Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Vergelijkbare documenten
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Besluit van tot wijziging van het Besluit burgerlijke stand 1994 in verband met de akte van geboorte

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van 2018, nr. DCB/CZW/S&B;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Advies Raad van State betreffende onrechtmatigverklaring ontbindingsbesluit

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Nota naar aanleiding van het Verslag. Inhoudsopgave. Algemeen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

MEMORIE VAN TOELICHTING. Algemeen deel. 1. Inleiding

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wanneer is de opname van het levenloos geboren kind in de Basisregistratie Personen (BRP) mogelijk?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

2 Vergaderjaar

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Ontwerpbesluit, houdende de regeling van enkele onderwerpen van de Aanbestedingswet (Aanbestedingsbesluit), met nota van toelichting.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

1/2. Vergaderjaar

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 30353 1 juni 2017 Advies Raad van State inzake het ontwerp besluit tot wijziging van het Besluit burgerlijke stand 1994 in verband met de akte als bedoeld in artikel 19i, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek Nader Rapport 22 mei 2017 Nr. 2071496 Directie Wetgeving en Juridische Zaken Aan de Koning Nader rapport inzake het ontwerp besluit tot wijziging van het Besluit burgerlijke stand 1994 in verband met de akte als bedoeld in artikel 19i, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 22 december 2016, nr. 2016002297, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde ontwerpbesluit rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 10 maart 2017, nr. W03.16.0430/II, bied ik U hierbij aan. Samengevat adviseert de Afdeling advisering van de Raad van State (hierna: de Afdeling) om, wegens vermeende strijdigheid van onderdelen van het ontwerpbesluit met de wetssystematiek van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) en de doorwerking daarvan in de basisregistratie personen, eerst het BW en de Wet basisregistratie personen (hierna: Wet Brp) te wijzigen, alvorens dit besluit wordt vastgesteld. Tegelijk laat het advies echter ruimte om het ontwerpbesluit zelf dusdanig te wijzigen dat het ook zonder voorafgaande wetswijziging in werking kan treden. De regering wil deze ruimte op de hierna aangegeven wijze benutten. 1. Geboorteakte De Afdeling constateert dat er een fundamenteel verschil is tussen de geboorteakte en de bijzondere, in artikel 1:19i, eerste lid, BW voorziene akte voor een levenloos geboren kind, omdat de geboorte van een levend kind wel rechtsgevolgen heeft en die van een levenloos kind niet. Daarom kan volgens de Afdeling in juridische zin geen sprake zijn van de geboorte van een levenloos kind, omdat een kind dat levenloos ter wereld is gekomen geacht wordt nooit te hebben bestaan (art. 1:2 BW). Uit de wetssystematiek volgt, aldus de Afdeling, dat een geboorteakte op grond van het BW alleen wordt opgemaakt voor een levend geboren kind, terwijl er bij een levenloos ter wereld gekomen kind in juridische zin geen sprake is van een geboorte. Voorts wijst de Afdeling met name op de bijzondere bewijskracht van een geboorteakte (art. 1:22 BW) en het feit dat de geboorte in juridische zin het begin van rechtssubjectiviteit kenmerkt. Daarom kan, aldus de Afdeling, de akte van een levenloos geboren kind niet zomaar, en zonder wetswijziging, worden vervangen door een geboorteakte. In voorkomend geval zou in ieder geval bij wet moeten worden uitgesloten dat aan die geboorteakte enig rechtsgevolg is verbonden. In reactie hierop zij opgemerkt dat artikel 1:19i, eerste lid, BW spreekt over een akte die wordt opgemaakt in geval van een levenloos geboren kind. De benaming en inhoud daarvan worden nader geregeld in het Besluit burgerlijke stand 1994 (hierna: BBS). De regering gaat mee in de overwegingen van de Afdeling dat bij de invulling hiervan geen verwarring moet worden geschapen tussen een geboorteakte en de bijzondere akte die bij een doodgeboorte wordt afgegeven, omdat dit op gespannen voet staat met de systematiek van het BW. Die kent immers voor het laatste geval een hybride akte, die inhoudelijk equivalent is aan een geboorteakte 1, maar in het overlijdensregister wordt ingeschreven (art. 1:19i, eerste lid, BW). Evenmin kan de akte in geval van een doodgeboren kind, zoals de Afdeling terecht opmerkt, als zodanig een geboorteakte vormen. Tegelijk meent de regering 1 Aldus art. 66 BBS, met de aanvulling dat de akte alleen een geslachtsnaam en voornamen van het kind vermeldt voor zover de ouders dit wensen. 1 Staatscourant 2017 nr. 30353 1 juni 2017

