Inspectierapport KDV Panta Rhei (KDV) Piushaven 2 5017AN Tilburg Registratienummer 204773957 Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant In opdracht van gemeente: Tilburg Datum inspectie: 25-02-2016 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 31-03-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Kinderdagverblijf Panta Rhei is met ingang van 1 maart 2013 gestart met kinderopvang in een nieuwbouw pand in de gemeente Tilburg. Het betrof een verhuizing van kinderdagverblijf Stuivesant. Alle kinderen en de meeste beroepskrachten zijn meeverhuisd naar dit nieuwe pand. Kinderdagverblijf Panta Rhei is onderdeel van de Kinderopvanggroep Tilburg, voorheen Kinderstad. Het betreft een Campus. Inspectiegeschiedenis: Inspectie mei 2013, betreft onderzoek 3 maanden na start exploitatie. De getoetste voorwaarden voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Inspectie april 2014, betreft reguliere inspectie. De toezichthouder stelt vast dat een van de beroepskrachten geen geldige verklaring omtrent het gedrag heeft. Alle andere getoetste voorwaarden voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Tijdens het nader onderzoek van 4 juni 2014 stelt de toezichthouder vast dat de geconstateerde overtreding tijdens de inspectie van april 2014 is opgelost. Inspectie januari 2015, betreft reguliere inspectie. De toezichthouder stelt vast dat alle getoetste voorwaarden voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Tijdens de huidige inspectie wordt voldaan aan alle getoetste voorwaarden. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd tijdens het observeren op de groep. Na de beschrijving uit het veldinstrument (cursief gedrukt opgenomen in het rapport) volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richten zich op de doelen zoals vastgelegd in de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen: 1. Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid. 2. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties. 3. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. 4. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken. Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogisch beleidsplan De beroepskrachten bespreken hun ervaringen met de leidinggevende; de leidinggevende vertaalt het naar verbeteringen in het beleidsplan. Conclusie De uitvoering van het pedagogisch beleidsplan wordt door de houder voldoende gewaarborgd. Emotionele veiligheid De beroepskrachten hebben korte gesprekjes met kinderen waarbij beiden bijdragen aan de voortgang en inhoud van het gesprek. De beroepskrachten reageren sensitief en responsief. Voorbeeld Tijdens het verschonen is er aandacht voor het kind. De beroepskracht vraagt: "weet jij wie jou zometeen komen halen?". Het kind kijkt vragend..."opa en oma". Ondertussen wordt ook in de gaten gehouden hoe het zelf aankleden gaat bij de oudere peuters en worden hier ook complimenten over gegeven: "goed zo". Conclusie Op kinderdagverblijf Panta Rhei wordt de emotionele veiligheid voldoende gewaarborgd. Persoonlijke competentie Er is voldoende spelmateriaal voor de verschillende ontwikkelingsgebieden. Er is gesloten en open spelmateriaal waar kinderen mee kunnen ontdekken en fantaseren en er zijn enkele speelhoeken. Voorbeeld Er zijn verschillende hoeken gecreëerd in de groepsruimte waarin kinderen zowel gezien als gevoelsmatig ongezien kunnen spelen en waarin zij toegang hebbentot de verschillende materialen. Het gaat hierbij onder andere om een poppenhoek, bouwhoek en leeshoek. 4 van 10
