Art. 2. [wet van 26 mei 2002 (1), art. 4 (B.S ) - In de zin van deze wet wordt verstaan onder:

Vergelijkbare documenten
f Besluiten waarvan de publikatie niet voorwaarde is voor de toepassing) RAAD RICHTLIJN VAN DE RAAD van 24 juni 1982

BIJLAGE. Aanhangsel. bij het voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Rolnummer Arrest nr. 178/2014 van 4 december 2014 A R R E S T

HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

Bijlage 1. Gevaarlijke stoffen

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

VLAREM EN VEILIGHEID. Studiedag AMV 10 oktober Wim Francq Adviseur Buitendienst Oost-Vlaanderen

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

Bijlage 1.2.2bis bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007

Hoofdstuk Algemene voorschriften

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

DRAAGBARE GASDETECTIE APPARATUUR DRÄGER PROEFBUISJES P.

WET VAN 29 MAART betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen. (B.S. 6 mei 1976)

De klassieke oranje HSID-symbolen vervallen en worden vervangen door de nieuwe GHS/CLP-pictogrammen.

Ontwerp van decreet houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft directe lijnen en directe leidingen

PROCEDURE SWAVR_P01 OPMAAK EN INDIENEN VAN EEN SWA-VR

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007

Hervergunning en verandering van Bayer Antwerpen

HOOFDSTUK 1. - DEFINITIES. Voor de toepassing van dit besluit wordt met de term "gemeente" ook een brandweerintercommunale bedoeld.

Gevarenkaart nr. 1 Brandbare en oxiderende gassen

RICHTLIJN PROBITFUNCTIES

Tweede Kamer der Staten-Generaal

A7-0319/ Voorstel voor een richtlijn (COM(2013)0102 C7-0047/ /0062(COD)) Door de Commissie voorgestelde tekst

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen. Voor de toepassing van dit besluit wordt met de term «gemeente» ook een «brandweerintercommunale» verstaan.


FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

VR DOC.0712/2

Instructienota voor de berekening van de inkuipingscapaciteit voor vaste houders voor de opslag van brandbare vloeistoffen en gevaarlijke producten

Overzichtstabel gevaarlijke producten volgens de CLP-verordening Versie 21/04/2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hof van Cassatie van België

KB Verzwaarde risico s. Gewijzigd door :

Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1

Art. 3. Elke belastingplichtige, gehouden tot het indienen

De Minister van Leefmilieu beslist:

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP "INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE"

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 30 september

Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994

Metrologische Reglementering

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA

KONINKLIJK BESLUIT VAN 4 APRIL 2014 INZAKE VASTSTELLING, BEREKENING EN

Richtlijn leiding markering UT

Overzicht bepalingen inhoud Veiligheidsrapport in het Brzo 2015, Seveso III en de Rrzo Maart 2016

Wat is ARIE? Hoe werkt de webapplicatie ARIE aanwijzing? Ga naar u krijgt dan het volgende scherm:

: Landsverordening accijns minerale oliën. Citeertitel: Landsverordening accijns minerale oliën

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 21 december

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

aanpassing van de bedragen die tot de federale regelgeving met betrekking tot het maatschappelijk welzijn behoren, op 1 juni 2003

MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST

Metrologische Reglementering

Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1

VOORSTEL VAN DECREET

Besluit van de Vlaamse Regering houdende diverse bepalingen over de handhaving van het integraal handelsvestigingsbeleid

De programmawet (I) van 27 december 2006, art. 113 tot en met 133

Naam hoofdrubriek Naam rubriek RUBRIEK (V)= Vlarem

BS 05/03/2018. In voege vanaf 05/03/2018, tenzij anders bepaald (cf. art. 9)

SECTOR BRANDWEER / VEILIGHEID

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

SAMENWERKINGSAKKOORD tussen de Federale Overheid en het Vlaamse Gewest met betrekking tot de regularisatie van niet uitsplitsbare bedragen.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Aangifteprocedure voor arbeidsongevallen in de publieke sector (wet van )

Gelet op het Verdrag betreffende de grensoverschrijdende gevolgen van industriële ongevallen, ondertekend te Helsinki op 17 maart 1992;

Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars (B.S. 9.III.1978) (gecoördineerd tot 3 juni 2007)

SCHRIFTELIJKE INSTRUCTIES VOLGENS HET ADN. Maatregelen in het geval van een ongeval of noodgeval

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers (BS )

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

Gevaarlijke stoffen Etikettering

ONDERWERP: Algemeen reglement inzake al de gemeentelijke belastingen. Aanpassing vanaf DE GEMEENTERAAD,

Bescherming van stagiairs

Wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur

KONINKLIJK BESLUIT VAN 12 OKTOBER 2010

VR DOC.0834/4BIS

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid

Versie van DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad

HOOFDSTUK I TOEPASSINGSGEBIED

Metrologische Reglementering

Aandachtig de onderrichtingen als bijlage gevoegd bij dit formulier lezen alvorens dit formulier in te vullen.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 21 november 2017;

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Op basis van richtlijn 91/155/EEG van de Commissie der Europese Gemeenschappen

Veelgestelde vragen Versie 21/04/2015

ARIE-Regeling (Arbeidsomstandighedenbesluit) (Geldende wettekst op 1/2/2008; actuele tekst te raadplegen op

Vlaamse overheid. Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieuvergunningen. Jean Ferong Diensthoofd Limburg

VR DOC.0977/2BIS

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

HOOFDSTUK 1. - DEFINITIES. Voor de toepassing van dit besluit wordt met de term "gemeente" ook een brandweerintercommunale bedoeld.

Bekendmaking volgens art. 286, 287 en 288 van het decreet lokaal bestuur.

Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector Centra voor geestelijke gezondheidszorg, erkend door de Vlaamse Gemeenschap

KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR CIRCULAIRE. Uitgave : 2

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

(A) juli Artikel 23, 2, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. Niet-vertrouwelijk

Wet van 20 december 2002 betreffende de bescherming van de preventieadviseurs (B.S )

Productieprocessen. Informatie over gevaarlijke stoffen (1)

Transcriptie:

[WET VAN 21 JANUARI 1987 TER STIJVING VAN HET FONDS VOOR RISICO'S VAN ZWARE ONGEVALLEN EN VAN HET FONDS VOOR PREVENTIE VAN ZWARE ONGEVALLEN.] (B.S. 10.03.1987) titel gewijzigd bij de wet van 26 mei 2002 (1), art. 2 (B.S. 27.06.2002) Artikel 1. [wet van 26 mei 2002 (1), art. 3 (B.S. 27.06.2002) - Deze wet is van toepassing op de inrichtingen bedoeld in artikel 3, 1, tweede lid, van het samenwerkingsakkoord, zoals bedoeld onder artikel 2, 1. Deze wet is niet van toepassing op de doorvoermagazijnen.] Art. 2. [wet van 26 mei 2002 (1), art. 4 (B.S. 27.06.2002) - In de zin van deze wet wordt verstaan onder: 1 samenwerkingsakkoord: het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de federale Staat, het Vlaams, het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn, waarmee instemming werd betuigd bij de wet van 22 mei 2001 2 aanwezigheid van gevaarlijke stoffen, inrichting, nieuwe inrichting, installatie, exploitant, gevaarlijke stoffen: dezelfde definities als deze bedoeld in de artikelen 3 en 4 van het samenwerkingsakkoord. 3 doorvoermagazijn: een magazijn dat gelijktijdig voldoet aan de volgende voorwaarden: - het magazijn is uitsluitend bestemd voor het tijdelijk opslaan van verpakte goederen; - het magazijn bevindt zich buiten de inrichting waar deze goederen worden geproduceerd of aangewend; - in het magazijn worden geen andere activiteiten uitgevoerd dan deze die verband houden met het vervoer en het opslaan van de goederen; - de exploitant moet aan de hand van documenten aantonen dat de tijdelijke opslag deel uitmaakt van de globale transportketen van de goederen. 4 drempelwaarde: de waarden vermeld in de 3de kolom van de delen 1 en 2 van de bijlage I van het samenwerkingsakkoord.] Art. 3 t.e.m. 6. [ ] opgeheven bij wet van 26 mei 2002, art. 7 (B.S. 27.06.2002) Art. 7, 1 en 2 opgeheven bij wet van 26 mei 2002, art. 7 (B.S. 27.06.2002) 2bis. [wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen, art.207 (B.S. 09.01.1991) - 1 [[wet van 26 juni 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, art.159 (B.S. 30.06.1992) - Om de bestuurs-, werkings-, studie-, en investeringskosten te dekken welke opgelopen zijn voor de Civiele Bescherming, alsook om de kosten van de preventie-opdrachten te dekken aangegaan in toepassing van deze wet door de Ministers die de Tewerkstelling en de Arbeid en het Leefmilieu in hun bevoegdheid hebben, wordt een heffing geheven [per inrichting]. [De heffing is verschuldigd door de exploitant].]] (1) aldus gewijzigd bij wet van 26 mei 2002 (1), art. 5,1 en 2 (B.S. 27.06.2002) Voor de toepassing van deze bepalingen wordt [iedere inrichting] ingedeeld volgens de stoffen karakteristieken en de procesparameters [van de installaties die deel uitmaken van de inrichting] in één van de volgende categorieën: aldus gewijzigd bij wet van 26 mei 2002 (1), art. 5, 3 (B.S. 27.06.2002) Brand- en explosie- index (F) Toxiciteits- index (T) (1) Deze heffing treedt in werking vanaf belastingjaar 1993 (art. 160 van de wet van 26 juni 1992). W. 21 januari 1987 p. 1/19 september 2008 XIII

Categorie I F < 65 T < 6 Categorie II 65 < F < 95 6 < T <10 Categorie III F > 95 T > 10 [Wet van 26 mei 2002, art. 5, 4 (B.S. 27.06.2002) - De brand- en explosie-index F wordt als volgt berekend: F = MF x (1 + GPH tot )x (1 + SPH tot ) Waarin: MF de materiaalfactor is, een maatstaf voor de potentiële energie van de betrokken gevaarlijke stoffen, die bepaald wordt aan de hand van criteria die een maat zijn voor de brandbaarheid en de reactiviteit, zoals de grootte van het vlampunt, de adiabatische ontbindingstemperatuur en de testresultaten van calorimetrische proeven; GPH tot een maatstaf is voor de gevaren verbonden aan het gebruikte procédé, volgens de aard en karakteristieken ervan, zoals deze beschreven moeten worden in het veiligheidsrapport waarvan de inhoud is vastgelegd in de bijlage II van het samenwerkingsakkoord; SPH tot een maatstaf is voor de gevaren eigen aan de betrokken installatie, volgens de werkingsvoorwaarden, de aard en de omvang van de installaties, die bepaald wordt aan de hand van criteria die verband houden met: - de procestemperatuur; - de druk; - het al of niet werken beneden atmosferische druk of in de nabijheid van het explosiegevaarlijk gebied; - de hoeveelheid brandbare stoffen die in de installatie aanwezig zijn; - de mate van corrosie van de gebruikte materialen; - de mate waarin lekken kunnen voorkomen.] [Wet van 26 mei 2002, art. 5, 5 (B.S. 27.06.2002) - De toxiciteitsindex T wordt als volgt berekend: T = TF x (1 + GPH tot + SPH tot ) Waarin: TF de toxiciteitsfactor is, een maatstaf voor de potentiële giftigheid van de betrokken gevaarlijke stoffen, die bepaald wordt aan de hand van criteria die een maat zijn voor de giftigheid, zoals de grootte van de LD50- en LC50- waarden en de maximum toegelaten concentraties op de werkplaats; GPH tot en SPH tot dezelfde waarden hebben die gelden voor de berekening van de brand- en explosie-index, zoals bedoeld in het voorgaande lid.] Wanneer meerdere producten in de [inrichting] betrokken zijn moet de berekening per product en per installatie gebeuren. Voor iedere verkregen waarde wordt de hoogste waarde in aanmerking genomen. De Koning bepaalt de modaliteiten en de procedure van vaststelling van de indexwaarden. De Minister van Tewerkstelling en Arbeid ziet erop toe dat de inrichtingen in één van de in het tweede lid bedoelde categorieën ingedeeld worden. Ingeval de [inrichting], na berekening van de brand- en explosie-index en de toxiciteitsindex voor een verschillende categorie in aanmerking komt, is de hoogste categorie van toepassing. Voor de aldus ingedeelde [inrichtingen] wordt het bedrag van de heffing als volgt vastgesteld: Aldus gewijzigd bij wet van 26 mei 2002, art. 5, 6 (B.S. 27.06.2002) W. 21 januari 1987 p. 2/19 september 2008 XIII

