De profeet Abraham. Waar in de Bijbel wordt Abraham genoemd als profeet? Genesis 20:7 7 Nu dan, geef de vrouw van die man terug, want hij is een profeet! Hij zal voor u bidden, zodat u in leven blijft. Als u haar echter niet teruggeeft, weet dan dat u zeker zult sterven, u en al wat van u is.
Welke koning kreeg te horen dat Abraham ook een profeet was? Genesis 20:8 8 Toen stond Abimelech 's morgens vroeg op, riep al zijn dienaren en sprak ten aanhoren van hen al deze woorden, en die mannen werden zeer bevreesd.
Welke uitnodigende woorden sprak koning Abimelech tegen Abraham en in welk land ging Abraham en zijn gevolg wonen? Genesis 20:1, 15 1 Abraham trok vandaar naar het Zuiderland en woonde tussen Kades en Sur en hij verbleef als vreemdeling in Gerar. 15 Abimelech zei: Zie, mijn land ligt voor u open; ga maar wonen waar het in uw ogen goed is.
Wat deed Abraham voor koning Abimelech en wat was het gevolg daarvan? Genesis 20:17 17 Abraham bad tot God, en God genas Abimelech, zijn vrouw en zijn slavinnen, zodat zij weer kinderen konden krijgen.
Welke opdracht ontving Abraham van God en welke vertwijfelde vragen kwamen in hem op? Genesis 22:2 n Hij zeide: Neem nu uw zoon, uw enige, dien gij liefhebt, Izak, en ga heen naar het land Moria, en offer hem aldaar tot een brandoffer, op een van de bergen, dien Ik u zeggen zal. God zou toch niet eisen wat Hij zelf verboden had? Terwijl hij naar buiten ging, keek Abraham op naar de heldere onbewolkte hemel, en herinnerde zich de belofte die bijna vijftig jaar geleden gegeven was, dat zijn zaad zou zijn als de sterren. Als deze belofte door Izak in vervulling moest gaan, hoe kon hij hem dan ter dood brengen?
Hoe zag Abraham in geloof zijn Schepper? Hebreeën 11:19, laatste deel Hij overlegde bij zichzelf dat God bij machte was hem zelfs uit de doden op te wekken. Zelfs nu kwam hij niet tegen God in opstand, maar sterkte zijn ziel door na te denken over de vele bewijzen van Gods goedheid en trouw. Deze zoon was hem onverwacht geschonken; en had Hij, die deze kostbare gave geschonken had, niet het recht het Zijne op te eisen? Hij dacht in geloof aan de belofte: "Door Isaak zal men van uw nageslacht spreken" -een zaad, talrijk als het zand aan de oever van de zee. Isaak was het kind van een wonder, en zou niet de macht die hem het leven gaf, dit leven kunnen teruggeven? Terwijl hij zag achter hetgeen gezien kon worden, legde Abraham beslag op het woord van God, bedenkende, "dat God bij machte was hem zelfs uit de doden op te wekken".
Hoe groot was de strijd in het binnenste van Abraham en naar welke berg gingen zij heen? Genesis 22:4 4 Op de derde dag sloeg Abraham zijn ogen op, en hij zag die plaats in de verte. Een nieuwe dag kwam, gevolgd door een nacht van verootmoediging en gebed, terwijl de opdracht, die hem kinderloos zou laten, steeds weerklonk in zijn oren. Satan was nabij om twijfel en ongeloof te zaaien, maar Abraham weerstond zijn influisteringen. Toen ze op het punt stonden de derde dag op reis te gaan, zag de patriarch in het noorden het beloofde teken, een wolk van heerlijkheid boven de berg Moria, en hij wist dat de stem die tot hem gesproken had, van de hemel was gekomen.
Wat zag Abraham op de derde dag van de reis en waarmee worstelde Abraham tijdens de reis? Genesis 22:5 5 Abraham zei tegen zijn knechten: Blijven jullie hier met de ezel, dan zullen ik en de jongen daarheen gaan. Als wij ons neergebogen hebben, zullen wij bij jullie terugkeren. Toch kon alleen God begrijpen hoe groot het offer was van de vader door zijn zoon prijs te geven aan de dood; Abraham wilde niet dat iemand buiten God getuige zou zijn van het afscheid. Hij gebood zijn knechten om achter te blijven, met de woorden: "Ik en de jongen gaan daarginds heen; wanneer we hebben aangebeden, zullen wij tot u terugkeren."
