BRL 9500 Deel oktober 2016

Vergelijkbare documenten
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor het KOMO -, respectievelijk het NL-EPBD -procescertificaat voor ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor het KOMO -, respectievelijk het NL-EPBD -procescertificaat voor ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor het KOMO -, respectievelijk het NL-EPBD -procescertificaat voor ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL

BRL 9500 Deel 05 concept xx-xxxx 2016

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor het KOMO -, respectievelijk het NL-EPBD -procescertificaat voor ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL

BRL 9500 Deel 06 concept

BRL 9500 Deel

Energielabels Inhoudelijke gevolgen van de overgang naar de nieuwe BRL 9500, d.d

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor het KOMO -, respectievelijk het NL-EPBD -procescertificaat voor ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL

BRL 9500 Deel

KvINL. WB d.d. 1 augustus 2015 bij BRL 9500, deel 01 ENERGIEPRESTATIEADVISERING, BIJZONDER DEEL ENERGIE-INDEX, BESTAANDE WONINGEN

BRL 9500 Deel

Algemene informatie bij dit wijzigingsblad Dit wijzigingsblad (WB) geeft vervangende bepalingen bij BRL 9500, deel 01, d.d

BRL 9500 Deel 00 NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor het KOMO -, respectievelijk het NL-EPBD -procescertificaat voor ENERGIEPRESTATIEADVISERING

BRL 9500 Deel

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN

KvINL. Wijzigingsblad d.d. 1 augustus 2015 bij BRL 9500, deel 00 ENERGIEPRESTATIEADVISERING, ALGEMEEN DEEL

1. Voor welke deelregelingen wilt u zich certificeren?

BRL 9500 Deel

KBI Wijzigingsblad d.d bij BRL

Veelgestelde vragen BRL9500

Handleiding voor het opstellen van een Intern kwaliteitshandboek. Energieprestatieadvisering Woningbouw BRL9500

WB 9501 Wijzigingsblad d.d. 4 december 2014 bij BRL 9501

BRL s. drs. ir. T. (Ton) van Oostwaard. Presentatie Workshop BRL /

Wijzigingsblad BRL 4702

Overzicht interpretatie- en wijzigingsbesluiten CCvD BRL9500 Energieprestatieadvisering (inclusief ISSO-publicaties) versie 17 december 2013

Certificering voor Energieprestatieadvisering. conform BRL9500 voor woningen en utiliteitsgebouwen

Datum vaststelling CCvD Paragraaf Paragraaf nvt nvt - -

BRL 6000 Deel

Handleiding Intern kwaliteitshandboek voor Energieprestatieadvisering. conform BRL9500 voor woningen

BRL 6000 Deel

BEOORDELINGSRICHTLIJN voor het HortiQ kwaliteitssysteemcertificaat voor BEDRIJVEN IN DE KASSENBOUWSECTOR

WIJZIGINGSBLAD BRL 1332 Het thermisch isoleren met een in situ spraysysteem van polyurethaanschuim. Pagina 1 van 5 d.d

Wijzigingsblad d.d bij BRL 9501

Betrouwbaarheid van energielabels bij woningen. Herhalingsonderzoek Datum 24 juni 2010

BRL 6000 Deel 08C

Overzicht interpretatie- en wijzigingsbesluiten CCvD BRL9500 Energieprestatieadvisering (inclusief ISSO-publicaties) versie 19 mei 2016

Positie van BRL s bij certificering van bedrijven. Wil van Ophem. Nationaal Congres Warmtepompen te Ede, 23 mei Presentatie vandaag

Techniek gebied INST. Vastgesteld door het CCvD van de Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector op 20 maart 2012

BRL 6000 Deel

Overzicht interpretatie- en wijzigingsbesluiten CCvD BRL9500 Energieprestatieadvisering (inclusief ISSO-publicaties) versie 26 januari 2015

Derde onderzoek naar de betrouwbaarheid van energielabels bij woningen. Datum 17 augustus 2011 Status definitief

Wijzigingsblad d.d bij BRL 9501

EPG-Certificering B.V. Certificatiereglement volgens BRL9500. Datum 16 maart 2015

Certificering voor ontwerpen, installeren en beheren van installaties conform BRL6000

BRL 6000 Deel

Besluit CB Vaststellingsbesluit BRL AB Het CCvD heeft kennis genomen van het Bijzondere Deel BRL AB van 16 juni 2016.

Raad voor Accreditatie (RvA) Specifiek Accreditatie- Protocol (SAP) voor Productcertificatie BRL 9500 Energieprestatieadvisering

Handleiding voor het opstellen van een Intern kwaliteitshandboek. Energieprestatieadvisering Utiliteitsbouw BRL9500

Toelichtende notitie bij de ter kritiek gepubliceerde BRL9500, BRL9501 en ISSO-publicaties 75.1 en 82.1.