- categorie I: 500.000 frank; - categorie II: 1.000.000 frank; - [[categorie III: 2.400.000 frank.]] (1) aldus gewijzigd bij wet van 26 juni 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, art. 159 (B.S. 30.06.1992) Die bedragen worden gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer der consumptieprijzen, zoals bedoeld inde wet van 2 augustus 1971, houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de Openbare Schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening moet worden gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld; daartoe worden de bedragen gekoppeld aan de spilindex 240, 77. [Wet van 26 mei 2002, art. 5, 7 (B.S. 27.06.2002) - Indien de inrichting samengesteld is uit meerdere afzonderlijke installaties, waarin op zichzelf de drempelwaarden inzake aanwezigheid van gevaarlijke stoffen worden overschreden, dan geschiedt de berekening per installatie en is de heffing per installatie verschuldigd. Wanneer meerdere installaties binnen een inrichting deel uitmaken van een geïntegreerde productieeenheid, dan worden deze installaties in het kader van de toepassing van deze wet, beschouwd als één enkele installatie.] 2 [[Wet van 6 augustus 1993 houdende sociale en diverse bepalingen, art. 70 (B.S.09.08.1993) - De opbrengst van de heffing is bestemd voor: a) een "Fonds voor de preventie van zware ongevallen" voorzien in de begroting van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid ten belope van [twee miljoen euro], bestemd om de kosten van de preventieopdrachten te dekken; b) een "Fonds voor risico's van zware ongevallen" voorzien in de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, ten belope van het saldo, bestemd om de bestuurs-, werkings-, studie-, en investeringskosten te dekken die opgelopen zijn voor de Civiele Bescherming. De beide voormelde Fondsen vormen begrotingsfondsen in de zin van artikel 45 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991. De Koning kan het bedrag van [twee miljoen euro] bij een in Ministerraad overlegd besluit aanpassen.]] aldus gewijzigd bij K.B. van 9 september 2008, art. 1 (inw. 1 januari 2008) (B.S. 23.10.2008) 3 De heffing is verschuldigd vanaf het belastingjaar 1991. De heffing wordt vastgesteld op basis van de toestand tijdens het voorafgaande jaar. De heffingsaanslag geschiedt eenmaal per jaar, in de loop van de maand maart. [Wet van 26 mei 2002, art. 6 (B.S. 27.06.2002) Voor het aanslagjaar 2002 geschiedt de heffing in de maand oktober 2002 voor de in artikel 1 bedoelde inrichtingen die daaraan voor de eerste maal onderworpen zijn.] De Koning wijst de ambtenaren aan van het Ministerie van Binnenlandse Zaken die belast zijn met inning en de invordering van de heffing en met de controle op de naleving van de verplichtingen inzake heffing. 4 De Koning bepaalt de wijze van betaling van de heffing. Van het bedrag van de heffing wordt kennis gegeven bij een ter post aangetekend schrijven en de betaling wordt gedaan binnen de twee maande na de heffingsaanslag. Binnen een termijn van dertig dagen na de kennisgeving, kan de heffingsplichtige per aangetekend schrijven een beroep instellen bij de Minister van Binnenlandse Zaken, die binnen dertig dagen uitspraak doet. Bij met redenen omkleed aangetekend schrijven, gericht aan de heffingsplichtige, kan W. 21 januari 1987 p. 3/19 september 2008 XIII

de Minister van Binnenlandse Zaken die termijn eenmalig verlengen met een periode van dertig dagen. Wanneer na het verstrijken van de in 4, tweede lid bedoelde termijn, de Minister van Binnenlandse Zaken geen uitspraak gedaan heeft, wordt het beroep van de heffingsplichtige als ingewilligd beschouwd. 5 Elke heffingsplichtige die de heffing binnen de wettelijke termijn, is gehouden een administratieve geldboete te betalen die gelijk is aan de helft van de aanslag. De ambtenaren bedoeld in 2 bis, 3, vierde lid, kunnen de administratieve geldboete toepassen voor iedere overtreding van de bepalingen van dit artikel, evenals van de ter uitvoering ervan genomen besluiten. Zij vaardigen een dwangbevel uit. De betekening ervan gebeurt bij gerechtsdeurwaardersexploot. Op dwangbevel zijn de bepalingen van het vijfde deel van het Gerechtelijk Wetboek van toepassing. [De Minister van Binnenlandse Zaken doet uitspraak over de verzoekschriften die de kwijtschelding van de geldboeten tot onderwerp hebben] aldus gewijzigd bij wet van 29 december 1990, art. 207 (B.S. 09.01.1991) Art. 8 tot en met 18. [ ] Opgeheven bij wet van 26 mei 2002, art. 7 (B.S. 27.06.2002) Art. 19 en 20. [ ] Opgeheven bij programma wet van 22 december 1989, art. 232 (B.S. 30.12..1989) W. 21 januari 1987 p. 4/19 september 2008 XIII

