Instructie bij invullen Uniforme Informatie Rapportage aan CvTA Rapportage aan College van Toezicht Collectieve Beheersorganisaties Auteurs- en Naburige rechten Datum : juni 2015 1
Aanpassingen: In de versie voor de rapportage van de informatie over het jaar 2014, zijn ten opzichte van de voorgaande versie de volgende onderdelen gewijzigd: Versie 9 april 2015 tab onderwerp aanpassing 4 Data Toegevoegd rapportagemoment "Rapportage Goed Bestuur en Integriteit", "doorlopende" verzending stukken. 5a Kostenpercentages Extra sheet voor berekening kostenpercentages inclusief 'collectieve lasten'. 5b Ketenkosten Extra sheet voor betreffende CBO's. Berekening kostenpercentages in de keten, aangeven van inhoudingspercentages per schakel. 6 Incasso en Repartitie Onderaan aangegeven dat idealiter alle geïncasseerde gelden met betrekking tot de jaren 2009 en eerder, eind 2014 verdeeld dienen te zijn. 10 Kasstroomoverzicht Indirecte methode in plaats van directe methode. 16 Klachten Categoriëen klachten uitgebreid met "commentaren" en de aantallen klachten via de geschillencommissie "rechthebbenden". vh 16 Projecten Vervallen. De onderdelen van het informatietemplate zullen in deze instructie per onderwerp behandeld worden. De informatie afkomstig van de CBO s over het rapportagejaar wordt gebruikt voor het toezichtjaarrapport van het CvTA. Het jaarrapport over het jaar 2013 is op de site van het CvTA te vinden: http://www.cvta.nl/publicaties/financieel-rapporten Instructie Instructie bij het invullen van het informatietemplate ten behoeve van het College van Toezicht collectieve beheersorganisaties Auteurs- en Naburige rechten (CvTA). Het College van Toezicht Collectieve Beheersorganisaties Auteurs- en Naburige rechten (CvTA) verlangt informatie vanuit de Collectieve Beheersorganisaties op een eenduidige wijze te ontvangen. Het betreft hier informatie met betrekking tot Incasso en Repartitie, de beheerskosten van de CBO en overige aanvullende informatie. In de wet toezicht staat een aantal specifieke normen waaraan de resultaten van de CBO s worden gemeten. In het uniforme informatietemplate wordt in elk geval de informatie gevraagd over van de bouwstenen die leiden tot de juiste vergelijking tot de normen. Met ingang van 2013 wordt verlangd dat de CBO s in financiële verslaggeving conform de vereisten uit BW Boek 2 Titel 9 doen. De rapportage conform deze vereisten heeft over 2013 plaats gevonden. Vergelijking met eerdere jaren kan dan in gevallen lastiger plaatsvinden. Desalniettemin zijn ook de historische data, eerder door de CBO s aan het CvTA gerapporteerd, voor de jaren 2008 tot en met 2012 in het template opgenomen. In de rapportage aan het CVTA zijn voor het jaar 2014 onder andere de volgende onderdelen opgenomen om tot een betere analyse en vergelijking te komen: Kostenpercentages en de informatie die ten grondslag liggen aan het deze percentages. Ketenkosten, al eerder buiten deze standaard rapportage om verzameld voor het jaar 2013. Collectieve lasten, CBO s kunnen hier zelf aangeven welke collectieve lasten op welke plek verantwoord zijn. Opmerking bij het invullen De cellen in het template zijn niet beveiligd. De gegevens die ingevuld dienen te worden, dienen in de groen gekleurde cellen te worden ingevoerd. Overige cellen mogen niet worden overschreven, formules mogen niet worden aangepast. Bij vragen graag contact opnemen met: 2
Michel van Driel Staflid Financiën a.i. College van Toezicht collectieve beheersorganisaties Auteurs- en naburige rechten Postbus 15072 1001 MB Amsterdam T: 020 30 30 261 M: 06-138 99 135 Email: m.vandriel@cvta.nl Bezoekadres: Herengracht 566, 1017 CH Amsterdam Mocht u een toelichting willen geven bij de gerapporteerde informatie dan kan dit door een Word document met referentie aan het onderdeel samen met het ingevulde template aan het College ter versturen. 3
