoon: 0,05 mg/l; totaal beryllium: 0,05 mg/l; totaal telluur: 0,05 mg/l; totaal zirkonium: 0,05 mg/l; totaal tin: 0,05 mg/l; totaal mangaan: 0,2 mg/l; totaal titanium: 0,2 mg/l; totaal thallium: 0,001 mg/l; totaal aluminium: 1 mg/l; totaal boor: 1 mg/l; 5/15

totaal ijzer: 2 mg/l; totaal silicium: 15 mg/l; tolueen: 0,1 mg/l; totaal fenolen: 0,08 mg/l; benzeen: 0,01 mg/l; xyleen: 0,01 mg/l; styreen: 0,01 mg/l; tot. chloorfenolen: 0,1 mg/l; BZV: 16,8 kg/dag voor een periode van 5 jaar; 25 mg/l na 5 jaar; CZV: 35 kg/dag voor een periode van 2 jaar; 125 mg/l na 2 jaar; chloriden: 3500 kg/dag; 18900 kg/week; totaal fosfor: 4,4 kg dag voor een periode van 5 jaar; 2 mg/l na 5 jaar; totaal selenium: 0,04 mg/l; bezinkbare stoffen: 1 ml/l; ph: 6,0 9,0. De temperatuur van het geloosde afvalwater mag tot 35 C zijn bij een buitentemperatuur van meer dan 25 C. 6/15

Ongunstig voor het opleggen van volgende bijzondere voorwaarden: parameter vergund gevraagde wijziging BZV 16,8 kg/dag tot 24/05/2009 25 mg/l vanaf 25/05/2009 CZV 35 kg/dag tot 24/05/2009 125 mg/l vanaf 25/05/2009 fosfaten 4,4 kg/dag tot 24/05/2009 2 mg/l Ptot. vanaf 25/05/2009 CCl4-extr. stoffen 300 mg/l 1000 mg/l 4,4 kg/dag tot 01/01/2015 2 mg/l Ptot. vanaf 01/01/2015 5 mg/l 25 mg/l TOC - 500 mg/l Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van het Agentschap R-O Vlaanderen, Ruimtelijke Ordening; Gelet op het deels gunstig/ deels ongunstig advies, d.d. 2009-02-12, van de VMM, omwille van volgende overwegingen: - het bedrijf is vergund voor het lozen van 5 m³/u 120 m³/dag 43.800 m³/jaar bedrijfsafvalwater (droogweerdebieten) op oppervlaktewater (besluit d.d. 2006-05-24); - in dit besluit werd een reeks bijzondere lozingsvoorwaarden opgenomen, waaronder BZV 16,8 kg/dag voor een periode van 3 jaar; 25 mg/l na deze periode van 3 jaar; CZV 35 kg/dag voor een periode van 3 jaar; 125 mg/l na deze periode van 3 jaar; Chloriden 2.700 kg/dag; Fosfaten 4,4 kg/dag voor een periode van 3 jaar; 2 mg/l Pt na deze periode van 3 jaar; dat deze periode van 3 jaar eindigt op 2009-05-24; - in dit besluit werd ook een bijzondere voorwaarde opgelegd m.b.t. de opmaak van een rapport met mogelijke maatregelen ter reductie van de geloosde vracht aan chlorides, BZV en fosfor; - dit laatste rapport werd opgemaakt door het bedrijf en goedgekeurd door VMM, coördinerende dienst. Het rapport is ook bij het dossier gevoegd; - Gevraagd wordt deze voorwaarden te wijzigen m.b.t. Se t, BZV, CZV, fosfaten en chloriden. Bijkomend wordt gevraagd een lozingsnorm toe te staan voor V, Ag, Co, Sb, Be, Te, Zr, Sn, Mn, Ti, Tl, Al, B, fe, Si, CCl 4 -extraheerbare stoffen, TOC, tolueen, totaal fenolen, benzeen, xyleen, styreen en totaal chloorfenolen; - er wordt eveneens een afwijking gevraagd op de Vlarem-voorwaarden voor wat betreft de temperatuur van het geloosde bedrijfsafvalwater: Wat betreft de temperatuur van het geloosde bedrijfsafvalwater, wordt in overeenstemming met artikel 4.2.2.1.1.4 van Vlarem II, bij een buitentemperatuur van 25 c of meer een overschrijding tot 35 C toegestaan in zoverre hierdoor de temperatuur, vermeld in de milieukwaliteitsnormen voor het ontvangende oppervlaktewater niet wordt overschreden; - deze afwijking wordt gemotiveerd o.b.v. opwarming van het afvalwater in de open afvoersystemen