Gemeten kwaliteit EPA BRL9500 door Certificerende Instellingen

KBI. Vergelijkingsdocument BRL6001-BRL6000

Eindtermen en toetsmatrijs: Netto warmtevraag zeer energiezuinige woningen Vastgesteld door de EPA-examencommissie en goedgekeurd door de COEC van

Geldigheid kwaliteitsverklaringen De productcertificaten die op basis van de BRL 9903 d.d zijn afgegeven behouden hun geldigheid.

Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG. Geachte mevrouw Ollongren,

Certificering Legionellapreventie

BEOORDELINGSRICHTLIJN

Oplevertoets Nieuwbouw/ Zeer Energiezuinige woningen. Netto warmte vraag ZEW. Kees Arkesteijn (ISSO)

Wijzigingsblad BRL 5023 d.d

Geldigheid productcertificaten De productcertificaten die op basis van de BRL 9901 d.d zijn afgegeven behouden hun geldigheid.

BEOORDELINGSRICHTLIJN WIJZIGINGSBLAD

, J.B.J. Luttikhold. 2 drs. G.J. Zoetbrood. KOMO INSTAL procescertificaat. 4-Elements Systeemtechniek. Besluit bodemkwaliteit

Kennisinstituutvan,vooren endoordeinstallatiesector. KeesArkesteijn,projectcoördinator

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BORG 2005 versie 2 Procescertificaat voor het ontwerp, de installatie en het onderhoud van inbraakbeveiliging.

, J.B.J. Luttikhold. j B.T.M. Holtus. KOMO INSTAL procescertificaat. Hoppenbrouwers Techniek B.V. INSTAL. Besluit bodemkwaliteit

KOMO INSTAL. Van Haren Installaties B.V. Besluit bodemkwaliteit

2 drs. G.J. Zoetbrood. E R.C. Verhagen. KOMO INSTAL procescertificaat

Ter kritiek t/m 1 mei 2018 KvINL

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN voor het BORG procescertificaat voor ONTWERPEN, UITVOEREN EN ONDERHOUDEN VAN INBRAAKBEVEILIGING

BRL 9600 Nationale Beoordelingsrichtlijn

verwijzingen zijn afgestemd op ISSO 82.1 versie oktober 2009

Nummer: K pag. 1 van 6

Tarievenblad 2018 EPG-Certificering B.V.

Tarievenblad 2019 EPG-Certificering B.V.

BRL 6000 Deel

BRL6000 Installatietechniek

BRL 9935 Deel 01. Beoordelingsrichtlijn. Bijzonder deel 01: kritiekversie d.d

KOMO INSTAL Procescertificaat K83203/03

Eindtermen en Toetsmatrijs: Energieprestatiecertificaat Utiliteitsbouw Nieuwbouw Vastgesteld door de EPA-examencommissie en goedgekeurd door het CCvD

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO PROCESCERTIFICAAT VOOR AANBRENGEN VAN GEVELBEPLATINGEN MET BEHULP VAN LIJMSYSTEMEN

Overzicht interpretatiebesluiten CCvD BRL9500 Energieprestatieadvisering (inclusief ISSO-publicaties)

Wijzigingsblad BRL 2202 (zonwerend)(warmtereflecterend) isolerend dubbelglas voor thermische isolatie 31 december 2014

SCIOS Certificatie stappenplan. Versie 4a:

De corporatiedag 2017

Nummer K84039/01 Vervangt n.v.t. Uitgegeven D.d. n.v.t. Geldig tot Pagina 1 van 5. Schouten Techniek B.V.

KOMO productcertificaat

Wijzigingsblad BRL 2813

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN

Overzicht interpretatie- en wijzigingsbesluiten CCvD BRL9500 Energieprestatieadvisering (inclusief ISSO-publicaties) versie 25 juni 2014

Wijzigingsblad BRL 3201

Levering van diensten en gebruik van beeldmerken 5.5 Het BORG-bedrijf verleent op het gebied waarvoor hij op grond van de BRL is gecertificeerd slecht

Overzicht interpretatie- en wijzigingsbesluiten CCvD BRL9500 Energieprestatieadvisering (inclusief ISSO-publicaties) versie 1 juli 2017

Wijzigingsblad BRL

Inhoudelijke gevolgen van actualisatie van BRL t/m 08

Kwaliteitsverklaringen, afgegeven op basis van BRL 3300 Vloerluiken d.d behouden hun geldigheid tot

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN

Overzicht interpretatie- en wijzigingsbesluiten CCvD BRL9500 Energieprestatieadvisering (inclusief ISSO-publicaties) versie 15 april 2017

KOMO productcertificaat

Eindtermen en toetsmatrijs: toets energielabel nieuwbouw Utiliteit Vastgesteld door de EPA-examencommissie

Wijzigingsblad BRL

Transcriptie:

BRL 9500 Deel 01 21 oktober 2016 BEOORDELINGSRICHTLIJN voor het KOMO -, respectievelijk het NL-EPBD -procescertificaat voor Energieprestatieadvisering, voor het NL-EPBD -procescertificaat Vastgesteld door het CCvD van de Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector op 23 juni 2016 Aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit op 18 oktober 2016 Bindend verklaard door de Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector per 21 oktober 2016 KvINL

Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-01 d.d. 21-10-2016 Algemene informatie bij deze uitgave Certificering volgens de delen 01 en 03 van BRL 9500 is wettelijk verplicht op grond van de Regeling Energieprestatie Gebouwen (REG). In de eerste helft van 2010 is het validatieonderzoek van de certificatieregeling volgens BRL 9500 verricht, zoals vereist in het kader van de accreditatie door de Raad voor Accreditatie. Op grond daarvan is de regeling op enkele punten gewijzigd. BRL 9500 bestaat uit een Algemeen Deel en een aantal Bijzondere Delen voor diverse deelgebieden op het terrein van energieprestatieadvisering. Een deelgebied wordt gekenmerkt door het soort advies (bijvoorbeeld: het leveren van een energielabel, bestaande bouw) en het soort gebouw (bijvoorbeeld: woningen). Het Algemene Deel (BRL Deel 9500-00) bevat de eisen die altijd voor energieprestatieadvisering gelden, ongeacht het soort advies en gebouw. De relevante BRL voor energieprestatie van gebouwen, deelgebied energielabel, bestaande woningen bestaat dus uit twee delen: BRL Deel 9500-00 (algemene eisen), en BRL Deel 9500-01 (aanvullende eisen voor het energielabel, bestaande woningen). In deze uitgave van BRL 9500-01 is het wijzigingsblad BRL 9500-01 d.d. 04-06-2015, vastgesteld op 01-08-2015, verwerkt. Verder zijn wijzigingen aangebracht in de eis over interne controle door de certificaathouder, de eis over de inhoud van het projectdossier en is interpretatiebesluit met vaststellingsdatum 07-04-2016 over het energie-indexrapport in art. 4.6.5, in de tekst verwerkt.

Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-01 d.d. 21-10-2016 INHOUDSOPGAVE pagina 1. INLEIDING 1 2. REIKWIJDTE VAN HET CERTIFICAAT 1 3. EISEN TE STELLEN AAN DE RAPPORTAGE 2 4. EISEN TE STELLEN AAN DE GECERTIFICEERDE WERKZAAMHEDEN 2 4.1 Vakbekwaamheid 2 4.2 Geheimhouding 2 4.3 Breedte van het advies 3 4.4 Opdracht 3 4.5 Representativiteit 3 4.6 Te verrichten activiteiten 3 4.6.1 Informeren opdrachtgever 3 4.6.2 Opname huidige situatie 4 4.6.3 Berekening van de Energie Index (EI) 5 4.6.4 Keuze van energiebesparingsmaatregelen 5 4.6.5 Levering van het energie-index-rapport 5 4.6.6 Levering van het maatwerkrapport 5 4.6.7 Afmelding 5 4.6.8 Bewaren van gegevens 5 5. EISEN TE STELLEN AAN DE CERTIFICAATHOUDER 7 5.1 Inschrijving bij Kamer van Koophandel 7 5.2 Inloggegevens afmeldsysteem 7 5.3 Personeel 7 5.4 Hulpmiddelen en instrumenten 7 6. INTERNE KWALITEITSBEWAKING 8 6.1 Eis 8 6.2 Algemeen, kwaliteitshandboek 8 6.3 Kwaliteitsbeleid 8 6.4 Verantwoordelijkheden / bevoegdheden / vakbekwaamheden 8 6.5 IKB-schema 8 6.6 Beschrijving van procedures 8 6.7 Procedure-eisen 8 6.7.1 Beheersing van de vakbekwaamheid van personen 8 6.7.2 Documentenbeheer 8 6.7.3 Projectenregistratie 8 6.7.4 Beheer van projectdossiers 8 6.7.5 Klachtenbehandeling 9 6.7.6 Onderhoud van het kwaliteitssysteem 9 7. EXTERNE KWALITEITSBEWAKING 10 7.1 Toelatingsprocedure 10 7.1.1 Organisatiegericht onderzoek, omvang 10 7.1.2 Organisatiegericht onderzoek, inhoud 10 7.1.3 Projectgericht onderzoek, omvang 10 7.1.4 Projectgericht onderzoek, inhoud 10 7.1.5 Rapportage 10 7.1.6 Afgifte van het certificaat 10

Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-01 d.d. 21-10-2016 7.2 Vervolgcontroles 10 7.2.1 Jaarlijkse organisatiegerichte inspecties, omvang 10 7.2.2 Jaarlijkse organisatiegerichte inspecties, inhoud 10 7.2.3 Projectgerichte inspecties, omvang 10 7.2.4 Projectgerichte inspecties, inhoud 12 7.2.5 Rapportage 12 7.2.6 Sancties 12 7.3 Eisen aan de bekwaamheid van de auditor/ inspecteur van de certificatie-instelling 12 7.3.1 Auditor (organisatiegerichte inspecties) 12 7.3.2 Inspecteur (projectgerichte inspecties) 12 7.4 Klachtenbehandeling door certificatie-instelling 12 7.5 Rapportage aan KvINL 12 8. EISEN TE STELLEN AAN HET CERTIFICAAT 13 9. GEBRUIK VAN HET CERTIFICAAT EN HET CERTIFICATIEMERK 13 10. SCHORSING, INTREKKING EN OPSCHORTING VAN HET CERTIFICAAT13 11. REFERENTIES 13 Bijlage 1 Model van het certificaat Bijlage 2 Eisen aan de vakbekwaamheid van de EPA-adviseur Bijlage 3 Eisen aan de vakbekwaamheid van de EPA-opnemer

Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-01 d.d. 21-10-2016 1. INLEIDING Dit Bijzondere Deel van beoordelingsrichtlijn 9500 beschrijft de aanvullende eisen voor het certificaat voor adviesdiensten op het gebied van de energieprestatie van gebouwen: deelgebied energie-index-rapport, bestaande woningen. Op de certificering voor dit deelgebied is van toepassing: dit gehele Bijzondere Deel (BRL Deel 9500-01), en het Algemene Deel van BRL 9500 (BRL Deel 9500-00). Samen met Deel 9500-00, d.d. 2011-08-31 en WB 9500-00 d.d. 2015-08-01 vervangt dit Deel 9500-01 per 21 oktober 2016 het Deel 9500-01, d.d. 2011-08-31 en WB 9500-01 d.d. 2015-06-01 vastgesteld op 2015-08-01. De oude versies kunnen nog tot uiterlijk 1 juli 2017 worden toegepast. Bestaande certificaathouders krijgen pas een nieuw certificaat na een positieve vervolgcontrole (BRL 9500, 7.2). Het bestaande certificaat blijft geldig tot uiterlijk 1 juli 2017 of tot het moment waarop het bijvoorbeeld in het kader van een sanctie wordt ingetrokken door de certificatie-instelling. 2. REIKWIJDTE VAN HET CERTIFICAAT Het certificaat heeft betrekking op adviesdiensten op het gebied van de energieprestatie van gebouwen ten behoeve van het energie-index-rapport, bestaande woningen. De dienst resulteert in een energie-index-rapport, waarin de energie-index is vastgelegd van de bestaande woning. Een energie-index-rapport heeft betrekking op één woning. In deze beoordelingsrichtlijn wordt verstaan onder een EPA-adviseur : een persoon die voldoet aan de eisen van bijlage 2. In deze beoordelingsrichtlijn wordt verstaan onder een EPA-opnemer : een persoon die voldoet aan de eisen van bijlage 3. - pagina 1 -

3. EISEN TE STELLEN AAN DE RAPPORTAGE De certificaathouder levert aan zijn opdrachtgever een gecertificeerde werkzaamheden, die onder andere bestaat uit het leveren van een rapportage in de vorm van een energie-indexrapport 1, waarin de energie-index is vastgelegd van de bestaande woning. De eisen die aan de rapportage worden gesteld, zijn niet opgenomen in de BRL. Er wordt (in hoofdstuk 4) verwezen naar andere documenten. Opmerking Daarnaast bestaat de te leveren dienst ook uit te verrichten activiteiten. De eisen die aan de te verrichten activiteiten worden gesteld, staan in hoofdstuk 4. 4. EISEN TE STELLEN AAN DE GECERTIFICEERDE WERKZAAMHEDEN De certificaathouder verricht voor zijn opdrachtgever gecertificeerde werkzaamheden. De te verrichten werkzaamheden en de eisen die daaraan worden gesteld, staan in dit hoofdstuk. Opmerking Enkele van deze werkzaamheden bestaan uit het leveren van rapporten. De eisen die aan deze rapporten worden gesteld staan in hoofdstuk 3. 4.1 Vakbekwaamheid De woningopname wordt verricht door een EPA-adviseur of een EPA-opnemer. Het energieindex-rapport wordt tot stand gebracht door een EPA-adviseur. Opmerking Een EPA-opnemer mag de opnamegegevens niet invoeren in de Energie-labelsoftware. 4.2 Geheimhouding De certificaathouder houdt tegenover derden alle gegevens geheim, waarvan hij kennis neemt als gevolg van de gecertificeerde werkzaamheden, behoudens in geval van wettelijke verplichtingen. 1 Een energie-index-rapport wordt niet afgegeven door een certificatie-instelling, maar door het gecertificeerde bedrijf. - pagina 2 -