Inhoudsopgave Aanpassingen:... 2 Instructie... 2 Wijzigingen... 5 1.Voorblad... 5 2.Informatie werkwijze... 5 3.Cyclus... 5 4.Data... 6 5a. Kostenpercentages... 6 Beheerskosten... 7 Ten laste van de te verdelen gelden gebrachte administratie vergoeding.... 7 Inhoudingspercentages... 8 Kostenmutatie ten opzichte van het voorgaande jaar... 8 5b. Ketenkosten... 8 6.Incasso & Repartitie... 9 Begrippen:... 9 7. Exploitatie meerjaren... 10 8a. Exploitatie boekjaar (afgelopen boekjaar)... 11 8b. Exploitatie boekjaar (huidig boekjaar)... 11 8c. Exploitatie boekjaar (volgend boekjaar)... 11 9. Niet-financiële informatie... 11 10. Kasstroom... 13 11. (Incasso) Debiteuren... 13 12. Reserves... 13 13. Voorzieningen... 13 14. Fondsen... 13 15. Financiële Vaste Activa... 13 16. Klachten... 14 4
Wijzigingen Geeft aan welke wijzigingen het template heeft ondergaan t.o.v. van de voorgaande versie. 1.Voorblad 1. Kies de organisatie uit de lijst waarover u rapporteert. 2. Kies het jaar waarin u rapporteert. 3. Geef aan wie de contactpersoon is voor vragen en opmerkingen van het CvTA over het gerapporteerde. 2.Informatie werkwijze In dit onderdeel geeft u aan of uw organisatie: direct incasseert bij betalingsplichtigen (A) (al dan niet via brancheorganisaties) of dat uw organisatie gelden ontvangt van CBO s en/of verdeelorganisaties ter verdeling aan rechthebbenden en/of verdeelorganisaties (B). direct verdeelt aan rechthebbenden (C), of dat uw organisatie middels verdeelorganisaties reparteert aan rechthebbenden (D); welke verdeelorganisaties zijn dit/ 3.Cyclus Deze pagina dient inzicht te verschaffen op welke momenten de organisatie gelden ontvangt uit incasso of via een incasserende CBO en wanneer de organisatie deze gelden verdeelt over rechthebbenden, dan wel verdeelt aan verdeelorganisaties. Het gaat erom dat een algemeen beeld wordt weergegeven van de cyclus moment(en) van facturatie en verdeling in een bepaald jaar. In het toelichtingsvak kunt u opmerkingen kwijt. 5
4.Data 1 Voorblad 2 Informatie werkwijze organisatie x x 3 Incasso- en repartitiecyclus x x 4 Belangrijke data 5a Extra tab: Kostenpercentages x x 5b Extra tab: Ketenkosten 2014 2015 Concept jaarcijfers voorgaand verslagjaar Definitieve jaarcijfers voorgaand verslagjaar Eerste semester resultaten, prognose huidige boekjaar Begroting volgend boekjaar Rapportage Goed Bestuur en Integriteit April - 2e week Juli - 2e week Augustus - 2e week December - 1e week December - 1e week 6 Incasso- en repartitie overzichten x x 7 Exploitatie Meerjaren x x 8a Exploitatie 2014 x x 8b Exploitatie 2015 x 8c Exploitatie 2016 x 9 Niet-financiële informatie x x 10 Kasstroomoverzicht x x 11 Debiteuren x x 12 Reserves x x 13 Voorzieningen x x 14 Fondsen x x 15 Financiële Vaste Activa x x 16 Klachten x x Rapportage Goed Bestuur en Integriteit x Bestuursverslagen, overige Jaarrekening Accountantsverslag/Management Letter doorlopend doorlopend doorlopend Dit overzicht geeft aan over welke onderwerpen en wanneer er gerapporteerd dient te worden aan het College van Toezicht. Alle organisaties onder toezicht rapporteren de definitieve jaarcijfers over het voorgaande verslagjaar in de tweede week van juli van het huidige jaar. De organisatieresultaten en prognose van het huidige rapportagejaar verstuurt u in de tweede week van augustus aan het College. De begroting van het volgende rapportagejaar in de eerste week van december. Bestuurstukken worden doorlopend door het College ontvangen. Zodra het jaarverslag en de jaarrekening voorzien van de controle verklaring beschikbaar zijn, dan hiervan een exemplaar of een digitale versie aan het College zenden. Dit geldt tevens voor het accountantsverslag en de Management Letter. De Rapportage Goed Bestuur en Integriteit wordt in de eerste week van december van het lopende boekjaar aan het College gestuurd (digitaal). 5a. Kostenpercentages In de tab Kostenpercentages worden de onderdelen verzameld die leiden tot de kostenpercentages die in het uiteindelijk rapport van het CvTA worden gepresenteerd. Ook wordt er gevraagd de inhoudingspercentages (indien van toepassing) aan te geven. Hieronder wordt per sub onderwerp een toelichting gegeven. 6
