VERSLAG EX ARTIKEL 137 FAILLISSEMENTSWET Faillissement : De Vechtse Slag Buitenplaatsen Beheer B.V. Faillissementsnummer : F 07/01/247 Rechter-commissaris : mr. A.A.A.M. Schreuder Curatoren : mrs. D. Meulenberg en P.A.M. Manning Verslagnummer : 43 (t.b.v. verificatievergadering) I Algemeen 1. Bij beschikking van (destijds) de rechtbank Zwolle-Lelystad d.d. 16 februari 2011 is mr. M.J.C.M. Manders in plaats van mr. J.H. Bosch benoemd tot rechter-commissaris in dit faillissement. Bij beschikking d.d. 3 januari 2013 is mr. A.A.A.M. Schreuder in de plaats van mr. Manders benoemd tot rechter-commissaris is dit faillissement. 2. Bij beschikking d.d. 6 maart 2013 heeft de rechter-commissaris bepaald dat: (1) de schuldvorderingen bij de curator moeten worden ingediend uiterlijk op 2 april 2013; (2) de verificatievergadering zal worden gehouden in het gerechtsgebouw te Zwolle, Luttenbergstraat 5, ten overstaan van de rechter-commissaris op 23 april 2013 te 13.30 uur; 3. Alle bekende schuldeisers zijn per brief op de hoogte gesteld van (1) de dag waarop uiterlijk de schuldvorderingen ingediend moesten worden en (2) dag, uur en plaats waarop de verificatievergadering zal worden gehouden. 4. Op maandag 15 april 2013 zijn de volgende lijsten met schuldvorderingen gedeponeerd: (1) de lijst der voorlopig erkende preferente schuldvorderingen; (2) de lijst der voorlopig erkende concurrente schuldvorderingen; Alle bekende schuldeisers zijn per brief op de hoogte gesteld van de neerlegging van de lijsten. In diezelfde brief zijn deze schuldeisers nader opgeroepen tot de verificatievergadering. Er is geen ontwerpakkoord neergelegd.
5. In de faillissementen van de gelieerde vennootschappen Maatschappij tot Ontwikkeling en Exploitatie De Vechtse Slag N.V. (verder: DVS) en Buitenplaats It Wiid B.V. (verder: It Wiid) zullen op hetzelfde tijdstip en dezelfde plaats verificatievergaderingen gehouden worden. 6. Gelet op de samenhang tussen de faillissementen van gefailleerde en haar moedervennootschap en dochtervennootschappen is er voor gekozen om deze zoveel mogelijk gelijktijdig af te wikkelen. De afwikkeling heeft vertraging opgelopen doordat in het faillissement van It Wiid de huiseigenaren van destijds opgespoord moesten worden. Het is zeer aannemelijk dat degenen die op de faillissementsdatum eigenaar waren van een huis op park It Wiid, nog een vordering hebben op de boedel van gefailleerde It Wiid. 7. Ter verduidelijking wordt een organogram als bijlage 1 aangehecht. Buitenplaats Gerner B.V., Buitenplaats It Wiid B.V. en Buitenplaats Mechelerhof B.V. exploiteerden vakantieparken te respectievelijk Dalfsen, Eernewoude (Friesland) en Mechelen (Zuid Limburg). De exploitatie van deze parken is door curatoren enige tijd gecontinueerd na de faillissementsdatum (7 februari 2001) waarna de activa (voorraden en inventaris) van deze gefailleerden zijn verkocht. Op de parken bevonden zich huizen die eigendom waren van derden, veelal particulieren. De eigenaren gaven hun woning in verhuur aan de Buitenplaatsen. De centrale voorzieningen op de parken (receptie, zwembad, tennisbanen etcetera) waren eigendom van DVS Buitenplaatsen Beheer B.V.. Gefailleerde DVS NV ontwikkelde zelf eveneens een paar projecten. Regiobel B.V. heeft hotel Karel V te Utrecht ontwikkeld en verkocht. II Activa 1. Gefailleerde houdt alle aandelen in Buitenplaats Gerner B.V., Buitenplaats It Wiid B.V. en Buitenplaats Mechelerhof B.V.. Voor de ontwikkelingen in deze faillissementen wordt verwezen naar de openbare verslagen in die faillissementen. De aandelen in deze gefailleerde vennootschappen zijn waardeloos; een opbrengst zal niet gegenereerd kunnen worden. 2. Het saldo op de boedelrekening bedraagt 455.935,18. Het saldo is gemuteerd ten gevolge van rentebijschrijving. Voor een overzicht wordt verwezen naar de bijgevoegde staat van baten en lasten (bijlage 2). 3. Er loopt een procedure (met curatoren als eisers namens gefailleerde en de met haar gelieerde vennootschappen) tegen de natuurlijke en rechtspersonen die in de periode van
