Circulaire CBFA_2009_ONTWERP dd. XX oktober Aanbeveling inzake behoorlijk beloningsbeleid van financiële instellingen

Vergelijkbare documenten
Aanbeveling inzake behoorlijk beloningsbeleid van financiële instellingen

AANBEVELINGEN COMMISSIE. AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 30 april 2009 over het beloningsbeleid in de financiële sector

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

Richtsnoeren van de EBA van 27 juni 2016 betreffende een beheerst beloningsbeleid (EBA/GL/2015/22)

Beloningsbeleid bij verzekeringsondernemingen. 14 november 2016 Kris De Schutter en Danaïs Fol

Samenvatting beloningsbeleid

Referentiekader voor de beoordeling van het internecontrolesysteem bij de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging

CIRCULAIRE PPB CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn

Bijlage Mededeling CBFA_2009_20-3 dd. 8 mei 2009

Consultatie CRD III implementatie Regeling beheerst beloningsbeleid Wft 2011 De Nederlandsche Bank - 11 november 2010

Solvency II: vereisten inzake governance. Melissa Thirion, Adviseur Juridische & fiscale studies en Gezondheid (Assuralia)

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

EUROPESE CENTRALE BANK

HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Beloningsbeleid en beloningspraktijken (MiFIDrichtlijn): tenuitvoerlegging door de FSMA

Captin verleend de volgende beleggingsdiensten: ontvangen en doorgeven van orders en voert de beleggingsactiviteit het exploiteren van een MTF uit.

Algemene principes betreffende het beloningsbeleid toepasselijk op de leden van de Raad van Bestuur en de werknemers van CapitalatWork Foyer Group *

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Bijlage 1 bij de mededeling NBB_2017_24

Richtsnoeren. inzake het verzamelen van gegevens over grootverdieners EBA/GL/2014/07 16/07/2014

COMMISSIE VOOR HET BANK- EN FINANCIEWEZEN Prudentieel toezicht op de beleggingsondernemingen

Reglement HR commissie van de raad van commissarissen

Publicatieblad van de Europese Unie L 385/55 COMMISSIE

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel I van het Besluit beheerst beloningsbeleid Wft (Stb.

Bijlage 1 bij de circulaire NBB_2016_40

REGLEMENT REMUNERATIE-, SELECTIE- EN BENOEMINGSCOMMISSIE RAAD VAN COMMISSARISSEN PGGM N.V.

FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016

Bijlage 1 - Lijst van verslagen die via ecorporate moeten worden ingediend door de onder toezicht staande ondernemingen

Beloningsbeleid. Disclosure Door deze link aan te vinken kunt u het beheerst beloningsbeleid Today s Groep raadplegen.

Regeling Beheerst Beloningsbeleid Publicatie boekjaar 2015

REGLEMENT REMUNERATIE-, SELECTIE- EN BENOEMINGSCOMMISSIE RAAD VAN COMMISSARISSEN PGGM N.V. 26 november 2014

EXTERNE LEIDRAAD VOOR DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 62 VAN DE BANKWET

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 6, en artikel 132,

(Voor de EER relevante tekst)

Leningen, kredieten en borgstellingen aan leiders, aandeelhouders en verbonden personen

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

Variabel beloningsbeleid Identified Staff Kempen & Co

Regeling beheerst beloningsbeleid Wft Besluitvorming over het beloningsbeleid voor Identified Staff

BESLUIT (EU) 2017/935 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

Inhoud. Reglement Commissie Benoemingen en Beloningen KAS BANK N.V.

