13 2 Gezondheid en ziekte 2.1 Inleiding 14 2.2 Consult 14 2.3 Ziekteoorzaken 15 2.3.1 Endogene oorzaken 15 2.3.2 Exogene oorzaken 15 2.4 Woordenlijst 16 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media B.V. 2017 G.H. Mellema, Medische terminologie pathologie, Basiswerk AG, DOI 10.1007/978-90-368-1754-7_2
14 Hoofdstuk 2 Gezondheid en ziekte 2.1 Inleiding 2 Wat is gezondheid en wat is ziekte? De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft in 1948 gezondheid gedefinieerd als:» Een toestand van volledig lichamelijk (somatisch), geestelijk (psychisch) en maatschappelijk (sociaal) welbevinden. Volgens deze opvatting zou praktisch iedereen een patiënt zijn die doorlopend behandeling nodig heeft. Daarom zijn er ook andere definities geformuleerd. De Gezondheidsraad hanteert sinds kort de volgende definitie:» Gezondheid is het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven. Hoe dan ook: gezondheid is en blijft een relatief begrip. De één spreekt al van ziekte als hij zich niet lekker voelt, terwijl een ander zegt zich volledig gezond te voelen, hoewel hij een aangeboren afwijking heeft. In dit boek wordt nader ingegaan op de oorzaken en verschijnselen van ziekte. De wetenschap die zich bezighoudt met het ontstaan van (de verschijnselen van) ziekten en de veranderingen in functies van het zieke lichaam is de ziekteleer, de pathologie. De oorzaken van veranderingen die leiden tot ziekten zijn in verschillende groepen in te delen. 2.2 Consult Als een patiënt een arts raadpleegt, spreken we van een consult. De arts probeert door vragen te stellen (anamnese) de aard van de ziekte (diagnose) vast te stellen en zo mogelijk een behandeling (therapie) in te stellen. Vaak is lichamelijk onderzoek nodig. Dit kan bestaan uit inspecteren (het uiterlijke aspect beoordelen), luisteren met een stethoscoop (ausculteren), de oppervlakte van het lichaam bekloppen (percuteren) en/of voelen (palperen). Palperen is meestal voelen aan de oppervlakte van het lichaam, maar soms vindt ook inwendig onderzoek plaats. Daarbij wordt met de wijsvinger het rectum (rectaal toucher) afgetast, of met wijs- en middelvinger de vagina en omgeving (vaginaal toucher). Soms is de diagnose niet duidelijk. De arts werkt dan met een differentiële diagnose (ook wel differentiaaldiagnose, vaak afgekort tot DD). Dat betekent dat er meerdere diagnoses mogelijk zijn: de symptomen passen bij verschillende ziekten. Er moet aanvullend onderzoek worden gedaan om de diagnose alsnog vast te kunnen stellen. Bij een diagnose hoort meestal ook een oordeel over het te verwachten beloop: de prognose.
2.3 Ziekteoorzaken 15 2 2.3 Ziekteoorzaken 2.3.1 Endogene oorzaken Er wordt gesproken van een ziekte met endogene oorzaken als de ziekte van binnenuit ontstaat. Hierbij zijn de volgende factoren van belang: 4 constitutie; 4 aanleg; 4 erfelijkheid; 4 conditie. Constitutie De erfelijke aanleg en de invloeden die de omgeving daarop uitoefent, bepalen hoe het lichaam functioneert. Dit wordt de constitutie genoemd, de gesteldheid. Zo kan de lichaamsbouw de oorzaak zijn van een ziekte of afwijking. Bijvoorbeeld: slappe enkelbanden kunnen de oorzaak zijn van veelvuldige verstuikingen van de enkel. Aanleg Door problemen tijdens de zwangerschap kan de natuurlijke aanleg worden verstoord en kan het kind afwijkingen vertonen. Bijvoorbeeld: als de moeder tijdens haar zwangerschap rode hond heeft, kan dat de aanleg van de ogen verstoren en zo oogafwijkingen veroorzaken bij het kind. Erfelijkheid Door afwijkingen op de chromosomen kunnen er erfelijke ziekten optreden, zoals bloederziekte (hemofilie), taaislijmziekte (cystische fibrose) en kleurenblindheid. Conditie Conditie geeft de actuele gezondheidstoestand van iemand weer. Bij een slechte conditie (zoals bij iemand met een ernstige vorm van kanker) zal het lichaam snel reageren met vermoeidheid en extra vatbaarheid voor infecties. 2.3.2 Exogene oorzaken Er wordt gesproken van ziekte met exogene oorzaken als de ziekte afkomstig is van buiten het lichaam, dus door uitwendige prikkels wordt veroorzaakt. Exogene oorzaken worden onderverdeeld in: 4 fysische oorzaken; 4 chemische oorzaken; 4 biologische oorzaken.
