Inspectierapport Nader onderzoek Kinderdagverblijf Kolkkidz Klaas Bootpad 2 1827 CX ALKMAAR Registratienummer 819006270 Toezichthouder: GGD Hollands Noorden In opdracht van gemeente: Alkmaar Datum inspectie: 28 januari 2016 Type onderzoek: Nader onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 10 februari 2016
Inhoudsopgave Het onderzoek...3 Observaties en bevindingen...5 Pedagogisch klimaat...5 Veiligheid en gezondheid...8 Inspectie-items...9 Gegevens voorziening... 10 Gegevens toezicht... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 5 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd nader onderzoek. Beschouwing De kwaliteit van de opvang van kinderen is van grote invloed op hun ontwikkeling. Daarom stelt de Rijksoverheid kwaliteitseisen aan de kinderopvangorganisaties op o.a. het gebied van de pedagogische praktijk en het beleid, (inzet van voldoende) personeel, groepsgrootte, veiligheid en gezondheid, de accommodatie en ouderrecht in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko). Jaarlijks worden alle kindercentra (minimaal) één maal bezocht in het kader van de naleving Wko door een toezichthouder van de GGD. Het inspectierapport geeft per geïnspecteerd onderdeel een omschrijving van de observaties en bevindingen tijdens het inspectiebezoek. De getoetste items kunnen per inspectie verschillen. Op de laatste pagina s van het rapport staat een overzicht van alle getoetste inspectie-items uit de Wko. De locatie Kinderdagverblijf (KDV) Kolkkidz bevindt zich in een gebouw waar tevens een sportcentrum en een kapsalon gevestigd zijn. Het KDV maakt naast de vaste groepsruimte ook gebruik van een inpandige sportzaal als speelzaal. Naast de aangrenzende betegelde buitenruimte wordt ook gebruik gemaakt van de openbare Vlindertuin die tegenover het kinderdagverblijf is gesitueerd. Er is één stamgroep met kinderen van 0-4 jaar met een maximale groepsgrootte van 15 kinderen. Inspectiegeschiedenis Tijdens de jaarlijkse inspectie op 26 november 2013 zijn overtredingen geconstateerd op de items: - Risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid; - Pedagogisch beleid; - Buitenruimte. Op 28 maart 2014 vond een aangekondigd nader onderzoek plaats. Tijdens dit onderzoek bleek dat aan de voorwaarde met betrekking tot Risico-inventarisatie werd voldaan. In het Pedagogisch beleidsplan ontbrak een volledige beschrijving voor het gebruik van de sportzaal en de niet aangrenzende speelplaats de Vlindertuin, waarop in opdracht van de gemeente Alkmaar een schriftelijk nader onderzoek plaatsvond. Hieruit bleek dat de tekortkomingen waren verholpen. Het jaarlijkse inspectiebezoek van 2014 werd op 26 augustus uitgevoerd. Er werden opnieuw tekortkomingen geconstateerd, binnen de domeinen: - Personeel en Groepen; - Veiligheid en Gezondheid; - Ouderrecht. De toezichthouder adviseerde handhaving, waarop de gemeente de houder in een aanwijzing, een hersteltermijn van 2 weken tot 6 maanden gaf. De gemeente Alkmaar gaf de GGD Hollands Noorden de opdracht tot een nader onderzoek. Dit onaangekondigd nader onderzoek vond op 11 februari 2015 plaats. Daarbij werd geconcludeerd dat aan de voorwaarden met betrekking tot de verklaring omtrent gedrag van de houder en de Risico-inventarisatie veiligheid werd voldaan. De getoetste voorwaarde uit de Risico-inventarisatie gezondheid was wel gewijzigd echter nog niet geïmplementeerd op de werkvloer. De tekortkoming binnen domein Ouderrecht, item klachten zou tijdens de jaarlijkse inspectie van 2015 worden beoordeeld. Tijdens de onaangekondigde jaarlijkse inspectie op 2 juli 2015, werden opnieuw tekortkomingen geconstateerd binnen de domeinen: -Pedagogisch klimaat; - Veiligheid en gezondheid; -Ouderrecht, item klachten. 3 van 10
De gemeente Alkmaar heeft hierop gereageerd met een aanwijzing voor de houder met een hersteltermijn van 2 tot 4 weken en de GGD Hollands Noorden een opdracht tot nader onderzoek verstrekt. Conform afspraak is vanwege een eerdere tekortkoming in 2014 betreffende het domein Ouderrecht, item klachten, dit onderdeel specifiek meegenomen tijdens de jaarlijkse inspectie van 2015. Opnieuw werden tekortkomingen geconstateerd. De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. De gemeente besloot ten aanzien van deze overtredingen niet tot handhaving over te gaan maar meldde wel het volgende: 'Voor bovenstaande overtredingen wordt niet over gegaan tot handhaving'. 