Juridisch bulletin. Wetgeving

Vergelijkbare documenten
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID. Directie generaal sociaal beleid Domein regelgeving. KINDERBIJSLAG Omz. nr.588

Juridisch bulletin. Wetgeving

Juridisch bulletin. Wetgeving

Juridisch bulletin. Wetgeving

Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 januari maandelijkse bedragen in EUR)

Juridisch bulletin. Dienstvoorschriften

Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 september maandelijkse bedragen in EUR)

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG

Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 mei (maandelijkse bedragen in EUR)

Juridisch bulletin. Wetgeving

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG 2017/1

Juridisch bulletin. Wetgeving

Juridisch bulletin.

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG 2017/1

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 13 januari 2003;

Juridisch bulletin. Wetgeving

De administrateur-generaal

WET VAN 29 MAART betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen. (B.S. 6 mei 1976)

Juridisch bulletin. Wetgeving

Juridisch bulletin. Wetgeving

Juridisch bulletin.

Juridisch bulletin. Dienstvoorschriften

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 2 juni 2005;

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID. Directie-generaal Sociaal Beleid. Domein Regelgeving Kinderbijslag. Ministeriële Omzendbrief nr.

Nieuwe maatregelen ter bestrijding van de werkloosheidsvallen, toegelicht bij CO 1362 van 16 februari 2007

Dit document wordt u aangeboden door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid

Bijlage bij bericht 6 H-HR/ e bijvoegsel bij ARPS-Bundel 522. Uitreiking: typelijst 25/003

Bijlage bij bericht 6 H-HR/ e bijvoegsel bij ARPS-Bundel 522. Uitreiking: typelijst 25/003

Barema. Kinderbijslag voor werknemers KINDERBIJSLAG

Departement Controle. Betreft: Eenoudergezinnen - Verhoging van de maandelijkse toeslag - Verhoging van de inkomensgrens

Juridisch bulletin.

Nr. Situatie Recht op toeslag voor eenoudergezinnen

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid;

FOCUS De kinderbijslag voor invalide rechthebbenden. Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Barema. Kinderbijslag voor werknemers KINDERBIJSLAG

Juridisch bulletin.

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2010

De administrateur-generaal

Departement Controle

BERICHT Nr. 27 PP 3 juli 2000

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID. Directie-generaal Sociaal Beleid. Domein Regelgeving Kinderbijslag. Ministeriële omzendbrief nr.

Bedragen kinderbijslag

Versie DEEL V Titel I Hoofdstuk I Haard- en standplaatstoelage Inhoudstafel

DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2013

Juridisch bulletin. Wetgeving

Gezinsbijslag in 15 vragen

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2009

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN EERSTE HALFJAAR 2012

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2011

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

FISC brief 1: provisionele ambtshalve beslissing tot toekenning

Betreft: Toepassing van artikel 44bis KBW ingeval van plaatsing van het kind met een beschermd recht

De programmawet (I) van 27 december 2006, art. 113 tot en met 133

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

IV. Trimestrialisering van de sociale toeslagen

Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Juridisch bulletin. Wetgeving

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN

Bijlage 1 bij dienstbrief 996/93bis: vragen en antwoorden

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

FOCUS De sociale toeslagen in het stelsel voor kinderbijslag voor werknemers. Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

HISTORIEK. (*) Wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten (B.S ; erratum: B.S )

Departement Controle Juridische Afdeling. Betreft: Wet van 27 december 2005 houdende diverse bepalingen Vrijwilligerswerk

Handleiding Financiële Personeelsadministratie Einde Versie Boek 2 Hoofdstuk 3.3 : Haard- of standplaatstoelage Inhoudstafel

Situatie van de kinderbijslag aan de vooravond van de splitsing. RKW - Studiedag 29 maart 2012

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

KONINKLIJK BESLUIT VAN 8 APRIL houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen. (BS 6 mei 1976)

Vragen en antwoorden over de toepassing van het gewijzigde artikel 48 KBW en de toepassing van de 240-uren norm

