Richtsnoeren 02/04/2013 ESMA/2013/74

Vergelijkbare documenten
Richtsnoeren Samenwerking tussen autoriteiten die zijn onderworpen aan de artikelen 17 en 23 van Verordening (EU) nr. 909/2014

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

Richtsnoeren en aanbevelingen

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 oktober 2014 (OR. en)

FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Richtsnoeren. Afstemming van handelsonderbrekers en publicatie van handelsonderbrekingen volgens MiFID II 27/06/2017 ESMA NL

(Voor de EER relevante tekst)

Richtsnoeren voor bevoegde autoriteiten en beheerders van icbe s

(Voor de EER relevante tekst)

Richtsnoeren en Aanbevelingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 4, vierde lid, van het Besluit marktmisbruik Wft;

FSMA_2018_04 dd. 24/04/2018

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Richtsnoeren. Richtsnoeren met betrekking tot centrale begrippen van de AIFMD ESMA/2013/611

Richtsnoeren. inzake klachtenprocedures met betrekking tot vermeende inbreuken op de Richtlijn Betalingsdiensten 2 EBA/GL/2017/13 05/12/2017

Beleidsregel aangaande de definitie en de berekening van een shortpositie in de zin van de Wft

Richtsnoeren. betreffende de openbaarmaking van bezwaarde en niet-bezwaarde activa. 27 juni 2014 EBA/GL/2014/03

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

(Voor de EER relevante tekst)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

(Voor de EER relevante tekst)

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

RICHTSNOEREN BETREFFENDE BEROEPSAANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING UIT HOOFDE VAN PSD2 EBA/GL/2017/08 12/09/2015. Richtsnoeren

inzake paspoortmeldingen voor kredietbemiddelaars uit hoofde van de richtlijn inzake woningkredietovereenkomsten

(Voor de EER relevante tekst)

JC May Joint Committee Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA)

Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen

Definitieve richtsnoeren

Publicatieblad van de Europese Unie L 251/11

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

I. Samenvatting. 1 Redenen voor publicatie

Beloningsbeleid en beloningspraktijken (MiFIDrichtlijn): tenuitvoerlegging door de FSMA

Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA)

Concept Beleidsregel aangaande de definitie en de berekening van een shortpositie in de zin van de Wft. (ter consultatie)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Publicatieblad van de Europese Unie

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN. VERORDENING (EU) Nr. 236/2012 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 14 maart 2012

Circulaire FSMA_2012_12 dd. 20/06/2012

EBA richtsnoeren inzake achterstallige betalingen en gedwongen verkoop

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0296(COD) Ontwerpverslag Markus Ferber (PE v01-00)

CIRCULAIRE PPB CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn

De voorbereiding op de terugtrekking is niet alleen een zaak van de EU en de nationale overheden, maar ook van bedrijven en burgers.

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

RICHTSNOEREN INZAKE DE MINIMUMLIJST VAN DIENSTEN EN FACILITEITEN EBA/GL/2015/ Richtsnoeren

Richtsnoeren Regels en procedures bij wanbetaling van deelnemers van CSD

inzake kredietwaardigheidsbeoordeling

RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

Richtsnoeren en aanbevelingen

EIOPA-17/651 4 oktober 2017

(Voor de EER relevante tekst)

EBA/GL/2015/ Richtsnoeren

(Voor de EER relevante tekst)

EBA-richtsnoeren. inzake de benchmarkexercitie voor beloningen EBA/GL/2012/4

BESLUIT (EU) 2017/935 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

RICHTSNOEREN INZAKE DE MINIMUMLIJST VAN DIENSTEN EN FACILITEITEN EBA/GL/2015/ Richtsnoeren

Richtsnoeren voor de omgang met markt- en tegenpartijrisico s in de standaardformule

Richtsnoeren bij de Verordening marktmisbruik (MAR)

(Voor de EER relevante tekst)

Aanbevelingen tot wijziging van Aanbevelingen EBA/REC/2015/01

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of

10955/16 rts/adw/mt 1 DGG 1B

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

DE MINISTER VAN FINANCIËN; BESLUIT:

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

Definitieve richtsnoeren

Richtsnoeren EBA/GL/2018/01 16/01/2018. Bijlage Circulaire NBB_2018_07

Dit document maakt gebruik van bladwijzers.

(Voor de EER relevante tekst)

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Bijlage Mededeling CBFA_2009_30-2 dd. 18 november 2009

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0298(COD) van de Commissie industrie, onderzoek en energie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst)

Mededeling van de Commissie. van

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 6 juli 2012 (17.07) (OR. en) 12316/12 ADD 2. Interinstitutioneel dossier: 2010/0251 (COD)

RICHTSNOEREN VOOR TESTS, DOORLICHTINGEN OF EXERCITIES DIE KUNNEN LEIDEN TOT STEUNMAATREGELEN EBA/GL/2014/ september 2014

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

(Voor de EER relevante tekst)

61e jaargang 9 augustus 2018

Ref: B13.18 Betreft: Conceptbeleidsregel aangaande definitie en berekening van shortpositie in zin van Wft

Orderuitvoeringsbeleid IBS Asset Management

EUROPESE RICHTLIJN BETREFFENDE MARKTEN VOOR FINANCIËLE INSTRUMENTEN (MIFID)

c) overeenkomstig de artikelen 260 tot en met 263 op verzekerings- of herverzekeringsondernemingen of gemengde financiële holding die

ECB-OPENBAAR. Aan: de leiding van belangrijke banken. Frankfurt am Main, 28 juli 2017

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Besluit van 21 maart 1997 betreffende toegang van het publiek tot documenten van het Europees Milieuagentschap (97/C 282/04)

(Voor de EER relevante tekst)

REGLEMENT BELEGGINGEN VAN BESTUURDERS EN COMMISSARISSEN VAN Ctac N.V.

Richtsnoeren betreffende de marginmaatregelen ter beperking van procyclische effecten voor centrale tegenpartijen van EMIR

Transcriptie:

Richtsnoeren Vrijstelling voor activiteiten van marketmakers en handelingen op de primaire markt krachtens Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps 02/04/2013 ESMA/2013/74

Datum: 02/04/2013 ESMA/2013/74 Inhoudsopgave I. Toepassingsgebied 3 II. Definities 3 III. Doel 3 IV. Naleving en meldingsverplichtingen 3 V. Achtergrond en inleiding 5 VI. Definitie en toepassingsgebied van de vrijstelling voor activiteiten van marketmakers 7 VII. Vaststelling van de bevoegde autoriteit die in kennis moet worden gesteld 11 VIII. Algemene beginselen en criteria voor de vrijstelling 11 VIII.I. Algemene beginselen 12 VIII.II. Beginselen en vrijstellingscriteria die moeten gelden wanneer een persoon als opdrachtgever handelt door gelijktijdig vaste bied- en laatkoersen van een vergelijkbare omvang en tegen concurrerende prijzen bekend te maken, met als resultaat dat de markt op regelmatige en voortdurende basis van liquiditeit wordt voorzien (artikel 2, lid 1, onder k), punt i)) 12 VIII.III. Beginselen en vrijstellingscriteria die moeten gelden wanneer een persoon als opdrachtgever handelt door in het kader van zijn gewone bedrijfsvoering orders uit te voeren die door klanten zijn geïnitieerd of waarvoor klanten een handelsverzoek hebben gedaan (artikel 2, lid 1, onder k), punt ii)) 15 VIII.IV. Anticiperend afdekken krachtens artikel 2, lid 1, onder k), punt iii) 16 IX. Vrijstellingsprocedure 17 X. Overgangsmaatregelen 20 ESMA 103, rue de Grenelle 75007 Paris France Tel. +33 (0) 1 58 36 43 21 www.esma.europa.eu