door de zon op zonnige zomerdagen. Dit kan aanvaard worden; - de normen voor de gevaarlijke stoffen Se, V, Ag, Co, Sb, Be, Te, Sn, Ti, Tl, B, tolueen, totaal fenolen, benzeen, xyleen, styreen en chloorfenolen kunnen aanvaard worden, gelet op de te verwachten impact op het ontvangende oppervlaktewater (verdunningsfactor en verhouding PNEC/ aangevraagde normering), de motivatie (onderzoek naar herkomst en mogelijke remediëring) en het reductieprogramma gevaarlijke stoffen; - ook de normen voor Zr, Mn, Fe, Al en Si kunnen worden aanvaard; - de aangevraagde norm voor BZV en CZV is gebaseerd op de sectorale BZV en CZV norm voor petrochemie en daarvan afgeleide organische chemie (32 ). Het bedrijf was tot nog toe vergund voor het lozen van 16,8 kg BZV/dag (of omgerekend 140 mg/l aan het maximale lozingsdebiet) en 35 kg CZV/dag (of omgerekend 7/15

291 mg/l aan het maximale lozingsdebiet) eindigend op 2009-05-24 en nadien respectievelijk 25 mg/l en 125 mg/l. Het bedrijf heeft door VITO de afvalwaterstromen laten doorlichten en heeft technieken laten onderzoeken ter reductie van de BZV- en CZV-vracht. Uit deze studie werden enkel een biologische actieve zandfilter of een beluchte actiefkoolfilter weerhouden als mogelijk technisch haalbaar, maar deze technieken dienen verder onderzocht te worden voor de verwerking van het afvalwater van Hercules (hoge zoutconcentraties); - een norm van BZV 300 mg/l en CZV 1.000 mg/l zou een versoepeling van de tot nog toe geldende lozingsvoorwaarde inhouden, daar waar het uitdrukkelijk de bedoeling was de BZV en CZV concentratie verder te reduceren (cfr op te maken rapport en verstrenging van de norm na 3 jaar). De lozing van dergelijke concentraties zou ook een significante impact op de ontvangende waterloop hebben. De aangevraagde normering wordt niet ondersteund door de meetgegevens van de VMM of de exploitant zelf. Het rapport opgemaakt door VITO stelt dat de norm van 125 mg/l voor CZV haalbaar moet zijn, mits afdoende verwijdering van ZS en voorkomen van calamiteiten. Voor CZV wordt dan ook vastgehouden aan de norm van 125 mg/l, na een overgangsperiode van 2 jaar (installatie filter/ zeef voor verdergaande verwijdering van ZS). Voor BZV is de norm van 25 mg/l o.b.v. de opgemaakte studie momenteel inderdaad niet haalbaar terwijl er wel al heel wat studiewerk werd verricht. Voor BZV kan akkoord gegaan worden met een tijdelijke norm voor BZV van 100 mg/l, gebaseerd op de meetgegevens van VMM voor 2007-2008. Bijkomend onderzoek dient uitgevoerd te worden naar de economische en technische haalbaarheid van de norm BZV 25 mg/l; - de aangevraagde normering voor TOC en CCl 4 -extraheerbare stoffen zijn niet in overeenstemming met de geadviseerde normen voor BZV, CZV en organische contaminanten. CCl 4 mag ook niet meer worden gebruikt in laboratoria. Ze zijn ook te ruime groepsparameters waarin niet-gevaarlijke tot heel gevaarlijke stoffen kunnen zitten. Deze mogen dus zeker niet expliciet worden opgenomen als bijzondere lozingsvoorwaarde; - voor chloriden wordt de verhoging van de dagvracht (met behoud van de weekvracht) gemotiveerd onder meer op basis van fouten in de metingen bij toekomende piekdebieten t.g.v. hevige regenval. Hier tegenover dient wel gesteld dat de milieukwaliteitsnorm voor