Bijlage I Industriële installaties in de zin van artikel 2 1. [Installaties voor de produktie, verwerking of behandeling van organische of anorganische chemicaliën waarbij onder andere gebruik wordt gemaakt van :] Aldus gewijzigd bij het K.B. van 1 oktober 1987, art. 1, bijlage, 1, a) (B.S. 07.11.1987) 1 - alkylering; - aminering met ammoniak; - carbonylering; - condensatie; - dehydrogenering; - verestering; - halogenering en fabricage van halogenen; - hydrogenering; - hydrolyse; - oxydatie; - polymerisatie; - sulfonering; - ontzwaveling, synthese en omzetting van zwavelhoudende verbindingen; - nitrering en synthese van stikstofhoudende verbindingen; 1 K.B. van 1 oktober 1987: Artikel 1. De bijlagen I, II en III van de wet van 21 januari 1987 inzake de risico s van zware ongevallen bij bepaalde industriële activiteiten worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit. Artikel 2. 1. Wat de bestaande industriële activiteiten betreft die ingevolge artikel 1 voor het eerst onderworpen worden aan de bepalingen van de wet van 21 januari 1987 inzake de risico s van zware ongevallen bij bepaalde industriële activiteiten moet de kennisgeving in artikel 4 en 5 van de wet uiterlijk op 24 maart 1992 worden voorgelegd aan de Minister tot wiens bevoegdheid het Leefmilieu behoort. (erratum 18.01.1989) 2. De fabrikant verantwoordelijk voor een in 1 bedoelde activiteit moet nochtans uiterlijk op 24 maart 1989 aan de Minister tot wiens bevoegdheid het Leefmilieu behoort een verklaring voorleggen, waarin zijn vermeld: - de naam of de firmanaam met volledig adres; - de plaats van vestiging met volledig adres; - de naam van de verantwoordelijke directeur; - de aard van de activiteit; - de aard van de produktie of opslag; - een opgave van de stoffen of categorie stoffen vermeld in de bijlagen II of III bij de wet van 21 januari 1987. - synthese van fosforhoudende verbindingen; - de formulering van bestrijdingsmiddelen en farmaceutische produkten; [ ] opgeheven bij K.B. van 1 oktober 1987, bijlage 1 b) (B.S. 07.11.1987) W. 21 januari 1987 p. 5/19 september 2008 XIII

- distillatie; - extractie; - solvatatie; - menging; 2. Installaties bestemd voor de distillatie, raffinage of enige ander wijze van verwerking van aardolie of aardolieprodukten. 3. Installaties bestemd voor de gehele of gedeeltelijke verwijdering van vaste stoffen of vloeistoffen door verbranding of chemische afbraak. 4. [K.B. van 1 oktober 1987, art. 1, bijlage, 1, c) (B.S. 07.11.1987) - In-stallaties voor de produktie, verwerking of behandeling van energiegassen, bijvoorbeeld LPG, vloeibaar aardgas en synthetisch aardgas.] 5. Installaties voor de droge distillatie van steenkool en bruinkool. 6. Installaties voor de produktie van metalen of niet-metalen langs natte wegen of door middel van elektrische energie. W. 21 januari 1987 p. 6/19 september 2008 XIII

Bijlage II [vervangen door K.B. van 16 mei 1990, art. 2, 1, bijlage A (B.S. 08.06.1990) 3 (err. B.S. 20.05.1992) - Opslag met uitzondering van de opslag van niet in bijlage III vermelde stoffen die tot een in bijlage I genoemde installatie behoort. Deze bijlage is van toepassing op de opslag van gevaarlijke stoffen en/of preparaten op iedere plaats, in iedere installatie en ieder gebouw, op ieder terrein, hetzij afzonderlijk, hetzij in een inrichting, zijnde een locatie die voor opslag dient, behalve wanneer de opslag tot een in bijlage I genoemde installatie behoort en de betrokken stoffen in bijlage III zijn vermeld. De hierna in deel I en deel II vermelde hoeveelheden gelden per opslagplaats of per groep opslagplaatsen van een zelfde fabrikant, wanneer de afstand tussen de opslagplaatsen niet groot genoeg is om in voorzienbare omstandigheden te vermijden dat de risico's van zware ongevallen groter worden. In elk geval gelden deze hoeveelheden per groep opslagplaatsen van een zelfde fabrikant, indien de afstand tussen de opslagplaatsen minder dan 500 meter bedraagt. De in aanmerking te nemen hoeveelheden zijn de maximale hoeveelheden die op een willekeurig tijdstip zijn of kunnen zijn opgeslagen. 3 K.B. van 16 mei 1990: Artikel 1. Artikel 7, 2, 2 van de wet van 21 januari 1987 inzake de risico s van zware ongevallen bij bepaalde industriële activiteiten wordt vervangen door de volgende bepaling: Art. 3. 1. Wat de bestaande industriële activiteiten betreft die in toepassing van de bijlage A bij dit besluit voor het eerst onderworpen worden aan de bepalingen van de in artikel 1 bedoelde wet, moet de kennisgeving in artikel 4 en 5 van de wet uiterlijk op 1 juni 1994 worden voorgelegd aan de Minister tot wiens bevoegdheid het Leefmilieu behoort. 2. De fabrikant verantwoordelijk voor een in 1 bedoelde activiteit moet nochtans uiterlijk op 1 juni 1991 aan de Minister tot wiens bevoegdheid het Leefmilieu behoort een verklaring voorleggen, waarin zijn vermeld: - de naam of de firmanaam met volledig adres; - de plaats van vestiging met volledig adres; - de naam van de verantwoordelijke directeur; - de aard van de activiteit; - de aard van de produktie of opslag; - een opgave van de stoffen of categorie stoffen, vermeld in de bijlagen II of III van de in artikel 1 bedoelde wet. DEEL I Ingedeelde stoffen Indien een in deel I opgenomen stof (of groep stoffen) ook onder een categorie van deel II valt, dient de in deel I aangegeven hoeveelheid te worden aangehouden. Stoffen of groepen van stoffen 1. Acrylnitril (vinylcyanide) 200 2. Ammoniak 500 3. Chloor 75 4. Zwaveldioxide 250 5. Ammoniumnitraat (1) 2.500 6. Ammoniumnitraatkunstmest (2) 10.000 7. Natriumchloraat 250 8. Zuurstof 2.000 9. Zwaveltrioxide 100 10. Kooloxychloride (fosgeen) 0,75 11. Zwavelwaterstof 50 Hoeveelheid (in ton) W. 21 januari 1987 p. 7/19 september 2008 XIII