Wat vroeg zijn zoon Izak op een gegeven moment aan zijn vader toen zij samen alleen verder trokken? Genesis 22:7 7 Toen sprak Izak tot zijn vader Abraham en zei: Mijn vader! Hij zei: Zie, hier ben ik, mijn zoon. Hij zei: Zie, hier is het vuur en het hout, maar waar is het lam voor het brandoffer?
Welke profetische woorden sprak Abraham tegen Izak? Genesis 22:8 8 Abraham zei: God zal Zichzelf voorzien van het lam voor het brandoffer, mijn zoon. Zo gingen zij beiden samen.
Hoe gehoorzaam bleek Abraham te zijn en hoe werd dat geuit door gelovigen na hem? Zie de hieronder aangereikte teksten de Bijbel. "Abraham geloofde God en het werd hem tot gerechtigheid gerekend, en hij werd een vriend van God genoemd." (Jakobus 2:23) En Paulus zegt: "Die uit het geloof zijn, zijn kinderen van Abraham." (Galaten 3:7) Maar het geloof van Abraham kwam tot uiting in zijn werken. "Is onze vader Abraham niet uit werken gerechtvaardigd, toen hij zijn zoon Izak op het altaar legde? Daaruit kunt gij zien, dat zijn geloof samenwerkte met zijn werken, en dat dit geloof pas volkomen werd uit de werken." (Jakobus 2:21,22)
Is er een verband tussen geloof en werken? Zie de hieronder aangereikte teksten uit de Bijbel. Velen zien niet het verband tussen geloof en werken. Ze zeggen: "Geloof alleen in Christus en u bent gered. U hebt niets te maken met het houden van de wet." Maar waar geloof openbaart zich door gehoorzaamheid. Christus zei tot de ongelovige joden: "Indien gij Abrahams kinderen waart, zo zoudt gij de werken van Abraham doen." (Johannes 8:39 Staten Vertaling) En aangaande de vader der gelovigen verklaart de Here: "Abraham heeft naar Mij geluisterd en Mijn dienst in acht genomen: Mijn geboden, Mijn inzettingen en Mijn wetten." (Genesis 26:5)
Welke profetische woorden sprak Abraham tegen zijn knecht die de opdracht kreeg een echtgenote te gaan zoeken voor zijn zoon Izak? Genesis 24:7 7 De HEERE, de God van de hemel, Die mij uit mijn familie en uit mijn geboorteland weggehaald heeft, Die tot mij gesproken heeft en Die mij gezworen heeft: Aan uw nageslacht zal Ik dit land geven die God zal Zijn engel voor u uit sturen, opdat u voor mijn zoon daarvandaan een vrouw zult nemen. De profeet Abraham sprak tot zijn knecht, die de opdracht kreeg naar Abrahams familie te gaan en daar een vrouw voor Izak te vinden. De HEERE, de God van de hemel, Die mij uit mijn familie en uit mijn geboorteland weggehaald heeft, Die tot mij gesproken heeft en Die mij gezworen heeft: Aan uw nageslacht zal Ik dit land geven die zal Zijn engel voor u uit sturen, opdat u voor mijn zoon daarvandaan een vrouw zult nemen.
Hoe blij en dankbaar was de knecht toen zijn gebed vrijwel direct werd verhoord? Genesis 24:14-15, 26-27 14 Laat het zo zijn dat het meisje tegen wie ik zeg: Laat toch de kruik van uw schouder zakken, zodat ik kan drinken, en dat zal zeggen: Drink, en ik zal ook uw kamelen te drinken geven, dat zij het meisje is dat U voor Uw dienaar Izak bestemd hebt. Daaraan zal ik dan weten dat U mijn heer goedertierenheid bewezen hebt. 15 En het gebeurde, voordat hij uitgesproken was, dat, zie, Rebekka de stad uit kwam, die bij Bethuel geboren was, de zoon van Milka, de vrouw van Nahor, de broer van Abraham; zij had haar kruik op haar schouder. 26 Toen knielde die man en boog zich voor de HEERE neer. 27 Hij zei: Geloofd zij de HEERE, de God van mijn heer Abraham, Die mijn heer Zijn goedertierenheid en Zijn trouw niet onthouden heeft. Wat mij aangaat, de HEERE heeft mij op deze weg geleid naar het huis van de broeders van mijn heer.