LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Vergelijkbare documenten
LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 12-11

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/133

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 09-09

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/100

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE KATHOLIEK ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/145. Advies aan: het bestuur van de Stichting x te P1 (verder: het bevoegd gezag),

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 09-11

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies Klachtnummer 2015 N-3/8 8 april 2015

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 12-08

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 10-15

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 11-04

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Advies aan: Het bestuur van Stichting X, Stichting voor Speciaal Onderwijs (verder: het bevoegd gezag),

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Jaarverslag 2011 en Landelijke Klachtencommissie voor het Algemeen Bijzonder Onderwijs

Landelijke Klachtencommissie Onderwijs De school heeft volgens de regels gehandeld bij het afgeven van het schooladvies.

SAMENVATTING. de heer A te B, vader van C, D en E, (ex)-leerlingen van de basisschool F te B, klager

ADVIES. [klagers] klagen over de inhoud van het schooladvies voortgezet onderwijs van hun zoon [de leerling] en de daarbij gevolgde procedure.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Een school of schoolbestuur mag stukken die persoonsgegevens bevatten niet zomaar delen met derden. ADVIES inzake de klacht van:

DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Klacht betreffende een volgens de vader onjuist schoolkeuzeadvies

DE PROCEDURE BIJ DE KLACHTENCOMMISSIE

ADVIES. mevrouw A te B, moeder van C en D, voormalige leerlingen van de E te F, klaagster

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Klacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond.

de heer A en mevrouw B te C, ouders van D, voormalig leerling van E te C, klagers

Beslissing ten aanzien van klacht over het LOWI 2015, nr. 1

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies nummer 2014 N juni 2014

ADVIES. de heer B, bestuurder van schoolbestuur C, organisatie voor openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs (verder: C) te D, verweerder,

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

Procedure Klachtencommissies

Klacht over informatieverstrekking gescheiden ouder zonder ouderlijk gezag, en over weigering rechtstreeks met hem te communiceren.

Het College van Toezicht van de Beroepsvereniging Professionals in Sociaal Werk te Utrecht, hierna: het College,

12-53 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

SAMENVATTING Klacht over mondelinge en schriftelijke communicatie door school en over klachtbehandeling; PO

UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht

Bij voorwaardelijke bevordering moet de school contact met ouders houden over de resultaten van de leerling. ADVIES

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING UITSPRAAK

SAMENVATTING. inzake de klacht van: de heer A te B, vader van C, D, E en F A, klager. tegen

Het College van Toezicht (hierna: het College) heeft het volgende overwogen en beslist:

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft.

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

ADVIES. de heer [klager] en mevrouw [klaagster] te [plaatsnaam], ouders van [leerling],

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

107991/ Beroep tegen schorsingen als ordemaatregel ongegrond omdat daarvoor voldoende redenen waren. UITSPRAAK

ADVIES. inzake de klacht van: [klaagster] te [woonplaats], moeder van [de leerling], klaagster. tegen

de heer A en mevrouw B wonende te C, ouders van D, een leerling van het E, klagers

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen

in het geding tussen: de heer [appellant], wonende te [woonplaats], hierna te noemen [appellant]

ADVIES. [verzoekster], wonende te [woonplaats], moeder van [de leerling], verzoekster, gemachtigde: [naam gemachtigde]

Klacht over toegangsverbod voor een ouder. Het opleggen van een toegangsverbod moet zorgvuldig gebeuren. ADVIES

de directeur van [school1] te [vestigingsplaats], mevrouw [directeur], verweerder gemachtigde: de heer mr. F.J.J.M. Janssen

Klacht over bejegening door docent is ongegrond omdat van onheuse bejegening niet is gebleken. ADVIES

SAMENVATTING Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO

het bestuur van Stichting x te P, (hierna te noemen: verweerster), inzake de klacht van mevrouw K (hierna te noemen: klaagster) moeder van L.