12. Fluorwaterstof 50 13. Cyaanwaterstof 20 14. Kooldisulfide (Zwavelkoolstof) 200 15. Broom 500 16. Acetyleen (ethyn) 50 17. Waterstof 50 18. Ethyleenoxide 50 19. Propyleenoxide 50 20. 2-Propenal (acroleïne) 200 21. Formaldehyde (concentratie >90%) 50 22. Methylbromide (monobroommethaan) 200 23. Methylisocyanaat 0,15 24. Tetraethyllood of tetramethyllood 50 25. 1,2-Dibroommethaan 50 26. Zoutzuur (tot vloeistof verdicht gas) 250 27. Diphenylmethaan-diisocyanaat (MDI) 200 28. Tolyleendiisocyanaat (TDI) 100 (1) Dit geldt voor ammoniumnitraat en mengsels van ammoniumnitraat waarvan het stikstofgehalte afkomstig van het ammoniumnitraat hoger is dan 28 gewichtspercenten, en voor oplossingen van ammoniumnitraat in water met een concentratie ammoniumnitraat die hoger is dan 90 gewichtspercenten. (2) Dit geldt voor enkelvoudige ammoniumnitraatkunstmeststoffen die voldoen aan Richtlijn 80/876/EEG en samengestelde kunstmeststoffen waarin het stikstofgehalte afkomstig van het ammoniumnitraat hoger is dan 28 gewichtspercenten (samengestelde kunstmeststoffen bevatten ammoniumnitraat en fosfaat en/of kaliumcarbonaat). DEEL II Stoffen en preparaten die niet uitdrukkelijk in DEEL I zijn genoemd De hoeveelheden van de verschillende stoffen en preparaten uit een zelfde categorie zijn cumulatief (1). De rubrieken 2, 3 en 4 bevatten meerdere categorieën. De hoeveelheden van alle stoffen en preparaten van de onder éénzelfde rubriek gespecifieerde categorie[en worden bij elkaar opgeteld. (2) Categorie stoffen en preparaten Hoeveelheid (in ton) 1. Stoffen en preparaten die als "zeer giftig" 20 zijn ingedeeld 2. Stoffen en preparaten die als "zeer giftig", 200 "giftig"(), "oxyderend" of "ontplofbaar" zijn ingedeeld 3. Gasvormige stoffen en preparaten - met inbegrip 200 van die in vloeibare vorm - die bij normale druk in de gasfase verkeren en als "licht ontvlambaar" zijn ingedeeld 4. Stoffen en preparaten (met uitzondering van gas- 50000 ] vormige stoffen en preparaten die onder rubriek 3 vallen) die als " licht ontvlambaar" of "zeer licht ontvlambaar" zijn ingedeeld (1) Het artikel 723bis van het Algemeen reglement voor Arbeidsbescherming stelt vast: - preparaten zijn mengsels of oplossingen die bestaan uit twee of meerdere stoffen; - de indicatieve criteria voor de indeling van stoffen en preparaten per gevarencategorie; - de lijst van stoffen. W. 21 januari 1987 p. 8/19 september 2008 XIII

(2) Wanneer de giftige stoffen en preparaten in een dusdanige toestand verkeren dat zij eigenschappen bezitten die een risico van zware ongevallen met zich brengen. Bijlage III Lijst van stoffen voor de toepassing van artikel 2 [K.B. van 1 oktober 1987, bijlage 3. (B.S.07.11.1987) (err. B.S. 18.01.1989)] Onderstaande hoeveelheden gelden per installatie of per groep installaties van een zelfde fabrikant wanneer de afstand tussen de installaties niet groot genoeg is om in voorzienbare omstandigheden te vermijden dat de risico's van zware ongevallen groter worden. In elk geval gelden deze hoeveelheden per groep installaties van een zelfde fabrikant indien de afstand tussen de installaties minder dan ongeveer 500 meter bedraagt. Benaming Hoeveelheid (>) C.A.S.-nr. EEG-nr. 1 1. 4-Aminodifenyl 1kg 92-67-1 2. Benzidine 1kg 92-87-5 612-042-00-2 3. Benzidinezouten 1kg 4. Dimethylnitrosamine 1kg 62-75-9 5. 2-Naftylamine 1kg 91-59-8 612-022-00-3 6. Beryllium(poeder en/of verbindingen) 10kg 7. Dichloormethylether 1kg 542-88-1 603-046-00-5 8. 1,3 Propaansulton 1kg 1120-71-4 9. 2,3,7,8- Tetrachlorodibenzo-p-dioxine (TCDD) 1kg 1746-01-6 10. Arseenpentoxide, 500kg arseen (V)zuur en zouten daarvan 11. Arseentrixode, 100 kg arseen(iii) zuur en zouten daarvan 1 N.B. : De E.E.G. nummers stemmen overeen met die van die van de richtlijn 67/548/E.E.G., de wijziging inbegrepen (voetnoot van bijlage 3 in Belgisch Staatsblad) W. 21 januari 1987 p. 9/19 september 2008 XIII

Benaming Hoeveelheid (>) C.A.S.-nr. EEG-nr. 1 12. Arseenwaterstof 10 kg 7784-42-1 (arsine) 13. N,N-Dimethyl- 1 kg 79-44-7 carbamoylchloride 14. N-Chloorformyl- 1kg 15159-40-7 morfonile 15. Kooloxychloride [750 kg] 75-44-5 006-002-00-8 (fosgeen) 16. Chloor [25t] 7782-50-5 017-001-00-7 aldus gewijzigd bij K.B. van 1 oktober 1987, art. 1, bijlage 3, b en c) (B.S. 07.11.1987) 17. Zwavelwaterstof 50 t 7783-06-04 016-001-00-4 18. Acrylnitril (vinyl- 200 t 107-13-1 608-003-00-4 canide) 19. Cyaanwaterstof 20t 74-90-8 006-006-00-X 20. Kooldisulfide 200t 75-15-0 006-003-00-3 (Zwavelkoolstof) 21. Broom 500t 7726-95-6 035-001-00-5 22. Ammoniak 500t 7664-41-7 007-001-00-5 23. Acetyleen(Ethyn) 50t 74-86-2 601-015-00-0 24. Waterstof 50t 1333-74-0 001-001-00-9 25. Ethyleenoxyde 50t 75-21-8 603-023-00-X 26. Propyleenoxyde 50t 75-56-9 603-055-00-4 27. Acetoncyaanhydrine 200t 75-86-5 608-004-00-X 28. 2-Propenal 200t 107-02-8 605-008-00-3 (Acroleïne) 29. 2-Propen-1-200t 107-18-6 603-015-00-6 ol (Allylalcohol) 30. Allylamine 200t 107-11-9 612-046-00-4 31. Antimoonwaterstof 100kg 7803-52-3 (Stibine) 32. Ethyleenimine 50t 151-56-4 613-001-00-1 33. Formaldehyde 50t 50-00-0 605-001-01-2 (minimaal 90 %) 34. Fosforwaterstof 100 kg 7803-51-2 (Fosfine) W. 21 januari 1987 p. 10/19 september 2008 XIII

