REGELING TUSSEN DE BEVOEGDE AUTORITEITEN VAN RWANDA EN BELGIE INZAKE DE UITWISSELING VAN INLICHTINGEN MET BETREKKING TOT BELASTINGEN NAAR HET INKOMEN EN NAAR HET VERMOGEN Artikel 1 Wettelijke grondslag en doelstelling van de Regeling In overeenstemming met artikel 25 van de op 16 april 2007 ondertekende Overeenkomst tussen de Republiek Rwanda en het Koninkrijk België tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontduiken en het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, zoals gewijzigd (hierna "de Overeenkomst" genoemd), legt deze Regeling de praktische termijnen en voorwaarden vast voor de uitwisseling van inlichtingen zoals bedoeld in artikel 26 van de Overeenkomst. Deze Regeling geldt enkel tussen de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten en kent geen enkel recht toe aan belastingplichtigen of andere derde partijen. Artikel 2 Definities Voor de toepassing van deze Regeling, tenzij anders omschreven : (a) (b) betekent de uitdrukking "verzoekende Staat" een Staat die een verzoek indient overeenkomstig deze Regeling; betekent de uitdrukking "aangezochte Staat" een Staat waaraan een verzoek overeenkomstig deze Regeling wordt toegezonden. 1
Artikel 3 Uitwisseling van inlichtingen op verzoek 1. De bevoegde autoriteit van de aangezochte Staat verstrekt op verzoek de inlichtingen ten behoeve van de in artikel 26 van de Overeenkomst bedoelde doeleinden. Die inlichtingen worden verstrekt, ongeacht of de onderzochte handelingen door de wetgeving van de aangezochte Staat als strafrechtelijk misdrijf zouden worden aangemerkt indien ze in de aangezochte Staat plaats zouden vinden. 2. In geen geval is het een Staat toegestaan om te gaan "hengelen" naar inlichtingen of om inlichtingen te vragen waarvan het weinig waarschijnlijk is dat ze relevant zijn voor een welbepaalde belastingzaak, noch om inlichtingen te vragen die voor de aangezochte Staat een extra werklast meebrengen die niet in verhouding staat tot het nut die de verzoekende Staat bij die inlichtingen heeft. 3. Het verzoek moet schriftelijk worden gedaan en toegezonden worden aan de aangezochte bevoegde autoriteit die is vermeld in artikel 6, punt 7. 4. Bij het indienen van een verzoek om inlichtingen verstrekt de bevoegde autoriteit van de verzoekende Staat volgende gegevens aan de bevoegde autoriteit van de aangezochte Staat, teneinde de te verwachten relevantie van de inlichtingen voor de verzoekende Staat aan te tonen : (a) (b) (c) (d) (e) (f) (g) de identiteit van de persoon op wie de controle of het onderzoek betrekking heeft; een uiteenzetting omtrent de gevraagde inlichtingen, met inbegrip van de aard ervan; het fiscale doel waarvoor de inlichtingen gevraagd worden; de redenen om aan te nemen dat de gevraagde inlichtingen in de aangezochte Staat worden bijgehouden of dat zij in het bezit zijn of onder het toezicht staan van een persoon die onder de bevoegdheid van de aangezochte Staat valt; voor zover gekend de naam en het adres van elke persoon van wie verondersteld wordt dat hij in het bezit is van de gevraagde inlichtingen; een verklaring dat het verzoek in overeenstemming is met de bepalingen van artikel 26 van de Overeenkomst; een verklaring dat de verzoekende Staat alle op zijn eigen grondgebied beschikbare middelen heeft gebruikt om de inlichtingen te verkrijgen, met uitzondering van de middelen die tot onevenredige moeilijkheden zouden leiden. 2