16.039T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Klacht over pedagogische handelwijze leerkracht en afhandeling van de klacht daarover; PO

SAMENVATTING Klacht over o.a. onderwijskundige begeleiding en informatieverstrekking; PO

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

Naar het oordeel van de Commissie is niet komen vast te staan dat er fouten zijn gemaakt bij het afnemen van toetsen bij de leerling.

Landelijke Klachtencommissie Onderwijs

1.2 [beklaagde] heeft zich bij van 25 oktober 2018 tegen de klacht verweerd.

Het bevoegd gezag van de VCOG wordt vertegenwoordigd door de directeur-bestuurder, dhr. E. Vredeveld.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

Klachtenregeling Primus

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

de heer en mevrouw A, ouders van B, voormalig leerling van C, klagers tegen

Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Transcriptie:

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS ADVIES 2015-23 20 november 2015 Wat betreft het besluit om de leerling niet te bevorderen naar groep 3 geldt een marginale toetsing. Zowel ten aanzien van de gevolgde procedure als met betrekking tot het genomen besluit heeft de school juist gehandeld. De school heeft afdoende toegelicht de leerlinge aan de hand van verschillende aspecten goed en zorgvuldig te hebben bekeken en niet schoolrijp te achten. De commissie verwijst in dit kader ook naar het onderwijskundig rapport. De commissie heeft echter wel vastgesteld dat de communicatie gedurende het proces rommelig en niet soepel is verlopen. Diverse gesprekken tussen ouders en leerkrachten zijn niet vastgelegd, laat staan dat verslagen door de klagers zijn ondertekend. Tijdens de hoorzitting is door aangeklaagde ook toegegeven dat het proces rondom dit gevoelige besluit niet de schoonheidsprijs verdient daar de school transparanter en op papier had moeten communiceren. Bovendien geeft de rol van de aangeklaagde kinderfysiotherapeut (klacht tegen hem niet-ontvankelijk) aanleiding tot verwarring. Het expertiseteam, waarvan de kinderfysiotherapeut deel uitmaakt, is in eerste instantie opgezet voor de deskundigheidsbevordering van het personeel. Slechts incidenteel worden leerlingen besproken. Daarnaast verwijst de school in voorkomende gevallen ouders die behoefte hebben aan deskundigheid door. Door dit laatste kan verwarring ontstaan omtrent de positie van de kinderfysiotherapeut. De school moet ervoor zorgen dat die verwarring wordt voorkomen. De commissie doet hiertoe aanbevelingen. Pagina 1 van 8

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 15-23 De Landelijke Klachtencommissie voor het algemeen bijzonder onderwijs (verder: de commissie) heeft op 9 juli 2015 per post een klacht ontvangen van de heer A. en mevrouw B. (hierna te noemen: klagers). Klagers zijn ouders van C. (6 jaar), ex-leerlinge van school D. te Zwolle (hierna: de school). De klacht, geregistreerd onder nummer 15-23, is gericht tegen mevrouw E., schoolleider, mevrouw F., leerkracht kleuterklas en de heer G., kinderfysiotherapeut, hierna te noemen: aangeklaagden. Procedure De commissie die de klacht heeft behandeld, bestond uit mr. C. Sjenitzer, voorzitter, mevrouw E.I.H. Gordijn-Oud, lid en mevrouw A.E. Bliek-de Jong, lid. De commissie heeft op 9 juli 2015 het door klagers ingevulde vragenformulier ontvangen. Per brief van 17 augustus 2015, door de commissie ontvangen op 26 augustus 2015, hebben klagers een nader stuk ingediend. Aangeklaagden zijn in de gelegenheid gesteld zich schriftelijk te verweren. Op 31 augustus 2015 heeft de commissie een verweerschrift met bijlagen ontvangen. Op 4 september 2015 heeft de commissie een reactie van klagers op het verweerschrift ontvangen. Klagers en aangeklaagden zijn daarnaast in de gelegenheid gesteld hun standpunten nader toe te lichten op een op 6 oktober 2015 te Utrecht gehouden besloten hoorzitting. Klager was aanwezig. De aangeklaagde schoolleider was eveneens aanwezig. Pagina 2 van 8

