Evaluatie archeologiebeleid. Gemeente Montfoort

Vergelijkbare documenten
Artikel 3 WOONDOELEINDEN (W)

Bijlage 7 Model-planregels

Bijlage 2: Bestemmingen

Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting

Evaluatie Archeologiebeleid. Gemeente Dalfsen

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE - REGELS TOEPASSINGSBEPALINGEN DUBBELBESTEMMINGEN

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE TOEPASSINGSBEPALINGEN DUBBELBESTEMMINGEN ALGEMENE BEPALINGEN

Bestemmingsplan Archeologie

Artikel 17 Waarde - Maastrichts Erfgoed

Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen:

Bestemmingsplan Kom Schore Gemeente Kapelle

VERORDENING OP DE ARCHEOLOGISCHE MONUMENTENZORG

urn i min min uig SC Artikel 21 Waarde - Archeologie 2 de griffier, ivbťnn bij hot besluit ļ \ ;«i i de raad van O /l l ' I

Wijzigingsplan Groenedijk 1 te Ouddorp. Gemeente Goeree-Overflakkee. Planstatus: vastgesteld wijzigingsplan Datum: 27 september 2016

WIJZIGINGEN ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan

Regels. Artikel 1 In artikel 1 wordt lid 14 vervangen door een nieuw lid 14, luidende:

Bestemmingsplan 1 e herziening Noorderpolder II Regels, 16 oktober 2009

Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

Fietspad Oude Bandijk, Cortenoever

Toelichting 3. Regels 9

Artikel 5 Bedrijventerrein

o wonen $ max. hoogte D bouwvlak ~ max. goothoogte 1:",,:i:i::iro"1 tuin ~ waarde - archeologie

bestemmingsplan Asten Archeologie 2012

Omgevingsvergunning voor de activiteit uitvoeren van een werk

Archeologiebeleid op Walcheren

Archeologische waarden Hoogezand-Sappemeer

Inpassingsplan Kantoren Ontwerp

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit uitvoeren van een werk

Ontwerp Raadsbesluit Ontwerp Verklaring van geen bedenkingen

1. Artikel 12 Horeca. De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor: - print d.d.

Regels bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk

GEMEENTE VLAARDINGEN BESTEMMINGSPLAN. BABBERSPOLDER OOST, 1 e herziening (Deelplannen 7+8)

Toelichting archeologie BP Maasdijk Tuindersweg 38. Aardwetenschappelijke, historische en archeologische gegevens

Nr. Element Werkzaamheden Bestemmingsplan Bestemming Beoordeling

Waarde Maastrichts erfgoed

Kadastrale kaart met omgevingskaart

Artikel X Wonen. X.2 Bouwregels

Op weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Boxtel. Fokko Kortlang 27 september

Uitvoeringsregeling archeologiebeleid 2 Regeling beregening & drainage Bestemmingsplan buitengebied Deventer

1. Raadsbesluit 2. Nota van beantwoording. 4. Archeologische beleidskaart

Toelichting 3. Regels 9

Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

Bestemmingsplan Voetgangersverbinding. Castricum Limmen REGELS

The Missing Link Notitie TML263. Ontwerp bestemmingsplan Bedrijventerrein Trade Port Noord Gemeente Venlo, conditie archeologie

Fietspad Melderslo - Broekhuizen (Tracédeel C)

Bijlage 3 Voorbeeld planregels

Erfgoedbeleid Ridderkerk. Archeologieverordening Ridderkerk 2013

Bedrijventerrein Fase 5 Gemeente Urk vastgesteld Projectnr Revisie 01 Datum 29 januari 2018

wijzigingsplan Dr Bouwdijkstraat

Advies Archeologie Plangebied Smidsvuurke 5, (gemeente Veldhoven)

Kom Eersel, eerste herziening, wijziging 6

INHOUDSOPGAVE blz. 1 Artikel 2: Wijze van meten. HOOFDSTUK 2. BESTEMMINGSREGELS 4 Artikel 3: Bedrijf - Nutsbedrijf. 4 Artikel 4: Bedrijf - Opstijgpunt

Hoe nu verder met archeologie in Maasdriel? Presentatie voor Commissie Ruimte Woensdag 10 oktober

BESLUIT INPASSINGSPLAN WINDENERGIE IN DE ZUIDLOB (GEMEENTE ZEEWOLDE)

REGELS Inhoudsopgave

Aanlegvergunningstelsels in BP de Reehorst: voorwaarden uit artikel

Uitwerkingsplan. Assenrade, fase 2. Gemeente Hattem. Datum: 4 juni 2013 Projectnummer:

Aansluiting A27 en verbindingsweg Groote Haar regels

De Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) geïmplementeerd voor de gemeente Gennep

Bestemmingsrapport. Piet Heinstraat 33, 7391WK Twello. Locatie Datum Inhoud: 1. Informatie 2. Visualisatie 3.