dat, in meer praktische zin, een wettekst idealiter aansluit bij de realiteit zoals die door burgers wordt ervaren. 2 De regering meent dat met een wijziging van het opschrift van de akte ex artikel 1:19i, eerste lid, BW kan worden tegemoet gekomen aan zowel het advies van de Afdeling als aan een breed gedragen maatschappelijke beleving, zoals die onder meer blijkt uit de petitie waarmee aandacht voor de onderhavige problematiek is gevraagd. 3 Daartoe wordt het aanvankelijk voorziene opschrift Akte van geboorte vervangen door Akte van geboorte (levenloos), met behoud van de vereiste bijvoeging in het vijfde gedeelte van de akte, nu in gewijzigde zin luidend: Akte in de zin van artikel 1:19i, eerste lid, Burgerlijk Wetboek. Door de extra kwalificatie (levenloos) in het opschrift van de akte in combinatie met de genoemde bijvoeging wordt dubbel geclausuleerd dat het hierbij niet om een reguliere geboorteakte gaat, maar om een bijzondere akte voor een exceptioneel geval. Bijgevolg vindt inschrijving in het overlijdensregister plaats (art. 1:19i, eerste lid, BW), wordt ieder verwisselingsgevaar vermeden, wordt duidelijk -zoals de Afdeling benadrukt- dat het opmaken van de akte geen rechtsgevolgen heeft en blijft, conform de door de Afdeling aangehaalde wetsgeschiedenis, verzekerd dat voor het doodgeboren kind wordt [...] gehandhaafd de bijzondere, in het register van overlijden op te nemen akte (Kamerstukken II 1990/91, 21 847, nr. 3, blz. 22). Het besluit en de toelichting zijn in deze zin aangepast. 2. Toepasselijkheid Wet basisregistratie personen Onder verwijzing naar artikel 2.1, eerste lid, Wet Brp merkt de Afdeling op dat levenloos geboren kinderen nu geen personen zijn die in de basisregistratie personen kunnen worden ingeschreven. De Afdeling meent daarom dat de Wet Brp moet worden gewijzigd als het de bedoeling is om op de persoonslijst van de ouder(s) aan te geven dat zij een doodgeboren kind hebben. De regering onderkent dit, en heeft daarom in het najaar van 2016 al richting de Tweede Kamer aangegeven dat zij voornemens is om de Wet Brp zodanig aan te passen dat het gegeven dat een kind levenloos ter wereld gekomen is kan worden opgenomen op de persoonslijst van de ouders op hun verzoek. Daarbij zal het ook mogelijk worden om deze kinderen met terugwerkende kracht op verzoek van de ouder(s) te laten registreren in de Brp aan de hand van de huidige akte levenloos geboren kind c.q. de met dit besluit herziene akte als bedoeld in artikel 1:19i, eerste lid, BW (Kamerstukken II 2015/16, 27 859, nr. 96). 3. Automatische inschrijving geboorteakte in de BRP De Afdeling merkt op dat een geboorteakte automatisch wordt ingeschreven in de basisregistratie personen (art. 2.2 Wet Brp). Dit zou ook de consequentie zijn van vervanging van de huidige akte levenloos geboren kind door een geboorteakte, zelfs als ouders daaraan geen behoefte hebben. Omdat dit niet de bedoeling van de regering is moet, aldus de Afdeling, artikel 2.2 Wet Brp worden aangepast. Artikel 2.2 Wet Brp geeft regels over de inschrijving van ingezetenen in de basisregistratie; deze inschrijving kan plaatsvinden op grond van de geboorteakte, de aangifte en ambtshalve. De bepalingen van hoofdstuk 2, afdeling 1, van de Wet Brp over ingezetenen zijn niet van toepassing op levenloos geboren kinderen, aangezien zij vanwege hun doodgeboorte niet in aanmerking komen voor inschrijving in de basisregistratie. Daarmee mist, anders dan de Raad veronderstelt, artikel 2.2 Wet Brp in casu toepassing. Ongeacht de naamgeving van de akte van de burgerlijke stand als bedoeld in artikel 1:19i, eerste lid, BW, zal geen automatische inschrijving in de basisregistratie plaatsvinden, nu artikel 2.2 Wet Brp over de inschrijving van ingezetenen niet van toepassing is op de categorie levenloos geboren kinderen. De BRP registreert feiten; feitelijk is het kind levenloos ter wereld gekomen. Daarom kan geen sprake zijn van een zelfstandige inschrijving als ingezetene in de basisregistratie. Ook na de aangekondigde wijziging van de Wet Brp zal geen sprake zijn van zelfstandige inschrijving van een levenloos geboren kind als ingezetene, maar van een opname op verzoek van de ouder(s) van het feit dat een kind levenloos geboren is op de persoonslijst van de ouder op basis van de akte als bedoeld in artikel 1:19i, eerste lid, BW. Het aangekondigde wetstraject zal gelijk oplopen met de benodigde wijzigingen die moeten worden aangebracht in de ict-voorzieningen om deze registratie mogelijk te maken. 2 Vgl. ook Officiële mededeling nr. 1/2006 van de Commissie van advies voor de zaken betreffende de burgerlijke staat en de nationaliteit van 10 oktober 2006 inzake het opmaken van akten van geboorte en overlijden van kinderen die kort na de geboorte zijn overleden en het opmaken van akten van levenloos geboren kind: De Commissie acht het van belang om [...] terdege rekening te houden met de emoties van de ouders. (Stcrt 2006/202). 3 http://www.petitie24.nl/petitie/392/ik-wil-ook-in-het-brp-basis-registratie-personen. 2 Staatscourant 2017 nr. 30353 1 juni 2017