Ontvankelijkheid De school was ten tijde van de voorgevallen feiten en de indiening van de klacht aangesloten bij de commissie. De dochter van klagers was op voornoemde momenten leerlinge van de school. Voor zover de klacht gericht is tegen de heer G. acht de commissie de klacht niet-ontvankelijk omdat hij geen deel uitmaakt van de schoolgemeenschap. De heer G. is slechts via het expertiseteam betrokken bij de school. De klacht is derhalve ontvankelijk voor zover deze gericht is tegen mevrouw E. en mevrouw F. Korte inhoud van de klacht De leerlinge is ten onrechte niet naar groep 3 bevorderd. De leerlinge had de juiste leeftijd. Op vele punten die de school van belang acht, werd de leerlinge schoolrijp geacht. De schoolarts en de uitslag van de CITO (B en C score) wezen op groep 3. De aangeklaagde leerkracht vond de CITO scores onvoldoende voor doorstroom. Sociaal emotioneel zou de leerlinge er ook niet aan toe zijn. Klagers zouden echter de keuze mogen maken. Klagers hadden daarop de aangeklaagde kinderfysiotherapeut ingeschakeld. Aan het einde van het eerste en tweede consult deelde de fysiotherapeut mee dat de leerlinge klaar was voor groep 3. De klagers kregen wel het advies er goed op te letten dat de leerlinge dingen goed afmaakt. Tevens diende gelet te worden op de netheid. Toen klagers de uitkomst aan de leerkracht vertelden werd de uitkomst door de leerkracht genegeerd en gaf zij aan dat zij de beslissing zou nemen. Tijdens het gesprek met de leerkracht en schoolleider steunde de schoolleider de leerkracht. Toen stond de schoolleider nog wel open voor het nog uit te brengen rapport van de fysiotherapeut. Tevens zou nog een gesprek met de fysiotherapeut erbij worden gepland. De fysiotherapeut had volgens de schoolleider zich niet mogen uitspreken over de schoolrijpheid van de leerlinge. Tijdens het gesprek met de fysiotherapeut erbij verliep een en ander anders. De fysiotherapeut nuanceerde de schoolrijpheid en gaf aan Pagina 3 van 8

dat hij niets kon vertellen over een klassikale les. Het was voor klagers duidelijk dat de fysiotherapeut door de school op de vingers was getikt. Het rapport was ook nog niet gereed. Veel werd mondeling verdraaid. Klagers hebben duidelijk aangegeven dat de leerlinge wel schoolrijp was. Bovendien ging de leerlinge al een tijdlang met tegenzin naar school. Het negatieve gedrag van de leerlinge op school werd ten onrechte geïnterpreteerd als kleutergedrag en dus als niet schoolrijp. De leerlinge is uiteindelijk naar een andere school gegaan. De oudere zus van de leerlinge zit nog wel op de school. Per brief van 17 augustus 2015 hebben klagers, het eerst na de gevoerde gesprekken uitgebrachte rapport van de kinderfysiotherapeut, overgelegd. Verweer Door de aangeklaagden wordt naar aanleiding van deze klacht het volgende aangevoerd. De leerlinge is uitgeschreven per 31 juli 2015. De leerlinge scoorde zowel voor rekenen als taal een lage C, vaardigheidsscore 4 op de Cito. Een dergelijke score komt zelden voor na twee jaren kleuteronderwijs. In de gevallen waarbij dit wel het geval is, volgen altijd individuele zorgtrajecten en - behalve wanneer de school verwacht dat door doubleren de ontwikkeling stagneert - gaan de kinderen niet door naar de volgende klas. Dit was bij de leerlinge nadrukkelijk niet het geval. Groep 3 zou een onverantwoorde stap zijn. De belangrijkste leervoorwaarden die nodig zijn voor groep 3, waaraan de leerlinge niet voldoet, worden door de klagers niet ingebracht. De klagers mogen niet zelf bepalen of een kind over gaat naar de volgende klas. De school heeft geen enkel belang de leerlinge in groep 2 te houden. De school heeft veel zorg en tijd besteed aan het nemen van een besluit. Dit is uiteindelijk, op grond van inhoudelijke argumenten, vanuit diverse disciplines weloverwogen genomen. De school heeft zowel de procedure als het besluit onder de loep gelegd en heroverwogen. Er is een tweede gesprek georganiseerd waarbij de fysiotherapeut ook aanwezig was. Dit daar de leerkracht de bevindingen van de fysiotherapeut niet heeft afgewacht alvorens definitief te Pagina 4 van 8