Dit document bevat modellen voor archeologische voorschriften die kunnen worden verbonden aan bouw- en sloopvergunningen.

Artikel 25 Wonen 25.1 Bestemmingsomschrijving 25.2 Bouwregels

TE KOOP. Nabij PARADIJS 1661 BR DE WEERE. percelen land totaal groot circa ha Info bij makelaar G.M. van der Velden

Inhoudsopgave. ontwerp gemeente Groningen - bestemmingsplan Gasleiding Groningen-Winschoten 2

Pagina 1 van 7 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

9.2.1 Algemene bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

status: ontwerp datum: 29 juli 2014 IDN: NL.IMRO.1892.BpGravenweg340-Ow01 werknr.: 046-GW-03

Buitengebied Doorn Regels. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels. Artikel 8 Kantoor. Plan: Buitengebied Doorn NL.IMRO.1581.bpDOObuitengebied-va02

De Regio West-Brabant is gevraagd om archeologisch advies te geven bij het ontwerpbestemmingsplan Kasteeltuin-Neerhofstraat te Zevenbergen.

Bestemmingsplan. Veegplan kernen vastgesteld

Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen

150kV-verbinding Geervliet-Middelharnis

DEFINITIEVE BESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT CONSIDERANS

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT

provinciet)renthe imi-'hhii'i'-'ln'l-llim Gemeente NOÖTOENVÈLDJ 2 2 FEB lllllilllfliiiiuililllllllll Class.nr. Nr. kop!

Bijlagen bij de regels 44

Adviesdocument 495. Project: Toelichting archeologische beleidskaart gemeente De Ronde Venen. Projectcode: 16093RVBE5

Archeologie als nieuwe conditie in de bestemmingsplannen van de gemeente Son en Breugel

Hardenberg, N34 J.C.Kellerlaan - Drentse Grens

wijzigingsplan Zijldijk 32a

BESTEMMINGSPLAN DA COSTASTRAAT 26 VAN DE GEMEENTE VLAARDINGEN PLANREGELS

ONTWERP-BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING. Werkzaamheden ten behoeve van de aanleg en exploitatie. Windpark N33, Deelgebied Eekerpolder

Thematische herziening archeologie

Plantekst conditie archeologie t.b.v. omgevingsvergunning Zoetermeer Laan van Mathenesse deel 3. The Missing Link Notitie TML416

Modelvoorschriften archeologie in de omgevingsvergunning

Kern Epse 2010, herziening Waarde-Bos

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries

Bestemmingsplan St. Dierenhospitaal en Ambulancedienst REGELS

Regels wijzigingsplan Zijldijk 41, te Leiderdorp

Op weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Bergen

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 23 november 2010, Nr. SO/2010/482366;

BIJLAGE 2 tekst herziene voorschriften van Westenholte

Blad 2. Beoordeling verzoek

Bijlage 8 Reacties op zienswijzen over archeologische dubbelbestemming in het bestemmingplan Buitengebied Midden-Drenthe

Inhoudsopgave. Regels 3

VERORDENING. De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

1.2 bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO bpMaas met de bijbehorende regels.

Hoofdstuk 1. Algemeen

Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

werkzaamheden en/of het daarbij veranderende gebruik van panden en/of percelen,

Transcriptie:

Evaluatie archeologiebeleid Gemeente Montfoort September 2013

Inleiding Het archeologisch erfgoed wordt binnen Nederland als waardevol beschouwd. De Monumentenwet legt de verantwoordelijkheid voor de bescherming van het archeologische erfgoed grotendeels bij de gemeente. Sinds 1 september 2007 zijn gemeenten verplicht rekening te houden met archeologische waarden in het bestemmingsplan. Als instrument om een goed onderbouwde belangenafweging te kunnen maken heeft de gemeente Montfoort in samenwerking met Lopik, Oudewater en Woerden gezamenlijk archeologiebeleid opgesteld. Het opgestelde beleid omvat beleidsplannen voor de gemeentes Lopik, Montfoort en Oudewater en beleidskaarten voor genoemde gemeentes en Woerden. In het beleidsplan is opgenomen dat het archeologiebeleid na twee jaar geëvalueerd zal worden. Het archeologiebeleid van de gemeente Montfoort is vastgesteld op 14 maart 2011. In deze evaluatie wordt gekeken naar het archeologisch beleid functioneert sinds vaststelling in 2011. De volgende vragen worden beantwoord in deze evaluatie: - In hoeverre is het archeologiebeleid geïntegreerd in de ruimtelijke ordening? Dit onderwerp wordt behandeld in hoofdstuk 1. - Wat is het effect van het vaststellen van het archeologiebeleid op het aantal gevraagde onderzoeken? Is er een toe- of afname te zien? Dit onderwerp komt aan bod in hoofdstuk 2 - Hoe functioneert de advisering? Hierover gaat hoofdstuk 3. - Hoe functioneert het vrijstellingenbeleid van bouwvlakken in het buitengebied? Hoofdstuk gaat hier dieper op in. - Is scenario A nog voldoende of is het wenselijk om het archeologiebeleid uit te breiden naar scenario B? In hoofdstuk 5 wordt dit onderwerp behandeld. De evaluatie wordt tenslotte afgesloten met een aantal aanbevelingen.