4. Redactionele opmerkingen De redactionele kanttekeningen van de Afdeling zijn overgenomen. Daarbij is artikel II aldus gewijzigd dat de beoogde datum van inwerkingtreding wordt vastgesteld op 1 juli 2017, opdat conform het advies van de Afdeling wordt aangesloten bij de vaste verandermomenten, als genoemd in Aanwijzing voor de regelgeving 174. Ik moge U hierbij het gewijzigde ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten. De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok. 3 Staatscourant 2017 nr. 30353 1 juni 2017

Advies Raad van State No. W03.16.0430/II s-gravenhage, 10 maart 2017 Aan de Koning Bij Kabinetsmissive van 22 december 2016, no.2016002297, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit burgerlijke stand 1994 in verband met de akte van geboorte, met nota van toelichting. De wijziging van het ontwerpbesluit regelt dat van het ter wereld komen van een levenloos kind voortaan een geboorteakte wordt opgemaakt in plaats van een akte levenloos geboren kind. Daartoe wordt het Besluit burgerlijke stand 1994 (Bbs 1994) aangepast. De Afdeling advisering van de Raad van State begrijpt de wens van ouders van een levenloos ter wereld gekomen kind tot officiële erkenning van het feit dat hun kind ter wereld is gekomen middels een geboorteakte en registratie in de basisregistratie personen. De Afdeling merkt echter op dat niet kan worden volstaan met wijziging van het Bbs 1994; zij acht aanpassing van het Burgerlijk Wetboek (BW) en de Wet basisregistratie personen (Wet Brp) noodzakelijk alvorens een wijziging met de strekking van het ontwerpbesluit aan de orde is. Daarom adviseert zij het besluit niet in zijn huidige vorm vast te stellen. 1. Achtergrond Wanneer een kind levenloos ter wereld komt, wordt naar huidig recht een akte levenloos geboren kind opgemaakt die wordt ingeschreven in het overlijdensregister. 1 De inhoud van een akte levenloos geboren kind komt overeen met die van een geboorteakte met dien verstande dat de akte alleen een geslachtsnaam en voornamen van het kind vermeldt, voor zover de ouders dit wensen. 2 Omdat gebleken is dat ouders van een levenloos ter wereld gekomen kind moeite hebben met het feit dat geen geboorteakte wordt opgemaakt van dit feit waardoor er geen inschrijving in de Brp plaatsvindt, laat het ontwerpbesluit de akte van levenloos geboren kind vervallen en vervangt deze door een geboorteakte. 3 Deze geboorteakte bevat in het vijfde gedeelte een bijvoeging inhoudende dat het kind levenloos ter wereld is gekomen. Daartoe wordt het Bbs 1994 aangepast. De geboorteakte met bijvoeging wordt vervolgens op grond van artikel 1:19i, eerste lid, BW in het overlijdensregister ingeschreven. 2. Geboorteakte De Afdeling begrijpt de behoefte van ouders van een levenloos ter wereld gekomen kind aan officiële erkenning middels een geboorteakte van het feit dat hun kind ter wereld is gekomen. Nu de inhoud van de akte levenloos geboren kind overeenkomsten vertoont met de geboorteakte, zou echter ten onrechte de indruk kunnen ontstaan dat het vervangen van de akte levenloos geboren kind door een geboorteakte van een levenloos ter wereld gekomen kind slechts het veranderen van een etiket betreft. Omdat de geboorte van een levend kind rechtsgevolgen heeft en het levenloos ter wereld komen van een kind niet, is er een fundamenteel verschil tussen de geboorteakte en de bijzondere akte levenloos geboren kind. Dit verschil vindt ook zijn weerslag in de van toepassing zijnde artikelen van het BW. Gelet hierop kan niet worden volstaan met de voorgestelde wijziging van het Bbs 1994 maar dient ook het BW te worden aangepast. De Afdeling gaat hierna in op (de achtergrond van) het huidige gesloten systeem van de burgerlijke stand met betrekking tot de geboorteakte en de akte van levenloos geboren kind en de gevolgen van een eventuele wijziging. De wet noch het Bbs 1994 omschrijven wat een geboorteakte is. Uit de wetsgeschiedenis en het systeem van de wet vloeit voort dat sprake is van een geboorteakte als is voldaan aan de formele eisen die de wet en het Bbs 1994 stellen aan de geboorteakte. 4 Uit artikel 1:19, eerste lid, BW blijkt dat 1 Zie artikel 1:19i, eerste lid, BW. 2 Zie artikel 66 Bbs 1994 en Asser/De Boer 1* 2010/73. Omdat een kind dat dood ter wereld komt op grond van artikel 1:2 BW geacht wordt nooit te hebben bestaan, kan het na de geboorte niet worden erkend en derhalve kan het ook niet de naam van de vader dragen. Indien het kind voor de geboorte wordt erkend, kan hiervan op grond van family life wel melding worden gemaakt in de akte levenloos geboren kind. 3 Algemeen Dagblad, 6 oktober 2015, http://www.petitie24.nl/petitie/392/ik-wil-ook-in-het-brp-basis-registratie-personen. 4 Kamerstukken II 1990/91, 21 847, nr. 3 en Rapport aan de Staatssecretaris van justitie van de Commissie regelgeving burgerlijke stand, februari 1988. 4 Staatscourant 2017 nr. 30353 1 juni 2017