Beheerskosten 1 Het CvTA ziet erop toe dat CBO s zich verantwoorden over de kosten worden gemaakt en dat CBO s streven naar beperking van de beheerskosten. De drempel die per AMvB is vastgesteld bedraag 15% van de incasso en 15% van de repartie. Bovendien wordt de procentuele mutatie van de totale beheerskosten vergeleken met CPI (consumenten prijs index)i betreffende die periode. Om tot de kostenpercentages te komen die consistent en onderling vergelijkbaar zijn, dient er te worden uitgegaan van dezelfde definities. Een aantal elementen van zowel de teller als de noemer dient in dit hulpoverzicht (5a) te worden aangegeven. Let op: In het kader van het toepassen van de norm.(ex art. 2 lid 2 sub h. WTCBO) worden alle uitgaven aangemerkt als beheerskosten met uitzondering van bestedingen voor sociale, culturele of educatieve doeleinden, zulks ongeacht hoe de CBO zelf deze besteding aanmerkt. Hierdoor dienen CBO s in overzicht 5a aan te geven welke uitgaven beheerskosten betreffen maar, verantwoord zijn in het kader van socu-bestedingen. Deze uitgaven zullen dan in de berekening van het kostenpercentage worden meegenomen. Ten laste van de te verdelen gelden gebrachte administratie vergoeding. De administratievergoeding wordt voor de berekening van het kostenpercentage ten opzichte van de repartitie gebruikt. Daartoe dient te worden aangegeven hoe hoog de ingehouden administratie vergoeding is. Incasso totaal: De bruto-incasso bruto gefactureerde (exclusief mogelijke BTW) incasso in het rapportage jaar. 1 Beheerskosten: Alle kosten die, direct dan wel indirect, samenhangen met de inning, de verdeling en het beheer van gelden door de CBO s Uitgaven gericht op de ondersteuning van ideële of materiële algemene belangen van de desbetreffende groep rechthebbenden, dan wel ter bevordering van de sector waarin deze rechthebbenden werkzaam zijn, kunnen beheerskosten zijn, mits die kosten te rechtvaardigen zijn in het kader van (het verbeteren van) de inning, de verdeling en het beheer. Indien een dergelijke rechtvaardiging niet bestaat, is er geen sprake van beheerskosten maar van een andere besteding. Het College is van oordeel dat noch Stichting Brein, noch de Federatie Auteursrechtbelangen als sociale, culturele of educatieve doeleinden worden aangemerkt. In het kader van het toepassen van de norm.(ex art. 2 lid 2 sub h. WTCBO) worden alle uitgaven aangemerkt als beheerskosten met uitzondering van bestedingen voor sociale, culturele of educatieve doeleinden, zulks ongeacht hoe de CBO zelf deze besteding aanmerkt. Hierdoor dienen CBO s in overzicht 5a aan te geven welke uitgaven verantwoord zijn in het kader van socu-bestedingen. Deze uitgaven zullen dan in de berekening van het kostenpercentage worden meegenomen. 7
Repartitie totaal ; het gaat hier om netto repartitie, gelden die aan de rechthebben zijn uitgekeerd, eventuele kosten (veelal de administratievergoeding) en overige inhoudingen zijn hier dus al op in mindering gebracht. Voor het berekenen van de kostenpercentages worden, samenvattend, de volgende berekeningen gemaakt: Kosten ten opzichte van de incasso: kosten worden gecorrigeerd voor socu-uitgaven die onder kosten vallen. Kosten ten opzichte van de netto repartitie: kosten worden gecorrigeerd voor socuuitgaven die onder kosten vallen en netto repartitie wordt gecorrigeerd met de ingehouden administratievergoeding. Inhoudingspercentages CBO s bepalen, indien van toepassing, bij de begroting van het verslagjaar het kosteninhoudingspercentage voor dat komende verslagjaar, dit percentage kan bij begroot inhoudingspercentage over rapportagejaar worden ingevuld. Het uiteindelijke werkelijke kosteninhoudingspercentage, dient in de tweede regel