1. Voortgang implementatie in bestemmingsplannen Eén van de belangrijkste redenen om een archeologische beleidskaart op te stellen, inclusief gemeentelijk archeologisch beleid, is de invoering van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg geweest. Hierin is bepaald dat gemeenten bij het opstellen van bestemmingsplannen rekening dienen te houden met (te verwachten) archeologische waarden in de grond. Op het moment dat het archeologisch beleid door de gemeenteraad van Montfoort werd vastgesteld (14 maart 2011) was de gemeente Montfoort druk bezig met het actualiseren van de bestemmingsplannen. Alleen in de bestemmingsplannen die voor de kern Montfoort golden (Woonwijken en Binnenstad) was op dat moment al rekening gehouden met archeologie. Voor het overige grondgebied (Buitengebied en de kern Linschoten) moesten op dat moment nog de bestemmingsplannen worden geactualiseerd. Om te voorkomen dat in de tussentijd archeologische waarden verloren zouden gaan, is tegelijkertijd met het vaststellen van het archeologiebeleid ook een erfgoedverordening vastgesteld. In deze erfgoedverordening zijn de vrijstellingscriteria uit het archeologiebeleid vastgelegd. In dit hoofdstuk wordt bekeken in hoeverre archeologie momenteel geïntegreerd is in de ruimtelijke ordening. Archeologie in bestemmingsplannen Op 11 maart 2013 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan Buitengebied 2012 vastgesteld. Dit bestemmingsplan zou eind augustus 2013 in werking treden. Er zijn echter een aantal verzoeken om voorlopige voorziening ingediend, waardoor het bestemmingsplan nog niet in werking is getreden. De datum van inwerkingtreding is afhankelijk van wanneer de Raad van State een uitspraak doet op deze verzoeken. Wanneer het bestemmingsplan Buitengebied 2012 in werking treedt, wordt het gehele grondgebied van de gemeente gedekt door bestemmingsplannen waarin rekening is gehouden met archeologie. Hiermee wordt voldaan aan de eis uit de Monumentenwet 1988. Archeologie op de verbeeldingen van bestemmingsplannen De wijze waarop archeologie is verwerkt in de (actualisatie)bestemmingsplannen verschilt per bestemmingsplan. In de bestemmingsplannen Binnenstad, Woonwijken en Buitengebied zijn de AMK-terreinen opgenomen op de verbeelding als dubbelbestemming. Archeologische verwachtingen zijn opgenomen als aanduiding. In het bestemmingsplan Kern Linschoten zijn zowel de AMKterreinen als de archeologische verwachtingszones opgenomen als dubbelbestemming. Voor de bescherming van de archeologische waarden maakt het geen verschil of deze zijn aangeduid als aanduiding of als dubbelbestemming. Voor de duidelijkheid naar inwoners en bedrijven is het echter wel wenselijk om archeologische waarden op een eenduidige manier in alle bestemmingsplannen te beschermen. Archeologie in de regels van bestemmingsplannen Daarnaast bestaan er ook verschillen in de manier waarop archeologische waarden in de regels van de bestemmingsplannen zijn geregeld. De manier waarop archeologische waarden en verwachtingen in de bestemmingsplannen Binnenstad en Woonwijken in de regels zijn beschermd, kan leiden tot een verschil van interpretatie in de vraag of archeologisch onderzoek nu wel of niet gevraagd kan worden bij bouwwerkzaamheden. In de bestemmingsplannen Kern Linschoten en Buitengebied 2012 zijn de archeologische waarden en verwachtingen wel op een eenduidige manier geregeld, zonder dat hier sprake kan zijn van de vraag of archeologisch onderzoek nu wel of niet gevraagd kan worden. Als bijlage zijn zowel de regels voor wat betreft archeologie weergegeven van de bestemmingsplannen Binnenstad en Woonwijken, als de regels van de bestemmingsplannen Buitengebied 2012 en Kern Linschoten.