BANK DEGROOF NV BELONINGSBELEID

Reglement remuneratiecommissie

Corporate governance code Caparis NV

Beloningsbeleid. Uitgangspunt

FSMA_2017_10-3 dd. 28/06/2017

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties;

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

15. RAPPORTERING INZAKE GOVERNANCE

Prudentieel statuut van de betalingsinstellingen

Circulaire CBFA_2009_26 dd. 24 juni 2009

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of

Beloningsbeleid ONVZ 2017

FSMA_2017_10-2 dd. 28/06/2017

PASSENDE INFORMATIE OVER HET BELEID INZAKE HET BEHEER VAN BELANGENCONFLICTEN VOOR KLANTEN VAN BNP PARIBAS FORTIS

REGLEMENT SELECTIE-, BENOEMINGS- EN REMUNERATIECOMMISSIE

Specifieke norm van 8 oktober 2010 inzake medewerking aan het prudentieel toezicht

CHARTER VAN HET AUDITCOMITE

RICHTSNOEREN INZAKE DE BENCHMARKEXERCITIE VOOR BELONINGEN EBA/GL/2014/08 16/07/2014. Richtsnoeren. inzake de benchmarkexercitie voor beloningen

De remuneratie disclosure is conform artikel 25 van de RBB.

Afdeling 1. Algemene bepalingen, definities en toepassingsgebied

Tweede Kamer der Staten-Generaal

inzake het beloningsbeleid en de beloningspraktijken in verband met de verkoop en verstrekking van retailbankproducten en -diensten

Remuneratie disclosure 2014

Asset Management REMUNERATIEBELEID. Arvestar Asset Management Guimardstraat 19, 1040 Bruxelles

Circulaire NBB_2011_09 dd. 20 december 2011

L 120/20 Publicatieblad van de Europese Unie AANBEVELINGEN COMMISSIE

VOORSTEL VAN WET (Consultatieversie) Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Bijlage 3 bij de circulaire NBB_2013_02

Passende informatie over het beleid inzake het beheer van belangenconflicten

Bijlage bij het corporate-governancecharter van BEFIMMO NV REMUNERATIEBELEID

VDZ Verzekeringen. Beloningsbeleid

Titel II. Beleggingsondernemingen naar Belgisch recht. Hoofdstuk I. Bedrijfsvergunning. Afdeling I. Vergunning

I. Naleving en handhaving van de code. Geschrapt - Verwerkt in de Preambule en in de paragraaf over Naleving van de. de Code.

FSMA_2017_11-1 dd. 18/07/2017

EBA-richtsnoeren voor het toepasselijke notionele discontopercentage voor variabele beloning

Circulaire. Brussel, 18 september 2018

Bijlage 2 - Schema van de nieuwe versie van het governancememorandum (Solvabiliteit II)

VDZ Geldzaken. Beloningsbeleid

Analyse van reacties op Toezichthouderregeling Beheerst Beloningsbeleid

DoubleDividend Management B.V. en haar rol als verantwoord aandeelhouder

Beloningsbeleid ONVZ 2014

VOOR KLANTEN VAN BNP PARIBAS FORTIS

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Beloningsbeleid Provisum en uitbesteding

Circulaire. Brussel, 2 juni Inwerkingtreding liquiditeitsdekkingsvereiste

Geschrapt - Verwerkt in de Preambule en in de paragraaf over Naleving van de

Samenvatting van het advies goedgekeurd op 9 juni 2004 en uitgebracht op grond van artikel 133, tiende lid van het Wetboek van vennootschappen

Circulaire. Brussel, 2 maart Prudentieel statuut van de betalingsinstellingen. Geachte mevrouw Geachte heer

FSMA_2018_04 dd. 24/04/2018

RNCI sessie 26 oktober Beknopt overzicht van Het wetsontwerp over het remuneratiecomité en het remuneratieverslag

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

(Voor de EER relevante tekst)

Beloningsbeleid Provisum en uitbesteding

RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

Bijlage 3 bij de mededeling NBB_2017_18. Toepassingsveld

GM lex. corporate governance & legal advisory. Geert Maelfait. Koorntas 2 B-8501 Kortrijk

Passende informatie over het beleid inzake het beheer van belangenconflicten

Transcriptie:

Circulaire _2009_ONTWERP dd. XX oktober 2009 Aanbeveling inzake behoorlijk beloningsbeleid van financiële instellingen Toepassingsveld: De circulaire is toepasselijk op de Belgische kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen, beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, vereffeningsinstellingen en met vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen. De circulaire vindt eveneens van toepassing op de in België onder het toezicht van de gestelde moederondernemingen van financiële groepen in het kader van het aanvullend of geconsolideerd groepstoezicht en de Belgische bijkantoren van instellingen die niet onder het recht van een lidstaat van de Europese Unie ressorteren. Samenvatting/Doelstelling: Doelstelling van de circulaire bestaat erin om de financiële instellingen principes mede te delen inzake behoorlijk beloningsbeleid. De circulaire handelt over het beloningsbeleid van een financiële instelling als element van haar deugdelijk bestuur en is gericht op een passende en doeltreffende risicobeheersing. Het beloningsbeleid dient een onderdeel te vormen van het governance memorandum van de instelling. De zal de toepassing door de instellingen van deze principes controleren en kan gebruik maken van alle instrumenten die de toezichtswetten haar ter beschikking stellen wanneer zij onaangepast beloningsbeleid vaststelt. VERANTWOORDING De beloningsproblematiek is sinds het dieptepunt van de financiële crisis in het najaar van 2008 een prudentieel aandachtspunt van eerste orde. Sinds begin 2009 werden een aantal internationale initiatieven genomen op het vlak van beloningsbeleid, onder andere vanuit de G20, FSB, CEBS, CEIOPS en de Europese Commissie. Deze circulaire sluit volledig aan bij deze internationale initiatieven. Van de financiële instellingen wordt verwacht dat ze zelf gedetailleerde uitvoering geven aan deze circulaire, zodat de doelstellingen van de principes omtrent beloningsbeleid efficiënt en effectief worden bereikt. De principes zijn geformuleerd als open richtlijnen, zodat in het licht van veranderende omstandigheden bijsturing mogelijk blijft. Het feit dat de prudentiële verwachtingen van de in een aanbeveling zijn verwoord, verhindert uiteraard niet dat de wetgever inzake beloningsbeleid van financiële instellingen normen zou uitvaardigen. Overigens zal zich, naar alle waarschijnlijkheid, een wetgevend optreden opdringen bij de omzetting van Europese richtlijnen terzake. Hoewel het beloningsbeleid van financiële instellingen niet de directe aanleiding is geweest voor deze crisis, heeft het mede de ernst en de omvang van de crisis bepaald. Immers, algemeen wordt ervan uitgegaan dat buitensporige beloningen in de financiële sector de risicoappetijt hebben aangewakkerd, in wanverhouding tot de draagkracht van de financiële instellingen en van de financiële sector als geheel.