drie jaar voorafgaand aan de faillissementen direct dan wel indirect bestuurder waren van gefailleerden, zulks onder meer op grond van artikel 2:248 BW wegens het ontbreken van (grote delen van) de administratie. In verband met onderhandelingen met Hooge Raedt Groep B.V. (verder: HRG), een van de gedaagden, over een regeling ligt deze procedure enige tijd stil. De verwachting is dat met HRG een regeling zal kunnen worden getroffen waardoor de boedels in meer of mindere mate begunstigd zullen worden. Gelukt het niet om een regeling te treffen, dan zal doorgeprocedeerd moeten worden. In beide gevallen is het noodzakelijk om het passief vast te stellen, in het eerste geval om de regeling vorm te geven, in het tweede geval om het tekort in de boedels vast te stellen. III Passiva 1. Kort na het uitspreken van het faillissement was reeds duidelijk dat grote delen van de administratie van gefailleerde en de met haar gelieerde en gefailleerde vennootschappen ontbraken. Voorts waren er rekening-courantverhoudingen tussen gefailleerde en haar moedervennootschap en dochtervennootschappen enerzijds en HRG en Euroase Parcs B.V. anderzijds. Via deze rekening-courantverhoudingen vonden vele betalingen en verrekeningen plaats, zoveel dat vaak verschil van mening bestond tussen HRG en Euroase enerzijds en gefailleerde en haar moedervennootschap en dochtervennootschappen anderzijds. Daarnaast werden er vele overeenkomsten gesloten die evenzo vaak ontbonden en/of teruggedraaid werden. Reeds op grond van gesloten overeenkomsten gedane boekingen moesten weer ongedaan gemaakt worden; dat is niet in alle gevallen gebeurd waardoor een diffuus beeld het gevolg was. Curatoren hebben getracht met Berk Accountants de administratie van gefailleerden te voltooien teneinde inzicht te verkrijgen in de rekening-courantverhoudingen. Daar is destijds veel tijd mee gemoeid geweest. Omdat het Berk Accountants niet lukte om voldoende inzicht te verkrijgen in de vorderingen en schulden tussen HRG en Euroase enerzijds en gefailleerden anderzijds, is de afdeling forensic accounting van PwC ingeschakeld. Na een tweetal uitvoerige pogingen bleek dat ook zij geen exact beeld konden verkrijgen van de rekening-courantverhoudingen. Voorgaande betekent dat curatoren geen integraal beeld hebben van de administratie en de vorderingen en schulden van gefailleerden. Het beoordelen van met name de vorderingen van HRG en Euroase heeft daardoor op sommige onderdelen een fragmentarisch karakter. Omdat HRG gebrouilleerd was met een andere betrokken partij, te weten Frankendael Management B.V., is onder meer gekeken naar de vorderingen en schulden die door
Frankendael Management B.V. erkend zijn. Als er sprake is van grote meningsverschillen, maar de wederpartij erkent vorderingen en/of schulden, dan mag daaraan een zekere mate van betrouwbaarheid toegekend worden. Bij dit alles zij overigens opgemerkt dat HRG zich vele inspanningen heeft getroost om curatoren te assisteren de financiële positie van gefailleerden in beeld te brengen. 2. In het kader van de geplande verificatievergadering zijn de vorderingen van schuldeisers zulks met inachtneming van de onder 1 gesignaleerde beperkingen - gecontroleerd en waar nodig aangepast. De betreffende schuldeisers zijn hiervan op de hoogte gesteld. De in I.4 genoemde lijsten worden als bijlage 3a en 3b aangehecht. Hierna zullen de grote vorderingen van schuldeisers kort besproken worden. Speciale aandacht is besteed aan de grote vorderingen van partijen waarmee door gefailleerden tot de faillissementsdatum intensief is samengewerkt, te weten HRG, Euroase Parcs B.V. en Coorendijck Beleggingen N.V.. 3. Het Waterschap Roer en Maas staat als schuldeiser op de lijst der preferente schuldvorderingen vermeld met een vordering van 2.142,75 (nr. 3). Het waterschap heeft deze vordering ingetrokken. Deze vordering kan aldus van de lijst der preferente schuldvorderingen geschrapt worden. 