werkelijk toegepast inhoudingspercentage over rapportagejaar te worden ingevuld. Indien het afwijkt van het begrote percentage, dient een toelichting te worden gegeven. Kostenmutatie ten opzichte van het voorgaande jaar De totale beheerskosten worden vergeleken met die van het voorgaande jaar. De procentuele mutatie wordt getoetst aan de Consumenten Prijs Index (CPI) over diezelfde periode. Indien de procentuele mutatie groter is dan de CPI, dient een toelichting te worden gegeven. In deze vergelijking worden eventuele kosten die onder de socu-bestedingen zijn verantwoord niet meegenomen. 5b. Ketenkosten De normering van de beheerskosten is ook van toepassing op de totale beheerskosten die worden berekend door alle collectieve beheersorganisaties in de keten tussen de inning van de gelden en de verdeling aan de individuele rechthebbenden. Hiermee wordt beoogd onnodige kosten in de vorm van inschakeling van tussenliggende (verdeel)organisaties terug te dringen. De ketenkosten dienen net als de kosten van individuele CBO s te voldoen aan het normeringscriterium, namelijk maximaal 15% van gereparteerde bedragen. Indien de totale beheerskosten van de collectieve beheersorganisaties in die keten meer bedragen dan 15% van de gereparteerde bedragen, dient uitleg over de overschrijding te worden gegeven in het jaarverslag (in overeenstemming met WTCBO art. 2, lid 2, sub h). De verplichting wordt opgelegd aan de eerste collectieve beheersorganisatie in de keten, omdat deze verantwoordelijk is voor de inschakeling van verder reparterende CBO s. De volgende ketens worden onderscheiden (situatie 2013/2014): Leenrechtketen: Stichting Leenrecht Thuiskopieketen Reprorechtketen 8
Proketen Hieronder het overzicht van de CBO en verdeelorganisaties (situatie 2013/2014), de onderstreepte CBO is de eerste CBO in de keten, de incasserende CBO die gelden aan verdelende CBO s doorzet. Keten Leenrechtgelden Keten Thuiskopiegelden Keten Reprorechtgelden Keten Pro-gelden Stichting Leenrecht Stichting de Thuiskopie Stichting Reprorecht Stichting Pro Stichting Lira Norma Stichting Lira Stichting Lira Stichting Norma Vevam Stichting Pictoright Stichting Pictoright Stichting Pictoright Stemra Stichting Pro Stichting Ipro Stichting Pro STAP Stremra Stemra PM STAP Sekam Video Vevam Stichting Pictoright Stichting Lira Per keten dient de incasserende CBO als eerste schakel in de keten, de inhoudingspercentages en werkelijke kosten specifiek gemaakt voor de ketengelden in kaart te brengen. Uiteindelijk wordt dan het inhoudingspercentage berekend voor de gehele keten en tevens het kostenpercentage van de totale ketenkosten (de cumulatie van de werkelijke kosten per onderdeel van de keten) ten opzichte van de uiteindelijke repartitie door de verdelende CBO voor de betreffende keten (bijvoorbeeld de Leenrechtgelden). 6.Incasso & Repartitie Het College wordt op eenduidige wijze geïnformeerd over de stand van de te verdelen gelden aan het begin van een rapportagejaar en aan het einde van een rapportagejaar. Alle inhoudingen op en toevoegingen aan de te reparteren som dienen expliciet vermeld te worden. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de bruto incasso in beginsel gelijk is aan de te reparteren som. Voor alle CBO s en verdeelorganisaties dient inzichtelijk te zijn welke gelden uit welk jaar van oorsprong nog gereparteerd dienen te worden aan verdeelorganisaties en/of rechthebbenden. Alle CBO s rapporteren over de uiteindelijke stand van de te verdelen gelden. Aangegeven dient te worden welke herkomst de ontvangen gelden hebben en aan welke groepen de gereparteerde gelden zijn uitgekeerd: 1. Binnenlandse betalingsplichtigen en binnenlandse rechthebbenden; 2. Andere CBO s en/of verdeelorganisaties; 3. Buitenlandse ontvangsten en buitenlandse repartitie. Begrippen: - Incasso: o Nederlandse betalingsplichtigen: Betreft de bruto gefactureerde (exclusief mogelijke BTW) incasso betreffende het rapportage jaar; o Andere Nederlandse CBO s en/of verdeelorganisaties: Betreft de bruto ontvangst van verder te reparteren gelden; 9