Aanbevelingen Voor de duidelijkheid naar inwoners en bedrijven verdient het daarom aanbeveling om bij een volgende actualisatie van de bestemmingsplannen (vanaf 2019) archeologische waarden en verwachtingen op een eenduidige manier te beschermen in de regels en verbeeldingen van de bestemmingsplannen. De manier waarop dit gedaan is in het bestemmingsplan Kern Linschoten heeft daarbij de voorkeur. Om de archeologische waarden ook voldoende te beschermen in de kern Montfoort, en dan met name in de Binnenstad, is het noodzakelijk om de Erfgoedverordening gemeente Montfoort 2011 van kracht te laten blijven.

2. Voortgang implementatie in het vergunningentraject Door invoering van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg werden gemeenten verplicht om rekening te houden met archeologie in hun bestemmingsplannen. Zoals uit het voorgaande hoofdstuk is gebleken, is in alle geactualiseerde bestemmingsplannen inmiddels rekening gehouden met archeologie. Tegelijkertijd met het vaststellen van het archeologiebeleid in 2011 is ook de erfgoedverordening vastgesteld, waarin ook de bescherming van archeologische waarden is geregeld. Sindsdien kan er ook als er geen sprake is van een bestemmingswijziging, archeologisch onderzoek gevraagd worden. Het is daarom belangrijk om te weten welk effect het vaststellen van het archeologiebeleid en de erfgoedverordening heeft gehad op het aantal gevraagde onderzoeken bij werkzaamheden in de grond. In dit hoofdstuk wordt hier verder op ingegaan. Ontwikkeling aantal onderzoeken Voorafgaand aan de vaststelling van het archeologiebeleid in 2011 is bij een aantal projecten al archeologisch onderzoek gevraagd. Het betrof hier projecten, waarvoor een bestemmingswijziging of vrijstelling/ontheffing van het bestemmingsplan noodzakelijk was en waarbij dus ook onderzoek gevraagd kon worden. In andere gevallen, waarbij sprake was van een ontwikkeling die binnen het bestemmingsplan paste, kon geen archeologisch onderzoek worden gevraagd. Sinds de invoering van de WAMZ is een duidelijke toename te zien van het aantal projecten waarbij onderzoek is gevraagd, van nul in 2006 naar zeven in 2009. Sinds de vaststelling van het archeologiebeleid in 2011 is het aantal archeologische onderzoeken gedaald naar twee in 2012. Overigens moet opgemerkt worden dat een aantal onderzoeken over meerdere jaren verspreid uitgevoerd zijn, doordat bijvoorbeeld na een inventariserend booronderzoek nog aanvullend onderzoek nodig was. De jaren die hier genoemd worden, zijn de jaren waarin het laatste onderzoek van het project heeft plaatsgevonden. Jaar Aantal project met archeologisch onderzoek 2004 1 2005 1 2006 0 2007 1 2008 2 2009 7 2010 3 2011 2 2012 2 2013 2 Gerichter onderzoek gevraagd Sinds vaststelling van het archeologiebeleid lijkt een afname van het aantal gevraagde onderzoeken te hebben plaats gevonden. Hiervoor kunnen verschillende oorzaken worden genoemd. In het archeologiebeleid worden verschillende gebieden vrijgesteld van archeologisch onderzoek. Een belangrijke hierbij is het binnenstedelijk gebied dat na de oorlog is ontwikkeld. Doordat deze gebieden vrijgesteld zijn van archeologisch onderzoek, is voor de volgende projecten geen archeologisch onderzoek meer gevraagd, terwijl dat voor 2011 nog wel het geval zou zijn geweest: - Anne Franklaan - Miep Giesstraat