_2009_ONTWERP dd. XX september 2009 2 / 6 AFDELING I - TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES 1. Toepassingsgebied 1.1. De circulaire handelt over het beloningsbeleid van een financiële instelling als element van haar deugdelijk bestuur. Derhalve betreft dit beloningsbeleid alle categorieën van personeelsleden en de personen die betrokken zijn bij de leiding van de financiële instelling. Zo heeft deze circulaire onder meer betrekking op de beloning van personen die belast zijn met de effectieve leiding - in voorkomend geval de leden van het directiecomité van een financiële instelling - en andere medewerkers wier beroepsmatige activiteiten het risicoprofiel van de financiële instelling materieel (kunnen) beïnvloeden. De richtlijnen inzake beloningsbeleid zijn ook toepasselijk op personen die, als gevolgmachtigde agent, exclusief optreden voor een financiële instelling. 1.2. De circulaire is toepasselijk op de Belgische kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen, beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, vereffeningsinstellingen en met vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen. De circulaire vindt eveneens van toepassing op de in België onder het toezicht van de gestelde moederondernemingen van financiële groepen in het kader van het aanvullend of geconsolideerd groepstoezicht en de Belgische bijkantoren van instellingen die niet onder het recht van een lidstaat van de Europese Unie ressorteren. 1.3. Bij de uitvoering en de opvolging van deze circulaire wordt rekening gehouden met de aard, de omvang en de specifieke activiteiten van de financiële instellingen in kwestie. 1.4. De circulaire wordt zowel op individuele basis als op groepsniveau toegepast. De beginselen voor een goed beloningsbeleid zijn van toepassing op groepsniveau ten aanzien van de moedermaatschappij en al haar dochterondernemingen. 1.5. Deze circulaire heeft geen betrekking op vergoedingen en provisies die worden ontvangen door tussenpersonen en externe dienstverleners in het geval van uitbestede activiteiten. 2. Definities 2.1. "Financiële instelling(en)" of "instelling(en)": de aan het toezicht van de onderworpen gereglementeerde onderneming(en) die in het toepassingsgebied van deze circulaire vallen. 2.2. "Onafhankelijke controlefuncties": functies zoals interne audit, compliance, risicobeheer en de actuariële functie, in de regel uitgeoefend door personen verbonden aan de instelling, die met hun controles, beoordelingen en adviezen de leiding de noodzakelijke instrumenten in handen geven om de verantwoordelijkheid voor het leiden van de financiële instelling te dragen. 2.3. "Variabele beloning" of "variabele beloningsscomponent": een bestanddeel van de bezoldiging dat wordt toegekend op basis van prestatiecriteria, met inbegrip van bonussen. 2.4. "Effectieve leiding": de groep van personen, al dan niet bestuurders, van wie de functie binnen de instelling inhoudt dat zij op het hoogste niveau een rechtstreekse en doorslaggevende invloed uitoefenen op de leiding van de ondernemingsactiviteit. AFDELING II - RICHTLIJNEN INZAKE BELONINGSBELEID 3. Algemeen 3.1. Financiële instellingen stellen een algemeen beloningsbeleid vast, dat overeenstemt met en bijdraagt aan een gezonde en doeltreffende risicobeheersing. Het beloningsbeleid zet niet aan tot buitensporig risicogedrag. 3.2. Het beloningsbeleid sluit aan bij de bedrijfsstrategie, de risicotolerantie, de doelstellingen, de waarden en de langetermijnbelangen van de financiële instelling, zoals duurzame groeivooruitzichten. Het beloningsbeleid is in overeenstemming met de beginselen die betrekking hebben op de bescherming van cliënten en beleggers in het kader van de voor hen verrichte diensten.