o Buitenland: Betreft de bruto ontvangst van verder te reparteren gelden (in Euro). - Onttrekkingen naar jaarlaag: Alle inhoudingen die worden gedaan op de bruto incasso som. Per categorie (bijvoorbeeld de inhouding voor administratievergoeding, organisatiekosten, mutatie t.b.v. debiteurenvoorziening en dergelijke) dient het ingehouden bedrag te worden aangegeven (positief). - Toevoegingen naar jaarlaag: Alle toevoegingen die worden gedaan aan de bruto incasso som. Per categorie (bijvoorbeeld financiële baten, gereserveerde sommen) dient het toegevoegde bedrag te worden aangegeven. - Herallocatie te verdelen gelden naar jaarlaag (saldo dient altijd 0 te zijn): in gevallen is het noodzakelijk om bedragen in de verschillende jaarlagen te heralloceren. De som van deze herallocaties dient in het jaar altijd 0 te zijn. Een onderbouwing van deze herallocaties is verplicht. - Repartitie: Dit betreft de daadwerkelijke verdeling aan rechthebbenden, andere CBO s en/of verdeelorganisaties en aan buitenlandse organisaties/rechthebbenden. Inclusief verplichtging. Het gaat om de netto-repartitie, alle inhoudingen (en toevoegingen) zijn immers al in de opstelling gerapporteerd. De Te verdelen gelden geven naar jaarlaag aan welke verplichting er is jegens de rechthebbenden. Dit bedrag dient overeen te komen met verantwoording in de jaarrekening. 7. Exploitatie meerjaren De inkomsten en kosten van de uitvoeringsorganisatie vanaf 2008 worden hier gerapporteerd op hoofdcategorieën. Onder exploitatie wordt, in dit geval verstaan, de staat van baten en lasten. Inkomsten/baten De inkomsten betreffen hier geen incasso-inkomsten of ontvangsten van CBO s, maar bijvoorbeeld de vergoeding voor administratie die ten laste van de gelden bestemd voor rechthebbenden of voor verdelende organisaties is gekomen. Kosten/lasten Personele kosten: alle kosten die gemaakt zijn ten behoeve van of samenhangen met de aanstelling van personeel in dienst van de organisatie. Een onderverdeling dient gemaakt te worden in personeel in dienst en personeel niet in dienst (op formatie of t.b.v. extra inzet). De kosten van gedetacheerd personeel en overige kosten hiermee verband houdend (bijvoorbeeld vanuit Cedar) dienen in regel 21 verantwoord te worden. Regel 42: Onderdeel Bruto incasso van Kosten % t.o.v. bruto-incasso, deze regel komt te vervallen. Invullen kan achterwege worden gelaten. 10
Kengetallen Organisatie Hier dient te worden aangegeven welk deel van het personeelsbestand (fte) in dienst van de organisatie of is ingeleend door de organisatie (bijvoorbeeld via Cedar of een andere dienstverlener) zich bezighoudt met welke hoofdactiviteiten. 8a. Exploitatie boekjaar (afgelopen boekjaar) Hierin is extra opgenomen de jaarbegroting van het afgelopen boekjaar, de tussenstand van de exploitatie op 30 juni van het rapportagejaar en de prognose van het gehele jaar en de begroting van het volgende jaar. Regel 42: Onderdeel Bruto incasso van Kosten % t.o.v. bruto-incasso, deze regel komt te vervallen. Invullen kan achterwege worden gelaten. 8b. Exploitatie boekjaar (huidig boekjaar) Zie 8a, voor zover al van toepassing. Regel 42: Onderdeel Bruto incasso van Kosten % t.o.v. bruto-incasso, deze regel komt te vervallen. Invullen kan achterwege worden gelaten. 8c. Exploitatie boekjaar (volgend boekjaar) Zie 8a, voor zover al van toepassing. Regel 42: Onderdeel Bruto incasso van Kosten % t.o.v. bruto-incasso, deze regel komt te vervallen. Invullen kan achterwege worden gelaten. 