Juridisch bulletin. Dienstvoorschriften

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

Halftijds brugpensioen

Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector Centra voor geestelijke gezondheidszorg, erkend door de Vlaamse Gemeenschap

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 20 VAN 29 JANUARI 1976 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN EEN DUBBEL VAKANTIEGELD VOOR EEN GEDEELTE VAN

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN EERSTE HALFJAAR 2013

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2012

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

CIRCULAIRE. Sociale uitkeringen Bedragen per 1 januari 2014

van Belgische zijde: de heer Dr. Arthur NOKERMAN, Secretaris-generaal van het Ministerie van Sociale Voorzorg,

Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 20 VAN 29 JANUARI 1976 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN EEN DUBBEL VAKANTIEGELD VOOR EEN GEDEELTE VAN

Gelet op de aanvraag ingediend door de RKW bij brieven van 28 februari 1995 en 15 juni 1995;

Overheidspensioenen in perspectief. Wat brengt de toekomst?

Betaling van kinderbijslag voor werknemers Gewaarborgde gezinsbijslag. Mieke SERLIPPENS Jurist bij de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1. TITEL 8. - Pensioenen. HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector

STATISTISCH OVERZICHT 30 JUNI 2016

De administrateur-generaal

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

Met dit formulier kun je als je met je gezin in België woont een toeslag op de kinderbijslag aanvragen als:

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID. Directie-generaal Sociaal Beleid. Domein Regelgeving Kinderbijslag. Ministeriële omzendbrief nr.

1. TOELICHTING BIJ PROGRAMMAWET (I) VAN 24 DECEMBER 2002 MO 579 VAN 5 MAART VARIA: - ARTIKEL 66 KBW - ONTHAALOUDERS - BEVOEGDHEIDSBESLUIT

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

Transcriptie:

Juridisch bulletin Wetgeving 2004 www.rkw.be

Inhoud 1. Wetten... 3 1.1 Programmawet van 9 juli 2004 (Wettelijke samenwoning als grondslag voor het recht op kinderbijslag - Herstel van de verworven rechten inzake kinderbijslag voor gehandicapte kinderen - Technische correctiemaatregel in de samenloopregeling)...3 1.2 Programmawet van 27 december 2004 (Vormelijke wijzigingen Werking van de kinderbijslagfondsen Gevolgen van een feitelijke scheiding Behoud van recht door de gerechtigde op een overlevingspensioen bij plaatsing Voorwaarde van vijf jaar verblijf Overeenkomst voor beroepsopleiding in een onderneming Bijslagtrekkend rechtgevend kind huispersoneel)...5 2. Koninklijke besluiten... 9 2.1 Koninklijk besluit van 29 februari 2004 houdende wijziging van de modaliteiten van de indexering van de toegelaten inkomensgrenzen ter uitvoering van artikel 62, 2, 3 en 5, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders...9 2.2 Koninklijk besluit van 26 oktober 2004 tot uitvoering van de artikelen 42bis en 56, 2, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders (sociale toeslagen ten behoeve van langdurig werklozen, invaliden en gepensioneerden)...10 2.3 Koninklijk besluit van 24 november 2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de beheersrekening en de administratieve reserve van de kinderbijslagfondsen...11 3. Ministeriële besluiten... 12 4. Andere... 13 4.1 Koninklijk besluit van 14 november 2003 tot vaststelling van het tarief van de erelonen en de kosten voor de deskundigen aangewezen door de arbeidsgerechten in het kader van medische deskundige onderzoeken inzake de geschillen betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten, de gezinsbijslag voor werknemers en zelfstandigen, de werkloosheidsverzekering en de regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, BS 28 november 2003 (Indexatie van de bedragen op 1 januari 2004)...13 4.2 Weerslag van de schommeling van het indexcijfer van de consumptieprijzen (spilindexcijfer 113,87 (basis 1996 = 100) op de sociale uitkeringen (geneeskundige verzorging en uitkeringen, pensioenen, arbeidsongevallen en beroepsziekten, tegemoetkomingen aan personen met een handicap, leefloon, gezinsbijslag)...14 4.3 Akkoord van 7 december 2004 tussen België en Nederland inzake de handhaving van socialeverzekeringsuitkeringen (mededeling van gegevens tussen België en Nederland)...15 Juridisch bulletin / Wetgeving 2004 Pagina 2 van 15