_2009_ONTWERP dd. XX september 2009 3 / 6 4. Structuur van het beloningsbeleid 4.1. Wanneer de bezoldiging een variabele beloningscomponent omvat, streeft het beloningsbeleid naar een evenwichtige verdeling tussen vaste en variabele beloningscomponenten. Deze evenwichtige verdeling tussen beloningscomponenten kan variëren tussen medewerkers onderling naargelang van de marktvoorwaarden en de specifieke context waarin de financiële instelling opereert. Aan de variabele beloningscomponent wordt een bovengrens gesteld. 4.2. Het aandeel van de vaste beloningscomponent in het totale beloningspakket is voldoende hoog, zodat de werknemer niet hoeft te rekenen op een variabele beloning om een passend loon te verkrijgen en de financiële instelling haar beloningsbeleid in alle vrijheid kan voeren. De financiële instelling moet met name de mogelijkheid hebben om variabele beloningen geheel of ten dele in te houden wanneer de prestatiecriteria door de betrokken persoon, het betrokken bedrijfsonderdeel of de instelling als geheel niet worden gehaald. De financiële instelling moet ook de mogelijkheid hebben om variabele beloningen in te houden wanneer haar positie aanzienlijk verslechtert. 4.3. Wanneer een significante variabele beloning wordt toegekend, wordt de betaling van het grootste deel van deze beloning gedurende een minimale wachtperiode uitgesteld. 4.4. Het uitgestelde deel van de variabele beloning houdt verband met de uitstaande risico's die verbonden zijn aan de prestaties waarop deze beloning betrekking heeft, en kan bestaan uit aandelen, opties, contanten of andere middelen waarvan de betaling gedurende de wachtperiode wordt opgeschort. De uitbetaling van het uitgestelde bedrag is gekoppeld aan beoordelingscriteria voor toekomstige gevolgen van de prestaties waarvoor een variabele beloning werd toegekend, over een redelijke tijdspanne. Deze beoordelingscriteria worden overeenkomstig punt 5 voor risico gecorrigeerd. 4.5. De raad van bestuur van de financiële instelling treft maatregelen teneinde de (gehele of gedeeltelijke) terugbetaling te bekomen door medewerkers van prestatiegerelateerde variabele beloningen, wanneer deze werden toegekend op basis van gegevens waarvan achteraf blijkt dat zij kennelijk onjuist of misleidend zijn voorgesteld, dan wel wanneer deze voortvloeien uit frauduleuze activiteiten. 4.6. Contractueel overeengekomen ontslagvergoedingen of vergoedingen gerelateerd aan fusies of overnames dienen samen te hangen met in de loop der tijd gerealiseerde prestaties en mogen geen beloning voor falen zijn. 4.7. De structuur van het beloningsbeleid wordt na verloop van tijd geactualiseerd om te garanderen dat het gelijke tred houdt met de wijzigende situatie van de financiële instelling in kwestie. 5. Beoordeling van de prestaties 5.1. Wanneer de beloning prestatiegerelateerd is, is dit bedrag gebaseerd op een combinatie van de beoordeling van de prestaties van de betrokken persoon, het betrokken bedrijfsonderdeel en de resultaten van de financiële instelling als geheel. 5.2. De prestaties worden beoordeeld in een meerjarenkader, teneinde te garanderen dat het beoordelingsproces is gebaseerd op prestaties op de langere termijn en dat de effectieve betaling van variabele beloningen wordt gespreid over de conjunctuurcyclus van de instelling. 5.3. Bij de beoordeling van prestaties, als basis voor variabele beloningen of pools van dergelijke beloningen, wordt een correctie aangebracht voor actuele en toekomstige risico's die samenhangen met de onderliggende prestaties, en wordt rekening gehouden met de kosten van het gebruikte kapitaal en de vereiste liquiditeit. 5.4. Bij de beoordeling van individuele prestaties wordt rekening gehouden met niet-financiële criteria, zoals de verworven vakkundigheid en de persoonlijke ontwikkeling. Voor zover deze elementen niet strekken tot het louter opdrijven van de verkoop van financiële instrumenten of van de verlening van financiële diensten, kan men ook volgende beoordelingscriteria aanhalen: het volgen van de bedrijfsstrategie, de naleving van interne regels en procedures, de inachtneming van de normen die de relatie met de cliënten en de beleggers regelen - en de bijdrage tot de prestaties van het team. Indien het aangewezen is, weegt de mindere prestatie op het gebied van deze niet-financiële criteria door op de goede prestatie inzake winstvorming.