Opmerking: Door bepaalde materialen in een hoek "speelklaar" te zetten, worden de hoeken uitdagender voor spel dan ze nu zijn. Bijvoorbeeld door in de poppenhoek een serviesje op tafel te zetten of pannetjes op het fornuisje, in plaats van in de bijbehorende kastruimte. Conclusie Op kinderdagverblijf Panta Rhei wordt de persoonlijke competentie voldoende gewaarborgd. Sociale competentie De beroepskrachten dragen uit en leven voor dat de inbreng van alle kinderen -en henzelf- ertoe doet in de groep. Zij leren kinderen om elkaar te accepteren en te respecteren. Voorbeeld Een kind valt en de beroepskracht reageert daarop: "ik hoorde een bonk, waar kwam je tegenaan?". Andere kinderen beginnen te lachen en de beroepskracht anticipeert daarop: "dat meen je toch niet? Dan moet je even komen troosten, dat is toch fijn?!". De beroepskracht troost en er komen kindjes mee troosten. Het gevallen kindje lijkt het prettig te vinden en lacht weer. Conclusie Op kinderdagverblijf Panta Rhei wordt de sociale competentie voldoende gewaarborgd. Overdracht van normen en waarden De beroepskrachten geven het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met andere kinderen; ze zijn vriendelijk, luisteren, leven mee, troosten en helpen, werken samen. Voorbeeld Een kind komt in de groep nadat het is gaan wennen op de naastgelegen school. Bij binnenkomst wordt het hartelijk begroet en er wordt geïnformeerd hoe het op school was. Conclusie Op kinderdagverblijf Panta Rhei wordt de overdracht van waarden en normen voldoende gewaarborgd. Gebruikte bronnen: Observaties Pedagogisch werkplan 5 van 10
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Alle beroepskrachten die worden ingezet beschikken over een verklaring omtrent het gedrag die valt binnen de continue screening. Ook de aanwezige stagiaires beschikken over een verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten die worden ingezet beschikken over een passend diploma. Opvang in groepen Er zijn 5 stamgroepen met ieder een eigen groepsruimte: De Matrozen en de Ketelbinkies zijn 2 babygroepen. De Scheepswachters, Kapiteinen en de Bootsmannen zijn 3 peutergroepen. De peutergroepen zijn gevestigd op de eerste verdieping en de babygroepen op d ebenedenverdieping. De ouders ontvangen tijdens het intakegesprek informatie over de groep waar het kind geplaatst wordt en welke beroepskrachten er werkzaam zijn op de groep. Beroepskracht-kindratio Uit een steekproef en op het moment van inspectie blijkt dat er voldoende beroepskrachten worden ingezet ten opzichte van het aantal aanwezige kinderen. Gebruikte bronnen: Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 7 van 10
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : KDV Panta Rhei Website : http://www.kinderstadtilburg.nl Aantal kindplaatsen : 64 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : KC Panta Rhei B.V. Adres houder : Piushaven 6 Postcode en plaats : 5017AN Tilburg KvK nummer : 62841750 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Hart voor Brabant Adres : Postbus 3024 Postcode en plaats : 5003DA Tilburg Telefoonnummer : 088-3686845 Onderzoek uitgevoerd door : W Vandeberg Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Tilburg Adres : Postbus 90155 Postcode en plaats : 5000LH TILBURG Planning Datum inspectie : 25-02-2016 Opstellen concept inspectierapport : 17-03-2016 Zienswijze houder : 31-03-2016 Vaststelling inspectierapport : 31-03-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 01-04-2016 Verzenden inspectierapport naar : 01-04-2016 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 22-04-2016 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Opmerking betreffende persoonlijke competentie. Persoonlijke competentie: Er is voldoende spelmateriaal voor de verschillende ontwikkelingsgebieden. Er is gesloten en open spelmateriaal waar de kinderen mee kunnen ontdekken en fantaseren en er zijn enkel speelhoeken Opmerking: Door bepaalde materialen in een hoek speelklaar te zetten, worden de hoeken uitdagender voor spel dan ze nu zijn. Bijv. door in de Poppenhoek een serviesje op tafel te zetten of pannetjes op het fornuisje. In plaats van in de bijbehorende kastruimte. Zienswijze over opmerking hierop: Voordat kinderen aan tafel gaan of voordat ze naar bed gaan, ruimen de kinderen al het speelgoed op. Ze zetten ook alle attributen die bij bijv. een fornuisje of poppenhoek horen in de kast, zodat duidelijk is dat er even niet gespeeld wordt. Op een later moment worden deze spulletjes wel weer neergezet. Met vriendelijke groeten, Dianne van den Hurk 10 van 10