1. Wetten 1.1 Programmawet van 9 juli 2004 (Wettelijke samenwoning als grondslag voor het recht op kinderbijslag - Herstel van de verworven rechten inzake kinderbijslag voor gehandicapte kinderen - Technische correctiemaatregel in de samenloopregeling) (BS 15 juli 2004) De programmawet van 9 juli 2004 bevat een aantal bepalingen inzake kinderbijslag 1. De omzendbrief van de RKW, nr. 1350 van 7 september 2004 verstrekt de nodige onderrichtingen inzake de praktische toepassing van deze bepalingen. 1. Wettelijke samenwoning als grondslag voor het recht op gezinsbijslag Voor het verkrijgen van het recht op gezinsbijslag dient o.m. een band te bestaan tussen de rechthebbende en het rechtgevend kind. Nieuw is dat hierbij naast afstamming, aan- of zijverwantschap en feitelijk gezinsverband, ook rekening wordt gehouden met het juridisch statuut van wettelijke samenwoning. 2 Doel is de kinderbijslagwetgeving te actualiseren ingevolge de nieuwe vormen van samenleven in de maatschappij. Met name wordt beoogd de situatie van wettelijk samenwonenden te laten aansluiten bij de meer uitgebreide mogelijkheden voor (ex-) echtgenoten om een recht op kinderbijslag te openen. Voortaan kan een rechthebbende die verbonden is of verbonden geweest is door een wettelijke samenwoning een recht op kinderbijslag openen: - voor het kind dat niet aanwezig is in zijn gezin, wanneer er daadwerkelijke samenwoning is met de ouder van het kind; - voor het kind van de (voormalig) wettelijk samenwonende van wie hij gescheiden leeft, dat aanwezig is in zijn gezin. Op dit laatste punt (voorwaarde van aanwezigheid van het kind in het gezin) is er dus geen volledige gelijkschakeling van wettelijk samenwonenden met gehuwde of gescheiden koppels, dit om misbruiken te vermijden. Deze nieuwe regeling impliceert dat wettelijk samenwonenden zich op dit statuut kunnen beroepen wanneer de voorwaarden voor de vorming van een feitelijk gezin niet zijn vervuld: om te kunnen spreken van een feitelijk gezin is immers vereist dat de drie actoren (rechthebbende, partner, kind van de partner) daadwerkelijk samenwonen. 1 Afdeling IX, artikelen 151 tot 155 van de programmawet. 2 Artikel 51, 3 KBW. Juridisch bulletin / Wetgeving 2004 Pagina 3 van 15