16 Hoofdstuk 2 Gezondheid en ziekte 2 Fysische oorzaken Fysische (natuurkundige) oorzaken van ziekte kunnen zijn: 4 mechanisch geweld, zoals een ongeval (trauma); 4 thermisch geweld, hoge of lage temperatuur (verbranding of bevriezing); 4 elektriciteit: door blootstelling aan sterke elektrische stroom kan het lichaam schade oplopen; 4 straling: radioactieve of ioniserende straling tast het lichaam aan doordat ze de celdeling verstoort. Ook ultravioletlicht (UV-straling) kan schadelijk zijn: iemand die s zomers te veel zon heeft gehad, wordt rood. Delen van zijn huid zijn verbrand. Niet door de warmte, maar door de UV-straling ontwikkelen zich de verschijnselen van een ontsteking van de huid. Chemische oorzaken Chemische oorzaken van ziekte kunnen zijn: 4 vergiften, waardoor chemische reacties in het lichaam kunnen worden verstoord; 4 allergie, waarbij het lichaam met een abnormale afweerreactie reageert op bepaalde stoffen (bijvoorbeeld pollen, huisstofmijt). Biologische oorzaken Biologische oorzaken kunnen zijn: 4 levende ziekteverwekkers, zoals micro-organismen en macro-organismen: 5 micro-organismen zijn niet met het blote oog te zien, zoals bacteriën, virussen en schimmels; 5 macro-organismen zijn wel met het blote oog te zien, zoals mijten, luizen, vlooien, wormen. 4 algemeen biologische oorzaken: 5 ondervoeding; 5 oververmoeidheid; 5 psychische factoren (stress); 5 leeftijd. 4 gezwelvorming (een gezwel kan drukken op een zenuw en daardoor pijn geven, of kan leiden tot een darmafsluiting, waardoor er klachten ontstaan). 2.4 Woordenlijst In 7 H. 1 zijn algemene regels voor de uitspraak van Latijnse woorden gegeven. In deze woordenlijst vind je nog extra aanwijzingen voor een juiste uitspraak: 4 Een onderstreping betekent dat de klemtoon op de onderstreepte klinker ligt, bijvoorbeeld: erytrocyt. 4 Een woord tussen rechte haken geeft (bij benadering) de letterlijke uitspraak van de medische term, bijvoorbeeld: [eerietroosiet].
2.4 Woordenlijst 17 2 anamnese ausculteren conditie constitutie diagnose differentiële diagnose endogeen erfelijkheid exogeen palperen pathologie percuteren prognose rectaal toucher therapie vaginaal toucher het verhaal dat de patiënt aan de hand van vragen van de arts vertelt over onder andere het ontstaan van zijn aandoeningen en eventuele voorgaande aandoeningen luisteren naar geluiden in het lichaam, meestal met een stethoscoop [auskulteeren] actuele gezondheidstoestand gestel; de gesteldheid van een mens vaststelling van de aard van de aandoening meerdere mogelijke diagnoses, omdat de symptomen kenmerkend zijn voor verschillende aandoeningen van binnenuit ontstaan wetmatigheid waarmee erfelijke factoren worden overgedragen op het nageslacht door invloeden van buitenaf ontstaan [èksoogeen] voelen [palpeeren] ziekteleer, de wetenschap van het ontstaan van (de verschijnselen van) aandoeningen en de veranderingen van vormen en functies van het aangedane lichaam bekloppen van het oppervlak van het lichaam [pèrkuuteeren] een oordeel over het te verwachten beloop van de aandoening inwendig onderzoek met de wijsvinger van het anale kanaal en het laatste deel van de endeldarm, bijvoorbeeld bij verdenking op afwijkingen van de anus, het rectum of de prostaat [rectaal toesjee] behandeling inwendig onderzoek met wijs- en middelvinger van de vagina, bijvoorbeeld bij verdenking op afwijkingen van de portio, de uterus, de eileiders en de ovaria [vaginaal toesjee]? Vragen en opdrachten 1. Geef de definitie van gezondheid die de Wereldgezondheidsorganisatie hanteert. 2. Leg uit waarom deze definitie een aantal tekortkomingen heeft. 3. Noem oorzaken waardoor de ene mens sneller ziek zou kunnen worden dan de andere. 4. Noem enkele beroepen die een sterk vergroot gezondheidsrisico met zich meebrengen. Geef hieraan een onderbouwing.
http://www.springer.com/978-90-368-1753-0