I. Toepassingsgebied 1. Deze richtsnoeren zijn van toepassing op beleggingsondernemingen, kredietinstellingen, entiteiten van derde landen en ondernemingen als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder l), van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten voor financiële instrumenten (MiFID). 2. Deze richtsnoeren zijn van toepassing op de kennisgeving in verband met de vrijstelling voor activiteiten van marketmakers en de vrijstelling als vergunninghoudende primary dealer krachtens artikel 17 van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps (verordening). II. Definities EER: Europese Economische Ruimte ESMA-verordening: Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie. MiFID: Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor industriële instrumenten. III. Doel 3. Het doel van deze richtsnoeren is: - de kennisgevende entiteit bij het meldingsproces te assisteren door de inhoud van de schriftelijke kennisgeving te specificeren en een standaardformulier voor kennisgevingen aan te reiken; - te komen tot een gemeenschappelijke aanpak voor de indiening van het kennisgevingsformulier, de beoordeling of de activiteiten van de kennisgevende entiteit voor de vrijstelling in aanmerking komen en de controle op de naleving van de vrijstellingsvoorwaarden wanneer er van de vrijstelling gebruik wordt gemaakt. IV. Naleving en meldingsverplichtingen Status van de richtsnoeren 4. Dit document bevat richtsnoeren die zijn uitgebracht krachtens artikel 16 van de ESMAverordening. Overeenkomstig artikel 16, lid 3, van de ESMA-verordening moeten bevoegde autoriteiten en financiëlemarktdeelnemers zich tot het uiterste inspannen om aan de richtsnoeren en aanbevelingen te voldoen. 3

5. Bevoegde autoriteiten voor wie de richtsnoeren gelden, moeten aan de richtsnoeren voldoen door ze in hun toezichtpraktijken te integreren, ook wanneer specifieke richtsnoeren in het document primair tot financiëlemarktdeelnemers zijn gericht. Meldingsverplichtingen 6. Bevoegde autoriteiten voor wie deze richtsnoeren gelden, moeten binnen twee maanden na bekendmaking van de richtsnoeren ESMA ervan in kennis stellen of zij aan de richtsnoeren voldoen of voornemens zijn die op te volgen, met opgave van redenen indien zij er niet aan voldoen. Op de ESMA-website is een standaardformulier voor kennisgevingen verkrijgbaar. 7. Voor financiëlemarktdeelnemers geldt geen meldingsverplichting. 4

V. Achtergrond en inleiding 8. De verordening die op 24 maart 2012 is bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, is van toepassing met ingang van 1 november 2012. 9. Artikel 17 van de verordening voorziet in een vrijstelling voor activiteiten van marketmakers en handelingen op de primaire markt. De verordening schrijft voor dat de bevoegde autoriteit als bepaald in artikel 17, lid 5, (de lidstaat van herkomst voor de vrijstelling voor de activiteiten van marketmakers) en artikel 17, lid 6, (voor de vrijstelling voor vergunninghoudende primary dealers de relevante, met betrekking tot de desbetreffende overheidsschuld bevoegde autoriteit) in kennis wordt gesteld van het voornemen van de vrijstelling gebruik te maken; de vrijgestelde activiteiten kunnen evenwel ook plaatshebben in andere jurisdicties die buiten de toezichtsopdracht van die autoriteit vallen. In het bijzondere geval van entiteiten uit derde landen die geen vergunning hebben in de Unie, zendt de entiteit de kennisgeving toe aan de bevoegde autoriteit van het belangrijkste handelsplatform in de Unie waar zij handel drijft (zie afdeling VII over de vaststelling van de bevoegde autoriteit). 10. Om gelijke marktvoorwaarden, consistente marktpraktijken en convergentie in toezichtpraktijken in heel de EER te verzekeren, heeft ESMA deze richtsnoeren voor activiteiten van marketmakers als gedefinieerd in artikel 2, lid 1, van de verordening en voor een gemeenschappelijke toepassing van de vrijstellingen van artikel 17 vastgesteld. 11. Volgens artikel 2, lid 1, onder k), worden onder activiteiten van marketmakers verstaan: de activiteiten van een beleggingsonderneming, een kredietinstelling, een entiteit van een derde land, of een onderneming als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder l), van Richtlijn 2004/39/EG (MiFID), die lid is van een handelsplatform of van een markt in een derde land, waarvan het juridisch en toezichtskader door de Commissie uit hoofde van artikel 17, lid 2, gelijkwaardig is verklaard, wanneer deze als opdrachtgever handelt in een financieel instrument, ongeacht of dit op of buiten een handelsplatform om wordt verhandeld, op een van de volgende wijzen: a. door gelijktijdig vaste bied- en laatkoersen van een vergelijkbare omvang en tegen concurrerende prijzen bekend te maken, met als resultaat dat de markt op regelmatige en voortdurende basis van liquiditeit wordt voorzien; b. door in het kader van haar gewone bedrijfsvoering orders uit te voeren die door klanten zijn geïnitieerd of waarvoor klanten een handelsverzoek hebben gedaan; c. door posities die uit het vervullen van de onder a) en b) genoemde taken voortvloeien, af te dekken. 12. In artikel 2, lid 1, onder n), wordt vergunninghoudende primary dealer gedefinieerd als een natuurlijke of rechtspersoon die een overeenkomst heeft getekend met een overheidsemittent of die door of namens een overheidsemittent formeel als primary dealer is erkend en die zich er overeenkomstig die overeenkomst of erkenning toe verbindt als opdrachtgever te handelen met betrekking tot transacties op de primaire of secundaire markt die verband houden met de schuld die door deze emittent wordt uitgegeven. 5

13. In artikel 17, lid 1, worden entiteiten die transacties in verband met activiteiten van marketmakers verrichten, vrijgesteld van transparantievereisten met betrekking tot netto shortposities in aandelen en overheidsschuld, de beperkingen op ongedekte shorttransacties in aandelen en overheidsschuld en het verbod op het aangaan van transacties die leiden tot ongedekte posities in kredietverzuimswaps op overheidsschuld. Benadrukt moet worden dat de vrijstelling alleen van toepassing is op de transacties die worden verricht in verband met activiteiten van marketmakers zoals eerder gedefinieerd in punt 11, onder a) c); zij geldt niet voor het gehele activiteitenpakket van de kennisgevende entiteit. Zoals overweging 26 duidelijk aangeeft, is een dergelijke vrijstelling niet van toepassing op de handel van die personen voor eigen rekening. 14. Volgens artikel 17, lid 3, van de verordening zijn personen die als vergunninghoudende primary dealer als gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder n), zijn vrijgesteld, niet verplicht netto shortposities in overheidsschuld te melden, en niet onderworpen aan de beperking op ongedekte shorttransacties in overheidsschuldinstrumenten, noch aan het verbod op het aangaan van transacties in ongedekte kredietverzuimswaps op overheidsschuld. Benadrukt moet worden dat de vrijstelling niet geldt voor het gehele activiteitenpakket van de vergunninghoudende primary dealers. Ook is het van belang rekening te houden met het feit dat deze vrijstelling van toepassing is op alle financiële instrumenten, inclusief kredietverzuimswaps in verband met de overheidsschuld waarvoor die persoon een vergunninghoudende primary dealer is en als zodanig optreedt. 15. Van de vrijstelling van artikel 17, lid 1, en de vrijstelling van artikel 17, lid 3, kan alleen gebruik worden gemaakt wanneer de relevante bevoegde autoriteit vooraf schriftelijk in kennis is gesteld van het voornemen van de vrijstelling gebruik te maken. De kennisgeving geschiedt ten minste 30 kalenderdagen voordat men voornemens is voor het eerst van de vrijstelling gebruik te maken. 16. De bevoegde autoriteit kan verbieden dat de kennisgevende persoon van de vrijstelling gebruik maakt, indien zij van oordeel is dat de persoon niet aan de voorwaarden voor de vrijstelling voldoet. Het met redenen omklede verbod wordt schriftelijk medegedeeld binnen 30 kalenderdagen na ontvangst van een volledige kennisgeving met alle relevante informatie als gespecificeerd in punt 65. Wanneer de bevoegde autoriteit de zekerheid verkregen heeft dat de kennisgeving aan de voorwaarden voor de vrijstelling voldoet, kan zij de kennisgevende entiteit hiervan op de hoogte stellen zonder het verstrijken van de termijn van 30 kalenderdagen af te wachten. 17. Erkend wordt dat het in de verordening opgenomen vereiste van een kennisgeving 30 dagen vooraf in sommige gevallen praktische moeilijkheden kan opleveren (bv. beursgang). In dit geval dient de bevoegde autoriteit zo spoedig mogelijk in kennis te worden gesteld, zodat zij mogelijk in staat is: i) de kennisgeving in minder dan 30 dagen te verwerken; en ii) aan de kennisgevende entiteit te bevestigen dat zij niet voornemens is te verbieden dat er van de vrijstelling gebruik wordt gemaakt. ESMA begrijpt dat een dergelijke expliciete positieve mededeling van de bevoegde autoriteit de entiteit in staat stelt van de vrijstelling gebruik te maken vanaf de datum waarop de kennisgeving wordt ontvangen. 18. Daarnaast kan de betrokken bevoegde autoriteit op elk moment ertoe besluiten de voordelen van de vrijstelling in te trekken indien er veranderingen in de omstandigheden van de natuurlijke of rechtspersoon zijn opgetreden waardoor deze niet langer aan de voorwaarden voor de vrijstelling voldoet. Dit kan op eigen initiatief en naar eigen oordeel van de bevoegde autoriteiten gebeuren of na ontvangst van een volgende kennisgeving van de natuurlijke of rechtspersoon krachtens artikel 17, lid 9, of artikel 17, lid 10, waarin deze aangeeft dat er een verandering is die van invloed is op zijn recht om van de vrijstelling gebruik te maken. 6