9. Niet-financiële informatie - Gebruikers: dit zijn alle individuele gebruikers (organisaties/individuen) en gebruikersgroepen die afzonderlijk gefactureerd zijn. - Verzonden facturen (rapportagejaar): het aantal facturen dat in het rapportagejaar betreffende het rapportagejaar is verzonden aan individuele gebruikers en gebruikersgroepen. - Verzonden facturen (voorgaande jaren in rapportagejaar): het aantal facturen dat in het rapportagejaar betreffende voorgaande jaren is verzonden aan individuele gebruikers en gebruikersgroepen. - Tariefgroepen: het aantal unieke tarieven dat per jaar gehanteerd wordt (individuele tarieven of een aantal tarieven dat tot dezelfde groep behoort (branche afhankelijk). 2008 geldt als startjaar; mutaties in de volgende jaren leiden tot het totaal aantal tariefgroepen. - Aangeslotenen: het aantal aangeslotenen dat staat geregistreerd bij de CBO of de CBO als verdeelorganisatie. - Rechthebbenden: het aantal (onderverdeeld in een uitkering binnen Nederland en niet- Nederland) uitkeringen aan unieke rechthebbenden. Leidend is aan wie (organisatie of individu) de uitkering is overgemaakt in het rapportagejaar. 11
- Controlerend accountant: de firmanaam van de accountant die de jaarcontrole van het boekjaar heeft uitvoert. 12
10. Kasstroom Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld middels de indirecte methode. Hierin geeft de organisatie aan de mutaties in de liquide middelen gedurende het rapportagejaar. De kasuitstroom ten behoeve van investeringen wordt uitgedrukt in een percentage ten opzichte van de incasso-omvang van het voorgaande boekjaar. Indien de kasuitstroom de grens van 5% overschrijdt, had de investering gemeld moeten worden aan het CvTA. De voorziene investeringen dienen dientengevolge vooraf aan het CvTA gemeld te worden. 11. (Incasso) Debiteuren Hier wordt de stand van de incasso-debiteuren en de mutaties hierop in verband met mogelijke oninbaarheid gerapporteerd met ingang van 2008. In de volgende jaren worden alleen de mutaties hierop ingevuld. 12. Reserves De verschillende gevormde reserves worden hier per reserve verantwoord beginnend met 2008. De volgende jaren worden alleen de mutaties hierop ingevuld. De benamingen van de verschillende reserves worden ondergebracht in de regels 6 tot en met 13. 13. Voorzieningen De verschillende gevormde voorzieningen worden hier per voorziening verantwoord beginnend met 2008. De volgende jaren worden alleen de mutaties hierop ingevuld. De benamingen van de verschillende voorzieningen worden ondergebracht in de regels 6 tot en met 13. 14. Fondsen Indien de organisatie fondsen vormt binnen de eigen organisatie of onderbrengt bij een gelieerde entiteit, dan dient dit hier aangegeven te worden. Per individueel fonds kunnen de mutaties op de beginstand (2008) vanaf 2008 verantwoord worden. Er dient aangegeven te worden wie het fonds beheert; een beleidsplan en statuten van het fonds dienen aan het CvTA beschikbaar te worden gesteld. Van de onttrekking aan het fonds dient in de regels 110 tot en met 130 een opgaaf te worden gedaan. Indien noodzakelijk kunnen regels toegevoegd worden. De som van de individuele onttrekkingen dient uiteraard overeen te komen met het totaal in regel 105. Let op dat in tab 5a kostenpercentages wordt gevraagd naar collectieve bestedingen. Indien deze bestedingen uit de fondsen (socufondsen) worden gedaan, dan dienen de in tab 5a gemelde bedragen overeen te komen met die uit het overzicht in tab 14, fondsen. 15. Financiële Vaste Activa Wanneer de organisatie tegoeden belegt, dient hier de balanswaarde per aanvang 2008 en de mutaties daarop te worden aangegeven. 13
16. Klachten Het CvTA wil geïnformeerd worden over de aantallen ontvangen klachten van gebruikers, rechthebbenden en overige. In dit onderdeel kan deze informatie worden ondergebracht evenals de opvolging van die klachten intern en/of de doorverwijzing van die klachten en de afhandeling ervan door een Geschillen Commissie. Definitie klacht: Een geschreven uiting van ongenoegen of ontevredenheid over de dienstverlening van de collectieve beheersorganisatie. Voor Buma en Stemra geldt dat tevens het aantal commentaren gemeld dient te worden. 14