een geboorteakte wordt opgemaakt voor een geboren kind. De geboorteakte wordt ingeschreven in het geboorteregister. 5 Omdat een kind dat levenloos ter wereld komt, geacht wordt nooit te hebben bestaan, 6 is er in dat geval in juridische zin geen sprake van een geboorte. Voor een levenloos ter wereld gekomen kind wordt daarom een bijzondere akte levenloos geboren kind opgemaakt, die wordt ingeschreven in het overlijdensregister. 7 Uit het voorgaande blijkt dat naar huidig recht slechts sprake is van een geboorteakte wanneer deze is opgemaakt van een levend geboren kind, op aangeven van een daartoe bevoegd persoon, opgemaakt door een daartoe bevoegde ambtenaar en indien daarin de door het Bbs 1994 vereiste gegevens zijn opgenomen. Nu een geboorteakte op grond van het BW alleen wordt opgemaakt van een levend geboren kind, is de met het voorstel beoogde wijziging niet mogelijk door slechts de naam van de akte levenloos geboren kind te wijzigen in het Bbs 1994 maar is aanpassing van het BW noodzakelijk voordat een wijziging met de strekking van het ontwerpbesluit in werking kan treden. Daarnaast wijst de Afdeling op het volgende. Alle akten van de burgerlijke stand zijn authentieke akten en hebben als zodanig bewijskracht. 8 Dit betekent dat zij dwingend en volledig bewijs opleveren van datgene wat in de akte is gerelateerd aangaande waarnemingen en verrichtingen van de ambtenaar. De geboorteakte heeft daarnaast bijzondere bewijskracht en bewijst dwingend ten aanzien van een ieder dat op de in de akte vermelde plaats, dag en uur uit de daarin vermelde moeder een kind van de daarin vermelde geslacht is geboren. 9 Elk kind dat levend ter wereld komt, wordt door zijn geboorte drager van rechten, verplichtingen en rechtsbetrekkingen en heeft daarmee rechtsbevoegdheid. 10 De geboorteakte is het bewijs van de geboorte van een levend kind en daarmee van het feit dat het kind door zijn geboorte rechtssubject is geworden. Voor de levende geboorte van een kind geldt dat binnen drie dagen aangifte moet worden gedaan bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. Aan het ter wereld komen van een levenloos geboren kind zijn gelet op artikel 1:2 BW geen rechtsgevolgen verbonden. Voor het opmaken van deze akte geldt geen aangifteplicht. Daarmee heeft de geboorteakte een fundamenteel ander karakter dan de akte van een levenloos geboren kind en kan de akte van een levenloos geboren kind derhalve niet zomaar vervangen worden door een geboorteakte zoals het ontwerpbesluit doet. Dit punt is bij de totstandkoming van artikel 1:19i BW, dat de akte van een levenloos geboren kind betreft, ook aan de orde geweest. 