chloride nu al wordt overschreden in de ontvangende waterloop (Winterbeek) en een verhoging van de toegestane dagvracht zou een nog verder overschrijding kunnen veroorzaken. De huidige normering dient blijvend gerespecteerd te worden en indien de voormelde problemen aanhouden, dient het bedrijf er voor te zorgen dat de metingen wel correct kunnen gebeuren, bv. door afkoppeling van niet-verontreinigd hemelwater van het lozingscircuit. Het verhogen van de lozingsnorm voor chlorides kan niet worden toegestaan gelet op de reeds problematische toestand van de Winterbeek m.b.t. deze parameter; - voor P t werd een reeks onderzoeken uitgevoerd naar de haalbaarheid van de norm van 2 mg/l. deze bleek technisch haalbaar (oxidatie van fosfiet tot fosfaat m.b.v. UV/ H 2 O 2 en daarna de verwijdering van de fosfaat uit het afvalwater m.b.v. Fe- en Al-zouten met goede ZS-verwijdering d.m.v. bv. zandfiltratie). M.b.t. de economische haalbaarheid wordt in de onderzoeken aangehaald dat de investering aanvaardbaar is t.o.v. omzet, bedrijfsresultaten en toegevoegde waarde van het bedrijf, maar hoog is in vergelijking met de investeringen van de laatste jaren. Daarom wordt door VITO gesteld dat er in een redelijke overgangstermijn moet worden voorzien indien de optie bouw van een eigen waterzuiveringsinstallatie wordt gekozen. De Winterbeek bevat na het lozingspunt van Hercules hogere concentraties aan P t dan de geldende milieukwaliteitsnormen (die naar alle waarschijnlijkheid in de toekomst nog zullen verstrengen) en maatregelen zijn dus aan de orde. De geloosde vuilvracht aan P t is evenwaardig aan de ongezuiverde lozing van 2.200 IE. Het is eigen aan het gekozen productieproces dat er moeilijk (en dus tegen een hogere kostprijs) verwijderbare P wordt geproduceerd. VMM is van oordeel dat volledig zelf zuiveren tot lagere effluentconcentraties aan P t (i.e. bouw eigen waterzuiveringsinstallatie) te verkiezen valt boven afvoer van het afvalwater maar met hogere resterende concentraties aan P t (i.e. optie 5 uit de studie, waarvoor geen overgangstermijn vereist zou zijn), ook al vergt deze eerste optie meer tijd dan de tweede; Er kan dus worden ingestemd met een verder uitstel van de verstrengde norm voor P t van 2 mg/l enkel en alleen om te kunnen voorzien in de vereiste 8/15

waterzuiveringsinstallatie. De exploitant bevestigde telefonisch dat er een waterzuiveringsinstallatie met UV/ H 2 O 2 oxidatie en fosfaatverwijdering met Fe/ Al-zouten zou worden geplaatst. Gelet op de overschrijdingen van de geldende milieukwaliteitsnormen in de ontvangende waterloop wordt de eindtermijn evenwel op 2014-01-01 gesteld, of dus een overgangstermijn van 5 jaar. Geadviseerd wordt om jaarlijks te rapporteren over de stand van zaken i.v.m. de bouw van de waterzuiveringsinstallatie; Gelet op de bespreking van dit dossier in de Provinciale Milieuvergunningscommissie, waarbij het volgende werd gesteld: - Het betreft een verzoek tot wijziging van de lozingsnormen, het bijkomende opnemen van lozingsnormen en een vraag tot afwijking voor de temperatuur van het geloosde bedrijfsafvalwater. De bijkomend op te nemen parameters betreffen parameters die steeds in het afvalwater aanwezig waren maar nooit expliciet werden vergund. Voor de overige wordt een versoepeling