VI. Definitie en toepassingsgebied van de vrijstelling voor activiteiten van marketmakers 19. Om ervoor te zorgen dat de vrijstelling op een uniforme wijze wordt toegepast, is het van belang tot een gemeenschappelijke interpretatie van de vrijgestelde activiteiten te komen. Meer bepaald, om voor de vrijstelling in aanmerking te komen, moeten activiteiten van marketmakers worden verricht door de hierna volgende entiteiten wanneer zij als opdrachtgever handelen in een financieel instrument, op of buiten een handelsplatform om, op een van de twee wijzen en met de hiermee samenhangende afdekkingsactiviteiten als gespecificeerd in artikel 2, lid 1, onder k): a. een beleggingsonderneming die lid is van een handelsplatform; of b. een kredietinstelling die lid is van een handelsplatform; of c. een entiteit van een derde land die lid is van een markt in een derde land, waarvan het juridisch en toezichtskader door de Commissie uit hoofde van artikel 17, lid 2, gelijkwaardig is verklaard; of d. een entiteit van een derde land die lid is van een handelsplatform in de Europese Unie; of e. een onderneming als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder l), van Richtlijn 2004/39/EG, die lid is van een handelsplatform. 20. Concluderend uit het voorgaande, zijn er drie voorwaarden waaraan specifieke activiteiten van een entiteit moeten voldoen om van de bepalingen van de verordening te worden vrijgesteld: a. de entiteit is lid van de markt waarop deze b. op een van de wijzen gedefinieerd in punt 11 als opdrachtgever handelt c. in het financiële instrument waarvoor zij kennisgeving doet in verband met de vrijstelling. 21. De persoon is echter niet verplicht de activiteiten van marketmakers uitsluitend op dat handelsplatform of die markt te verrichten, of als marketmaker of liquiditeitsverschaffer te worden erkend krachtens de regels van dat handelsplatform of die markt. Ook wordt niet geëist dat er sprake is van een afzonderlijke contractuele verplichting om activiteiten van marketmakers te verrichten. Een persoon zou bijvoorbeeld voor de vrijstelling in aanmerking kunnen komen door te handelen op het handelsplatform of de markt om de posities af te dekken die voortvloeien uit zijn activiteiten uit hoofde van artikel 2, lid 1, onder k), punt i), of artikel 2, lid 1, onder k, punt ii), van de verordening, verricht buiten dit handelsplatform of deze markt om. 22. ESMA neemt er nota van dat de diensten van de Europese Commissie hun juridische analyse van de definitie van activiteiten van marketmakers in artikel 2, lid 1, onder k), van de verordening schriftelijk hebben uiteengezet. Hierin wordt duidelijk gemaakt dat de beoordeling aan de hand van alle voornoemde voorwaarden om als activiteiten van marketmakers te worden aangemerkt, moet gebeuren met betrekking tot elk afzonderlijk financieel instrument. Volgens deze analyse van de Europese Commissie zouden activiteiten van marketmakers met betrekking tot instrumenten die niet tot de handel zijn toegelaten of niet op een handelsplatform worden verhandeld, zoals nu bij vele kredietverzuimswaps op overheidsschuld, sommige overheidsobligaties of nietbeursgenoteerde derivaten het geval is, niet voor de vrijstelling van artikel 17, lid 1, van de 7

verordening in aanmerking kunnen komen, omdat er niet kan worden voldaan aan het lidmaatschapsvereiste. 23. Gepreciseerd moet worden dat activiteiten uitsluitend onder de vrijstelling vallen wanneer zij, in de specifieke omstandigheden van iedere transactie, daadwerkelijk worden verricht als activiteiten van marketmakers als gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder k), van de verordening. Bijgevolg worden personen die kennisgeving doen van het voornemen van de vrijstelling gebruik te maken, geacht, met betrekking tot activiteiten van marketmakers, slechts voor korte termijn aanmerkelijke shortposities te houden. 24. Arbitrageactiviteiten (in het bijzonder tussen verschillende financiële instrumenten, maar met dezelfde onderliggende waarde) worden niet beschouwd als activiteiten van marketmakers voor de toepassing van de verordening en kunnen bijgevolg niet worden vrijgesteld. 25. Bij het ontplooien van afdekkingsactiviteiten krachtens artikel 2, lid 1, onder k), punt iii), komen deze activiteiten slechts voor vrijstelling in aanmerking indien de omvang van de positie aangegaan ter afdekking evenredig is met de omvang van de afgedekte blootstelling. De persoon dient op verzoek van de bevoegde autoriteit te kunnen staven waarom een exact equivalent niet mogelijk was. Het verschil moet in ieder geval insignificant zijn. 26. Zodra er aan de voorwaarden wordt voldaan, kunnen door een entiteit verrichte activiteiten van marketmakers in of in verband met het specifieke instrument, in overeenstemming met artikel 17, lid 1, worden vrijgesteld van de toepassing van de artikelen 5, 6, 7, 12, 13 en 14 van de verordening, d.w.z. het transparantievereiste met betrekking tot netto shortposities in aandelen en overheidsschuld, de beperking op ongedekte shorttransacties in aandelen en overheidsschuldinstrumenten en het verbod op het aangaan van transacties in ongedekte kredietverzuimswaps op overheidsschuld. 27. Activiteiten van marketmakers met betrekking tot kredietverzuimswaps op overheidsschuld zijn echter niet vrijgesteld van de toepassing van artikel 8 van de verordening, d.w.z. de melding aan de bevoegde autoriteit van ongedekte posities in kredietverzuimswaps op overheidsschuld in gevallen waarin de bevoegde autoriteit de beperking op dergelijke instrumenten in overeenstemming met artikel 14, lid 2, heeft opgeschort. Vrijstelling per instrument 28. Volgens artikel 2, lid 1, onder k), worden activiteiten van marketmakers op hun beurt als volgt omschreven: als opdrachtgever handelen in een financieel instrument. De vrijstelling van artikel 17, lid 1, geldt bijgevolg voor activiteiten in een financieel instrument, d.w.z. per instrument, en mag niet worden beschouwd als een algemene vrijstelling voor activiteiten van marketmakers in het algemeen. De kennisgeving van het voornemen van de vrijstelling van artikel 17, lid 1, gebruik te maken en het verdere gebruik van deze vrijstelling moeten daarom betrekking hebben op een financieel instrument afkomstig van een bepaalde aan de verordening onderworpen emittent, namelijk: a. aandelen van een emittent die onder de regeling valt; b. een overheidsemittent als gedefinieerd in de verordening. 8