5. De bevoegde autoriteit van de aangezochte Staat tracht de inlichtingen te verstrekken binnen : - 1 maand vanaf de ontvangst van het verzoek wanneer de inlichtingen beschikbaar zijn in de fiscale dossiers; of - 3 maanden vanaf de ontvangst van het verzoek wanneer het nodig is om contact op te nemen met derde partijen; of - 6 maanden vanaf de ontvangst van het verzoek wanneer een onderzoek nodig is; of - in dringende gevallen, elke andere termijn waarover de bevoegde autoriteiten overeenstemming hebben bereikt. 6. Wanneer de aangezochte bevoegde autoriteit er niet in slaagt de inlichtingen te verstrekken binnen de termijnen waarin paragraaf 5 voorziet, of wanneer zij geconfronteerd wordt met hindernissen bij het bezorgen van de inlichtingen, of wanneer zij weigert de inlichtingen te verstrekken, brengt zij de bevoegde autoriteit van de andere Staat daarvan op de hoogte vóór het verstrijken van de termijnen waarin paragraaf 5 voorziet. Daarbij wordt ingegaan op de redenen waarom de inlichtingen niet kunnen verstrekt worden, op de aard van de hindernissen of op de redenen voor de weigering. Artikel 4 Spontane uitwisseling van inlichtingen De bevoegde autoriteit van een Staat kan, zonder voorafgaand verzoek daartoe, de in artikel 26 van de Overeenkomst bedoelde inlichtingen waarvan zij kennis heeft toezenden aan de bevoegde autoriteit van de andere Staat. Artikel 5 Belastingcontroles in het buitenland 1. De bevoegde autoriteit van de aangezochte Staat mag toestaan dat vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteit van de verzoekende Staat het grondgebied van de aangezochte Staat betreden om natuurlijke personen te ondervragen en documenten te onderzoeken, met de schriftelijke toestemming van de betrokken persoon of personen. De bevoegde autoriteit van de aangezochte Staat stelt de bevoegde autoriteit van de verzoekende Staat in kennis van het tijdstip en de plaats van de ontmoeting met de betrokken natuurlijke personen. 3
2. Op verzoek van de bevoegde autoriteit van een overeenkomstsluitende Staat en met de schriftelijke toestemming van de persoon of personen die aan de belastingcontrole onderworpen worden, mag de bevoegde autoriteit van de andere overeenkomstsluitende Staat vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteit van eerstgenoemde Staat toestaan om aanwezig te zijn bij het ter zake dienstige gedeelte van een belastingcontrole in de als tweede genoemde Staat. 3. Wanneer het in paragraaf 2 bedoelde verzoek wordt ingewilligd, stelt de bevoegde autoriteit van de overeenkomstsluitende Staat die de controle uitvoert de bevoegde autoriteit van de andere Staat zo spoedig mogelijk in kennis van het tijdstip en de plaats van de controle, van de identiteit van de autoriteit of de ambtenaar die aangesteld is om de controle uit te voeren en van de procedures en voorwaarden die door eerstgenoemde Staat vereist worden voor het uitvoeren van de controle. Elke beslissing aangaande het uitvoeren van de belastingcontrole wordt genomen door de Staat die de controle uitvoert. Artikel 6 Diverse bepalingen 1. Vertrouwelijkheid en beperkingen De bepalingen van de Overeenkomst zijn van toepassing met betrekking tot de geheimhouding en de beperkingen bij de uitwisseling van inlichtingen. Er is overeengekomen dat de bevoegde autoriteiten van de aangezochte Staat niet verplicht zijn om inlichtingen te verstrekken die niet in het bezit zijn van die autoriteiten of die noch in het bezit zijn van of onder toezicht staan van personen die zich binnen het rechtsgebied van die Staat bevinden. 2. Rechten en waarborgen van personen De rechten en de bescherming die door de wetgeving of de administratieve praktijk van de aangezochte Staat worden verzekerd aan personen, blijven van toepassing voor zover ze de effectieve uitwisseling van inlichtingen niet overmatig belemmeren of vertragen. 3. Taalgebruik bij de uitwisseling van inlichtingen Verzoeken om inlichtingen en antwoorden daarop worden opgesteld in het Engels of in het Frans. 4