aangevraagd. - Tijdens het openbaar onderzoek werden er geen bezwaren ingediend. - Het advies van het college van burgemeester en schepenen was gunstig, het advies van de afdeling Ruimtelijke Ordening was stilzwijgend gunstig; - De adviezen van de afdeling Milieuvergunningen en de VMM waren deels gunstig, deels ongunstig. De VMM stelde bovendien een tweetal bijkomende bijzondere voorwaarden voor. Beide diensten gaan niet akkoord met de voorgestelde normen voor BZV, CZV, CCl4-extraheerbare stoffen, TOC, fosfaten en chloriden. De door de VMM voorgestelde normen zijn daarbij iets strenger dan diegene voorgesteld door de afdeling Milieuvergunningen. - Het studiebureau heeft voorafgaand aan de hoorzitting contact opgenomen en meegedeeld dat men grotendeels akkoord ging met het advies van de VMM mits uitdrukkelijk wordt vermeld dat voor het bedrijf de sector 32 van toepassing is; - De exploitant en het studiebureau worden gehoord en verklaren het volgende: o Ondanks hetgeen wat de VMM vermeldt, zijn er in het verleden wel al eens overschrijdingen van de dagvracht aan P t geweest, weliswaar nooit in een meetcampagne van de VMM. Men vraagt daarom, tenminste tijdelijk, een norm voor fosfaten te houden, zoals nu vergund. o De VMM repliceert hierop dat het bedrijf vooral fosfieten loost en dat deze niet worden gedekt door een norm voor fosfaten. Vanuit ecologisch standpunt is P t veel belangrijker en daarom wenst de VMM hiervoor een norm. De VMM heeft geen probleem met het vermelden van sector 32 o De exploitant merkt op dat de beperkende factor in de lozing de chlorides zijn. Indien de chlorides worden beperkt, zijn de fosfaten eveneens beperkt gezien deze in het bedrijf aan elkaar gelinkt zijn. Wat betreft chlorides zijn er, ondanks de reeds genomen maatregelen, soms overschrijdingen van de dagvracht, echter nooit van de vergunde weekvracht. Er zijn buffers aanwezig om een uitvlakking van de concentratie te verkrijgen. Men begrijpt nog niet goed hoe het komt dat er soms toch overschrijdingen zijn van de dagvracht. Men blijft dit onderzoeken. - de voorzitter stelt voor om voor de fosfaten en de chloriden (dagvracht) een overgangstermijn van een jaar op te nemen. Gedurende dat jaar gelden de normen zoals gevraagd door het bedrijf. Na die overgangstermijn gelden dan de normen zoals voorgesteld door de VMM. Voor de overige parameters gelden de door de VMM voorgestelde normen. Alle leden en het bedrijf kunnen zich vinden in dit voorstel. - Het advies van de PMVC is UNANIEM GUNSTIG voor het voorstel van de VMM (inclusief bijzondere voorwaarden) uitgezonderd wat betreft de fosfaten en chloriden (dagvracht) waarvoor een overgangstermijn van 1 jaar wordt toegestaan. Gelet op de ligging van de inrichting in een industriegebied van het gewestplan Hasselt Genk; 9/15

Overwegende dat met voorliggend verzoek de exploitant een wijziging en aanvulling van de lozingsvoorwaarden beoogt; dat uit analyses van het afvalwater is gebleken dat er diverse stoffen aanwezig zijn in het afvalwater, maar waar geen specifieke lozingsvoorwaarden voor zijn opgelegd; dat voor bepaalde andere parameters een wijziging van de reeds opgelegde normen wordt gevraagd; dat er tot slot een afwijking op de Vlaremvoorwaarden met betrekking tot de temperatuur van het geloosde bedrijfsafvalwater