29. In deze kennisgeving in verband met de vrijstelling dient te worden aangewezen: a. voor aandelen: het afzonderlijke instrument in verband waarmee de vrijstelling wordt aangevraagd voor activiteiten van marketmakers; b. voor overheidsschuld en kredietverzuimswaps op overheidsschuld, indien van toepassing: de emittent van overheidsschuld in verband waarmee de vrijstelling wordt aangevraagd voor activiteiten van marketmakers. 30. Indien activiteiten van marketmakers worden verricht in een financieel instrument, anders dan een aandeel of een overheidsschuldinstrument, dat leidt tot long- of shortposities als gedefinieerd in de artikelen 3 en 4 van de verordening, dienen in de kennisgeving de categorie van het financieel instrument volgens bijlage I, deel 1 en deel 2, bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 van de Commissie en het aandeel of de emittent van de overheidsschuld te worden gespecificeerd. Van belang is dat activiteiten in het aandeel of de overheidsschuld uitsluitend worden vrijgesteld voor zover zij worden ontplooid met het oog op het afdekken van activiteiten van marketmakers in dat financieel instrument, krachtens artikel 2, lid 1, onder k), punt iii), van de verordening. 31. Aan de hand van deze informatie moet de bevoegde autoriteit per instrument of overheidsemittent goed kunnen overwegen of zij het gebruik van de vrijstelling al dan niet moet verbieden krachtens artikel 17, lid 7. 32. Voor de toepassing van de vrijstelling van artikel 17, lid 1, van de verordening, worden onder de financiële instrumenten als bedoeld in punt 30 verstaan die beursgenoteerde financiële instrumenten waarbij de hierin ingenomen posities in aanmerking moeten worden genomen bij het berekenen van de netto shortpositie. In het geval van aandelen gaat het om instrumenten genoemd in bijlage I, deel 1, bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 van de Commissie: a. opties, b. gedekte warrants, c. futures, d. indexgerelateerde instrumenten, e. contracten ter verrekening van verschillen, f. aandelen/deelbewijzen van indexfondsen, g. swaps, h. spread bets, i. verpakte retail- of professionele beleggingsproducten, j. complexe derivaten, k. aan aandelen gekoppelde certificaten, 9

l. globaal certificaat van aandelen. In het geval van overheidsemittenten gaat het om instrumenten genoemd in bijlage I, deel 2, bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 van de Commissie: a. opties, b. futures, c. indexgerelateerde instrumenten, d. contracten ter verrekening van verschillen, e. swaps, f. spread bets, g. complexe derivaten, h. aan overheidsschuld gekoppelde certificaten. 33. Meer bepaald zouden de door een persoon verrichte activiteiten van marketmakers met betrekking tot derivaten en ETF s waarbij respectievelijk de onderliggende waarde(n) van het derivaat in kwestie en de bestanddelen van het betrokken ETF financiële instrumenten zijn die onder het toepassingsgebied van de regeling vallen, voor de vrijstelling in aanmerking kunnen komen, mits er in de betreffende onderliggende waarde wordt gehandeld met het oog op het afdekken van activiteiten van marketmakers in deze derivaten en ETF s. 34. Deze benadering is in overeenstemming met de tekst van de verordening. Er zij ook aan herinnerd dat een vrijstelling in een Europese rechtstekst overeenkomstig de algemene beginselen voor de interpretatie van Europese wetgeving, zoals doorgaans toegepast, strikt moet worden uitgelegd. Bovendien zou iedere andere interpretatie de doeltreffendheid van de verordening beperken en daarbij feitelijk de werking van de vrijstellingen onbeperkt verruimen. Lidmaatschapsvereiste 35. Iedere natuurlijke of rechtspersoon die voornemens is van de vrijstelling voor activiteiten van marketmakers gebruik te maken en die de relevante bevoegde autoriteit van zijn voornemen in kennis stelt, moet lid zijn van een handelsplatform (d.w.z. een gereglementeerde markt of een multilaterale handelsfaciliteit als gedefinieerd in artikel 4, lid 14, en artikel 4, lid 15, van de MiFID) of van een gelijkwaardige markt in een derde land waar deze als opdrachtgever handelt in een financieel instrument op een van de twee wijzen en met hiermee samenhangende afdekkingsactiviteiten als gespecificeerd in artikel 2, lid 1, onder k). 36. In beide gevallen moet het instrument waarop de kennisgeving betrekking heeft, tot de handel zijn toegelaten of worden verhandeld op dat platform of die markt waarvan die persoon lid is. Voor financiële instrumenten als bedoeld in punt 30 is het niet verplicht lid te zijn van een handelsplatform waar het aandeel of de overheidsschuld tot de handel is toegelaten of wordt verhandeld. 10

VII. Vaststelling van de bevoegde autoriteit die in kennis moet worden gesteld 37. In de verordening wordt gespecificeerd welke bevoegde autoriteit door een natuurlijke of rechtspersoon in kennis wordt gesteld van zijn voornemen gebruik te maken van de vrijstelling voor activiteiten van marketmakers of als vergunninghoudende primary dealer. Er is echter een onderscheid tussen een entiteit van een derde land die geen vergunning heeft in de Unie en andere personen die een vergunning hebben, geregistreerd zijn of woonachtig zijn in de Unie. 38. Voor personen die een vergunning hebben in de Unie, is de relevante bevoegde autoriteit voor kennisgevingen: - in het geval van de vrijstelling voor activiteiten van marketmakers, de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van die persoon als gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder i), van de verordening; - in het geval van de vrijstelling als vergunninghoudende primary dealers, de bevoegde autoriteit van de lidstaat van de betrokken overheidsschuld. 39. Voor een entiteit van een derde land die geen vergunning heeft in de Unie (entiteit van een derde land), wordt in artikel 17, lid 8, van de verordening de relevante bevoegde autoriteit omschreven als de bevoegde autoriteit van het belangrijkste handelsplatform in de Unie waar zij handel drijft. Wanneer een entiteit van een derde land voornemens is gebruik te maken van de vrijstelling voor activiteiten van marketmakers voor een specifiek financieel instrument of als vergunninghoudende primary dealer, moet zij dus de autoriteit van het handelsplatform waar zij haar meeste handelsactiviteiten in Europa verricht, hiervan in kennis stellen. 40. De entiteit van het derde land moet haar activiteiten in het voorgaande jaar op basis van de omzet (als gedefinieerd in artikel 2, lid 9, van Verordening (EG) nr. 1287/2006 van de Commissie) per handelsplatform beoordelen wanneer zij activiteiten van marketmakers verricht in financiële instrumenten in Europa en als vergunninghoudende primary dealer transacties op de secundaire markt verricht die verband houden met overheidsschuldinstrumenten, en bepalen op welk Europees handelsplatform (d.w.z. gereglementeerde markt of multilaterale handelsfaciliteit) zij het meest actief is. 41. Zo is er voor een entiteit van een derde land met één toegangspoort in Europa, één Europese bevoegde autoriteit die zij in kennis stelt, ongeacht het betrokken financiële instrument. VIII. Algemene beginselen en criteria voor de vrijstelling 42. De hierna volgende beginselen en criteria zijn niet bedoeld om de definitie van activiteiten van marketmakers 1 aan te vullen of te wijzigen, maar stellen veeleer normen vast voor de bevoegde autoriteiten om in aanmerking te nemen wanneer zij beoordelen of een entiteit die kennisgeving doet in verband met de vrijstelling van artikel 17, lid 5, van de verordening betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps, voor de vrijstelling in aanmerking komt. 1 Meer bepaald zijn deze criteria niet bedoeld om het toepassingsgebied van activiteiten van marketmakers zoals momenteel gedefinieerd in de MiFID of zoals gedefinieerd na de evaluatie van de MiFID, uit te breiden of te beperken. 11