beslissen. De inbreng van de fysiotherapeut bevestigde op alle punten het eerder genomen besluit van de school. Op grond van alle gegevens is een gefundeerd verantwoord besluit genomen waarbij de school de verantwoordelijkheid heeft genomen waar zij voor staat. De expertise van de leerkracht, de Intern Begeleider, het expertiseteam en de schoolleider worden door de klagers genegeerd. Ondanks de heldere argumenten in het belang van de leerlinge konden de klagers zich hierin niet vinden. Aangeklaagden hebben vanuit hun optiek naar beste kunnen, professioneel gehandeld richting de leerlinge. Klagers zijn inconsequent daar hun andere dochter wel op school blijft terwijl de school onverantwoord handelen wordt verweten ten aanzien van de leerlinge. De andere dochter mag over terwijl dat op grond van enkel de toets uitslagen niet zou horen. In bredere zin is er sprake van ouders in casu die zichzelf boven de wet plaatsen en zelf willen bepalen. Aangeklaagden geven een overzicht van de gesprekken in de loop van de tijd: 17 maart 2015. Eerste gesprek waarbij de leerkracht aangeeft dat extra kleuterjaar nodig is. 22 mei 2015. Gesprek leerkracht en moeder waarin meegedeeld wordt dat de leerlinge niet over gaat. 3 juni 2015. Eerste gesprek klagers met schoolleider en leerkracht naar aanleiding van definitief meegedeeld besluit dat de leerlinge extra jaar in groep 2 blijft. Gelet op verwarring bij de klagers is besloten een tweede gesprek te plannen met input van de externe fysiotherapeut. Aangegeven dat de school besluit en de fysiotherapeut geen uitspraken kan doen op schoolniveau aangezien hij een deelgebied bekijkt, een adviserende rol heeft en geen deel uitmaakt van de school. Wel weegt zijn expertise mee en vergroot hij het aantal meewegende argumenten. 18 juni 2015. Tweede gesprek klagers met schoolleider, leerkracht en fysiotherapeut. Gehoord wordt dat de leerlinge motorisch gezien schoolrijp is, dat zij gebaat is bij structuur en dat zij in de oefeningen 1 op 1 laat zien niet taakgericht te zijn en niet kan afstemmen op de ander. Laatste waarnemingen bevestigen overall indruk; een niet leerrijp meisje met sociaal emotionele problematiek, dat niet voldoet aan belangrijke leervoorwaarden, dat dit niet compenseert met goede cognitieve prestaties dus op haar tenen gaat lopen en het niet gaat redden in een grote groep 3. Klagers waren niet bereid te vertrouwen op de expertise van school. Daarmee is het gesprek geëindigd. Pagina 5 van 8