wordt gevraagd; Overwegende dat de normen voor de volgende gevaarlijke stoffen: Se, V, Ag, Co, Sb, Be, Te, Sn, Ti, Tl, B, tolueen, totaal fenolen, benzeen, xyleen, styreen en chloorfenolen kunnen worden aanvaard rekening houdend met de te verwachten impact op het ontvangende oppervlaktewater en de aangevoerde motivatie; dat de normen voor Zr, Mn, Fe, Al en Si eveneens kunnen worden aanvaard; Overwegende dat voor BZV en CZV een versoepeling van de geldende lozingsvoorwaarde wordt gevraagd; dat in de vergunning d.d. 2006-05-24 als bijzondere voorwaarde werd opgelegd dat er een rapport moest worden opgesteld waarin de mogelijke maatregelen voor de reductie van de parameters chlorides, BZV en fosfor werden onderzocht; dat men dus de uitdrukkelijke bedoeling heeft gehad om de normen te verstrengen en niet te versoepelen; dat de exploitant door het VITO de afvalwaterstromen heeft laten onderzoeken en mogelijke technieken ter reductie van de BZV- en CZ-vracht heeft laten onderzoeken; dat de mogelijk haalbare technieken nog verder moeten worden onderzocht, waardoor men nu een uitstel vraagt; Overwegende dat de gevraagde normen voor BZV (300 mg/l) en CZV (1.000 mg/l) niet worden ondersteund door de VMM-meetgegevens; dat deze waarden ook een significante impact op de ontvangende waterloop zouden hebben; dat uit het VITO-rapport blijkt dat een CZV-norm van 125 mg/l haalbaar is mits afdoende verwijdering van de zwevende stoffen; dat daarom wordt gehouden aan deze norm mits een overgangsperiode van 2 jaar; dat voor BZV uit het rapport blijkt dat een norm van 25 mg/l (streefdoel) momenteel niet haalbaar is; dat daarom een norm van 100 mg/l wordt voorgesteld voor een periode tot 2013-12-31; dat men in tussentijd blijvend onderzoek moet doen naar de economische en technische haalbaarheid van de norm van 25 mg/l; Overwegende dat de gevraagde normering voor TOC en CCl 4 -extraheerbare stoffen niet worden toegestaan; dat enerzijds CCl 4 niet meer mag worden gebruikt in labo s en anderzijds het te ruime groepsparameters betreffen die heel gevaarlijke stoffen kunnen omvatten; 10/15

Overwegende dat voor chloriden een verhoging van de dagvracht, zonder verhoging van de weekvracht wordt aangevraagd; dat dit door de exploitant wordt gemotiveerd op basis van meetfouten in het geval van piekdebieten; dat echter de milieukwaliteitsnorm voor chloriden in de ontvangende waterloop reeds wordt overschreden; dat het bedrijf de nodige maatregelen (structureel, meettechnisch, ) moet nemen zodat er wel correcte metingen kunnen plaatsvinden; dat een overgangstermijn van 1 jaar wordt toegestaan, waarna terug enkel de bestaande dagvracht van kracht is; Overwegende dat wat betreft de fosfaten er door het bedrijf reeds onderzoeken werden uitgevoerd naar de haalbaarheid van een norm van 2 mg/l voor Fosfor totaal (P t); dat deze norm technisch haalbaar bleek, maar dat wat betreft de economische haalbaarheid, het een hoge investering blijkt; dat door het VITO daarom wordt voorgesteld om in een redelijke overgangstermijn te voorzien indien het bedrijf er voor kiest om zelf te voorzien in een waterzuivering; dat de optie van een eigen waterzuivering de voorkeur geniet boven het afvoeren van het afvalwater; dat daarom kan worden ingestemd met een overgangstermijn