VIII.I. Algemene beginselen 43. Een persoon, zoals eerder gedefinieerd, die voornemens is van de vrijstelling van artikel 17, lid 1, van de verordening gebruik te maken, moet: - lid zijn van een handelsplatform waar het financiële instrument in kwestie tot de handel is toegelaten of wordt verhandeld en waar hij activiteiten van marketmakers verricht met betrekking tot dat instrument; - voldoen aan de algemene regels en bijzondere vereisten voor activiteiten van marketmakers die worden gehanteerd door het handelsplatform of de markt in het derde land, indien van toepassing; - de gegevens bijhouden over orders en transacties met betrekking tot de activiteiten van marketmakers waarvoor hij de vrijstelling aanvraagt, zodat deze gemakkelijk kunnen worden onderscheiden van zijn handelsactiviteiten voor eigen rekening; - interne procedures introduceren voor de activiteiten van marketmakers waarvoor hij de vrijstelling aanvraagt, zodat deze activiteiten onmiddellijk kunnen worden vastgesteld en de gegevens op verzoek voor de bevoegde autoriteit voorhanden zijn; - beschikken over doeltreffende nalevings- en auditmiddelen en een toezichtskader voor de activiteiten van marketmakers waarvoor hij de vrijstelling aanvraagt; - te allen tijde aan de bevoegde autoriteit kunnen aantonen dat de door hem verrichte activiteiten van marketmakers aan de beginselen en de criteria in de richtsnoeren voldoen. VIII.II. Beginselen en vrijstellingscriteria die moeten gelden wanneer een persoon als opdrachtgever handelt door gelijktijdig vaste bied- en laatkoersen van een vergelijkbare omvang en tegen concurrerende prijzen bekend te maken, met als resultaat dat de markt op regelmatige en voortdurende basis van liquiditeit wordt voorzien (artikel 2, lid 1, onder k), punt i)) 44. Het leidende beginsel voor alle categorieën activa is dat een entiteit die kennisgeving doet van haar voornemen van de vrijstelling gebruik te maken voor haar activiteiten van marketmakers krachtens artikel 2, lid 1, onder k), punt i), de markt op regelmatige en voortdurende basis van liquiditeit moet voorzien door gelijktijdig vaste bied- en laatkoersen van een vergelijkbare omvang en tegen concurrerende prijzen bekend te maken. Het is van belang op te merken dat de vereisten op het punt van aanwezigheid, prijzen en omvang niet onafhankelijk van elkaar zijn, maar met elkaar in wisselwerking staan. Activiteiten van marketmakers krachtens artikel 2, lid 1, onder k), punt i), die op grond van artikel 17 zijn vrijgesteld, zijn activiteiten waarbij een persoon prijzen biedt die concurrerend zijn en van een vergelijkbare omvang, in overeenstemming met de gespecificeerde vrijstellingscriteria gedurende minimaal de genoemde verplichte aanwezigheid, indien van toepassing. 45. ESMA acht het passend om in deze reeks richtsnoeren de vrijstellingscriteria op te nemen aan de hand waarvan bevoegde autoriteiten kennisgevingen krachtens artikel 17, lid 5, moeten beoordelen met betrekking tot aandelen en aandeelderivaten die op een handelsplatform worden verhandeld. ESMA kan te zijner tijd criteria vaststellen voor andere categorieën activa die onder de verordening vallen. ESMA zal rekening houden met de resultaten voor de MiFIR en de MiFID wat de definitie 12

van activiteiten van marketmakers betreft, om samenhang tussen de Europese verordeningen te verzekeren. ESMA zal de ontwikkelingen op de markt blijven volgen en mogelijk de omschreven vrijstellingscriteria in de toekomst heroverwegen. 46. Wat de aanwezigheid betreft, moet een persoon met activiteiten van marketmakers krachtens artikel 2, lid 1, onder k), punt i), voor een voldoende deel van de verplichte handelsperiode in het orderboek aanwezig zijn of koersen bekendmaken op een handelsplatform voor het betreffende aandeel of afgeleide financiële instrument(en) waarvoor hij de vrijstelling aanvraagt. De verordening lijkt in dit opzicht geen ononderbroken aanwezigheid te eisen, hoewel zij bepaalt dat de aanwezigheid regelmatig en voortdurend moet zijn. Bijgevolg moet de aanwezigheid op de markt erin bestaan: a. activiteiten te verrichten die voor de vrijstelling in aanmerking komen op iedere dag dat de markt open is; b. orders uit te voeren die voldoen aan de hierna genoemde criteria, met een redelijke frequentie waarbij de activiteiten voor marketmakers tijdens een afzonderlijke handelssessie niet voor een aanzienlijke tijd worden onderbroken. 47. Met betrekking tot het vereiste om bied- en laatkoersen van een vergelijkbare omvang en tegen concurrerende prijzen bekend te maken, specificeert de verordening niet of de prijzen die worden bekendgemaakt op dezelfde wijze concurrerend moeten zijn bij kopen/verkopen. Daarom is ESMA van oordeel dat de bied-/laatmarge voorgesteld door de persoon die activiteiten van marketmakers verricht, asymmetrisch kan zijn, anders gezegd dat deze kan afwijken van het centrale punt van de marktmarge tussen de bied- en laatkoers die voor het betrokken financiële instrument worden bekendgemaakt. De prijzen kunnen daarom bij bieden en laten op een gegeven ogenblik in verschillende mate concurrerend zijn, afhankelijk van de strategische richting, mits de entiteit die activiteiten van marketmakers verricht, voldoet aan het oogmerk de markt van liquiditeit te voorzien. De mogelijke asymmetrie mag er in ieder geval niet toe leiden dat de bied- of laatprijs niet concurrerend is. 48. Rekening houdend met voornoemde overwegingen, geldt voor aandelen die worden aangemerkt als liquide aandelen in de zin van de MiFID het volgende: a. Een regelmatige en voortdurende aanwezigheid op de markt zou betekenen dat activiteiten van marketmakers op maandelijkse of dagelijkse basis gedurende ten minste 80 % van de totale handelstijd moeten worden verricht. Deze aanwezigheid kan worden beperkt in abnormale marktsituaties zoals omschreven door de regels van het betreffende handelsplatform. Voor de liquide aandelen in de zin van de MiFID waarvan de prijs uitsluitend door veiling op een handelsplatform wordt bepaald, is de betekenis van het begrip regelmatige en voortdurende aanwezigheid niet vergelijkbaar met de gangbare betekenis voor continu verhandelde aandelen. In die gevallen moet het criterium van een regelmatige en voortdurende aanwezigheid minimaal worden beoordeeld aan de hand van de normen die voor erkende marketmakers/liquiditeitsverschaffers met betrekking tot de instrumenten zijn vastgelegd in regels van het handelsplatform waar het instrument tot de handel is toegelaten. Om de vrijstelling voor activiteiten van marketmakers voor deze instrumenten aan te vragen, moet de persoon concurrerende koop- en verkooporders afgeven tijdens de vooropening, zodat ze genoteerd staan wanneer de veiling sluit en de slotprijs voor het instrument wordt bepaald. 13