De wijziging is van toepassing vanaf 25 juli 2004. Dit betekent dat een rechthebbende vanaf 1 juli 2004 recht kan verkrijgen als wettelijk samenwonende. 2. Herstel van de verworven rechten inzake kinderbijslag voor gehandicapte kinderen De programmawet herstelt met ingang van 1 juli 2003 de wettelijke grondslag van het stelsel van de verworven rechten inzake kinderbijslag voor gehandicapte kinderen. 3 Die grondslag werd verkeerdelijk afgeschaft bij de hervorming van de kinderbijslag voor gehandicapte kinderen door de programmawet (I) van 24 december 2002. 3. Technische correctiemaatregel in de samenloopregeling In 2002 werd artikel 51 KBW zodanig aangepast dat een grootouder zijn recht op kinderbijslag voor zijn (achter)kleinkinderen behoudt wanneer deze kinderen geplaatst worden, op voorwaarde dat ze onmiddellijk vóór de plaatsing deel uitmaakten van zijn gezin. 4 De toepassing van de regels inzake samenloop van meerdere rechthebbenden had echter tot ongewenst gevolg dat een grootouder automatisch een recht op kinderbijslag opende, ook al had een ouder van het kind een voorrangsrecht vóór de plaatsing. Dit werd gecorrigeerd door een technische aanpassing van artikel 64 KBW, dat de samenloop regelt. Een grootouder is nu alleen nog voorrangsgerechtigde rechthebbende als hij al voorrangsgerechtigd was toen het kind in zijn gezin verbleef. Deze wijziging is in werking getreden op 25 juli 2004. 3 Artikel 47bis KBW, intrekking van artikel 132 van de programmawet (I) van 24 december 2002. 4 Programmawet (I) van 24 december 2002, BS 31 december 2002. Juridisch bulletin / Wetgeving 2004 Pagina 4 van 15

1.2 Programmawet van 27 december 2004 (Vormelijke wijzigingen Werking van de kinderbijslagfondsen Gevolgen van een feitelijke scheiding Behoud van recht door de gerechtigde op een overlevingspensioen bij plaatsing Voorwaarde van vijf jaar verblijf Overeenkomst voor beroepsopleiding in een onderneming Bijslagtrekkend rechtgevend kind huispersoneel) (BS 31 december 2004) Hierna volgt een toelichting bij de bepalingen van de programmawet van 27 december 2004 die relevant zijn voor de kinderbijslagsector. De nodige praktische richtlijnen worden verstrekt via een ministeriële omzendbrief. 1. Vormelijke wijzigingen Artikel 53 KBW, dat de situaties opsomt waarin een recht op kinderbijslag kan ontstaan op grond van met effectieve arbeid gelijkgestelde dagen of periodes, werd op twee punten gewijzigd. Doel is de kinderbijslagwetgeving af te stemmen op de gewijzigde terminologie van de DMFA-wetgeving (nieuw eenvormig begrip adoptieverlof) en de verschillende vormen van vaderschapsverlof. De wijziging heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003. 2. Hervorming van de werking van de kinderbijslagfondsen De bepalingen in de KBW m.b.t. de werking van de kinderbijslagfondsen werden in overeenstemming gebracht met de nieuwe VZW-wet 5. Tegelijk werden - omwille van de specificiteit van de kinderbijslagfondsen - een aantal afwijkingen van de VZW-wet voorzien. De nodige richtlijnen worden verspreid via een ministeriële omzendbrief. 3. Gevolgen van een feitelijke scheiding De artikelen 56bis, 56quater, 56quinquies en 56sexies KBW werden aangepast teneinde een discriminatie weg te werken tussen gehuwden en personen die een feitelijk gezin vormen. 6 5 Wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, BS 1 juli 1921, zoals grondig hervormd door de wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, BS 11 december 2002; artikelen 22 tot 33 programmawet. 6 Zie arresten Arbitragehof, nrs. 110/2002 van 26 juni 2002 en 54/2003 van 30 april 2003. Juridisch bulletin / Wetgeving 2004 Pagina 5 van 15