_2009_ONTWERP dd. XX september 2009 4 / 6 6. Governance 6.1. Het beloningsbeleid is eveneens gericht op het voorkomen van belangenconflicten. De procedures van de financiële instelling voor de vaststelling van beloningen zijn duidelijk, degelijk gedocumenteerd en intern transparant. 6.2. Het is aan te bevelen dat de raad van bestuur zich laat bijstaan door een onafhankelijk remuneratiecomité, opgericht in haar schoot, met het oog op de vervulling van de taken bedoeld in punten 6.3., 6.4. en 6.7. 6.3. De raad van bestuur stelt, in voorkomend geval op advies van een onafhankelijk remuneratiecomité, de bezoldiging vast van de effectieve leiding en de bestuurders. 1 De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders is bij voorkeur niet verbonden zijn aan de resultaten van de financiële instelling op korte termijn, maar is gesteund op andere elementen zoals de tijd ter beschikking gesteld van de financiële instelling en de verantwoordelijkheden van de betrokken niet-uitvoerende bestuurder. 6.4. De raad van bestuur stelt, in voorkomend geval op advies van een onafhankelijk remuneratiecomité, ook de algemene beginselen van het beloningsbeleid van de financiële instelling vast en ziet toe op de tenuitvoerlegging ervan. In uitvoering van de algemene beginselen, vastgelegd door de raad van bestuur, staat de effectieve leiding, in voorkomend geval het directiecomité, in voor de tenuitvoerlegging van het beloningsbeleid voor het overige personeel. 6.5. De onafhankelijke controlefuncties en, in voorkomend geval de personeelsdiensten en externe deskundigen worden bij de opstelling van het beloningsbeleid betrokken. 6.6. De leden van de raad van bestuur die belast zijn met het beloningsbeleid, alsook de leden van de remuneratiecomités en de medewerkers die bij de opstelling en de uitvoering van het beloningsbeleid zijn betrokken, beschikken over de noodzakelijke ervaring en zijn functioneel onafhankelijk van de bedrijfsonderdelen waarop zij controle uitoefenen, zodat zij een onafhankelijk oordeel kunnen vellen over de gepastheid van het beloningsbeleid, met inbegrip van de gevolgen voor risico's en risicobeheersing. 6.7. Onverminderd de algemene verantwoordelijkheid van de raad van bestuur zoals vastgelegd in punt 6.3 wordt de tenuitvoerlegging van het beloningsbeleid ten minste eenmaal per jaar onderworpen aan een centrale en onafhankelijke interne beoordeling door de onafhankelijke controlefuncties om deze te toetsen aan het beleid en de procedures die zijn vastgesteld door de raad van bestuur. Hierbij wordt inzonderheid aandacht besteed aan het voorkomen van prikkels tot het nemen van buitensporig risico en ander niet-constructief gedrag. De onafhankelijke controlefuncties brengen verslag uit over het resultaat van deze beoordeling bij de raad van bestuur. 6.8. Medewerkers die betrokken zijn bij controleprocessen, zijn onafhankelijk van de bedrijfsonderdelen waarop zij toezicht uitoefenen, hebben een passend niveau van autoriteit en beloning. Deze werknemers worden vergoed overeenkomstig de verwezenlijking van de met hun functie samenhangende doelstellingen, ongeacht de prestaties op het gebied van de door hen gecontroleerde bedrijfsactiviteiten. 6.9. De algemene beginselen van het beloningsbeleid zijn beschikbaar voor de betrokken medewerkers van de financiële instelling. De betrokken medewerkers worden vooraf in kennis gesteld van de criteria die voor de vaststelling van hun bezoldiging en bij het beoordelingsproces zullen worden gebruikt. Het beoordelingsproces en het beloningsbeleid zijn degelijk gedocumenteerd alsook transparant voor de afzonderlijke medewerkers in kwestie. AFDELING III - PRUDENTIELE VERWACHTINGEN AANGAANDE OPENBAARMAKING 7. Onverminderd de bepalingen inzake vertrouwelijkheid en gegevensbescherming wordt de in afdeling II bedoelde relevante informatie over het beloningsbeleid, alsook elke actualisering daarvan naar aanleiding 1 Op 14 december 2004 heeft de Commissie Aanbeveling 2004/913/EG ter bevordering van de toepassing van een passende regeling voor de beloning van bestuurders van beursgenoteerde ondernemingen aangenomen (PB L 385 van 29.12.2004, blz. 55), en op 15 februari 2005 heeft zij de Aanbeveling 2005/162/EG betreffende de taak van niet bij het dagelijks bestuur betrokken bestuurders of commissarissen van beursgenoteerde ondernemingen en betreffende de comités van de raad van bestuur of van de raad van commissarissen aangenomen (PB L 52 van 25.2.2005, blz. 51). Deze Aanbevelingen werden aangevuld door de Aanbeveling van 30 april 2009.