Benaming Hoeveelheid (>) C.A.S.-nr. EEG-nr. 1 35. Methylbromide 200 t 74-83-9 602-002-00-3 (Monobroommethaan) 36. Methylisocyanaat [150 kg] 624-83-9 615-001-00-7 aldus gewijzigd bij K.B. van 1 oktober 1987, art. 1, bijlage 3, d) (B.S. 07.11.1987) 37. Stikstofoxydes 50 t 11104-93-1 38. Natriumseleniet 100 kg 10120-18-8 39. Bis- (2 chloorethyl) 1 kg 505-60-2 sulfide 40. Phosazetim 100 kg 4104-14-7 015-092-00-8 41. Tetraethyllood 50 t 78-00-2 42. Tetramethyllood 50 t 75-74-1 43. Promurit (3,4-100 kg 5836-73-7 dichloorfenyl (azathioureum) 44. Chloorfenvinfos 100 kg 470-90-6 015-071-00-3 45. Crimidine 100 kg 535-89-7 613-004-00-8 46. Monochloormethyl- 1 kg 107-30-2 ether 47. Cyaanfosforzuur- 1 t 63917-41-9 dimethylamide 48. Carbofenothion 100 kg 786-19-6 015-044-00-6 49. Dialifos 100 kg 10311-84-9 015-088-00-6 50. Cyanthoate 100 kg 3734-95-0 015-070-00-8 51. Amiton 1 kg 78-53-5 52. Oxydisulfoton 100 kg 2497-07-6 015-096-00-X 53. 0,0 Diethyl-S-(ethyl- 100 kg 2588-05-8 sulfinylmethyl) thiofosfaat 54. 0,0 Diethyl -S- (ethyl- 100 kg 2588-06-9 sulfonylmethyl)thiofosfaat 55. Disulfoton 100 kg 298-04-4 015-060-00-3 56. Demeton 100 kg 8065-48-3 57. Phoraat 100 kg 298-02-2 015-033-00-6 W. 21 januari 1987 p. 11/19 september 2008 XIII

Benaming Hoeveelheid (>) C.A.S.-nr. EEG-nr. 1 58. 0,0- Diethyl S- 100 kg 2600-69-3 (ethylthiomethyl) thiofosfaat 59. 0,0 - Diethyl-S- 100 kg 78-52-4 (isopropylthiomethyl) dithiofosfaat 60. Pyrazoxon 100 kg 108-34-9 015-023-00-1 61. Fensulfothion 100 kg 115-90-2 015-090-00-7 62. Paraoxon (0,0-100 kg 311-45-5 diethyl-0-(4-nitrofenylfosfaat 63. Parathion 100 kg 56-38-2 015-034-00-1 64. Azinfos-ethyl 100 kg 2642-71-9 015-056-00-1 65. 0,0 Diethyl- S- 100 kg 3309-68-0 (propylthiomethyl) dithiofosfaat 66. Thionazine 100 kg 297-97-2 67. Carbofuraan 100 kg 1563-66-2 006-026-00-9 68. Fosfamidon 100 kg 13171-21-6 015-022-00-6 69. Tirpate (0(2,4-di- 100 kg 26419-73-8 methyl- 1,3 dithiolan-2- yl)methyleen) imino)-nmethyl-carbonaat) 70. Mevinfos 100 kg 7786-34-7 015-020-00-5 71. Parathion-methyl 100 kg 298-00-0 015-035-00-7 72. Azinfos-methyl 100 kg 86-50-0 015-039-00-9 73. Cycloheximide 100 kg 66-81-9 74. Difacinon 100 kg 82-66-6 75. Tetramethyleendisul- 1 kg 80-12-6 fotetramine 76. EPN 100 kg 2104-64-5 015-036-00-2 77.4-Fluorboterzuur 1 kg 462-23-7 78. 4-Fluorboterzure zouten 1 kg 79. 4-Fluorboterzure esters 1 kg 80. 4-Fluorboterzuuramides 1 kg W. 21 januari 1987 p. 12/19 september 2008 XIII

Benaming Hoeveelheid (>) C.A.S.-nr. EEG-nr. 1 81. 4-Fluorcrotonzuur 1 kg 37759-72-1 82. 4-Fluorcrotonzure 1 kg zouten 83. 4-Fluorcrotonzure 1 kg esters 84. 4-Fluorcrotonzuur- 1 kg amides 85. Monofluorazijnzuur 1 kg 144-49-0 607-081-00-7 86. Monofluorazijnzure 1 kg zouten 87. Monofluorazijnzure 1 kg esters 88. Monofluorazijnzuur- 1 kg amides 89. Fluenetil 100 kg 4301-50-2 607-078-00-0 90. 4-Fluor-2-hydroxy- 1 kg boterzuur 91. 4-Fluor-2-hydroxy- 1 kg boterzure zouten 92. 4-Fluor-2-hydroxy- 1 kg boterzure esters 93. 4-Fluor-2-hydroxy- 1 kg boterzuuramides 94. Fluorwaterstof 50 t 7664-39-3 009-002-00-6 95. Hydroxyacetonitril 100 kg 107-16-4 (Glycolzuurnitril) 96. 1,2,3,7,8,9- Hexa- 100 kg 19408-74-3 chloordibenzo-p-dioxine 97. Isodrin 100 kg 465-73-6 602-050-00-4 98. Hexamethylfosfor- 1 kg 680-31-9 triamide 99. Juglon (5-hydroxy-1, 100 kg 481-39-0 4-naftochinon) 100. Warfarin 100 kg 81-81-2 607-056-00-0 101. 4,4 - Methyleen -bis- 10 kg 101-14-4 (2-chlooraniline) 102. Ethion 100 kg 563-12-2 015-047-00-2 W. 21 januari 1987 p. 13/19 september 2008 XIII