4.3 Breedte van het advies Geen eisen. 4.4 Opdracht Geen eisen. 4.5 Representativiteit Als een woning niet teveel afwijkt van een andere woning, dan kan daarvoor een energieindex-rapport worden afgegeven op basis van het energie-index-rapport van die andere woning. In dat geval wordt gebruik gemaakt van representativiteit. Binnen elke deelverzameling waarvoor gebruik wordt gemaakt van representativiteit, wordt één woning aangemerkt als de referentiewoning. De andere woningen binnen de deelverzameling worden aangemerkt als gelijkende woningen. Opmerking De gelijkende woning krijgt een referentie-energie-index-rapport, geen individueel energie-index-rapport. Op het referentie-energie-index-rapport wordt aangegeven op welke referentiewoning het energie-index-rapport gebaseerd is. Of een woning voldoende gelijkend is wordt vastgesteld volgens hoofdstuk 7 van ISSO 82.1 [1] of door een berekening van de Energie-index. Wanneer laatstgenoemde methode wordt gebruikt, is sprake van voldoende gelijkendheid, indien de Energie-index van de gelijkende woning niet meer dan 5% afwijkt van de Energie-index van de referentiewoning. 4.6 Te verrichten activiteiten 4.6.1 Informeren opdrachtgever De certificaathouder stelt de opdrachtgever op de hoogte van het feit dat de gegevens die moeten worden opgenomen in het monitoringsbestand (zie 4.6.7), zullen worden geregistreerd bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Ook deelt hij de opdrachtgever mee dat de certificatie-instelling mogelijk een controleonderzoek zal uitvoeren. Toelichting Als de certificatie-instelling geen toestemming krijgt om de woning voor een controleonderzoek te betreden, dan wordt het energie-index-rapport verwijderd uit het landelijk gegevensbestand van afgemelde energie-index-rapporten (zie ook 7.2.3). - pagina 3 -

4.6.2 Opname huidige situatie 4.6.2.1 Doel van de gebouwopname Voor het berekenen van de Energie Index van een bestaande woning, al dan niet in een bestaand woongebouw, wordt uitgegaan van standaard gebruikersgedrag, en van de woning en het woongebouw en de installaties zoals aanwezig. 4.6.2.2 Bezoek door EPA-adviseur/opnemer Individueel energie-index-rapport Een EPA-adviseur of een EPA-opnemer verzamelt de benodigde gegevens van de woning door waarneming in het gebouw. Naast de waarneming in het gebouw mag de EPA-adviseur /opnemer ook gebruik maken van tekeningen en bestekken. Als een EPA-adviseur/opnemer gebruik maakt van tekeningen of bestekken als hulpmiddel moet hij altijd ter plaatse in de betreffende woning, respectievelijk het betreffende gebouw, nagaan of deze informatie correct is. Representativiteit In het geval van representativiteit (zie 4.5) is hetgeen hierboven is bepaald voor een individueel energie-index-rapport eveneens van toepassing,. 4.6.2.3 Opname gebouw Opmerking Dit betekent dat de EPA-adviseur/opnemer niet elke gelijkende woning hoeft binnen te gaan als hij er zeker van is dat hij over de juiste informatie beschikt. De gebouwopname wordt uitgevoerd door een EPA-adviseur of een EPA-opnemer, volgens hoofdstuk 6 van ISSO 82.1 [1]. Opmerking In het genoemde hoofdstuk van ISSO 82.1 is ook aangegeven in hoeverre gebruik mag worden gemaakt van door de opdrachtgever aangereikte informatie, zoals over de aanwezigheid van isolatiemateriaal in constructies en de dikte van het isolatiemateriaal. 4.6.2.4 Informatie over aangebrachte verbeteringen na het bezoek door de EPA-adviseur/opnemer Indien na het bezoek van de EPA-adviseur/opnemer in een woning verbeteringen zijn doorgevoerd, kan de opdrachtgever vragen de verbeteringen mee te laten wegen in het energie-indexrapport. De EPA-adviseur mag de verbeteringen meerekenen, zonder dat hij de verbeterde woning opnieuw bezoekt, indien: - pagina 4 -

de woning werd voorzien van een nieuwe CV-ketel, waarbij inzichtelijk kan worden gemaakt dat deze ketel ook daadwerkelijk is geplaatst op het betreffende adres, de woning is verbeterd (glas, isolatie), waarbij kan worden aangetoond dat de toegepaste maatregel werd ondersteund door een kwaliteitsverklaring en ook daadwerkelijk is uitgevoerd op het betreffende adres. 4.6.3 Berekening van de Energie Index (EI) De berekening van de Energie Index (EI) van de bestaande woning wordt uitgevoerd door een EPA-adviseur, volgens hoofdstuk 3 van ISSO 82.1 [1]. 4.6.4 Keuze van energiebesparingsmaatregelen Niet van toepassing 4.6.5 Levering van het energie-index-rapport De certificaathouder levert aan de opdrachtgever een energie-index-rapport dat voldoet aan hoofdstuk 2 van ISSO 82.1 [1]. Als de opdrachtgever dit wenst, mag het digitaal in plaats van schriftelijk. Dit doet hij pas nadat hij het energie-index-rapport heeft afgemeld. 4.6.6 Levering van het maatwerkrapport Niet van toepassing. 4.6.7 Afmelding De certificaathouder meldt de vaststelling van het energie-index-rapport en de vastgestelde Energie Index elektronisch aan de beheerder van het landelijke gegevensbestand van energieprestaties van gebouwen, door het zenden van een monitoringsbestand. De gedetailleerde karakteristieken van het monitoringsbestand (formats e.d.) worden gepubliceerd door de beheerder van het landelijk gegevensbestand. 4.6.8 Bewaren van gegevens Opmerking Het landelijk gegevensbestand wordt beheerd door Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (www.rvo.nl). De certificaathouder houdt voor elk project een projectdossier bij. Het projectdossier bevat in elk geval: De schriftelijke opdrachtbevestiging, indien van toepassing Een kopie van het aan de opdrachtgever geleverde Energie-Index rapport Een plattegrond(schets) of tekening met de actuele status van de woning waarop de maatvoering en indeling is aangegeven - pagina 5 -