'Wij wijzen u erop dat beide verslagen in het bezit moeten zijn van de GGD en dat voor het volgende kalenderjaar de verslagen op tijd aanwezig moeten zijn'. Op 28 september 2015 is, in opdracht van de gemeente Alkmaar, opnieuw een onaangekondigd nader onderzoek uitgevoerd. De inspectie bestond uit een telefonisch overleg met de locatieverantwoordelijke, (waarin zij aangaf vanwege verplichtingen elders, niet naar de locatie te kunnen komen) een gesprek met de aanwezige beroepskracht en een documenten onderzoek. Tijdens dit onderzoek bleek wederom dat aan de gestelde voorwaarden binnen de domeinen Pedagogisch klimaat Veiligheid en gezondheid niet werd voldaan. De houder had onvoldoende maatregelen getroffen de tekortkomingen te verhelpen, waarop de toezichthouder handhaving adviseerde. De gemeente Alkmaar ging bij beschikking van 18 december 2015 over tot handhaving met een hersteltermijn tot en met 14 januari 2016. De GGD Hollands Noorden kreeg het verzoek een nader onderzoek uit te voeren. Inspectie Op 28 januari 2016 is in opdracht van de gemeente Alkmaar, het nader onderzoek onaangekondigd uitgevoerd. De inspectie bestond uit een (pedagogische) praktijk observatie, een gesprek met de aanwezige beroepskracht en de houder. Digitaal overleg met de houder én een documenten onderzoek. Conclusie Tijdens dit onderzoek is gebleken dat de houder aan alle getoetste voorwaarden voldeed, de overtredingen op het gebied van Pedagogisch klimaat en Veiligheid en gezondheid zijn opgeheven. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 4 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens het nader onderzoek van 28 september 2015, werden tekortkomingen geconstateerd binnen domein Pedagogisch klimaat. Item 1.1.11 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. Item 1.1.12 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. Item 1.2.1 De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan Pedagogisch beleid Inspectiegeschiedenis Nader onderzoek d.d. 28 september 2015. Pedagogisch beleid In het beleidsplan is onvoldoende duidelijk en observeerbaar beschreven op welke wijze bij bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen, beroepskrachten ouders kunnen doorverwijzen naar passende instanties voor verdere ondersteuning. Houder geeft niet aan wanneer een kind achterblijft in de ontwikkeling en ten aanzien van welke norm geobserveerd wordt. Bij zorgen zou na gesprekken met de houder een vervolgtraject opgezet worden. Houder beschikt echter niet over toetsbare pedagogische kwalificaties om een dergelijk vervolgtraject op te zetten. Zienswijze houder 'Mocht het zo zijn dat wij vinden dat het kind achterblijft zullen wij dit eerst onderling bespreken en met de houdster van KDV Kolkkidz'. 'Wij zullen het kind nogmaals observeren. Daarna zullen wij contact opnemen met de ouders en indien nodig met de GGD'. 'Als het kind moet worden doorverwezen naar een passende zorg zullen wij dit met de ouder bespreken'. De wijze waarop de beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust op de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze beroepskrachten daarbij ondersteund worden is nog steeds niet voldoende in het pedagogisch beleidsplan beschreven. De termen zijn niet duidelijk en niet observeerbaar. De beroepskrachten hebben geen concrete 'tools', noch beschreven ondersteuning tijdens de signalering en doorverwijzing. Vervolgstappen zouden op verschillende wijzen kunnen plaatsvinden bijvoorbeeld door gebruik te maken van: Een observatieformulier, waarvan een stappenplan onderdeel uitmaakt, waaruit ook blijkt welke persoon met kennis van zaken verantwoordelijk is voor de signalering, en op welk moment; Met wie beroepskrachten hun zorgen kunnen delen; Een objectieve beschrijving van de wijze waarop je de kinderen observeert zodat beroeps krachten op éénduidige wijze kunnen werken; Een beschrijving van het welbevinden, de zorgen of wellicht het vermoeden van een ontwikkelingsachterstand; De frequentie van oudergesprekken; 5 van 10
Wie verantwoordelijk is voor het opnemen van contact met de betrokken instanties en wellicht een vermelding dat deze instanties op basis van hun deskundigheid en in overleg met ouders de benodigde doorverwijzing bepalen; Op welke wijze waarborgt de houder de privacy van de kinderen en hun ouders; In het pedagogisch beleidsplan wordt het gebruik en uitwerking van bovenstaande punten niet of onvoldoende beschreven waardoor deze voorwaarden als onvoldoende worden beoordeeld. Nader Onderzoek 28 januari 2016 Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Tijdens het nader onderzoek op 28 januari 2016, werd voldaan aan de volgende wettelijke eisen: Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. Conclusie De houder heeft een nieuwe versie van het pedagogisch beleid opgesteld. Hierin staan de wettelijke voorwaarden duidelijk én observeerbaar vermeld. Beroepskrachten en ouders lezen hierin o.a. het stappenplan, wie verantwoordelijk tijdens het proces van signaleren. Bij wie de beroepskrachten terecht kunnen voor ondersteuning, bij vragen en/of zorgen. Hierdoor kan worden geconcludeerd dat de tekortkoming is hersteld. Pedagogische praktijk Inspectiegeschiedenis Nader onderzoek d.d. 28 september 2015 Pedagogische praktijk Uit de notulen van 03-9-2015, verzonden door de houder van KDV Kolkkidz aan toezichthouder, blijkt het volgende: 'Verplichtingen GGD' 'De GGD bepaalt aan welke eisen Kolkkidz en dus directie en personeel zich aan moet voldoen' 'Zorgen dat je de protocollen af en toe doorkijkt en weet wat de meldcode inhoudt'. 