- Timothëushof - Voormalig postkantoor Daarnaast heeft de vrijstelling van archeologisch onderzoeken voor bouwvlakken in het buitengebied waar al bebouwing aanwezig is, ervoor gezorgd dat voor zeven vergunningen geen archeologisch onderzoek gevraagd kon worden, terwijl dit op grond van de archeologische verwachtingenkaart wel had gemoeten. Wanneer deze vrijstelling niet had gegolden, was het aantal onderzoeken de laatste jaren niet gedaald en misschien zelfs wel gestegen. Minder aanvragen, dus minder onderzoeken Een andere, misschien wel de belangrijkste, oorzaak voor de afname van het aantal gevraagde onderzoeken, is de economische crisis. Het aantal bouwaanvragen is sinds 2010 sterk gedaald, waarmee ook het aantal werkzaamheden in archeologisch waardevolle gebieden is gedaald. In sommige gevallen nu wel onderzoek Naast dat voor een groot aantal werkzaamheden geen onderzoek meer gevraagd wordt door vaststelling van het archeologiebeleid, is er voor enkele werkzaamheden door het vaststellen van het archeologiebeleid juist wel onderzoek gevraagd, terwijl dit voor vaststelling van het beleid in 2011 niet gedaan zou zijn. Het gaat hier om de aanleg van een nieuwe waterleiding van. Naar en voor de kleiwinning ten westen van IJsselveld 1 en ten oosten van de M.A. Reinaldaweg. Conclusie Geconcludeerd zou kunnen worden dat er sinds het vaststellen van het archeologiebeleid gerichter onderzoek gevraagd wordt. Dit geldt met name voor werkzaamheden in het stedelijk gebied. Er wordt minder onnodig onderzoek gevraagd. Wel is het de vraag of er bij werkzaamheden in het buitengebied, in het geval van de bouwvlakken, niet te weinig onderzoek wordt gevraagd. Hierop wordt in hoofdstuk 4 verder ingegaan. Overigens moet wel opgemerkt worden dat het hier om kleine aantallen onderzoeken gaat, waardoor het lastig blijft om een gerichte conclusie te kunnen trekken.

3. Archeologische advisering Sinds 1 september 2007 is de gemeente bevoegd gezag geworden op het gebied van archeologie. Dit houdt in dat de gemeente archeologische onderzoeken, plannen van aanpak en programma s van eisen toetst. Ook bepaalt de gemeente op basis van deze toetsing of verder onderzoek noodzakelijk is of dat een terrein vrijgegeven kan worden. In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op hoe de archeologische advisering tot nu is verlopen, zowel voor vaststelling als na vaststelling van het archeologiebeleid. Archeologische advisering rapporten en PvE s Omdat er binnen de ambtelijke organisatie van Montfoort niet voldoende archeologische kennis aanwezig was, heeft de gemeente Montfoort in 2007 gekozen om, samen met Lopik en Oudewater, de adviseringstaken te laten uitvoeren door de archeoloog van de gemeente Woerden. Deze constructie eindigde eind 2010. Toen had de gemeente Montfoort twee keuzes: samen met Woerden (en eventueel Lopik en/of Oudewater) een archeoloog in dienst nemen of de advisering uit te besteden bij een archeologisch adviesbureau. Door Montfoort is gekozen om deze archeologische taken uit te besteden aan Hazenberg Archeologie. Ook Lopik heeft destijds deze keuze gemaakt. Over 2011 werd voor 40,25 uur aan archeologisch advies ingehuurd ( 2.633,50 exclusief BTW). Over 2012 werd voor 18,25 uur aan archeologisch advies ingehuurd ( 1.165,- exclusief BTW). Taken ambtenaar archeologie Daarnaast is binnen de ambtelijke organisatie één ambtenaar contactpersoon voor wat betreft archeologie. De benodigde ambtelijke uren voor archeologie betroffen gedurende de periode na vaststelling van het archeologiebeleid ongeveer acht uur per maand. De volgende taken omvatten het merendeel van deze uren: - Toetsing vergunningen (in archeologische gebieden en groter dan de gesteld ondergrenzen) op aspect archeologie - Beoordelen archeologie in bestemmingsplannen - Contact met externe adviseur over archeologische rapportages - Onderhouden van het archeologisch beleid van de gemeente Montfoort - Uitzetten van archeologische rapporten voor gemeentelijke projecten - Contact met streekarchivaris Het voordeel van deze constructie ten opzichte van het in dienst nemen van een archeoloog, is dat alleen kosten worden gemaakt op het moment ook daadwerkelijk onderzoeken beoordeeld dienen te worden. Gezien het geringe aantal archeologische onderzoeken dat gevraagd is sinds de vaststelling van het archeologiebeleid in 2011, is het lastig te bepalen wanneer archeologische advisering nodig is. Het in dienst nemen van een (regio)archeoloog betekent dat hier sowieso kosten voor worden gemaakt, ook als er geen vragen liggen. Aanbevelingen Er wordt dan ook voorgesteld om de archeologische advisering uit te blijven besteden. Hazenberg archeologie is echter onlangs failliet gegaan. Daarom dient wel onderzocht te worden wie de archeologische advisering nu op zich gaat nemen. Voorlopig is deze belegd bij de Omgevingsdienst Regio Utrecht.

