Den Haag, DJB/JZ

Vergelijkbare documenten
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van..., nr...;

Koptekst boven het ontwerpbesluit dat in de Staatscourant wordt geplaatst:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van.. augustus 2005, directie Wetgeving, nr. /05/6;

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Voertuigreglement wordt als volgt gewijzigd: Artikel wordt als volgt gewijzigd:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

(B vervallen) Artikel I. De Wet op de jeugdzorg wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Artikel I Artikel 15 van het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000 wordt als volgt gewijzigd:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Besluit van. De Raad van State gehoord (advies van 8 augustus 2003, nr. W /V);

motorrijtuigcategorie: categorie van motorrijtuigen vastgesteld op grond van artikel 118 van de Wegenverkeerswet 1994.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van xxx, nr. xxx);

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van vul in datum advies RvS, no. vul in nummer advies RvS);

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van, kenmerk ;

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Geachte Voorzitter,

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, in overeenstemming met Onze Minister van Defensie;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Ontwerp amvb tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg 8 november 2013

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van [datum], [kenmerk];

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Besluit leerlinggebonden financiering Page 1 of 5

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Besluit billijke vergoeding artikel 25c Auteurswet

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van, augustus 2010, kenmerk DMO/OHW-U- ;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Zintuiglijk gehandicapten en ouderen van 80 jaar en ouder geen indicatie meer nodig van CIZ

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De Raad van State gehoord (advies van xxx, nr. xxx);

Besluit van 22 december 1993, houdende nadere regels betreffende de proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedures

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Gelet op artikel 5, vierde lid, en artikel 6, vierde lid, van de Les- en cursusgeldwet;

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van nr

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Besluit van tot wijziging van het Besluit burgerlijke stand 1994 in verband met de akte van geboorte

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van PM 2010, Z/F ;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Ambtelijk ontwerp 8 juli 2019 Besluit van

Wijziging van de Boeken 6 en 7 van het Burgerlijk Wetboek, in verband met verduidelijking van het toepassingsbereik van de koopregels van titel 7.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Gelet op artikel 7, tweede, vijfde en zesde lid, van de Wet kinderopvang; De Raad van State gehoord (advies van 2010, nr. W);

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Ontwerpbesluit tot wijziging van het Arbeidstijdenbesluit (mijnbouw) en het Arbeidstijdenbesluit vervoer

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van [-] 2013, No.[]);

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Terugwerkende kracht Betreft Ondertekening Bekendmaking Kamerstukken Ondertekening Bekendmaking

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Transcriptie:

Den Haag, een besluit houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit wet op de jeugdzorg in verband met de termijn gedurende welke een aanspraak op vervangende zorg geldt en een aanspraak op zorg tot gelding kan worden gebracht DJB/JZ-2753473 Daartoe gemachtigd door de ministerraad bied ik Uwe Majesteit, mede namens de Minister van Justitie het bovenvermelde ontwerp van een algemene maatregel van bestuur aan. Het ontwerp gaat vergezeld van een nota van toelichting. Ik moge U verzoeken het ontwerp aan de Raad van State ter advisering voor te leggen en de Raad te machtigen zijn advies rechtstreeks aan mij te doen toekomen. mr. A. Rouvoet

Besluit van houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg in verband met de termijn gedurende welke een aanspraak op vervangende zorg geldt en een aanspraak op zorg tot gelding kan worden gebracht Op de voordracht van Onze Minister voor Jeugd en Gezin van kenmerk DJB/JZ-2753473, gedaan mede namens Onze Minister van Justitie; Gelet op artikel 6, eerste lid, onder d, van de Wet op de jeugdzorg; De Raad van State gehoord (advies van, nummer ); Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Jeugd en Gezin van kenmerk, gedaan mede namens Onze Minister van Justitie; Hebben goedgevonden en verstaan: Artikel I Het Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg wordt als volgt gewijzigd: A De tweede volzin van artikel 15 komt te luiden: Een cliënt heeft aanspraak op de vervangende zorg tot het moment waarop hij zijn aanspraak op de eerst aangewezen zorg tot gelding heeft gebracht, of de met betrekking tot de vervangende zorg genoemde termijn, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder c van de wet, is verstreken. B Artikel 24 vervalt.

Artikel II Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst. Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. De Minister van Justitie,

Nota van toelichting Algemeen Met het onderhavige besluit wordt een tweetal met elkaar samenhangende wijzigingen aangebracht in het Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg. Het betreft de termijn gedurende welke een aanspraak op vervangende zorg geldt en het maximum van de termijn die in het indicatiebesluit moet worden genoemd waarbinnen een aanspraak op jeugdzorg tot gelding moet worden gebracht. Artikelsgewijs Artikel I Onderdeel A De regeling met betrekking tot de termijn gedurende welke aanspraak bestaat op vervangende zorg, voldeed niet voorzover zij een relatie legde met de termijn waarop de aanspraak op de eerst aangewezen zorg tot gelding moest zijn gebracht. Dit omdat na maximaal dertien weken (de maximale termijn binnen welke een aanspraak tot gelding moest zijn gebracht) niet alleen de aanspraak op de eerst aangewezen zorg verviel als deze niet tot gelding was gebracht, maar ook die op vervangende zorg. Dit bracht mee dat altijd herindicatie moest plaatsvinden als de termijn van dertien weken was verstreken, ook als de vervangende zorg goede resultaten opleverde. Gehandhaafd is de regeling dat de aanspraak op vervangende zorg vervalt als de aanspraak op de eerst aangewezen zorg tot gelding is gebracht. Verder vervalt de aanspraak op vervangende zorg als de termijn die in het indicatiebesluit voor de vervangende zorg is opgenomen is verstreken. Deze termijn is ingevolge artikel 23, eerste lid, maximaal een jaar nadat de vervangende zorg is aangevangen. Uiteraard vervalt de aanspraak ook als het indicatiebesluit wordt ingetrokken omdat de cliënt niet meer op die zorg is aangewezen (artikel 6, vierde lid van de Wet op de jeugdzorg). Onderdeel B Artikel 6, eerste lid, van de Wet op de jeugdzorg bepaalt dat het bureau jeugdzorg in het indicatiebesluit een termijn moet opnemen waarbinnen een aanspraak tot gelding moet worden gebracht. Het bureau jeugdzorg zal van geval tot geval, op basis van een inschatting op het moment waarop het indicatiebesluit wordt genomen, moeten bekijken hoe lang het verantwoord is de aanspraak te laten bestaan voordat hij tot gelding wordt gebracht. Artikel 24 van het

Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg maximeerde de termijn op dertien weken. Aan een maximum termijn bestaat geen behoefte meer. Het bureau jeugdzorg is goed in staat de inschatting te maken wanneer het nodig is weer naar een indicatiebesluit te kijken als de cliënt zonder hulp blijft. Het handhaven van de wettelijke maximum termijn betekent slechts onnodige bureaucratie. mr. A. Rouvoet De Minister van Justitie, dr. E.M.H. Hirsch Ballin