b. Concurrerende prijzen vallen binnen de maximale spreads tussen bied- en laatprijzen die worden vereist van erkende marketmakers/liquiditeitsverschaffers krachtens de regels van het handelsplatform waar de prijzen voor de betrokken instrumenten worden bekendgemaakt. In de gevallen waarin dat handelsplatform geen regels biedt voor maximale spreads tussen bied- en laatprijzen voor erkende marketmakers of liquiditeitsverschaffers, kan worden verwezen naar de vereisten in de regels voor erkende marketmakers/liquiditeitsverschaffers van een ander handelsplatform waar het betrokken instrument actief wordt verhandeld. Waar dit alternatief niet mogelijk is, moeten concurrerende prijzen, in laatste instantie, worden gemeten in verhouding tot de gemiddelde spread die voor het betreffende instrument wordt waargenomen op het handelsplatform waar het instrument wordt verhandeld. Voor iedere asymmetrie tussen de bied- en laatprijzen gelden de voorwaarden van punt 47. c. De omvang van de orders die door marketmakers in het order- of koersboek worden geplaatst, mag niet kleiner zijn dan die welke van erkende marketmakers/liquiditeitsverschaffers wordt vereist krachtens de regels van het handelsplatform waar de betrokken aandelen worden verhandeld. In de gevallen waarin het handelsplatform geen regels biedt voor de order- of noteringsomvang voor erkende marketmakers of liquiditeitsverschaffers, kan worden verwezen naar de vereisten in de regels voor erkende marketmakers/liquiditeitsverschaffers van een ander handelsplatform waar het betrokken instrument actief wordt verhandeld. Waar dit alternatief niet mogelijk is, moet de order- of noteringsomvang in verband met activiteiten van marketmakers, in laatste instantie, worden beoordeeld aan de hand van de gemiddelde handelsomvang voor het betrokken instrument. 49. Voor aandelen die niet worden aangemerkt als liquide aandelen in de zin van de MiFID en voor aandeelderivaten die op een handelsplatform worden verhandeld, geldt het volgende: a. Het vereiste van een regelmatige en voortdurende aanwezigheid op de markt dient te worden getoetst aan de normen die voor erkende marketmakers/liquiditeitsverschaffers met betrekking tot dergelijke instrumenten zijn vastgelegd in de regels van het handelsplatform waar het instrument tot de handel is toegelaten. b. Concurrerende prijzen vallen binnen de door het handelsplatform vastgelegde maximale spreads tussen bied- en laatprijzen voor marketmakers/liquiditeitsverschaffers. Voor iedere asymmetrie tussen de bied- en laatprijzen gelden de voorwaarden van punt 47. c. De orderomvang mag niet aanzienlijk kleiner zijn dan die welke wordt vereist van erkende marketmakers/liquiditeitsverschaffers krachtens de regels van het handelsplatform waar de betrokken instrumenten worden verhandeld. Indien het voornoemde handelsplatform geen regels biedt voor een van de onder b) en c) uiteengezette criteria voor erkende marketmakers of liquiditeitsverschaffers, kan voor niet-liquide aandelen worden verwezen naar de vereisten in de regels voor erkende marketmakers/liquiditeitsverschaffers van een ander handelsplatform waar het betrokken instrument actief wordt verhandeld. Waar dit alternatief niet mogelijk is, wordt, in laatste instantie en afhankelijk van de betrokken criteria, tot het volgende overgegaan: 14

Concurrerende prijzen worden gemeten in verhouding tot de gemiddelde spread die voor het betrokken instrument wordt waargenomen op het handelsplatform waar het instrument wordt verhandeld, of vallen binnen de door het handelsplatform vastgelegde maximale spreads tussen bied- en laatprijzen. De order- of noteringsomvang in verband met van activiteiten van marketmakers wordt beoordeeld aan de hand van de gemiddelde handelsomvang van het betrokken instrument op het handelsplatform waar het wordt verhandeld. Indien het voornoemde handelsplatform geen regels biedt voor een van de onder a), b) en c) uiteengezette criteria voor erkende marketmakers of liquiditeitsverschaffers, kan voor aandeelderivaten worden verwezen naar de toepasselijke vereisten in de regels voor erkende marketmakers/liquiditeitsverschaffers van een ander handelsplatform waar een soortgelijk derivatencontract actief wordt verhandeld, indien van toepassing. 50. Een entiteit kan aantonen dat zij aan deze criteria voldoet, door achteraf te verwijzen naar historische handelsactiviteiten of vooraf te verwijzen naar handelsactiviteiten die zij in de toekomst voornemens is te ontplooien. 51. ESMA stelt voor dat bevoegde autoriteiten de volgende aanpak volgen bij de beoordeling van de kennisgeving van het voornemen van de vrijstelling gebruik te maken: a. Indien een persoon kan aantonen dat hij partij is bij een contract of programma met een handelsplatform of een emittent gericht op activiteiten van marketmakers of het verschaffen van liquiditeit waarbij minimaal aan de drie voornoemde criteria wordt voldaan, is er reden om te veronderstellen dat de bevoegde autoriteit de kennisgeving waarschijnlijk zal moeten aanvaarden. Er zij op gewezen dat de persoon, ook al is deze partij bij het contract, niettemin aan de relevante criteria van artikel 2, lid 1, onder k), moet voldoen, zoals lid zijn van een handelsplatform, als opdrachtgever handelen, enz.; b. Indien een persoon geen partij is bij een contract of programma zoals eerder beschreven, dient hij bewijs te overleggen om aan te tonen dat hij aan de eerder uiteengezette criteria en de overige vereisten van artikel 2, lid 1, onder k) voldoet. 52. Verder dient de kennisgevende persoon extra informatie of aanvullend bewijs te kunnen verstrekken na een verzoek ad hoc van de bevoegde autoriteit. Meer bepaald: a. bewijs van een vergelijkbare omvang van orders; b. bewijs van concurrerende prijzen van orders; c. bewijs van een regelmatige en voortdurende aanwezigheid op de markt. VIII.III. Beginselen en vrijstellingscriteria die moeten gelden wanneer een persoon als opdrachtgever handelt door in het kader van zijn gewone bedrijfsvoering orders uit te voeren die door klanten zijn geïnitieerd of waarvoor klanten een handelsverzoek hebben gedaan (artikel 2, lid 1, onder k), punt ii)) 53. Naast de algemene beginselen uiteengezet in punt 43, moet een persoon, om ervoor te zorgen dat het handelen als opdrachtgever door orders uit te voeren die door klanten zijn geïnitieerd of 15

waarvoor klanten een handelsverzoek hebben gedaan als activiteiten van marketmakers wordt aangemerkt, aan de bevoegde autoriteit aantonen dat hij een beleggingsonderneming, een kredietinstelling, een entiteit van een derde land of een onderneming als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder l), van Richtlijn 2004/39/EG is en dat dit handelen in het kader van zijn gewone bedrijfsvoering geschiedt en zal geschieden. 54. Om op deze wijze voor de vrijstelling in aanmerking te komen, moeten marketmakers: a. regelmatig prijzen verstrekken aan klanten of doorlopend in staat zijn om op verzoek van klanten een koers te verstrekken; en b. klaar staan om orders uit te voeren waarvoor klanten een handelsverzoek hebben gedaan. 55. Als zodanig zal de bevoegde autoriteit rekening houden met kwesties zoals: - of en in welke mate de persoon al frequent en stelselmatig in het betreffende financiële instrument handelt wanneer hij orders van klanten uitvoert of ingaat op verzoeken van klanten. Indien de activiteiten van marketmakers betrekking hebben op instrumenten die ad hoc en niet frequent worden verhandeld, is het beslissend dat de marketmaker tijdens handelstijden steeds gereed en bereid is om prijzen te verstrekken aan klanten en klaar staat om handelsverzoeken van klanten uit te voeren, met een redelijke verwachting dat hij in elk instrument waarom een klant verzoekt, zal handelen. Het moet gaan om vooraf omschreven instrumenten of categorieën instrumenten, bijvoorbeeld de voornaamste indexen of instrumenten van de gereglementeerde markt. De presentatie van de onderliggende bedrijfsstrategie zou als relevant bewijs kunnen worden aangevoerd om aan te tonen dat de activiteiten krachtens artikel 2, lid 1, onder k), punt ii), voor vrijstelling in aanmerking komen; - wat de omvang is van de activiteiten (waarvoor kennisgeving wordt gedaan in verband met de vrijstelling) in vergelijking met de algehele handel van de persoon voor eigen rekening; - indien de persoon nog niet frequent en stelselmatig handelt in het betreffende financiële instrument om orders van klanten uit te voeren of in te gaan op verzoeken van klanten: of er een redelijke verwachting is dat de persoon dit in de toekomst zal doen, de verwachtingsbasis en de zakelijke uitgangspunten die deze verwachting rechtvaardigen (zoals het handelen van de persoon voor klanten in andere financiële instrumenten). In de kennisgeving aan de bevoegde autoriteiten kan worden vermeld dat er een redelijke verwachting is dat er in een specifiek financieel instrument zal worden gehandeld. VIII.IV. Anticiperend afdekken krachtens artikel 2, lid 1, onder k), punt iii) 56. Een entiteit die als opdrachtgever handelt, anticiperend op orders of verzoeken van klanten die zich naar verwachting op korte termijn zullen concretiseren, kan voor de vrijstelling voor activiteiten van marketmakers in aanmerking komen voor zover het anticiperend afdekken noodzakelijk is voor het verrichten van de daadwerkelijke activiteiten van marketmakers en niet om andere redenen, zoals speculatieve redenen. Bij het uitblijven van de verwachte order van de klant of van het verwachte verzoek om het verstrekken van een koers, dient de positie die is geaccumuleerd via het anticiperend 16