11 Indien de wens blijft bestaan om voor een levenloos ter wereld gekomen kind een geboorteakte op te maken, adviseert de Afdeling gelet op het voorgaande bij wet uit te sluiten dat aan die geboorteakte enig rechtgevolg dan wel aangifteplicht verbonden is. Voorts dient in dat geval, gelet op het systeem van de burgerlijke stand 12, de wet tevens te bepalen dat een (fictieve) overlijdensakte voor het levenloos ter wereld gekomen kind wordt opgemaakt. De Afdeling adviseert het besluit niet in zijn huidige vorm vast te stellen, omdat de akte van een levenloos geboren kind om bovengenoemde redenen niet zonder wetswijziging vervangen kan worden door een geboorteakte. 3. Toepasselijkheid Wet basisregistratie personen De aanleiding voor de wijziging van het Bbs 1994 is gelegen in de wens van ouders om hun levenloos 5 Artikel 1:19, eerste lid, BW luidt: 1. Een akte van geboorte wordt opgemaakt door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar het kind is geboren. 6 Artikel 1:2 BW. 7 Zie artikel 1:19i, eerste lid, BW. 8 Zie artikel 1:22 lid 3 BW. 9 Asser/De Boer 1* 2010/68. 10 Asser/De Boer 1* 2010/21. 11 De Minister van Justitie merkte hierover in de memorie van toelichting van titel 4 van Boek 1 op: Tegen het voorstel [...] om ook in het geval van het levenloos geboren kind een geboorteakte op te maken hetgeen zou impliceren dat tevens een akte van gelijktijdig overlijden zou moeten worden opgemaakt bestaan fundamentele juridische bezwaren, die naar mijn mening opwegen tegen de voor dat voorstel gegeven motivering, welke verband houdt met de emoties van betrokken ouders. Op grond van artikel 2 Boek 1 Burgerlijk Wetboek wordt het doodgeboren kind geacht nooit te hebben bestaan. In deze bepaling komt tot uiting dat de doodgeboorte in juridisch opzicht als een niet-relevant feit wordt beschouwd, waaraan geen consequenties zijn verbonden. Hiermee is niet te verenigen dat dat feit zou worden geregistreerd in een geboorteakte. Voor het doodgeboren kind wordt derhalve gehandhaafd de bijzondere, in het register van overlijden op te nemen akte. Zie: Kamerstukken II 1990/91, 21 847, nr. 3, blz. 22. 12 De burgerlijke stand is een overheidsadministratie die tot doel heeft inzicht en zekerheid te verschaffen ten aanzien van de burgerlijke staat van personen. In de burgerlijke stand worden de belangrijkste rechtsfeiten in een mensenleven, zoals geboorte, huwelijk, partnerschapsregistratie en overlijden in authentieke akten vastgelegd en in registers bewaard zodat daaruit bewijs kan worden verstrekt in de vorm van afschriften of uittreksels. De ambtenaar van de burgerlijke stand mag in de akten slechts opnemen wat volgens de wettelijke voorschriften moet worden vermeld of verklaard. Het systeem van de burgerlijke stand is daarmee een gesloten systeem. 5 Staatscourant 2017 nr. 30353 1 juni 2017