4. Vrijstellingenbeleid Bij het vaststellen van het archeologiebeleid in 2011 heeft de gemeenteraad ervoor gekozen om alle bouwvlakken in het buitengebied waar al bebouwing aanwezig is, vrij te stellen van het doen van onderzoek. Ook bouwvlakken waar een hoge archeologische verwachting voor geldt (en waar de kans dus groot is dat bij verstoringen in de grond archeologie aanwezig is in de grond) zijn vrijgesteld van het doen van onderzoek. Naar de effecten van deze maatregel wordt niet alleen binnen de gemeente Montfoort, maar ook hier buiten (bijvoorbeeld in Oudewater en Lopik) met veel belangstelling gekeken. In dit hoofdstuk wordt verder ingegaan wat de effecten zijn geweest van het vrijstellen van alle bouwvlakken in het buitengebied, waar al bebouwing aanwezig is. Situatie waar geen onderzoek is gevraagd, terwijl dit wel wenselijk was. De reden om bouwvlakken in het buitengebied, waar al bebouwing aanwezig is, uit te sluiten is dat doordat er al bebouwing aanwezig is, de bodem al verstoord zal zijn en daardoor de eventuele archeologische waarden al vernietigd zouden zijn. Om inzicht te kunnen krijgen in de effecten van deze vrijstellingsmaatregel dient eerst bepaald te worden in hoeveel gevallen op grond van de beleidskaart archeologisch onderzoek wel onderzoek zou zijn gevraagd als deze maatregel niet was ingevoerd. Tot nu toe betreft het minimaal zeven gevallen. Het gaat hier met name om het oprichten van schuren en stallen met oppervlakte groter dan 200 m2 in gebieden met een hoge archeologische verwachting. Op basis van de archeologische verwachtingenkaart zou onderzoek hier wel wenselijk zijn geweest. Of deze maatregel tot vernietiging van waardevolle archeologische resten heeft geleid, is lastig te zeggen. Officieel is iedereen verplicht om bij het aantreffen van archeologische resten in de grond dit te melden bij de gemeente. Dit is de afgelopen twee jaar niet gebeurd. Geconcludeerd zou kunnen worden dat door de werkzaamheden geen archeologische resten zijn vernietigd. Deze conclusie lijkt echter te voorbarig. In de praktijk wordt of archeologie niet herkend tijdens werkzaamheden in de grond of niet gemeld bij het wel aantreffen en herkennen ervan. In het laatste geval wordt doorgegaan met de werkzaamheden. Wanneer deze resten wel gemeld zouden worden bij de gemeente, dan kan de gemeente de bouw stil leggen tot besloten is wat er met de archeologische resten moet gebeuren. Dit kan leiden tot vertraging van de bouw. Financieel risico gemeente De gemeente loopt een groot financieel risico sinds de gemeente ervoor heeft gekozen om bouwvlakken in het buitengebied, waar al bebouwing aanwezig is, vrij te stellen van archeologisch onderzoek. De meeste bouwvlakken in het buitengebied liggen in gebieden met een hoge archeologische verwachting. Het gaat hier met name om oude stroomruggen, die over het algemeen hoger in het landschap lagen dan de aangrenzende komgebieden. Deze stroomruggen waren de gebieden waar mensen vroeger woonden. De kans op het aantreffen van archeologie op deze stroomruggen is groot. Wanneer in deze gebieden werkzaamheden in de grond plaatsvinden als gevolg van bouwwerkzaamheden en er wordt iets aangetroffen, dan dient dit gemeld te worden bij de gemeente. De gemeente dient dan een besluit te nemen over wat te doen met de vondstmelding. Veelal zal de bouw stop gezet moeten worden en dient eerst nader archeologisch onderzoek te worden verricht. Hieraan zijn kosten verbonden. Doordat de gemeente deze bouwvlakken vrij heeft gesteld van archeologisch onderzoek, zijn de kosten van het stilleggen van de bouw en het doen van archeologisch onderzoek voor de gemeente. Deze kosten kunnen in de tienduizenden euro s lopen.

Aanbevelingen Om financieel risico voor de gemeente te voorkomen, wordt aanbevolen om de vrijstelling van bouwvlakken in het buitengebied, waar al bebouwing aanwezig is, in te trekken en de vrijstellingsregels te gaan hanteren, die gelden bij gebieden met een hoge archeologische verwachting. De vrijstellingsregels voor deze gebieden zijn werkzaamheden in de grond waarbij de oppervlakte van het plangebied maximaal 200 m2 bedraagt en de diepte maximaal 50 cm beneden maaiveld omvat. Voor het oprichten van een gemiddelde woning is dan geen archeologisch onderzoek nodig. Voor het oprichten van een agrarisch gebouw over het algemeen wel. Hiermee wordt een goede balans gerealiseerd tussen enerzijds het behoud van archeologische waarden en anderzijds de individuele belangen van een particulier.