afdekken op een snelle en ordentelijke wijze (en in ieder geval zo snel als praktisch mogelijk is) te worden afgewikkeld. 57. De marketmaker moet te allen tijde kunnen aantonen dat het anticiperend handelen op verzoeken van klanten in correlatie staat met transacties die in het kader van activiteiten van marketmakers worden verricht. IX. Vrijstellingsprocedure 58. Het gebruik van de vrijstelling krachtens de verordening is gebaseerd op het vereiste om het voornemen hiertoe te melden. Het is geen goedkeurings- of vergunningsprocedure. De in kennis gestelde bevoegde autoriteit kan het gebruik van de vrijstelling echter verbieden, op het moment van de kennisgeving of later indien zij van oordeel is dat er niet langer aan de voorwaarden voor de vrijstelling wordt voldaan. 59. Gezien het brede geografische toepassingsgebied van de vrijstelling voor een specifiek financieel instrument en de mogelijke uitwerking hiervan op de Europese markten, is de ene bevoegde autoriteit die de kennisgeving voor dat instrument ontvangt, verantwoordelijk voor haar besluit om het gebruik van de vrijstelling al dan niet te verbieden. 60. Daarnaast ligt, volgens de verordening, de bewijslast bij het instellen van een verbod op het gebruik van de vrijstelling bij de bevoegde autoriteit die in kennis is gesteld. ESMA meent daarom dat elk besluit van die bevoegde autoriteit om de voordelen van de vrijstelling aan een persoon te weigeren, schriftelijk en met redenen omkleed moet zijn. 61. Afhankelijk van de nationale wet- en regelgeving, kan een bevoegde autoriteit die in kennis is gesteld van het voornemen van de vrijstelling gebruik te maken, de kennisgevende persoon formeel mededelen dat zij geen bezwaar heeft tegen het gebruik van die vrijstelling, ofschoon dit niet door de verordening wordt vereist. 62. Daarom is het van cruciaal belang dat er een geharmoniseerde toepassing van de bepalingen van de verordening is met betrekking tot: (a) de kennisgeving van het voornemen van de vrijstelling gebruik te maken; (b) de inhoud van de kennisgeving; (c) de aanpak voor de verwerking van ontvangen kennisgevingen door de relevante bevoegde autoriteiten; en (d) de aanpak voor de beoordeling van de voorwaarden voor de vrijstelling, die kan resulteren in een besluit van de bevoegde autoriteit het gebruik van de vrijstelling te verbieden, met de te overwegen criteria, bij de eerste kennisgeving of later. Kennisgeving van het voornemen van de vrijstelling gebruik te maken 63. De gemeenschappelijke aanpak wat betreft de vereisten voor de informatie in de kennisgeving van het voornemen van de vrijstelling gebruik te maken dient evenwichtig te zijn, om ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteiten voldoende informatie krijgen. Aan de hand van deze informatie moeten zij de kennisgeving op doeltreffende wijze kunnen beoordelen, terwijl zij personen die van de vrijstelling gebruik wensen te maken geen onevenredige meldingsvereisten opleggen. 64. De kennisgeving moet in elektronisch formaat bij de relevante bevoegde autoriteit worden ingediend, volgens het modelformulier in bijlage I en II, in de ta(a)l(en) die de bevoegde autoriteit in die lidstaat aanvaardt. Zij moet schriftelijk worden bevestigd indien dit wordt vereist door het 17

rechts- en regelgevingskader van die lidstaat. Als er aanvullende begeleidingsdocumenten moeten worden verstrekt, kunnen zij worden ingediend in een veelgebruikte taal in de internationale financiële wereld. 65. Afhankelijk van het type vrijstelling (vergunninghoudende primary dealers of activiteiten van marketmakers), verstrekt de kennisgevende autoriteit de volgende informatie: a. Voor vergunninghoudende primary dealers: i. bijzonderheden van de kennisgevende partij; ii. bijzonderheden van de contactpersoon van de kennisgevende partij; iii. kopie van de met een overheidsemittent of diens vertegenwoordiger getekende overeenkomst/erkenning. b. Voor activiteiten van marketmakers: iv. bijzonderheden van de kennisgevende partij; v. bijzonderheden van de contactpersoon van de kennisgevende partij; vi. status van de kennisgevende partij: 1. beleggingsonderneming; 2. kredietinstelling; 3. entiteit van een derde land; of 4. een onderneming als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder l), van Richtlijn 2004/39/EG; vii. markt waarvan de kennisgevende persoon lid is; viii. een beschrijving van de activiteiten en de wijze gespecificeerd in artikel 2, lid 1, onder k), van de verordening: 1. wijze van artikel 2, lid 1, onder k), punt i); 2. wijze van artikel 2, lid 1, onder k), punt ii), en de aard van facilitaire dienstverlening aan klanten: a. orders uitvoeren die door klanten zijn geïnitieerd; b. orders uitvoeren waarvoor klanten een handelsverzoek hebben gedaan; ix. voor iedere wijze wordt/worden het/de financiële instrument(en) waarvoor het voornemen bestaat van de vrijstelling gebruik te maken, bekendgemaakt. Dit kan 18

in de vorm van een lijst van afzonderlijke financiële instrumenten of een duidelijke specificatie van de betrokken instrumenten (bv. FT-SE 100 op een specifieke datum), mits deze resulteert in een gesloten lijst van specifieke instrumenten aan de hand waarvan de in kennis gestelde autoriteit op ondubbelzinnig wijze alle afzonderlijke instrumenten kan vaststellen waarvoor de vrijstelling zou moeten gelden; x. in het geval van een bestaande overeenkomst voor het leveren van diensten van marketmakers, beschrijving van de voornaamste taken en activiteiten volgens de overeenkomst of een kopie van de overeenkomst; xi. indien de activiteiten van marketmakers worden verricht met betrekking tot instrumenten als bedoeld in punt 30, zoals indexfondsen, beursgenoteerde derivaten, enz., de overeenkomstige categorie financiële instrumenten volgens deel 1 en deel 2 van bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 van de Commissie; xii. indien er geen voorgaande activiteiten van marketmakers in een welbepaald financieel instrument kunnen worden aangetoond (bv. beursgang, voornemen een nieuw bedrijf te starten met activiteiten van marketmakers in een nieuw financieel instrument): 1. voor activiteiten van marketmakers krachtens artikel 2, lid 1, onder k), punt i) vermelding van de verwachte dagelijkse volumes activiteiten van marketmakers in een financieel instrument; 2. voor activiteiten van marketmakers krachtens artikel 2, lid 1, onder k), punt ii) vermelding van de verwachte wekelijkse volumes van activiteiten van marketmakers in een financieel instrument. 66. Voor de vrijstelling voor vergunninghoudende primary dealers of activiteiten van marketmakers is de status van de kennisgevende partij (beleggingsonderneming, kredietinstelling, lid van een markt) een voorwaarde die duidelijk moet worden beoordeeld en kruiselings moet worden gecontroleerd aan de hand van het bewijs dat door de kennisgevende entiteit wordt overgelegd. 67. Er zij opgemerkt dat een dergelijke beoordeling meer ingewikkeld kan zijn voor entiteiten van derde landen: behalve na te gaan of de markt van de aanvrager in het derde land gelijkwaardig is verklaard, kan het nodig zijn met toezichthoudende autoriteiten van derde landen samen te werken en informatie uit te wisselen overeenkomstig artikel 38 van de verordening. Toezicht op de voorwaarden voor de vrijstelling 68. Overeenkomstig artikel 17, lid 9, en artikel 17, lid 10, stelt een persoon die krachtens artikel 17, lid 5 of lid 6, kennisgeving heeft gedaan, zo spoedig mogelijk de relevante bevoegde autoriteit schriftelijk in kennis van elke verandering die van invloed is op het recht van die persoon om gebruik te maken van de vrijstelling. De bevoegde autoriteit zal in het licht van de gemelde veranderingen binnen twee weken beoordelen of de relevante activiteiten nog steeds voor de vrijstelling in aanmerking komen. 19