Het opnameformulier, de invoerfile en de volledige rapportage (uitvoerfile) van de software die gebruikt wordt om de Energie-Index te berekenen Een beschrijving van de wijze waarop isolatiemateriaal en isolatiedikte is bepaald ( beslistabel of gezien en gemeten of informatie van opdrachtgever ) Foto s, facturen en overige bewijslast (bijvoorbeeld gecontroleerde kwaliteits- en gelijkwaardigheidsverklaringen) ter onderbouwing van de opgenomen en ingevoerde energetische kenmerken van de woning Het bewijs en onderbouwing op grond waarvan gebruik mag worden gemaakt van door de opdrachtgever aangereikte informatie. De elektronische bestanden van de uitgevoerde Energie-Index berekeningen Alle correspondentie bij eventuele klachten. Indien er gebruik wordt gemaakt van representativiteit dient het projectdossier aanvullend een onderbouwing te bevatten op grond waarvan het gebruik maken van representativiteit is toegestaan: Een overzicht van de woningen die tot de deelverzameling behoren Een overzicht van de bezochte woningen uit de deelverzameling waaruit de steekproef is getrokken om de voor representativiteit van belang zijnde kenmerken vast te stellen Een omschrijving van aanwezige types en gehanteerde benaming (bijvoorbeeld in database) van de woningen, waaruit type woning en geometrisch gelijke woningen blijkt Wijze waarop de voor representativiteit van belang zijnde kenmerken zijn vastgesteld Opmerking Projectdossier met invoergegevens op basis waarvan de energie-index is berekend, dienen voor wat betreft de invoergegevens, reproduceerbaar en toetsbaar te zijn bijvoorbeeld op basis van tekeningen, berekeningen, foto s, rekeningen of schetsen. Alleen vermelding op opnameformulier is niet voldoende, minimaal de volgende energetische aspecten moeten reproduceerbaar en toetsbaar zijn: Onderbouwing van de rekenzone. Omschrijving hiervan aan de hand van tekening/schets van de actuele status van de woning Type warmteopwekker Type ventilatiesysteem Type dak. (bijvoorbeeld aan de hand van tekening of foto) De ingevoerde oppervlaktes van vloer, dak en gevels. Op basis van tekening of schets De locatie van de warmteopwekkers (omschrijving of aanduiding op tekening) Bouwjaar en/of renovatiejaar Op de facturen moet het adres van de woning(en) of bouwlocatie zijn aangegeven. De certificaathouder moet het projectdossier tot tien jaar na afronding van de opdracht bewaren. De certificaathouder bewaart het computerbestand waarmee het energielabel energie-indexrapport tot stand is gekomen tot tien jaar na afronding van de opdracht. - pagina 6 -

5. EISEN TE STELLEN AAN DE CERTIFICAATHOUDER 5.1 Inschrijving bij Kamer van Koophandel 5.2 Inloggegevens afmeldsysteem 5.3 Personeel 5.4 Hulpmiddelen en instrumenten De certificaathouder beschikt over de in paragraaf 6.2 van ISSO 82.1 [1] genoemde instrumenten. - pagina 7 -

6. INTERNE KWALITEITSBEWAKING 6.1 Eis 6.2 Algemeen, kwaliteitshandboek 6.3 Kwaliteitsbeleid 6.4 Verantwoordelijkheden / bevoegdheden / vakbekwaamheden Bij de interne controle in de aanvullende eis van 6.7.6, moet de beoordeling op vakinhoudelijke aspecten worden uitgevoerd door een vakbekwame medewerker die voldoet aan de eisen voor vakbekwaamheid van de EPA adviseur, in bijlage 2. Opmerking: De vakbekwame medewerker kan ook de interne auditor zijn. 6.5 IKB-schema 6.6 Beschrijving van procedures 6.7 Procedure-eisen 6.7.1 Beheersing van de vakbekwaamheid van personen 6.7.2 Documentenbeheer 6.7.3 Projectenregistratie 6.7.4 Beheer van projectdossiers - pagina 8 -