De voorzitter van het bestuur heeft op de brief van klagers van 19 juni 2015 aangegeven niet de kennis en positie te hebben het besluit terug te draaien. De leerlinge werd de dagen daarna thuis gehouden en klagers hebben aangegeven dat de leerlinge naar een andere school zou gaan. De klacht kan slechts de schoolleider betreffen als eindverantwoordelijke. De fysiotherapeut kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor het schoolbesluit en kan derhalve niet worden aangeklaagd. Klagers hebben naar aanleiding van het verweerschrift het volgende aan de orde gesteld. De leerlinge heeft de Cito toets 2 maal gedaan en bij de tweede keer scoorde zij een B en C. De fysiotherapeut kan wel medeverantwoordelijk worden gesteld voor het genomen besluit daar hij zijn eerdere uitspraken heeft gewijzigd. De leerlinge van school halen, was niet als chantage bedoeld en is pas gemeld na afronding van het laatste gesprek. Ten aanzien van de andere dochter van klagers is geen sprake geweest van het moeten overdoen van groep 3. Gelet op het kind is de andere dochter niet ook van school gehaald. Inconsequentie is niet aan de orde. Tijdens de hoorzitting is gebleken dat de andere dochter van klagers inmiddels ook van school is. Oordeel Op grond van het dossier en hetgeen aan de orde is geweest tijdens de hoorzitting komt de commissie tot het volgende oordeel. Wat betreft het besluit om de leerling niet te bevorderen naar groep 3 geldt als uitgangspunt dat - uitgaande van de deskundigheid van de school - de bevoegdheid om dit soort beslissingen te nemen in eerste instantie bij de school berust. De commissie stelt zich terughoudend op. Alleen wanneer procedure- of andere regels niet zijn gevolgd of wanneer de uitkomst van de beslissing zodanig is dat een besluit in een gegeven geval, gelet op alle Pagina 6 van 8

daarbij betrokken belangen, in redelijkheid niet genomen had mogen worden, is er ruimte voor de commissie om tot een gegrondverklaring van de klacht te komen. Zowel ten aanzien van de gevolgde procedure als met betrekking tot het genomen besluit heeft de school juist gehandeld. De school heeft afdoende toegelicht de leerlinge aan de hand van verschillende aspecten goed en zorgvuldig te hebben bekeken en niet schoolrijp te achten. De commissie verwijst in dit kader ook naar het onderwijskundig rapport. De commissie acht de klacht ongegrond. De commissie heeft echter wel vastgesteld dat de communicatie gedurende het proces rommelig en niet soepel is verlopen. Diverse gesprekken tussen ouders en leerkrachten zijn niet vastgelegd, laat staan dat verslagen door de klagers zijn ondertekend. Tijdens de hoorzitting is door aangeklaagde ook toegegeven dat het proces rondom dit gevoelige besluit niet de schoonheidsprijs verdient daar de school transparanter en op papier had moeten communiceren. Bovendien geeft de rol van de aangeklaagde kinderfysiotherapeut aanleiding tot verwarring. Het expertiseteam, waarvan de kinderfysiotherapeut deel uitmaakt, is in eerste instantie opgezet voor de deskundigheidsbevordering van het personeel. Slechts incidenteel worden leerlingen besproken. Daarnaast verwijst de school in voorkomende gevallen ouders die behoefte hebben aan deskundigheid door naar de heer G. Door dit laatste kan verwarring ontstaan omtrent zijn positie. De school moet ervoor zorgen dat die verwarring wordt voorkomen. De commissie zal hiertoe aanbevelingen doen. Aanbevelingen 1) De school dient van (belangrijke) gesprekken met ouders verslagen te maken en deze door ouders, op zijn minst voor gezien, te laten tekenen; 2) De school dient de positie van deskundigen zuiver te houden. In een voorkomend geval dient de deskundige of deel uit te maken van het expertiseteam inzake een individuele leerling of als deskundige op zichzelf te worden benaderd; het is beter indien deze twee functies gescheiden worden gehouden. Pagina 7 van 8

Den Haag, 20 november 2015 C. Sjenitzer, D.H.C. Dane-Peeters Voorzitter Secretaris Pagina 8 van 8