5. Scenario A behouden of uitbreiden naar scenario B? Voorafgaand aan de vaststelling van het archeologiebeleid is op 6 juli 2009 een kadernotitie voorgelegd aan de gemeenteraad. Twee keuzes zijn voorgelegd aan de gemeenteraad: scenario A en scenario B. Scenario A hield een verankering van archeologie in de ruimtelijke ordening in, waarmee voldaan werd aan de wettelijke verplichting om bij vaststelling van bestemmingsplannen rekening te houden archeologische waarden in de grond. Scenario B was niet zozeer een alternatief voor scenario A, maar meer een aanvulling hierop. In scenario B wordt archeologie integraal opgenomen in een erfgoedbeleid. Ook wordt meer gedaan aan publieksvoorlichting en kan de gemeente kiezen voor een gemeentelijke onderzoeksagenda en het aanwijzen van gemeentelijke archeologische monumenten. Door de raad is destijds gekozen voor scenario A, met daarbij de aanvulling dat bij de evaluatie van het archeologiebeleid gekeken dient te worden of uitbouw naar scenario B wenselijk is. In dit hoofdstuk wordt ingegaan of scenario A nog steeds voldoende is of dat het wenselijk is het archeologiebeleid uit te breiden met één of meerdere onderdelen van scenario B. Cultuurhistorische waarden- en verwachtingenkaart Eén van de onderdelen van scenario B was tot het komen van een integraal erfgoedbeleid, waarbij ook cultuurhistorische waarden binnen de gemeente goed in beeld zijn gebracht en gewaardeerd. In 2009 is bepaald dat de beleidskaart beperkt diende te worden tot het wettelijk verplichte, oftewel het archeologiegedeelte. Per 1 januari 2012 is door een wijziging van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) echter bepaald dat gemeenten bij het opstellen van bestemmingsplannen, net zoals bij archeologie, ook rekening dienen te houden met cultuurhistorische waarden binnen hun grondgebied. Het is wenselijk om hiervoor een cultuurhistorische waarden- en beleidskaart te opstellen. Onder cultuurhistorische waarden worden naast gebouwde monumentale panden ook onder andere landschappelijke en bebouwingsstructuren verstaan. Deze beleidskaart gaat dan dienen als onderbouwing voor nieuw op te stellen bestemmingsplannen. Door een beleidskaart op te stellen worden duidelijke randvoorwaarden gegeven aan initiatiefnemers van ruimtelijke projecten in het buitengebied. Ook kan de cultuurhistorische verwachtingen- en beleidskaart dienen als inspiratiebron. Tenslotte worden kosten bespaard, doordat in één keer een beleidskaart voor het gehele grondgebied wordt opgesteld en niet steeds bij elk bestemmingsplan opnieuw cultuurhistorisch onderzoek plaats dient te vinden. Overige onderdelen scenario B Andere onderdelen uit scenario B betreffen onder andere actieve publieksvoorlichting en het aanwijzen van terreinen tot gemeentelijk archeologisch monument. Behoudens persberichten op het moment dat er iets bijzonders wordt gevonden, wordt er op het gebied van archeologie niets aan publieksvoorlichting gedaan. Aanbevelingen Het is wenselijk en (vanwege een wijziging in het Bro) noodzakelijk om scenario A uit te breiden met het volgende onderdeel van scenario B: - Het opstellen van een cultuurhistorische waarden en verwachtingenkaart.

6. Aanbevelingen voor aanpassingen van het archeologiebeleid Op basis van het voorgaande worden de volgende aanpassingen van het in 2011 vastgestelde archeologiebeleid voorgesteld: 1. Vrijstellingenbeleid bouwvlakken in het buitengebied intrekken. Daarvoor in de plaats de volgende vrijstellingencriteria laten gelden: a. Gebieden met een hoge archeologische verwachting: plangebied maximaal 200 m2 en diepte bodemingreep maximaal 50 cm b. Gebieden met een middelhoge archeologische verwachting: plangebied maximaal 2.500 m2 en diepte bodemingreep maximaal 100 cm c. Gebieden met een lage archeologische verwachting: geen m.e.r.-plichtige projecten 2. Opstellen van een cultuurhistorische waarden- en beleidskaart voor het gehele grondgebied