4. Brand Bierbrouwerij heeft een vordering op grond van een overeenkomst van geldlening. De andere vennootschappen zijn hoofdelijk aansprakelijk voor deze vordering. Een ondertekende overeenkomst van geldlening is in het bezit van curatoren. 5. De vordering van Euroase Parcs B.V. is er een uit hoofde van onverschuldigde betaling. Op 28 oktober 1999 is door Euroase Parcs een bedrag van ƒ 1.600.000,- ( 726.000,-) overgeboekt naar de rekening van gefailleerde zonder dat daar enige titel aan ten grondslag lag. De bestuurder van gefailleerden was tevens bestuurder van Euroase Parcs (een door HRG gecontroleerde vennootschap). Deze betaling is een van de redenen geweest dat de directie van DVS en haar (klein)dochtervennootschappen gebrouilleerd geraakt zijn. 6. De vordering van HRG ten bedrage van 2.459.488,- vergt enige uitleg. Staal Bank had een vordering op gefailleerde van afgerond ƒ 21.000.000,- uit hoofde van een in 1996 verstrekte hypothecaire geldlening en een rekening-courantkrediet. DVS is daarvoor hoofdelijk aansprakelijk. Staal Bank heeft in 2002 de executie aangezegd van de aan haar hypothecair verbonden onroerende zaken. Staal Bank heeft haar vordering van (destijds) 10.321.220,- overgedragen aan HRG. HRG heeft deze vordering voor een groot deel, te weten afgerond 7.861.000,- aan Coorendijck Beleggingen N.V. overgedragen. HRG heeft aldus een (restant)vordering van 2.459.488,-.
De kredietovereenkomst is gecontroleerd en in orde bevonden. De getekende akte van cessie die is opgemaakt tussen Staal Bank en HRG is gecontroleerd en eveneens in orde bevonden, evenals de overdracht van een groot deel van de vordering door HRG aan Coorendijck Beleggingen N.V.. Laatstgenoemde heeft geen vorderingen meer op de boedels omdat deze vordering verrekend is met de koopprijs ter zake de onroerende zaken. Coorendijck heeft in 2002 de onroerende zaken van Beheer gekocht van curatoren. Haar schuld ter zake de koopprijs heeft Coorendijck verrekend met haar vordering. Dat is destijds door curatoren geaccepteerd omdat bij executie de opbrengst van de onroerende zaken eveneens aan Coorendijck ten goede zou zijn gekomen. 7. De vordering van HRG ad 1.979.000,- betreft een vordering die HRG van ABN Amro Bank N.V. heeft overgenomen. ABN Amro Bank N.V. had een vordering op gefailleerde uit hoofde van een in maart 1999 verstrekt krediet van ƒ 4.000.000,-. DVS, It Wiid en de overige gefailleerde vennootschappen zijn hoofdelijk aansprakelijk voor deze vordering. Middels akte van cessie d.d. oktober 2002 heeft HRG deze vordering van ABN Amro Bank N.V. in eigendom verkregen. Met rente en kosten komt deze vordering op 1.979.000,-. De kredietovereenkomst en de akte van cessie zijn gecontroleerd en rechtsgeldig bevonden. 8. De vordering van het Waterschap Roer en Overmaas (nr. 6 op de lijst der voorlopig erkende concurrente schuldvorderingen) wordt betwist. Het gaat om waterschapslasten die betrekking hebben op het jaar 2002. Omdat Beheer reeds in 2001 gefailleerd is, gaat het om een niet verifieerbare vordering. Deze vordering moet derhalve van de lijst der voorlopig erkende concurrente schuldvorderingen geschrapt worden. 9. Het is nog niet aan te geven hoe groot de uitkering zal zijn aan de concurrenten. Het volgende verslag wordt geagendeerd op 23 juli 2013. In de afgelopen verslagperiode is in totaal 20,8 uur geregistreerd. Zwolle, 23 april 2013 mede namens mr. P.A.M. Manning D. Meulenberg