Benaming Hoeveelheid (>) C.A.S.-nr. EEG-nr. 1 103. Aldicarb 100 kg 116-06-3 006-017-00-X 104. Nikkeltetracarbonyl 10 kg 13463-39-3 028-001-00-1 105. Isobenzan 100 kg 297-78-9 602-053-00-0 106. Pentaboraan 100 kg 19624-22-7 107. 1-Propeen-2-chloor- 10 kg 10118-72-6 1,3-dioldiacetaat 108. Propyleenimine 50 t 75-55-8 109. Zuurstofdifluoride 10 kg 7783-41-7 110. Zwavelchloride 1 t 10545-99-0 016-013-00-X 111. Seleenhexafluoride 10 kg 7783-79-1 112. Seleenwaterstof 10 kg 7783-07-5 113. TEPP 100 kg 107-49-3 015-025-00-2 114. Sulfotep 100 kg 3689-24-5 015-027-00-3 115. Dimefox 100 kg 115-26-4 015-061-00-9 116. Tricyclohexyl- 100 kg 41083-11-8 stannyl-1h-1,2,4, - triazool 117. Triethyleenmelamine 10 kg 51-18-3 [118. Kobaltmetaal, 1 t -oxiden,- carbonaten -sulfiden, in de vorm van poeder 119. Nikkelmetaal,, 1 t -oxiden,- carbonaten -sulfiden, in de vorm van poeder] aldus gewijzigd bij K.B. van 1 oktober 1987, art. 1, bijlage 3, e en f) (B.S. 07.11.1987) 120. Anabasine 100 kg 494-52-0 121. Telluurhexafluoride 100 kg 7783-80-4 122. Trichloormethyl- 100 kg 594-42-3 sulfenylchloride 123. 1,2- Dibroomethaan 50 t 106-93-4 602-010-00-6 124. Ontvlambare stof- 200 t fen in de zin van bijlage II(2) W. 21 januari 1987 p. 14/19 september 2008 XIII

Benaming Hoeveelheid (>) C.A.S.-nr. EEG-nr. 1 125. Ontvlambare 50 000 t stoffen in de zin van bijage II(2) 126. Diazodinitrofenol 10 t 7008-81-3 127. Diglycoldinitraat 10 t 693-21-0 603-033-00-4 128. Zouten van dinitro- 50 t 609-017-00-3 fenol 129. 1-Guanyl-4-nitro- 10 t 109-27-3 samino-guanyl-1- tetrazeen 130. Hexanitrodifenyl- 50 t 131-73-7 612-018-00-1 amine 131. Hydrazinenitraat 50 t 13464-97-6 132. Nitroglycerine 10 t 55-63-0 603-034-00-X 133. Pentaerytritolte- 50 t 78-11-5 603-035-00-5 tranitraat 134. Cyclotrimethyleen- 50 t 121-82-4 trinitramine 135. Trinitroanaline 50 t 26952-42-1 136. 2,4,6-Trinitoanisool 50 t 606-35-9 609-011-00-0 137. Trinitrobenzeen 50 t 25377-32-6 609-005-00-8 138. Trinitrobenzo zuur 50 t 35860-50-5 129-66-8 139. Trinitrochloor- 50 t 28260-61-9 610-004-00-X benzeen 140. Trinitrofenylme- 50 t 479-45-8 612-017-00-6 thylnitramine 141. 2,4,6- Trinitrofenol 50 t 88-89-1 609-009-00-X (Picrinezuur) 142. Trinitrokresol 50 t 28905-71-7 609-012-00-6 143. 2,4,6- Trinitro- 50 t 4732-14-3 fenetool 144. Trinitrorescorcinol 50 t 82-71-3 609-018-00-9 145. 2,4,6-Trinitrol- 50 t 118-96-7 609-008-00-4 tolueen [146. (a)ammonium- 2500 t nitraat (a) W. 21 januari 1987 p. 15/19 september 2008 XIII

Benaming Hoeveelheid (>) C.A.S.-nr. EEG-nr. 1 146. (b)ammonium- 5000 t nitraatkunstmest(b)] aldus gewijzigd bij K.B. van 1 oktober 1987, art. 1, bijlage 3, gf) (B.S. 07.11.1987) 147. Nitrocellulose 100 t 9004-70-0 603-037-00-6 (met meer dan 12,6 % stikstof) 148. Zwaveldioxyde [250 t] 7446-09-05 016-011-00-9 aldus gewijzigd bij K.B. van 1 oktober 1987, art. 1, bijlage 3, h) (B.S. 07.11.1987) 149. Zoutzuur (tot 250 t 7647-01-0 017-002-00-2 vloeistof verdicht gas) 150. Ontvlambare 200 t stoffen 151. Natrium- 250 t 7775-09-9 017-005-00-9 chloraat 152 t. Butylperoxy- 50 t 107-71-1 acetaat (concentratie ³ 70 %) 153 t. Butylperoxy- 50 t 109-13-7 iso-butyraat (concentratie ³ 80 %) 154 t. Butylperoxy- 50 t 1931-62-0 maleaat (concentratie ³ 80 %) 155 t. Butylperoxy-iso- 50 t 2372-21-6 propylcarbonaat (concentratie ³ 80 %) 156. Dibenzylperoxydi- 50 t 2144-45-8 carbonaat (concentratie ³ 90 %) 157. 2,2-Bis-(t. Butyl- 50 t 2167-23-9 peroxy) butaan (concentratie ³ 70 %) 158. 1,1-Bis-(t. Butyl- 50 t 3006-86-8 peroxy) Cyclohexaan (concentratie ³ 80 %) 159. Di-s-butylperoxydi- 50 t 19910-65-7 carbonaat (concentratie ³ 80 %) 160. 2,2 -Dihydrope- 50 t 2614-76-8 roxypropaan (concentatie ³ 30 %) 161. Di-n-propylperoxy- 50 t 16066-38-9 W. 21 januari 1987 p. 16/19 september 2008 XIII