Bijlagen

Bijlage 1: archeologieregels in de bestemmingsplannen Woonwijken & Binnenstad a. Ter plaatse van de aanduiding archeologisch waardevol gebied 4 zijn de betreffende gronden tevens bestemd voor bescherming en veiligstelling van archeologische (verwachtings-) waarden. b. Het is verboden om of in deze gronden zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werkzaamheden of werken, niet zijnde bouwwerken uit te voeren: afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage op een grotere diepte dan 50 cm; heiwerkzaamheden en het op een of andere wijze indrijven van voorwerpen; verlagen of verhogen van het waterpeil; aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd; aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; het aanbrengen of verwijderen van diepgewortelde beplantingen. c. Het verbod als bedoeld onder b. is niet van toepassing, indien de werkzaamheden of werken: een oppervlakte beslaan van ten hoogste 200 m2; reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan; mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning aanleg werken of een ontgrondingvergunning, of; ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd. d. De aanvrager van een omgevingsvergunning aanleg werken als bedoeld onder b. die betrekking heeft op gronden, met de betreffende aanduiding, legt een rapport over waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, is vastgesteld. e. Burgemeester en wethouders verlenen de omgevingsvergunning aanleg werken indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld onder d. genoegzaam blijkt dat: er geen archeologische waarden zijn te verwachten of kunnen worden geschaad; schade door de werkzaamheden of werken kan worden voorkomen of zoveel mogelijk kan worden beperkt door het in acht nemen van een omgevingsvergunning aanleg werken verbonden voorschriften. f. Burgemeester en wethouders kunnen de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning aanleg werken verbinden: de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden; de verplichting tot het doen van opgravingen; of de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties. g. Indien het bepaalde onder f. tweede en derde gedachtenstreepje van toepassing is, wordt in de voorschriften geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de werkzaamheden of werken.

Kern Linschoten & Buitengebied 2012 Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 21.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m; b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien: 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld; 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen voorschriften en beperkingen te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige; c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken: 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering; 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - 1': een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 50 m² dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst; 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - 2': een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 200 m² dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 50 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst; 4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - 3': een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 2.500 m² dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 1 m en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst; 5. ter plaatse van de aanduiding 'specifiek vorm van waarde - 4': een bouwwerk dat m.e.r.- plichtig is.

Bijlage 2: Overzicht uitgevoerde onderzoeken Project Jaar Soort onderzoek Reden onderzoek Resultaat Voorvliet 2004 Bureau- en verkennend booronderzoek Middelhoge tot hoge verwachting Geen vindplaatsen Nieuw Breedijk 2005 Bureau- en verkennend booronderzoek Middelhoge tot hoge verwachting Geen vindplaatsen Mannenhuisstraat 2007 Opgraving AMK-terrein Vindplaats aanwezig Schoolstraat 14 2008 Opgraving AMK-terrein Vindplaats aanwezig Boslaan 2008 Bureau- en verkennend booronderzoek AMK-terrein Geen vindplaatsen Hofland-Oost 2009 Proefsleuvenonderzoek Middelhoge tot hoge verwachting Geen vindplaatsen De Plaats 5 2009 Archeologische begeleiding AMK-terrein Mogelijke vindplaats Onder de Boompjes 15 2009 Bureau- en verkennend booronderzoek AMK-terrein Aanpassing plan Begraafplaats De Stuivenberg 2009 Karterend booronderzoek Hoge verwachting Geen vindplaatsen Blokland naast nummer 10 2009 Karterend booronderzoek Hoge verwachting Geen vindplaatsen De Cope 3 2009 Bureau- en verkennend booronderzoek Hoge verwachting Geen vindplaatsen Hoogstraat 9-11 2009 Archeologische begeleiding AMK-terrein Vindplaats aanwezig Mastwijkerdijk 56 2010 Bureau- en verkennend booronderzoek Hoge verwachting Verder onderzoek nodig Johan de Ridderlaan 1 2010 Bureau- en verkennend booronderzoek Hoge verwachting Verder onderzoek nodig Nieuwe Zandweg 23 2010 Bureau- en verkennend booronderzoek Hoge verwachting Geen vindplaatsen Drinkwaterleiding 2011 Bureau- en verkennend booronderzoek Middelhoge tot hoge verwachting Geen vindplaatsen Kleiwinning M.A. Reinaldaweg 2011 Bureau- en verkennend booronderzoek Hoge verwachting Aanpassing plan Achterstraat 1A 2012 Archeologische begeleiding AMK-terrein Vindplaats aanwezig Watergebiedsplan 2012 Bureauonderzoek Middelhoge tot hoge verwachting Verder onderzoek nodig Kop IJsselveld 2013 Proefsleuvenonderzoek Hoge verwachting Verder onderzoek nodig Lieve Vrouwegracht 16-20 2013 Proefsleuvenonderzoek en archeologische begeleiding AMK-terrein Verder onderzoek nodig