4. Kosten Tenzij door de bevoegde autoriteiten anders werd overeenkomen, worden de gewone kosten die bij het verlenen van bijstand zijn gemaakt, door de aangezochte Staat gedragen. Buitengewone kosten worden gedragen door de verzoekende Staat, overeenkomstig een voorafgaand akkoord tussen de bevoegde autoriteiten van beide Staten. 5. Feedback Indien de verstrekte gegevens onjuist zijn of niet hadden mogen worden doorgegeven, wordt de betrokken bevoegde autoriteit daarvan onverwijld op de hoogte gebracht. De Staat die de inlichtingen ontvangt zou feedback moeten geven wanneer dit relevant zou kunnen zijn voor de Staat die de inlichtingen verstrekt. 6. Identificatie van de belastingplichtige De inlichtingen die moeten worden uitgewisseld bevatten eveneens, indien mogelijk, de persoonlijke identificatienummers (het Fiscale Identificatienummer, het btwnummer enz.) en de geboortedatum en -plaats van de betrokken persoon. 7. Bevoegde autoriteiten Voor de toepassing van deze Regeling zijn de bevoegde autoriteiten : In België: Algemene administratie van de fiscaliteit Sectie III/1 A North Galaxy - Toren A Koning Albert II-laan 33, bus 25 1030 BRUSSEL Voor dringende zaken en ontvangstbevestiging : directtaxeca@minfin.fed.be Voor zaken met betrekking tot belastingontduiking : Algemene administratie van de strijd tegen de fiscale fraude Dienst I North Galaxy - Toren A Koning Albert II-laan 33, bus 48 1030 BRUSSEL 5
De Algemene administratie van de strijd tegen de fiscale fraude is gerechtigd om verzoeken om inlichtingen te richten aan de bevoegde autoriteit van Rwanda, om de antwoorden op die verzoeken te ontvangen en om spontaan inlichtingen te verstrekken. Verzoeken om inlichtingen en spontaan verstrekte inlichtingen die uitgaan van de bevoegde autoriteit van Rwanda moeten evenwel gericht worden aan de Algemene administratie van de fiscaliteit dewelke ze desgevallend zal doorgeven aan de Algemene administratie van de strijd tegen de fiscale fraude. In Rwanda: Domestic Tax Department Po Box 3987 Kigali - Rwanda E-mail : cdtd@rra.gov.rw Voor zaken met betrekking tot belastingontduiking : Revenue Protection Department Po Box 3987 Kigali - Rwanda De bevoegde autoriteiten maken een bijgewerkte lijst met contactpersonen op (naam, adres, telefoonnummer, e-mailadres) om te verzekeren dat de uitgewisselde inlichtingen juist geïnterpreteerd worden en dat er overeenkomstig deze Regeling een correcte stroom van gegevens plaatsvindt. Artikel 7 Inwerkingtreding en beëindiging Deze Regeling treedt in werking op de datum van de ondertekening ervan. Ze zal voor het eerst van toepassing zijn op uitwisselingen van inlichtingen die betrekking hebben op het belastbaar tijdperk 2011. Ze houdt op van toepassing te zijn zes maanden na de datum waarop één van de bevoegde autoriteiten de andere bevoegde autoriteit schriftelijk in kennis stelt van haar voornemen de Regeling te beëindigen. Ingeval van beëindiging blijft elke bevoegde autoriteit gebonden door de vertrouwelijkheid waarin artikel 26 van de Overeenkomst voorziet voor alle inlichtingen die door de andere bevoegde autoriteit worden verstrekt. 6
Gedaan in tweevoud in de Engelse taal. Voor de Rwanda Revenue Authority van Rwanda Voor de Administratie van fiscale zaken van de Belgische federale overheidsdienst financiën Célestin BUMBAKARE Commissaire des Impôts Intérieurs Jean-Marc DELPORTE Adjunct-administrateur-generaal van de belastingen.. In Brussel op 22 juni 2011 7