'Verplicht Up-daten van bepaalde cursussen (cursus wordt betaald door werkgever moet gedaan worden in vrije tijd) houder zal proberen via de kinderbranchevereniging informatie te krijgen over bepaalde cursussen ed'. Na documentencontrole (notulen teamvergadering 03-09-2015) en interview (houder en pedagogische medewerker) blijkt dat de wijze waarop houder tijdens de teamvergadering van 03-9-2015 zorg draagt voor de uitvoering van het pedagogisch beleidsplan, onvoldoende is om de beroepskrachten te begeleiden ten aanzien van hun pedagogisch handelen én om de koppeling van het pedagogisch beleid naar de praktijk ten uitvoer te brengen en te waarborgen. Verder blijkt uit het gesprek met de aanwezige beroepskracht dat houder vooralsnog niet voornemens is opvolgende overleggen, structureel in te plannen. Dit is van belang om de continuïteit te vergroten en om de praktijk te vertalen naar het beleid. Waardoor geconcludeerd werd dat de tekortkoming niet was hersteld. Nader Onderzoek 28 januari 2016 Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Tijdens het nader onderzoek op 28 januari 2016, werd voldaan aan de volgende wettelijke eis: De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. Overleggen zijn structureel ingepland. D.m.v. intercollegiaal overleg, feedback door de houder én de geplande pedagogische E- cursussen is de houder voornemens de pedagogische praktijk te koppelen aan het pedagogisch beleid. Conclusie De tekortkoming is hersteld, er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarde. 6 van 10
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (de heer en mevrouw van der Kolk) Interview anderen (beroepskracht) Observaties (pedagogische praktijk) Pedagogisch beleidsplan (d.d. 2016) 7 van 10
Veiligheid en gezondheid Tijdens het nader onderzoek van 28 september 2015, werden tekortkomingen geconstateerd binnen domein Veiligheid en gezondheid. Item 3.2.2 De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. Item 3.2.3 De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. Meldcode kindermishandeling Inspectiegeschiedenis Nader onderzoek d.d. 28 september 2015. Meldcode kindermishandeling De meldcode is op de locatie aanwezig en actueel. Uit de notulen van 03-09-2015 blijkt dat de beroepskrachten: 'Af en toe de protocollen moeten doorkijken en moeten weten wat de meldcode inhoudt'. Bij navraag tijdens de inspectie bij de betreffende beroepskracht blijkt de kennis over de meldcode nog steeds onvoldoende. Ook is er nog geen aandachtsfunctionaris kindermishandeling, noch een andere functionaris met kennis van zaken over de meldcode kindermishandeling aangesteld. Aanvullend blijkt uit een email van de houder aan toezichthouder dat ondanks de door de gemeente opgelegde hersteltermijn, de houder pas in 2016 voornemens is de beroepskrachten middels 'E Learning' o.a. op het gebied van de Meldcode kindermishandeling bij te scholen. Waardoor niet aan de voorwaarden werd voldaan. Nader Onderzoek 28 januari 2016 Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling Tijdens het nader onderzoek op 28 januari 2016, werd voldaan aan de volgende wettelijke eisen: De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode o.a. door de meldcode te bespreken tijdens teamvergaderingen. Tevens is één van de beroepskrachten geschoold als aandachtsfunctionaris Meldcode kindermishandeling De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. De beroepskrachten zullen in het eerste kwartaal van 2016, middels E-learning geschoold worden en kunnen met hun vragen en/of zorgen terecht bij de houder en de aandachtsfunctionaris Meldcode kindermishandeling. Conclusie De tekortkoming is hersteld, er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (de heer en mevrouw van der Kolk) Interview anderen (beroepskracht) Observaties (pedagogische praktijk) Meldcode kindermishandeling (d.d. juli 2013 Brancheorganisatie kinderopvang, aangepast in 2015) Pedagogisch beleidsplan (d.d. 2016) 8 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub i Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub j Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 9 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kolkkidz Website : http://www.kolkkidz.nl Aantal kindplaatsen : 15 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : Kinderdagverblijf Kolkkidz B.V. Adres houder : Klaas Bootpad 2 Postcode en plaats : 1827 CX ALKMAAR KvK nummer : 55102174 Aansluiting geschillencommissie : Nee Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Hollands Noorden Adres : Postbus 9276 Postcode en plaats : 1800 GG Alkmaar Telefoonnummer : 088-0100549 Onderzoek uitgevoerd door : Mevrouw P. Leter Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Alkmaar Adres : Postbus 53 Postcode en plaats : 1800 BC ALKMAAR Planning Datum inspectie : 28-01-2016 Opstellen concept inspectierapport : Niet van toepassing Hoor en wederhoor Zienswijze houder : Niet van toepassing : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 10-02-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 10-02-2016 Verzenden inspectierapport naar : 10-02-2016 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 11-02-2016 10 van 10