Volgens deze bepalingen leidt het (opnieuw) huwen van de overlevende ouder of van de overlevende echtgenoot tot het verlies van de verhoogde wezenbijslag of tot het verlies van de hoedanigheid van rechthebbende. 7 Tot nog toe werden de verloren rechten pas opnieuw toegekend indien het huwelijk werd ontbonden of gevolgd werd door een scheiding van tafel en bed of door een feitelijke scheiding, bekrachtigd door een gerechtelijke beschikking die het echtpaar een afzonderlijke verblijfplaats aanduidt. Bij ontbinding van het feitelijk gezin dat de overlevende ouder opnieuw gevormd had, werden de verloren rechten daarentegen onmiddellijk opnieuw toegekend. Voortaan gebeurt het herstel van de verloren rechten op het ogenblik van de scheiding, wanneer deze wordt vastgesteld aan de hand van afzonderlijke woonplaatsen of, minstens, aan de hand van officiële bewijzen die aantonen dat er afzonderlijke verblijfplaatsen zijn. Deze wijziging heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 1999. 4. Behoud van recht door de gerechtigde op een overlevingspensioen bij plaatsing van het kind De gerechtigde op een overlevingspensioen kan enkel een recht op kinderbijslag openen voor het kind dat deel uitmaakt van zijn gezin. Deze algemene voorwaarde wordt versoepeld ingeval van plaatsing van het kind in een instelling. De gerechtigde blijft een recht openen voor het kind op voorwaarde dat dit kind onmiddellijk voor de plaatsing tot zijn gezin behoorde. De wijziging is in werking getreden op 1 januari 2005. 5. Herzien Europees Sociaal Handvest voorwaarde van vijf jaar verblijf Voor de aanvrager om gewaarborgde gezinsbijslag alsook voor de jongere die een recht op kinderbijslag wenst te openen in zijn hoedanigheid van student, leerling, stagiair of werkzoekende, geldt als voorwaarde dat de aanvrager reeds ten minste vijf jaar werkelijk in België dient te verblijven op de datum van de indiening van de aanvraag om kinderbijslag. Deze voorwaarde is niet van toepassing voor EEG-onderdanen, vluchtelingen, staatlozen en onderdanen van een Staat die het Europees Sociaal Handvest heeft geratificeerd. Deze opsomming werd aangevuld met het herzien Europees Sociaal Handvest dat het toepassingsgebied van het Europees Sociaal Handvest uitbreidt tot de onderdanen van de landen die onlangs tot de Europese Unie toetraden. 8 Deze wijziging is in werking getreden op 1 januari 2005. 7 Voor de wees van een werknemer (artikel 56bis KBW), evenals voor de wees van een gehandicapte rechthebbende (artikel 56quinquies KBW) : het verlies van de verhoogde wezenbijslag ; voor de gerechtigde op een overlevingspensioen (artikel 56quater KBW) : het verlies van de hoedanigheid van rechthebbende ; voor de overlevende echtgenoot van een rechthebbende die een recht opende als student, leerling, stagiair of werkzoekende (artikel 56sexies KBW) : het verlies van de hoedanigheid van rechthebbende. 8 Artikel 56sexies KBW, artikel 1 Wet Gewaarborgde Gezinsbijslag. Juridisch bulletin / Wetgeving 2004 Pagina 6 van 15

6. Jongeren verbonden door een overeenkomst voor beroepsopleiding in een onderneming toekennen van hoedanigheid van rechthebbende Jongeren verbonden door een overeenkomst voor beroepsopleiding in een onderneming, zoals gereglementeerd door de gemeenschappen en de gewesten, kunnen voortaan een recht op kinderbijslag openen ten voordele van hun kinderen. 9 Het gaat om een residuair recht, d.w.z. dit recht kan enkel ingeroepen worden indien er geen ander recht op kinderbijslag bestaat in de kinderbijslagregeling voor werknemers of zelfstandigen. De toekenning van de hoedanigheid van rechthebbende verzekert de nodige coherentie. Deze jongeren konden geen recht op kinderbijslag openen voor hun kinderen aangezien ze niet onderworpen zijn aan de regeling van de sociale zekerheid. Er werd echter wel rekening gehouden met de financiële voordelen die voortvloeien uit de opleiding voor het evalueren van de gezinsinkomsten in het kader van de toekenning van de sociale toeslagen alsook om te bepalen of het bedrag van de bezoldiging dat is toegestaan uit hoofde van een rechtgevend kind al dan niet was overschreden. De wetswijziging heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 1999. 7. Bijslagtrekkend rechtgevend kind De voorwaarden waaronder het rechtgevend kind zelf bijslagtrekkende kan zijn, werden versoepeld: de kinderbijslag kan betaald worden aan het kind dat ontvoogd is of ouder dan 16 jaar en een afzonderlijke hoofdverblijfplaats heeft van de persoon die kon worden geacht hem op te voeden of als een afzonderlijke verblijfplaats bewezen wordt door officiële documenten. 10 Doel is de hoedanigheid van bijslagtrekkende van het rechtgevend kind niet meer te laten afhangen van het vervullen van alle administratieve formaliteiten die zijn vereist voor het vaststellen van een afzonderlijke woonplaats. Aldus kan de kinderbijslag betaald worden aan het rechtgevend kind in afwachting van de domiciliëring op een apart adres. De wijziging is in werking getreden op 1 januari 2005. 8. Toekenningssituaties na een tewerkstelling als huispersoneel Artikel 102, 2 KBW, betreffende het residuair recht op kinderbijslag van personen tewerkgesteld als huispersoneel, werd gewijzigd. Voortaan is bij wet bepaald dat gelijkgestelde situaties of toekenningssituaties naar aanleiding van een tewerkstelling als huispersoneel, tevens leiden tot het ontstaan van een residuair recht. 9 Nieuw artikel 56duodecies KBW. 10 Artikel 69, 2 KBW. Juridisch bulletin / Wetgeving 2004 Pagina 7 van 15