6.7.5 Klachtenbehandeling 6.7.6 Onderhoud van het kwaliteitssysteem Aanvullende eis Voor de interne controle op vereiste kennis en ervaring van EPA adviseur(s) moet per jaar ten minste 2% van het aantal afgemelde energie-indexen per adviseur worden beoordeeld. Bij elke beoordeling dienen alle aspecten van het opnameprotocol gecontroleerd te worden. Van ten minste 50% van deze interne controles wordt de werkelijke situatie op locatie vergeleken met de opname. Toelichting Bij deze interne beoordeling dienen ook de resultaten van externe audits te worden betrokken. - pagina 9 -

7. EXTERNE KWALITEITSBEWAKING 7.1 Toelatingsprocedure 7.1.1 Organisatiegericht onderzoek, omvang 7.1.2 Organisatiegericht onderzoek, inhoud 7.1.3 Projectgericht onderzoek, omvang De totaal te besteden tijd aan het projectgerichte toelatingsonderzoek bedraagt ten minste 4 uren. Bij een toelatingsonderzoek voor de deelgebieden 01 én 02 kan worden volstaan met het projectgerichte onderzoek voor deelgebied 02. 7.1.4 Projectgericht onderzoek, inhoud 7.1.5 Rapportage 7.1.6 Afgifte van het certificaat 7.2 Vervolgcontroles 7.2.1 Jaarlijkse organisatiegerichte inspecties, omvang De totaal te besteden tijd aan een jaarlijkse organisatiegerichte inspectie is 4 uren minder dan de totaal te besteden tijd aan het organisatiegerichte toelatingsonderzoek (zie 7.1.1). 7.2.2 Jaarlijkse organisatiegerichte inspecties, inhoud 7.2.3 Projectgerichte inspecties, omvang Het aantal van de door de certificatie-instelling bij vervolgcontroles te controleren energieindex-rapporten worden bepaald op basis van de volgende criteria: a. Aantal afgemelde energie-index-rapporten - pagina 10 -

Elke periode van 12 maanden, vanaf de datum waarop de certificaathouder is toegelaten, is het aantal door de certificatie-instelling te controleren energie-index-rapporten ten minste gelijk aan 2% van het aantal in die periode door de certificaathouder afgemelde energie-index-rapporten, afgerond naar boven, met een minimum van 2, bij een aantal van ten hoogste 1000 afgemelde energie-index-rapporten. Bij meer dan 1000 afgemelde energie-index-rapporten in die periode bedraagt het minimum aantal te controleren energie-indexrapporten 20 + 0,05% van het aantal afgemelde energie-index-rapporten, afgerond naar boven. b. Aantal ingeschakelde EPA-adviseurs Elke periode van 36 maanden, vanaf de datum waarop de certificaathouder is toegelaten, is van elke door de certificaathouder ingeschakelde EPA-adviseur ten minste één energie-indexrapport achteraf in het werk door de certificatie-instelling gecontroleerd. c. Voldoende referentie-energie-index-rapporten Elke periode van 12 maanden, vanaf de datum waarop de certificaathouder is toegelaten, is bij ten minste de helft van de door de certificatie-instelling te controleren energie-index-rapporten sprake van toepassing van representativiteit, tenzij de certificaathouder onvoldoende referentie-energie-index-rapporten heeft afgegeven om aan deze eis te voldoen. In dat geval worden alle door hem afgegeven referentie-energie-index-rapporten door de certificatie-instelling gecontroleerd. d. Controles achteraf in het werk Elke periode van 12 maanden, vanaf de datum waarop de certificaathouder is toegelaten, is ten minste de helft van de energie-index-rapportcontroles door de certificatie-instelling een controle achteraf in het werk. e. Selectie Voor zover de selectie van de door de certificatie-instelling te controleren energie-index-rapporten niet is bepaald door de voorgaande criteria worden de te controleren energie-indexrapporten door de certificatie-instelling aselect aangewezen of op basis van representativiteit. Opmerking De certificatie-instellingen kunnen uit het landelijk gegevensbestand van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland informatie krijgen over de energie-indexrapporten die door hun certificaathouders zijn afgemeld. Als de bewoner van een achteraf in het werk te controleren woning geen toestemming geeft om de woning te betreden, dan zorgt de certificatie-instelling ervoor dat het energie-indexrapport wordt verwijderd uit het landelijke gegevensbestand en wijst zij voor de controle een andere woning aan. De verwijdering van het energie-index-rapport uit het landelijke gegevensbestand blijft achterwege, indien de betreffende woning deel uitmaakt van een groep voldoende gelijkende woningen waarvoor gebruik is gemaakt van representativiteit, en de certificatie-instelling een andere woning binnen de betreffende groep kan controleren. - pagina 11 -