geboren kind terug te zien op de persoonslijst in de basisregistratie personen. 13 De voorgestelde wijziging ziet slechts op aanpassing van het Bbs 1994. De Wet Brp wordt vooralsnog niet gewijzigd. Daarover merkt de Afdeling het volgende op. Artikel 2.1, eerste lid, Wet Brp bepaalt dat afdeling 2 van die wet van toepassing is op personen die als ingezetene in de basisregistratie zijn of worden ingeschreven en op ingeschrevenen die op het moment van hun overlijden ingezetene waren. Nu een levenloos geboren kind geen persoon is die als ingezetene in de basisregistratie wordt ingeschreven, zijn de regels die voor inschrijving van ingezetenen gelden niet van toepassing. Omdat het wel de bedoeling is op de persoonslijst van de ouder(s) aan te duiden dat zij een levenloos geboren kind hebben en dit buiten het thans geldende kader van de Wet Brp valt, dient de Wet Brp te worden aangepast. De Afdeling adviseert de Wet Brp overeenkomstig het voorgaande aan te passen. Uit het bovenstaande moet worden afgeleid dat het noodzakelijk is om het BW en de Wet Brp aan te passen alvorens een wijziging met de strekking van het ontwerpbesluit aan de orde is. Vervolgens dient rekening te worden gehouden met het navolgende. 4. Automatische inschrijving geboorteakte in de Brp Op grond van artikel 2.2 Wet Brp wordt een geboorteakte automatisch ingeschreven in de basisregistratie personen en daarmee vermeld op de persoonslijst van de ouders. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties heeft de Kamer op 23 september 2016 over de registratie in de Brp als volgt geïnformeerd: Er komt een vorm van registratie in de BRP, namelijk het registeren van het levenloos geboren kind op de persoonslijst van de ouder die dat verzoekt. Dit vereist aanpassingen in wet- en regelgeving en in de ICT-voorzieningen van de BRP. Ook wordt het mogelijk om met terugwerkende kracht op verzoek van de ouder deze kinderen te laten registreren in de BRP aan de hand van de akte levenloos geboren kind c.q. de geboorteakte met vermelding dat het kind levenloos is geboren. [...] Voor wat betreft de ICT-voorzieningen is een impactanalyse nodig op Operatie BRP. Operatie BRP bouwt namelijk nieuwe voorzieningen voor de BRP en een nieuwe vorm van registratie betekent een wijziging in dat reeds lopende bouwproces. De impact op het programma zal in december 2016 in de interbestuurlijke stuurgroep van Operatie BRP worden besproken. Pas daarna kunnen keuzes worden gemaakt over of en op welk moment de benodigde aanpassingen in de BRP zouden kunnen worden doorgevoerd. 14 Nu de akte van een levenloos geboren kind door het voorstel wordt vervangen door een geboorteakte, wordt deze geboorteakte op grond van artikel 2.2 Wet Brp automatisch ingeschreven in de basisregistratie personen hetgeen blijkens voornoemde brief niet de bedoeling is. Ouders zou de mogelijkheid moeten worden geboden om deze akte in te schrijven in de basisregistratie personen en dit zou niet automatisch moeten gebeuren. Het is immers denkbaar dat niet alle ouders daaraan behoefte hebben. Hiertoe dient artikel 2.2 Wet Brp te worden aangepast. Daarnaast blijkt uit voornoemde brief dat de ICT-voorzieningen vooralsnog niet gereed zijn voor opname van een geboorteakte met daarop de aantekening dat het kind levenloos is geboren in de basisregistratie personen. Dit terwijl de wijziging van het Bbs 1994 volgens het voorstel per 1 april 2017 in werking treedt en de geboorteakte daarmee automatisch in de basisregistratie personen wordt ingeschreven. Indien de ICT-voorzieningen niet gereed zijn voor registratie van de geboorteakte met daarop de aantekening dat het kind levenloos is geboren, gaan gebruikers van deze basisregistratie er van uit dat het gaat om een levend geboren kind en verbinden zij mogelijk daar gevolgen aan. Dit zou voor de betrokken ouders buitengewoon pijnlijk en ongewenst zijn. De Afdeling adviseert de hier voorgestelde wijziging het Bbs 1994 gelijktijdig in werking te laten treden met de benodigde wijzigingen van de (wet- en regelgeving van de) basisregistratie personen. 5. De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage. De Afdeling advisering van de Raad van State heeft (blijkens het vorenstaande) bezwaar tegen de inhoud van het ontwerpbesluit en geeft U in overweging niet aldus te besluiten. De vice-president van de Raad van State, J.P.H. Donner. 13 Kamerstukken II 2015/16, 27 859, nr. 92, 94 en 96. 14 Kamerstukken II 2015/16, 27 859, nr. 96, blz. 1. 6 Staatscourant 2017 nr. 30353 1 juni 2017

Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no. W03.16.0430/II Artikel I, opschrift, na Besluit burgerlijke stand invoegen: 1994; Artikel II: sluit aan bij de vaste verandermomenten zoals genoemd in Aanwijzingen voor de regelgeving 174. 7 Staatscourant 2017 nr. 30353 1 juni 2017

Tekst zoals toegezonden aan de Raad van State: Besluit van... tot wijziging van het Besluit burgerlijke stand 1994 in verband met de akte van geboorte Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie van... 2016, directie Wetgeving en Juridische Zaken nr....; Gelet op de artikelen 18, vijfde lid, en 19j, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van..., nr....); Gezien het nader rapport van de Minister van Veiligheid en Justitie van..., nr.... Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I Het Besluit burgerlijke stand wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd: Onder vernummering van het tweede en het derde lid tot het derde en het vierde lid, wordt een nieuw tweede lid ingevoegd luidende: B 2. Indien een kind levenloos ter wereld is gekomen, worden de in het eerste lid, onder a en onder b genoemde gegevens in de geboorteakte opgenomen voor zover de ouders dat wensen. Na artikel 43 wordt een nieuw artikel 43a ingevoegd luidende: C Artikel 43a Indien een kind levenloos ter wereld is gekomen, wordt daarvan een bijvoeging opgenomen in het vijfde gedeelte van de akte van geboorte. In artikel 48 wordt na de woorden latere vermeldingen toegevoegd: dan wel uit een bijvoeging bedoeld in artikel 43a. D Artikel 66 komt te vervallen. ARTIKEL II Dit besluit treedt in werking op 1 april 2017. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 maart 2017, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst. Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. De Minister van Veiligheid en Justitie, 8 Staatscourant 2017 nr. 30353 1 juni 2017