Het gaat om de situaties bedoeld in de artikelen 53 (gelijkgestelde situaties), 56 (arbeidsongeschiktheid), 56octies (loopbaanonderbreking/tijdskrediet), 56novies (werkloosheid), 56decies (detentie) en 57 (pensionering) KBW. Het residuair karakter heeft echter geen betrekking op de rechten vastgesteld op grond van de artikelen 56bis (rechthebbende wees) en 56quater (overlevingsuitkering) KBW. De wijziging is in werking getreden op 1 januari 2005. 9. Werkingskosten van de kinderbijslagfondsen Artikel 94 KBW werd aangevuld met een besparingsmaatregel die de werkingskosten van de kinderbijslagfondsen treft. De bepaling geeft uitvoering aan een beslissing die is genomen op het begrotingsconclaaf. 10. Bijkomende enveloppe toegekend aan het FCUD Ingevolge een beslissing van de bijzondere ministerraad van Oostende in maart 2004 zal het Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten vanaf 2005 bijkomende financiële middelen ontvangen. Juridisch bulletin / Wetgeving 2004 Pagina 8 van 15

2. Koninklijke besluiten 2.1 Koninklijk besluit van 29 februari 2004 houdende wijziging van de modaliteiten van de indexering van de toegelaten inkomensgrenzen ter uitvoering van artikel 62, 2, 3 en 5, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders (BS 18 mei 2004) Dit besluit wijzigt de modaliteiten van de indexering van de inkomensgrenzen die bepalend zijn voor de toekenning van de kinderbijslag voor de leerjongen of het leermeisje, de jongeren die na de periode van leerplicht onderwijs met beperkt leerplan of een erkende vorming volgen, de leerlingen die een stage doorlopen en de jonge werkzoekende. 11 De basisbedragen worden voortaan geïndexeerd conform artikel 76bis KBW. Dit artikel verwijst naar de indexering overeenkomstig de wet van 2 augustus 1971 12. Dit betekent dat de forfaitaire indexering wordt vervangen door een systeem van automatische koppeling aan de index van de consumptieprijzen. De basisbedragen zullen derhalve nauwer aansluiten bij de evolutie van de kosten van het levensonderhoud. Dit besluit is in werking getreden op 18 mei 2004. De huidige inkomensgrenzen blijven evenwel van toepassing tot de eerstvolgende indexering van de sociale prestaties. 11 Artikel 1, eerste lid, 2, KB van 6 maart 1979 tot bepaling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat verbonden is door een leerovereenkomst; artikel 1bis, tweede lid en artikel 8, tweede lid, KB van 30 december 1975 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat onderwijs volgt; artikel 4, 4, eerste lid, KB van 12 augustus 1985 tot uitvoering van artikel 62, 5, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders. 12 Wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld, BS 20.8.1971. Juridisch bulletin / Wetgeving 2004 Pagina 9 van 15

