Inspectierapport BSO De Sterrenwacht (BSO) Kalslagerring 15 2151TA NIEUW-VENNEP Registratienummer 178355409 Toezichthouder: GGD Kennemerland In opdracht van gemeente: HAARLEMMERMEER Datum inspectie: 01-05-2014 Type onderzoek : Regulier onderzoek Status: Definitief
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Veiligheid en gezondheid... 7 Inspectie-items... 8 Gegevens voorziening... 10 Gegevens toezicht... 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 11 2 van 11
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Dit onderzoek is uitgevoerd om opdracht van de gemeente Haarlemmermeer. Beschouwing Op 1 mei 2014 heeft GGD Kennemerland een onaangekondigde inspectie uitgevoerd bij bso de Sterrenwacht te Nieuw Vennep. Tijdens dit onaangekondigde risicogestuurde inspectiebezoek zijn enkele voorwaarden (welke verder zijn uitgewerkt in het rapport) uit de Wet Kinderopvang en de bijbehorend "Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen" en "Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen" getoetst. Bso de Sterrenwacht valt onder de Stichting Openbare Kantoortijden Scholen en is een organisatie met verschillende locaties in de gemeente Haarlemmermeer. Bso de Sterrenwacht is gevestigd in basisschool Het Palet en de Antoniusschool te Nieuw Vennep. Er zijn 3 groepen, ingedeeld op leeftijd. De bso heeft 3 eigen lokalen tot haar beschikking en maakt gebruik van de buitenruimte van de scholen. De buitenschoolse opvang voldoet op dit moment volledig aan de Wet Kinderopvang en bijbehorend Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen" en "Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen". Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 11
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens dit onderzoek is de pedagogische praktijk beoordeeld. Pedagogische praktijk De pedagogische praktijk is beoordeeld d.m.v. een observatie op de groep, tijdens een schilderactiviteit en de lunch. Emotionele veiligheid: Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep. Het welbevinden van de kinderen is goed. De meeste kinderen zijn ondernemend, energiek en vol aandacht. Zij genieten van de dingen die gebeuren en die zijzelf kunnen. Zij zijn ingespannen met iets bezig, maar kunnen daarna ook weer ontspannen. Tijdens de observatie is goed te zien dat de kinderen enthousiast meedoen aan de aangeboden activiteit. Kinderen mogen stenen schilderen, i.v.m. een Afrikaans spel. Alle kinderen komen om de beurt aan bod en er zijn kinderen die al meerdere malen stenen hebben beschilderd omdat zij het zo leuk vinden. De beroepskrachten hebben een respectvolle houding naar de kinderen. Beroepskrachten reageren op een warme en ondersteunende manier op kinderen. Zij gaan relaxed met de kinderen om. De beroepskrachten sluiten op een passende wijze aan op de interesse en emotie die het kind aangeeft. Tijdens het schilderen geeft de beroepskracht veel aanwijzingen aan de kinderen, hoe je de kwast moet gebruiken, hoe je kleuren kan mengen etc. Kinderen worden verder vrij gelaten in de uitvoering. Ook krijgen de kinderen regelmatig een complimentje "Het gaat goed hè, het wordt hartstikke mooi". Persoonlijke competentie: De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren individuele kinderen. Beroepskrachten helpen het kind om zelf tot een oplossing te komen. Beroepskrachten geven uitleg, stellen vragen en geven advies zodat de eigen mogelijkheden en het zelfvertrouwen van een kind vergroot worden in deze en vergelijkbare situaties. Tijdens de lunch wordt de tafel gedekt en krijgt elk kind een boterham: "Je mag zelf smeren. En de kinderen die het nog niet kunnen; wie heeft er nog hulp nodig bij het smeren?" zegt de beroepskracht. Een ander kind vraagt: "Mag ik beginnen?" "Ja hoor je mag gewoon beginnen en als je hulp nodig hebt hoor ik het wel" zegt de beroepskracht. Er is aandacht voor leermomenten. De activiteiten sluiten aan op het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Er wordt op groepsniveau en op individueel niveau gewerkt aan het verkennen en verleggen van grenzen van kinderen. Tijdens het schilderen wordt uitgelegd dat de kinderen kleuren kunnen