69. In het kader van gemeenschappelijke toezichtsbenaderingen en praktijken kunnen bevoegde autoriteiten op ieder ogenblik op eigen initiatief thematische evaluaties verrichten om na te gaan of de activiteiten van de natuurlijke of rechtspersoon aan de voorwaarden voor de vrijstelling voldoen. Specifieke situatie van noodmaatregelen 70. Wanneer een bevoegde autoriteit in uitzonderlijke omstandigheden een tijdelijke maatregel invoert waarbij zij haar bevoegdheden uitoefent onder hoofdstuk V, afdeling 1, van de verordening, die verder gaat dan de gewone regeling, mag zij ertoe besluiten activiteiten van marketmakers of activiteiten van primary dealers van de maatregelen vrij te stellen. Dit is een discretionaire bevoegdheid van de autoriteit die de maatregel introduceert. Meer bepaald kan de bevoegde autoriteit een zekere mate van vrijheid uitoefenen wanneer zij in een dergelijke vrijstelling voorziet. Onverminderd verdere vrijstellingen die door de bevoegde autoriteit worden gespecificeerd, dient een vrijstelling die van toepassing is op activiteiten van marketmakers, te worden beschouwd als een vrijstelling in de zin van de verordening. Samenwerking tussen bevoegde autoriteiten 71. Zoals bepaald in de verordening, wordt de vrijstelling verleend door de relevante bevoegde autoriteit van de kennisgevende persoon en, voor een entiteit van een derde land, door de bevoegde autoriteit van het handelsplatform waar de entiteit de meeste van haar handelsactiviteiten verricht. De vrijstelling wordt in de gehele Unie aanvaard. 72. Het is echter mogelijk dat de plaatselijke marktautoriteit (de autoriteit van ontvangst voor de kennisgevende persoon) in verband met bepaalde financiële instrumenten uitgebreidere gegevens ontvangt om de daadwerkelijke prestatie te verifiëren wat betreft de activiteiten van marketmakers waarvoor de persoon is vrijgesteld. De autoriteit van ontvangst kan namelijk, tijdens haar dagelijkse toezicht op handelsactiviteiten op de plaatselijke markt, bewijs aantreffen van vermeende nietnaleving van de vrijstellingsvoorwaarden voor activiteiten van marketmakers door een welbepaalde persoon. In een dergelijk geval zal de autoriteit van ontvangst dit bewijs aan de autoriteit van herkomst overleggen. 73. Na het verstrekte bewijs te hebben beoordeeld en geanalyseerd, gaat de bevoegde autoriteit over tot verdere samenwerking overeenkomstig de artikelen 35 en 37 van de verordening. 74. Meningsverschillen tussen de bevoegde autoriteiten worden beslecht krachtens artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 tot oprichting van ESMA. X. Overgangsmaatregelen 75. Volgens artikel 17, lid 14, van de verordening kan kennisgeving worden gedaan aan een bevoegde autoriteit op elk moment binnen 60 kalenderdagen vóór 1 november 2012. Niettemin zullen kennisgevingen die vóór de inwerkingtreding van de richtsnoeren zijn gedaan en niet voldoen aan de hierin vastgestelde vereisten, binnen zes maanden na de toepassing van de richtsnoeren worden herzien en worden beoordeeld aan de hand van de bepalingen in de richtsnoeren. 76. Er zij op gewezen dat de verordening geen eerbiedigende of uitgestelde werking heeft voor vrijstellingen voor activiteiten van marketmakers die zijn verleend voordat de verordening van toepassing werd. Entiteiten met activiteiten die van nationale regelingen voor short selling zijn 20

vrijgesteld voordat de verordening van toepassing werd, moeten derhalve de relevante bevoegde autoriteiten schriftelijk ervan in kennis stellen dat zij voornemens zijn van de vrijstelling van artikel 17, lid 1, van de verordening gebruik te maken. 21

Bijlage I Kennisgeving van het voornemen gebruik te maken van de vrijstelling van artikel 17, lid 3, van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps 1 Bijzonderheden van KENNISGEVENDE PARTIJ a) Voornaam ACHTERNAAM Volledige bedrijfsnaam b) BIC-code c) Land d) Adres (indien houder van een BIC-code) 2 Contactpersoon a) Voornaam Achternaam b) Telefoonnummer c) Faxnummer d) E-mailadres 3 Financieel instrument Beschrijving van emittent van overheidsschuldinstrument (verstrek informatie middels specifiek spreadsheet in CSV-formaat onder vermelding van overheidsemittent(en)) Datum, handtekening BELANGRIJK: Dit kennisgevingsformulier is alleen geldig indien het wordt ingediend in combinatie met een kopie van de met een overheidsemittent of diens vertegenwoordiger getekende overeenkomst/erkenning 22

Bijlage II Kennisgeving van het voornemen gebruik te maken van de vrijstelling van artikel 17, lid 1, van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps 1 Bijzonderheden van KENNISGEVENDE PARTIJ a) Voornaam ACHTERNAAM Volledige bedrijfsnaam b) BIC-code (indien houder van een BIC-code) c) Land d) Adres 2 Contactpersoon a) Voornaam Achternaam b) Telefoonnummer c) Faxnummer d) E-mailadres 3 Bijzonderheden van activiteiten van marketmakers a) STATUS (van de kennisgevende partij (kredietinstelling, beleggingsonderneming, entiteit van een derde land of onderneming als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder l), van Richtlijn 2004/39/EG)) b) LIDMAATSCHAP VAN MARKT (handelsplatform(en) waarvan men lid is) c) GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN ACTIVITEITEN VOLGENS ARTIKEL 2, LID 1, ONDER k), of VERMELDING VAN VERWACHTE ACTIVITEITEN VOLGENS ARTIKEL 2, LID 1, ONDER k) d) FINANCIEEL/FINANCIËLE INSTRUMENT(EN) (verstrek informatie middels specifiek spreadsheet in CSVformaat) (i) INSTRUMENT (aandeel, emittent van overheidsschuldinstrument, kredietverzuimswap) (ii) CATEGORIE INSTRUMENTEN waarin activiteiten van marketmakers worden verricht, alleen indien anders dan(i) (door aanduiding van het financiële instrument/ onderliggend) e) BESCHRIJVING VAN OVEREENKOMST (voornaamste taken en activiteiten) 23

Datum, handtekening 24

Bijlage III Spreadsheetformaat (CSV-bestand) te gebruiken in combinatie met de formulieren voor de kennisgeving van het voornemen gebruik te maken van de vrijstelling van artikel 17, lid 1, en artikel 17, lid 3, van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps Naam van de informerende bevoegde autoriteit: Naam van de kennisgevende persoon: ID-code* (bv. BIC-code): *Specificeer de code indien anders dan BIC Voor aandelen Nr. ISIN Naam van de emittent 1 2 3 4 Lidmaatschap van markt (artikel 17, lid 1) 25

Voor overheidsobligaties Nr. 1 2 3 4 Nr. 1 2 3 4 Naam van de overheidsemittent Voor kredietverzuimswaps op overheidsschuld Naam van de overheidsemittent Voor instrumenten anders dan aandelen, overheidsschuldinstrumenten of kredietverzuimswaps op overheidsschuld die leiden tot short- of longposities Lidmaatschap van markt (artikel 17, lid 1) Lidmaatschap van markt (artikel 17, lid 1) Nr. 1 2 3 4 Categorie (deel 1 en 2 van bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 van de Commissie) Onderliggend financieel instrument 26

27