2.2 Koninklijk besluit van 26 oktober 2004 tot uitvoering van de artikelen 42bis en 56, 2, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders (sociale toeslagen ten behoeve van langdurig werklozen, invaliden en gepensioneerden) (BS 24 november 2004) Dit besluit vervangt het koninklijk besluit van 12 april 1984 tot uitvoering van de artikelen 42bis en 56, 2 KBW. Dit laatste besluit dat de toekenningsvoorwaarden bepaalde voor de sociale toeslagen ten behoeve van langdurig werklozen, invaliden en gepensioneerden, werd grondig hervormd. Doel van de hervorming is een grotere billijkheid bij de toekenning van de sociale toeslagen alsook meer transparantie voor de sociaal verzekerde en een grotere administratieve efficiëntie. Zoals vroeger is de toekenning van de sociale supplementen afhankelijk van de inkomsten van het gezin. Er wordt echter niet langer een onderscheid gemaakt tussen beroepsinkomsten en vervangingsinkomsten. De financiële situatie van het gezin wordt geëvalueerd aan de hand van het totaal aan beroepsinkomsten en vervangingsinkomsten. Het begrip vervangingsinkomsten, en meer bepaald de lijst met inkomsten die bij wijze van uitzondering niet werden meegeteld als vervangingsinkomsten, werd fundamenteel herzien. Enkel de tegemoetkoming voor hulp van derden 13 alsook uiteraard de kinderbijslag, worden uitgesloten bij het evalueren van de inkomsten van een gezin. Ook de onkostenvergoeding voor onthaalouders blijft uitgesloten bij de berekening van de gezinsinkomsten (cf. MO 584 van 11 juni 2004). Er werden nieuwe grensbedragen bepaald voor de gezinsinkomsten. Zoals vroeger verschillen deze naargelang het gezinstype: - de rechthebbende woont alleen met het kind: 1672,38 EUR - de rechthebbende woont samen met het kind en met zijn echtgenoot of partner: globale inkomensbegrenzing: 1930,21 EUR - de gescheiden levende bijslagtrekkende: 1672,38 EUR 14 Dit besluit is in werking getreden op 1 januari 2005. De omzendbrief van de RKW, nr. 1351 van 10 december 2004 bevat de nodige praktische richtlijnen. 13 Het betreft de tegemoetkoming voor hulp van een derde, in zijn verschillende vormen in de ziekte- en invaliditeitsregeling (forfaitaire bijslag voor hulp van een derde persoon), de sector van de arbeidsongevallen en beroepsziekten (aanvullende uitkering voor hulp van een derde persoon) en de regeling van de uitkeringen voor personen met een handicap (tegemoetkoming voor hulp van een derde persoon). 14 Bedragen van toepassing vanaf 1 januari 2005. Juridisch bulletin / Wetgeving 2004 Pagina 10 van 15

2.3 Koninklijk besluit van 24 november 2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de beheersrekening en de administratieve reserve van de kinderbijslagfondsen (BS 15 december 2004) Naast de toelage voor administratiekosten, verleent de Rijksdienst aan de kinderbijslagfondsen een responsabiliseringstoelage. Het bedrag van deze toelage wordt jaarlijks door de Koning bepaald op voorstel van het Beheerscomité van de Rijksdienst. De verdeling van de enveloppe voor responsabilisering gebeurt op basis van de resultaten van de controle van de beheersprestaties van de kinderbijslagfondsen. De toelage is voor de kinderbijslagfondsen een stimulans tot een kwalitatief beheer en dient derhalve de belangen van de gezinnen. Voor het dienstjaar 2004 werd het bedrag vastgesteld op 3 556 000 euro. Dit bedrag is gekoppeld aan de evolutie van de personeelskosten via een link met de index der conventionele lonen van de bedienden (nomenclatuur NACEBEL). Juridisch bulletin / Wetgeving 2004 Pagina 11 van 15