De totaal te besteden tijd aan de controle van een energie-index-rapport op dossier bedraagt ten minste 1,5 uren. De totaal te besteden tijd aan de controle van een energie-index-rapport achteraf in het werk bedraagt ten minste 2,5 uren. De te besteden tijd heeft slechts betrekking op onderzoek en verslaglegging, dus niet op reistijd en dergelijke. 7.2.4 Projectgerichte inspecties, inhoud 7.2.5 Rapportage 7.2.6 Sancties Als ernstige fout (kritieke afwijking) wordt ten minste aangemerkt: een of meer fouten waardoor de in het energie-index-rapport opgegeven waarde van de Energie Index bestaande bouw meer dan 8% afwijkt van de waarde die is vastgesteld door de certificatie-instelling. 7.3 Eisen aan de bekwaamheid van de auditor/ inspecteur van de certificatie-instelling 7.3.1 Auditor (organisatiegerichte inspecties) Een auditor heeft een diploma Energie-index-rapport Woningbouw. 7.3.2 Inspecteur (projectgerichte inspecties) Een inspecteur heeft een diploma Energie-index-rapport Woningbouw. 7.4 Klachtenbehandeling door certificatie-instelling 7.5 Rapportage aan KvINL - pagina 12 -

8. EISEN TE STELLEN AAN HET CERTIFICAAT Een model van het certificaat is opgenomen in bijlage 1. De lay-out van het certificaat moet voldoen aan de eisen van de houder van het merkteken, Stichting Bouwkwaliteit (www.bouwkwaliteit.nl). Opmerking De certificatie-instelling heeft een licentie-overeenkomst voor het gebruik van het NL-EPBD merk met de houder van het merk (Stichting Bouwkwaliteit). Op grond hiervan heeft de certificatie-instelling het recht om het merk op het certificaat aan te brengen, zoals in de beoordelingsrichtlijn voorgeschreven, en ook het recht om de certificaathouder toe te staan het merk te gebruiken in het kader van de certificatieovereenkomst met betrekking tot BRL 9500-01. Op grond van de certificatie-overeenkomst tussen de certificatiehouder en de certificatie-instelling mag de certificaathouder het merk aanbrengen op een energie-index-rapport, zoals in de beoordelingsrichtlijn voorgeschreven (zie 4.6.5). 9. GEBRUIK VAN HET CERTIFICAAT EN HET CERTIFICATIEMERK 10. SCHORSING, INTREKKING EN OPSCHORTING VAN HET CERTIFICAAT 11. REFERENTIES [1] ISSO 82.1 Energieprestatiewoningen, Energie-index-rapport, 01-10-2015. - pagina 13 -

Bijlage 1 Model van het certificaat NL-EPBD procescertificaat Naam certificatie-instelling LOGO van Adresgegevens Certificatieinstelling nummer: uitgegeven: energie-index-rapport, bestaande woningen NAAM Certificaathouder Verklaring van (naam CI) Dit certificaat is op basis van BRL 9500 Deel 00 d.d... in combinatie met BRL 9500 Deel 01 d.d. afgegeven door (naam CI) conform het (hiervoor van toepassing zijnde certificatiereglement van naam CI ). (Naam CI) verklaart, dat het gerechtvaardigd vertrouwen bestaat, dat de door de certificaathouder verrichte werkzaamheden met betrekking tot het afgeven van energie-index-rapporten voor bestaande woningen zijn uitgevoerd volgens de in hoofdstuk 4 van bovengenoemde BRL Delen vastgestelde specificaties. Voor (naam CI), directeur Gebruikers van dit certificaat wordt geadviseerd om bij (naam CI) te informeren of dit document nog geldig is. Beoordeeld is: kwaliteitssysteem en proces is een collectief merk van Stichting Bouwkwaliteit Periodieke controle Bijlage 1

Bijlage 2 Eisen aan de vakbekwaamheid van de EPA-adviseur Een EPA-adviseur heeft: ten minste een werk- en denkniveau overeenkomstig een basisberoepsopleiding 2, en een diploma Energie-index-rapport Woningbouw of een diploma Energielabel Woningbouw. Verder beschikt een EPA-adviseur over de volgende vakbekwaamheden: hij/zij is in staat om volgens de voorschriften van de BRL een opname te maken van de bouwkundige schil en de installaties van een gebouw waarvoor het energie-index-rapport moet worden opgesteld. hij/zij is in staat om volgens de voorschriften van de BRL op basis van gegevens uit een opname de EI (Energie Index) van een gebouw te berekenen. hij/zij is in staat om staat om volgens de voorschriften van de BRL een energie-index-rapport op te stellen. 2 Basisberoepsopleiding zoals bedoeld in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB). Bijlage 2

Bijlage 3 Eisen aan de vakbekwaamheid van de EPA-opnemer Een EPA-opnemer heeft: ten minste een werk- en denkniveau overeenkomstig een basisberoepsopleiding 3, en een diploma Opname Energie-index-rapport Woningbouw of een diploma Opname Energielabel Woningbouw. Verder beschikt een EPA-opnemer over de volgende vakbekwaamheden: hij/zij is in staat om volgens de voorschriften van de BRL een opname te maken van de bouwkundige schil en de installaties van een gebouw waarvoor het energie-index-rapport moet worden opgesteld. 3 Basisberoepsopleiding zoals bedoeld in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB). 3 Bijlage