Benaming Hoeveelheid (>) C.A.S.-nr. EEG-nr. 1 dicarbonaat (concentratie ³ 80 %) 162. 3,3,6,6,9,9-Hexa- 50 t 22397-33-7 methyl 1,2,4,5- tetroxacyclononaan (concentratie ³ 75 %) 163. Methylethylketon- 50 t 1338-23-4 peroxyde (concentratie ³ 60 %) 164. Methyl-iso-bytyl- 50 t 37206-20-5 ketonperoxyde (concentratie ³ 60 %) 165. Perazijnzuur 50 t 79-21-0 607-094-00-8 (concentratie ³ 60 %) 166. Loodazide 50 t 13424-46-9 082-003-00-7 167. Loodtrinitrores- 50 t 15245-44-0 609-019-00-4 orcinolaat 168. Kwikfulminaat 20820-45-5 10 t 628-86-4 080-005-00-2 169.Cyclotetra- 50 t 2691-41-0 methyleentatranitramine 170. 2,2',4,4',6,6'- 50 t 20062-22-0 Hexanitrostilbeen 171. 1,3,5-Triamino-2, 50 t 3058-38-6 4,6-trinitrobenzeen 172. Glycoldinitraat 10 t 628-96-6 603-032-00-9 173. Ethylnitraat 50 t 625-58-1 007-007-00-8 174. Natriumpicramaat 50 t 831-52-7 175. Bariumazide 50 t 18810-58-7 176. Di-isobutyryl- 50 t 3437-84-1 peroxyde (concentratie ³ 50 %) 177. Diethylperoxydi- 50 t 14666-78-5 carbonaat (concentratie ³ 30 %) 178. t. Butylperoxy- 50 t 927-07-1 pivaloaat (concentratie ³ 77 %) [179. Vloeibaar zuurstof 2000 t 7782-44-7 008-001-00-8 W. 21 januari 1987 p. 17/19 september 2008 XIII

Benaming Hoeveelheid (>) C.A.S.-nr. EEG-nr. 1 180. Zwaveltrioxide 75 t 7446-11-9] aldus gewijzigd bij K.B. van 1 oktober 1987, art. 1, bijlage 3, i) (B.S. 07.11.1987) Bijlage IV Lijst van over te maken inlichtingen in uitvoering van artikel 10, 4, 3 Rapport over het zware ongeval Lid-Staat: Instantie belast met het rapport: Adres: 1. Algemene gegevens: Datum en uur van het zware ongeval:... Land, provincie, enz.:... Adres:... Type industriële activiteit:... 2. Type zwaar ongeval: Ontploffing _ Brand _ Emissie van gevaarlijke stoffen _ 3. Beschrijving van de omstandigheden waaronder het zware ongeval heeft plaatsgevonden... 4. Getroffen noodmaatregelen. 5. Oorza(a)k(en) van het zware ongeval:... Bekend (zo ja, meedelen) _ Niet bekend: _ Informatie wordt zo spoedig mogelijk verstrekt: _ 6. Aard en omvang van de schade a) Binnen het bedrijf: - Slachtoffers:... doden... gewonden... vergiftigd - Blootgestelde personen:... - Materiële schade: _ - Gevaar nog aanwezig: _ - Geen gevaar meer: _ W. 21 januari 1987 p. 18/19 september 2008 XIII

b) Buiten het bedrijf: - Slachtoffers:... doden... gewonden... vergiftigd - Blootgestelde personen:... - Materiële schade: _ - Gevaar nog aanwezig: _ - Geen gevaar meer: _ 7. Maatregelen op middellange en lange termijn en vooral maatregelen om te voorkomen dat soortgelijke zware ongevallen zich opnieuw zullen voordoen (mede te delen naarmate er gegevens beschikbaar komen). [Bijlage V - K.B. van 16 mei 1990, art. 2, 2, bijlage B (B.S. 08.06.1990) - Gegevens die krachtens artikel 7, 2, 2 moeten worden verstrekt. a) De naam van het bedrijf en de locatie. b) De identiteit van de persoon die de informatie verstrekt te specificiëren aan de hand van zijn functie. c) Een bevestiging van het feit dat de regelingen en/of bestuursrechtelijke bepalingen ter uitvoering van de wet op de locatie van toepassing zijn en dat de in de artikelen 4 en 5 van de wet bedoelde kennisgeving, of in ieder geval de verklaringen die de fabrikant desgevallend voorafgaandelijk aan de kennisgeving moet voorleggen, bij de bevoegde instantie zijn ingediend. d) Een uitleg in eenvoudige bewoordingen van de op de locatie uitgevoerde activiteit. e) De gangbare benamingen of, in het geval van opslag die onder deel II van bijlage II van de wet valt, de generische benamingen of algemene indeling in gevarenklassen van de stoffen en preparaten die op de locatie aanwezig zijn en een rol kunnen spelen bij het ontstaan van een zwaar ongeval alsmede een aanduiding van de voornaamste gevaarlijke eigenschappen ervan. f) Algemene informatie over de aard van de mogelijke zware ongevallen, inclusief de potentiële gevolgen voor de mens en het milieu. g) Adequate informatie over de wijze waarop de personen die getroffen kunnen worden door een zwaar ongeval gewaarschuwd en op de hoogte gehouden worden. h) Adequate informatie over de door de personen die getroffen kunnen worden door een zwaar ongeval te treffen maatregelen en te volgen gedragslijn. i) Een bevestiging van het feit dat het bedrijf gehouden is de nodige contacten te leggen met de interventiediensten, ten einde ongevallen het hoofd te bieden en de gevolgen ervan zo gering mogelijk te houden. j) Een verwijzing naar het externe noodplan dat is opgesteld om eventuele buiten de locatie merkbare gevolgen van een zwaar ongeval te bestrijden. Hierin moet de aanbeveling zijn opgenomen om bij een ongeval in te gaan op iedere aanwijzing en ieder verzoek van de interventiediensten. k) Gedetailleerde gegevens over de wijze waarop, met inachtneming van de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake vertrouwelijkheid nadere informatie kan worden verkregen.] W. 21 januari 1987 p. 19/19 september 2008 XIII