3. Ministeriële besluiten / Juridisch bulletin / Wetgeving 2004 Pagina 12 van 15

4. Andere 4.1 Koninklijk besluit van 14 november 2003 tot vaststelling van het tarief van de erelonen en de kosten voor de deskundigen aangewezen door de arbeidsgerechten in het kader van medische deskundige onderzoeken inzake de geschillen betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten, de gezinsbijslag voor werknemers en zelfstandigen, de werkloosheidsverzekering en de regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, BS 28 november 2003 (Indexatie van de bedragen op 1 januari 2004) (BS 7 april 2004) De in artikel 1, eerste lid, 1, 2 en 3, a), b), c) en d) van bovenvermeld besluit vermelde bedragen zijn voor het jaar 2004: 1 a) persoonlijk ereloon van de deskundige: 303,44 EUR; b) indien het onderzoek uitgevoerd wordt door een psychiater of door een neuropsychiater: 359,91 EUR; 2 administratieve kosten: 90,79 EUR; 3 kosten voor de bijkomende onderzoeken: a) medische onderzoeken behalve degenen in b) bedoeld: zie nomenclatuur RIZIV; b) onderzoeken uitgevoerd door een psychiater of door een neuropsychiater: 177,88 EUR; c) onderzoeken uitgevoerd door een psycholoog, met volledige reeks testen of door een ergoloog: 123,35 EUR; d) elk ander onderzoek of advies niet bedoeld in a), b) of c): 61,67 EUR. Deze bedragen zijn van toepassing voor de expertises waarvan het definitief verslag neergelegd wordt vanaf 1 januari 2004. Juridisch bulletin / Wetgeving 2004 Pagina 13 van 15

4.2 Weerslag van de schommeling van het indexcijfer van de consumptieprijzen (spilindexcijfer 113,87 (basis 1996 = 100) op de sociale uitkeringen (geneeskundige verzorging en uitkeringen, pensioenen, arbeidsongevallen en beroepsziekten, tegemoetkomingen aan personen met een handicap, leefloon, gezinsbijslag) (BS 2 december 2004) Rekening houdend met de wet van 2 augustus 1971, waarbij de sociale uitkeringen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld, en met andere wettelijke en reglementaire bepalingen, werden met ingang van 1 oktober 2004 de nieuwe bedragen van gezinsbijslag vastgesteld. Juridisch bulletin / Wetgeving 2004 Pagina 14 van 15

4.3 Akkoord van 7 december 2004 tussen België en Nederland inzake de handhaving van socialeverzekeringsuitkeringen (mededeling van gegevens tussen België en Nederland) In het kader van artikel 84 van Verordening 1408/71 hebben de Belgische en de Nederlandse minister van Sociale Zaken een Akkoord (BS 14 januari 2005) gesloten omtrent de handhaving van socialeverzekeringsuitkeringen. Dit akkoord regelt op een ruime manier de samenwerking tussen de bevoegde instanties van beide lidstaten met het oog op een correcte toekenning van en een efficiënte controle op de uitbetaling van socialeverzekeringsuitkeringen. Het bevat bepalingen omtrent de uitwisseling van gegevens die betrekking hebben op de identificatie van uitkeringsgerechtigden en de verificatie van informatie die relevant is voor de toekenning van de uitkering. Het gebruik van gegevens uit de aan beide kanten van de grens beschikbare databanken en de bescherming van de persoonsgegevens blijft geregeld door de nationale wetgeving van elk der beide lidstaten. Het akkoord heeft verder geen impact op de manier waarop op dit ogenblik de gegevensuitwisseling tussen België en Nederland plaatsvindt. Wij wilden u echter deze informatie niet onthouden. Juridisch bulletin / Wetgeving 2004 Pagina 15 van 15