mits jaarlijks wordt gerapporteerd omtrent de voortgang i.v.m. de bouw van de waterzuivering; dat het bedrijf op heden vergund is voor totaal fosfaten; dat het bedrijf echter vooral fosfieten loost; dat het daarom aangewezen is om, na een overgangstermijn van 1 jaar; de norm voor totaal fosfaten om te zetten in een norm voor totaal fosfor (P t) van 4,4 kg/dag dewelke na de overgangstermijn van 5 jaar overgaat in de norm van 2 mg/l; Overwegende dat, vanuit oogpunt van milieuaspecten, het voorstel tot wijziging van de exploitatievoorwaarden deels kan worden bijgetreden; Gehoord het verslag van Frank Smeets, lid van het college; BESLUIT Artikel 1 Aan het verzoek van bvba HERCULES BERINGEN, strekkende tot het wijzigen/aanvullen van de exploitatievoorwaarden, opgelegd in het milieuvergunningsbesluit d.d. 2009-05-24 i.v.m. de exploitatie van een inrichitng voor de productie van organisch-chemische basisproducten, op de kadastrale percelen van en te BERINGEN, Afdeling 2, Sectie A, nr.(s) 459 A2, 563 E en 459 Y, ter plaatse Industrieweg 150, wordt GUNSTIG GEVOLG gegeven; Artikel 1 bis De exploitatievoorwaarden, opgelegd in bovenvermeld vergunningsbesluit d.d. 2006-05-24, worden als volgt gewijzigd: 1. In artikel 4 2 van het besluit d.d. 2006-05-24 wordt punt 2 vervangen door: In aanvulling en/ of afwijking van de algemene en sectorale lozingsvoorwaarden (sector 32 ) gelden voor de lozing van het bedrijfsafvalwater volgende lozingsvoorwaarden: Parameter Se t V t Ag t Co t 0,04 mg/l 0,015 mg/l 0,015 mg/l 0,002 mg/l 11/15

Sb t Be t Te t Zr t Sn t Mn t Ti t Tl t Al t B t Fe t Si t BZV CZV Tolueen Totaal fenolen Benzeen Xyleen Styreen Totaal chloorfenolen fosfaten Chloriden Bezinkbare stoffen PH 6-9 0,05 mg/l 0,05 mg/l 0,05 mg/l 0,05 mg/l 0,05 mg/l 0,2 mg/l 0,2 mg/l 0,001 mg/l 1 mg/l 1 mg/l 2 mg/l 15 mg/l 100 mg/l voor een periode eindigend op 2013-12-31 25 mg/l vanaf 2014-01-01 200 mg/l voor een periode eindigend op 2011-03-31 125 mg/l vanaf 2011-04-01 0,1 mg/l 0,08 mg/l 0,01 mg/l 0,01 mg/l 0,01 mg/l 0,1 mg/l 4,4 kg/dag voor een periode eindigend op 2010-04-30. 4,4 kg/dag P t vanaf 2010-05-01 tot en met 2013-31-12 2 mg/l P t vanaf 2014-01- 01 18.900 kg/week met een max. van 3.500 kg/dag voor een periode eindigend op 2010-04- 30. 2700 kg/dag vanaf 2010-05- 01. 1 2. Artikel 4 2. van het besluit d.d. 2006-05-24 wordt aangevuld met een punt 5 dat luidt als volgt: 5. In overeenstemming met artikel 4.2.2.1.1.4 van Vlarem II mag de temperatuur van het geloosde bedrijfsafvalwater 35 C bedragen bij een buitentemperatuur van 25 C of meer in zoverre hierdoor de temperatuur, vermeld in de milieukwaliteitsnormen voor het ontvangende oppervlaktewater niet wordt overschreden. 12/15

3. Artikel 4 2. van het besluit d.d. 2006-05-24 wordt aangevuld met een punt 6 dat luidt als volgt: 6. Er moet jaarlijks worden gerapporteerd aan de VMM m.b.t. de stand van zaken i.v.m. de bouw van de waterzuiveringsinstallatie voor de verwijdering van P totaal. 