NOTA VAN TOELICHTING Algemeen In artikel 19i van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek is bepaald dat wanneer een kind levenloos ter wereld komt, een akte wordt opgemaakt die wordt opgenomen in het overlijdensregister. Het betreft tot nog toe een bijzondere akte van de burgerlijke stand, aangeduid als een akte van een levenloos geboren kind, die inhoudelijk overeenkomt met een akte van geboorte. Een geboorteakte wordt niet verstrekt. Gebleken is dat ouders van een levenloos geboren kind hiermee grote moeite hebben. Zij hechten eraan dat van de geboorte van hun kind een akte wordt opgemaakt die als akte van geboorte wordt aangeduid. In hun beleving miskent de aanduiding levenloos geboren zonder geboorteakte dat hun kind feitelijk heeft bestaan. Het kabinet heeft hier, zoals bij verschillende gelegenheden is aangegeven, alle begrip voor. In dit verband wordt verwezen naar de brief aan de Tweede Kamer van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie van 19 september 2016 (Kamerstukken II, 2016/17, 27 859, nr. 96). Om tegemoet te komen aan deze sterk gevoelde wens van de betrokken ouders, komt de akte van levenloos geboren kind te vervallen. Hiervoor in de plaats komt een akte van geboorte. Artikel 19i van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek biedt hiervoor de ruimte daar het bepaalt dat in gevallen als de onderhavige een akte dient te worden opgemaakt, zonder specifiek aan te geven wat het karakter hiervan is. In geval van een levenloos geboren kind wordt hiervan voortaan melding gemaakt in de geboorteakte zelf. Voor de toepasselijkheid van artikel 19i van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het nieuwe artikel 43a van het Besluit burgerlijke stand 1994 is bepalend dat een kind levenloos ter wereld is gekomen, ongeacht de duur van de zwangerschap. Hiermee wordt zoveel mogelijk aangesloten bij het uitgangspunt van bescherming van het recht op leven van artikel 2 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. De nieuwe akte wordt evenals nu, opgenomen in het overlijdensregister op grond van artikel 19i van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. De regeling laat het bepaalde in de artikelen 2 e.v. van de Wet op de Lijkbezorging onverlet, op grond waarvan een verlof tot begraven of crematie nodig is voor kinderen die na een zwangerschapsduur van ten minste 24 weken levenloos ter wereld zijn gekomen. Het betreft hier twee verschillende, op zich van elkaar los staande, regelingen. De vervanging van de akte van levenloos geboren kind door een geboorteakte met vermelding in de akte dat het kind levenloos is geboren, is aangekondigd aan de Tweede Kamer bij voormelde brief. Er is geen overgangsregeling getroffen. De wijziging van het besluit zal onmiddellijk in werking treden. Artikel I A De akte van een levenloos geboren kind verschilt qua benaming van de akte van geboorte van een levend kind. Voor de inhoud van de akte van een levenloos geboren kind wordt aangesloten bij de bepalingen inzake de inhoud van een akte van geboorte. Nu de bijzondere akte van een levenloos geboren kind komt te vervallen en vervangen wordt door een akte van geboorte, is artikel 43 dat de inhoud van een akte van geboorte regelt voortaan rechtstreeks van toepassing wanneer een kind levenloos ter wereld komt en niet meer van overeenkomstige toepassing. Het artikel is aangevuld met een nieuw tweede lid, waarin tot uiting komt dat het in geval van een levenloos geboren kind aan de ouders is of zij het kind een geslachtsnaam en voornamen wensen te geven. Voorheen was deze mogelijkheid geregeld in artikel 66 dat nu komt te vervallen. Het is van belang dat deze mogelijkheid voor de ouders gehandhaafd blijft, zodat het keuzerecht voor hen blijft bestaan. B Indien een kind levenloos ter wereld is gekomen, is het niet alleen van belang om van de geboorte een akte op te maken, opdat de ouders erkenning krijgen van het feitelijk bestaan van hun kind. Het is ook van belang om dit feit vast te leggen in de registers van de burgerlijke stand, om problemen op het terrein van het erfrecht te voorkomen. Daarin wordt voorzien door in de akte van geboorte een bijvoeging op te nemen inhoudende dat het kind levenloos ter wereld is gekomen. Op deze wijze wordt aangesloten bij de bestaande terminologie. De bijvoeging wordt opgenomen in het vijfde gedeelte van de geboorteakte. Op deze wijze is geen aanpassing van het bestaande model van de akte van geboorte nodig. C Deze bepaling voorziet erin dat de genoemde bijvoeging ook wordt vermeld op een uittreksel uit de geboorteakte. 9 Staatscourant 2017 nr. 30353 1 juni 2017

D Nu de speciale akte van een levenloos geboren kind is komen te vervallen en het bestaande keuzerecht van de ouders ten aanzien van de geslachtsnaam en de voornamen van het kind is opgenomen in artikel 43, kan artikel 66 worden geschrapt. Artikel II Om tegemoet te komen aan de wens van ouders van een levenloos geboren kind om een akte van geboorte te kunnen krijgen, zal dit besluit in afwijking van vaste verandermomenten met voorrang, met 1 april 2017 als streefdatum, in werking treden. Dat geeft in de uitvoering geen bezwaar omdat de beroepsvereniging van ambtenaren van de burgerlijke stand, de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB) ruimschoots van tevoren is geïnformeerd en gemeenten op dit besluit tijdig hebben kunnen anticiperen. De Minister van Veiligheid en Justitie, 10 Staatscourant 2017 nr. 30353 1 juni 2017