_2009_ONTWERP dd. XX september 2009 5 / 6 van een wijziging in het beleid, door de financiële instelling op een duidelijke en begrijpelijke wijze bekend gemaakt aan de externe belanghebbenden, waaronder de aandeelhouders van de financiële instelling. Deze bekendmaking kan gebeuren in de vorm van een afzonderlijke verklaring over het beloningsbeleid, een periodieke mededeling in de jaarrekening of anderszins. 8. Rekening met de aard, de omvang en de specifieke activiteiten van de financiële instellingen in kwestie, wordt de volgende informatie verstrekt: (a) informatie over het besluitvormingsproces waarbij het beloningsbeleid is vastgesteld, in voorkomend geval met informatie over de samenstelling en het mandaat van een remuneratiecomitée, de naam van de externe adviseur op wie een beroep is gedaan bij de vaststelling van het beloningsbeleid en de rol van de belanghebbenden; (b) informatie over de relatie tussen beloning en prestaties; (c) informatie over de voor prestatiebeoordeling en risicocorrectie gebruikte criteria; (d) informatie over de prestatiecriteria op basis waarvan aandelen, opties of variabele beloningscomponenten worden toegekend; (e) de belangrijkste parameters en de motivering van een eventuele jaarlijkse regeling van variabele beloningen en eventuele andere niet-geldelijke voordelen. AFDELING IV - OPVOLGING EN CONTROLE 9. Er wordt verwacht dat financiële instellingen tegen 31 december 2009 de principes van hun belongingsbeleid vaststellen en dat zij, na de uitwerking ervan, deze principes toepassen vanaf 31 maart 2010. Hierbij wordt aanbevolen dat de hernegociatie van bestaande contracten, waarvan men niet kan verwachten dat deze tegen deze 31 maart 2010 zou zijn afgerond, zo snel mogelijk doorgang vindt. 10. Het beloningsbeleid van een financiële instelling vormt een onderdeel van haar governance memorandum, bedoeld in de randnummers 96 tot 99 van de circulaire PPB-2007-6-CPB-CPA van 30 maart 2007 over de prudentiële verwachtingen van de inzake het deugdelijk bestuur van financiële instellingen. Overeenkomstig vermelde circulaire PPB-2007-6-CPB-CPA worden betekenisvolle wijzigingen van het governance memorandum van een financiële instelling aan de meegedeeld, gebruik makend van het ecorporate-platform. In dit verband wordt verwacht dat financiële instellingen tegen 15 februari 2010 de in kennis stellen van de principes van hun beloningsbeleid en de uitwerking van deze principes. Zij geven hierbij aan in hoeverre de in deze circulaire opgenomen richtlijnen in acht zijn genomen. 11. Eveneens overeenkomstig bovenvermelde circulaire zal bij onaangepast beloningsbeleid de gebruik maken van haar bevoegdheden zoals bepaald in de toezichtswetten, om de financiële instelling er toe te brengen een passend beloningsbeleid uit te werken en toe te passen. Het opleggen van aanvullende kapitaalvereisten kan - hoewel niet als eerste maatregel - niet worden uitgesloten als prudentiële maatregel waarover de beschikt. De beschikt over een arsenaal aan prudentiële maatregelen om op te treden tegen onaangepast beloningsbeleid, zoals deze door de diverse sectorale toezichtswetten wordt bepaald. Rekening houdend met de aard van de materie zullen 'kwalitatieve' maatregelen (gericht op het aanpassen of bijsturen van het beloningsbeleid) de voorkeur wegdragen, maar wanneer deze maatregelen niet of onvoldoende effectief blijken of om in bijzondere omstandigheden snel op te treden, behoudt de de mogelijkheid 'kwantitatieve' maatregelen op te leggen onder de vorm van bijkomende kapitaalvereisten. 12. De verwacht dat de financiële instellingen zich bij de uitwerking van vermelde principes mede laten inspireren door de internationaal in ontwikkeling zijnde standaarden, in het bijzonder deze die uitgevaardigd worden door de Financial Stability Board in opdracht van de G-20. 2 Deze standaarden zullen de toekomstige Europese richtlijnen in belangrijke mate beïnvloeden en het is aangewezen dat de instellingen zich daarop tijdig voorbereiden en vanaf nu een beleid vastleggen dat daarmee alvast niet in 2 De Principles for Sound Compensation Practices van de Financial Stability Board kunnen op de website van de worden geconsulteerd.

_2009_ONTWERP dd. XX september 2009 6 / 6 tegenstrijd is. Dit geldt in het bijzonder voor de uitwerking in concrete beleidsmaatregelen van de bepalingen onder punt 4.1 (verdeling tussen vaste en variabele beloningscomponenten), punten 4.2 en 4.4. ( hoogte van variabele beloning, inhouden van variabele beloningen, bestanddelen van de variabele beloning, uitbetalingsmodaliteiten en beoordelingscriteria voor de variabele beloningen), punt 4.3 (vastleggen van de wachtperiode voor de uitbetaling van de variabele beloning) en het beleid inzake gewaarborgde bonussen of minimaal gewaarborgde betalingen.