4. Artikel 4 2. van het besluit d.d. 2006-05-24 wordt aangevuld met een punt 7 dat luidt als volgt: 7. Binnen een termijn van 3 jaar moet een rapport worden ingediend bij LNE, afdeling Milieu-inspectie, ter goedkeuring voorgelegd aan de Vlaamse Milieumaatschappij (coördinerende dienst) en ter informatie bezorgd aan LNE, afdeling Milieuvergunningen en de vergunningverlenende overheid. In dit rapport wordt de technische en economische haalbaarheid van de BZV norm van 25 mg/l onderzocht. De in deze beslissing vermelde exploitatievoorwaarden zijn onmiddellijk van toepassing vanaf het ogenblik dat een inrichting wordt geëxploiteerd (dus in gebruik is genomen) tenzij in de voorwaarden zelf anders wordt bepaald. Artikel 1 ter Alle andere bepalingen van het besluit van 2006-05-24 blijven ongewijzigd van kracht. 13/15

Artikel 2 Een afschrift van onderhavig besluit zal AANGETEKEND worden gezonden aan: 1. voor BEKENDMAKING (aanplakking) aan de burgemeester van en te BERINGEN. De burgemeester is belast met de bekendmaking (aanplakking) van de beslissing overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk IX, artikel 45 4 en 4bis laatste lid en artikel 35 5 van Vlarem I. 2. voor KENNISNEMING aan: a) de aanvrager, met name bvba HERCULES BERINGEN, Industrieweg 150 te 3583 BERINGEN b) de Afdeling Milieu-inspectie - Limburg, Koningin Astridlaan 50/5 te 3500 HASSELT c) het college van burgemeester en schepenen van en te BERINGEN d) de Provinciale Milieuvergunningscommissie e) de Afdeling Milieuvergunningen - Dienst Limburg, Koningin Astridlaan 50/5 te 3500 HASSELT f) het Agentschap R-O Vlaanderen, Ruimtelijke Ordening, Koningin Astridlaan 50/1 te 3500 HASSELT g) de OVAM, Stationsstraat 110 te 2800 MECHELEN h) de VMM, A. Van de Maelestraat 96 te 9320 EREMBODEGEM i) de NV AQUAFIN, Dijkstraat 8 te 2630 AARTSELAAR j) de FOD WASO, Toezicht op het Welzijn op het Werk Directie Limburg, TT 14, Sint-Jozefstraat 10.10 te 3500 HASSELT k) het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk van bvba HERCULES BERINGEN, Industrieweg 150 te 3583 BERINGEN l) M-TECH cvba, Maastrichtersteenweg 210 te 3500 HASSELT Artikel 3 Tegen deze beslissing kan, overeenkomstig artikel 26 van het Milieuvergunningsdecreet en artikel 54 van Vlarem I, een beroep worden ingediend bij de Vlaamse regering, gericht aan de Vlaamse minister van Leefmilieu, p.a. Afdeling Milieuvergunningen, Koning Albert II-laan 20 bus 8 te 1000 Brussel. Het beroep moet worden ingediend met een aangetekend schrijven binnen een termijn van dertig kalenderdagen - voor de in artikel 49 1, 1 en 3 van Vlarem I vermelde personen en instanties (aanvrager en adviesverlenende overheidsorganen) en het schepencollege, na de dag van verzending of afgifte van een voor eensluidend verklaard afschrift van de beslissing - voor de in artikel 49 1, 2 van Vlarem I vermelde gouverneur van de provincie, na de dag dat onderhavige beslissing werd getroffen - voor de in artikel 49 1, 4 van Vlarem I vermelde personen, na de dag van aanplakking (openbare bekendmaking) van de beslissing. Het beroepschrift moet, op straffe van niet-ontvankelijkheid, vergezeld zijn van een kopie van het attest bedoeld in artikel 31 4 van Vlarem I. Aanwezig: Marc Vandeput voorzitter wd.; Sylvain Sleypen, Gilbert Van Baelen, Frank Smeets, Hilde Claes, Erika Thijs, leden; Renata Camps, provinciegriffier Hasselt d.d. 2009-04-02 De verslaggever, get. Frank Smeets De provinciegriffier, get. Renata Camps De voorzitter wd., get. Marc Vandeput 14/15

Voor eensluidend afschrift namens de provinciegriffier ir. Valère Cornelis inspecteur-generaal 15/15