mengen om andere kleuren te krijgen. De beroepskracht zegt tegen twee kinderen die aanschuiven bij het schilderen: "En jullie mogen mengen, als je geel mengt met blauw dan wordt het groen." "Echt waar?" zegt één van de kinderen. "Ja en als je rood en blauw mengt krijg je paars" zegt de beroepskracht. "Al die kleuren zijn gemaakt met geel, rood en blauw". Sociale competentie: De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling. De beroepskrachten moedigen interactie tussen groepsgenootjes actief aan. Zij richten de aandacht van kinderen op elkaar en helpen om de interactie in stand te houden. Tijdens de lunch wordt gestimuleerd dat de kinderen "samen werken". Zij moeten aan elkaar om bijvoorbeeld de boter of de kaas vragen en dit doorgeven. De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren. De beroepskrachten helpen de kinderen actief om samen dingen te ondernemen, ook als daarbij het individuele belang af en toe opzij gezet moet worden voor het collectieve belang. Alle kinderen moeten even op elkaar wachten voordat zij kunnen beginnen aan de lunch. Als een kind toch gaat beginnen zegt de beroepskracht daar iets van, "Ehh wij wachten toch even totdat iedereen zijn boterham gesmeerd heeft, ik vind dit niet zo leuk". Normen en waarden: 4 van 11
Afspraken, regels en omgangsnormen zijn aanwezig. De beroepskracht zegt tegen de kinderen die gaan beginnen met schilderen: "Ik wil dat jullie een schort aan doen." Eén van de kinderen zegt: "Ik heb oude kleren aan". "Nee je doet hier een schort aan, geen discussie" zegt de beroepskracht. Afspraken, regels en omgangsnormen worden aan de kinderen uitgelegd. "Wat wil je op brood?" vraagt de beroepskracht aan een kind. "Pasta" zegt het kind. "Nee, het eerste broodje nemen we hartig, kaas, ham, smeerworst, worst" zegt de beroepskracht. Gebruikte bronnen: Observaties 5 van 11
Personeel en groepen Bso de Sterrenwacht heeft 3 groepen op leeftijd ingedeeld. Tijdens de inspectie was het vakantie en waren de groepen samengevoegd. Er werken 2 vaste beroepskrachten per groep per dag. Verklaring omtrent het gedrag De toetsing van de verklaringen omtrent het gedrag zijn gebaseerd op een steekproef. Alle medewerkers uit de steekproef beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De toetsing van de beroepskwalificatie zijn gebaseerd op een steekproef. Alle medewerkers uit de steekproef beschikken over een passende beroepskwalificatie. Beroepskracht-kindratio Uit het personeelsrooster en de bezettingslijst van de inspectie dag blijkt dat aan de eisen wordt voldaan. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in basisgroepen. Gebruikte bronnen: Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster 6 van 11
Veiligheid en gezondheid De meldcode kindermishandeling is getoetst. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld, deze voldoet. Gebruikte bronnen: Meldcode kindermishandeling 7 van 11
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 11
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 7 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 9 van 11
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : BSO De Sterrenwacht Website : http://www.kantoortijdenschool.nl Aantal kindplaatsen : 80 Gegevens houder Naam houder : Stichting Openbare Kantoortijdenschool Adres houder : Wilhelminalaan 55 Postcode en plaats : 2132DV HOOFDDORP KvK nummer : 34199438 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Kennemerland Adres : Postbus 5514 Postcode en plaats : 2000GM HAARLEM Telefoonnummer : 023-7891613 Onderzoek uitgevoerd door : M. Smit Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : HAARLEMMERMEER Adres : Postbus 250 Postcode en plaats : 2130AG HOOFDDORP Planning Datum inspectie : 01-05-2014 Opstellen concept inspectierapport : 08-05-2014 Vaststelling inspectierapport : 26-05-2014 Verzenden inspectierapport naar houder : 26-05-2014 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : 26-05-2014 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 26-05-2014 10 van 11
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum Houder heeft geen zienswijze ingediend binnen de gestelde wettelijke termijn. 11 van 11