Beleidsregels Voorzieningen Participatiewet gelezen het voorstel van het hoofd van de afdeling Bedrijfsvoering en Ondersteuning;

Vergelijkbare documenten
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Beleidsregels Werknemersvoorzieningen, Jobcoach en Proefplaatsing gemeente Dantumadiel

Beleidsregels re-integratie gemeente Enschede Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede:

CVDR. Nr. CVDR460746_1. Re-integratieregeling Gouda 2017

Beleidsregels Werknemersvoorzieningen 2018

Gelet op: Artikel 10, eerste lid, en artikel 10da van de Participatiewet; Artikel 11 van de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente;

Beleidsregels Jobcoaching Participatiewet Katwijk

nr Officiële uitgave van de gemeente Midden-Drenthe d.d. 7 november 2018

Nadere regels werkplekaanpassing Participatiewet gemeente Emmen

Het digitale Gemeenteblad Officiële uitgave van gemeente De Wolden

llllllllllll ll ll l l llllllllllllllll l l l l

Nadere regels jobcoaching gemeente Edam-Volendam

Nadere regels overige voorzieningen en vergoedingen participatie. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Beleidsregel Jobcoach (begeleiding op de werkplek) Artikel 1. Begripsbepalingen

de Nadere regels jobcoaching gemeente Zaanstad 2016

Wijziging Participatieverordening Rotterdam 2015

Burgemeester en wethouders van Weststellingwerf; gelezen de:

Nadere regels jobcoaching

JOBCOACHING in het kader van harmonisering werkgeversinstrumenten. Afspraak tussen G 4 (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam & Utrecht) en UWV

Beleidsregels Werkvoorzieningen Drechtsteden 2016

HOOFDSTUK 2 INCIDENTELE LOONKOSTENSUBSIDIE (ARTIKEL 8 VAN DE VERORDENING)

Nadere regels overige voorzieningen en vergoedingen participatie

Regeling Cliëntenraad Werk en Inkomen Rotterdam Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Bijlage. Toelichting op het Uitvoeringsbesluit re-integratie Participatiewet 2016

Het college (of de MGR namens het college) kan in bijzondere omstandigheden afwijken van de onderstaande beleidsregels.

Overzicht instrumenten re-integratie

VERORDENING PERSOONSGEBONDEN BUDGET BEGELEID WERKEN WET SOCIALE WERKVOORZIENING

Gemeente Raalte Beleidsregels re-integratie en loonkostensubsidie

Beleidsregels Werkvoorzieningen Drechtsteden 2017

Beleidsregels Werkvoorzieningen Drechtsteden gelezen het advies van het Portefeuillehoudersoverleg Sociaal d.d.

Bekendmaking: Beleidsregel Jobcoach (begeleiding op de werkplek)

Derde wijziging van de Nadere regels subsidie demontage personen- en bestelauto s 2014

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 juni 2014 (raadsvoorstel nr. 14MO01); raadsstuk 14bb6995;

Beleidsregels bestuurlijke boete Participatiewet Rotterdam 2015

Verordening AOW- en Jeugdtegoed Rotterdam 2017

Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen

Gemeente Bergen op Zoom - Re-integratieverordening Participatiewet

De concerndirecteur van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015, met kenmerk AP020, raadsstuk 15bb8495;

Aanwijzingsbesluit ex artikel 2:73 van de APV Rotterdam 2012 (vuurwerk) voor het gebied Rozenburg.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015, met kenmerk AP020, raadsstuk 15bb8495;

Overwegende dat de raad bij verordening nadere regels dient vast te stellen met betrekking tot het verstrekken van persoonsgebonden budgetten.

Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet Gemeente Capelle aan den IJssel 2015

Beleidsregels Tegemoetkoming meerkosten zorg Rotterdam 2015

Wijziging Ambtenarenreglement, Vakantie- en Verlofregeling en Verordening Van werk naar werk-aanpak en voorzieningen bij werkloosheid

Wijziging Participatieverordening Rotterdam 2015

gelet op artikel 7 van de Wet sociale werkvoorziening en artikel 4.81 Algemene wet bestuursrecht,

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet Krimpen aan den IJssel 2015

Vierde wijziging Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 juni 2016 (raadsvoorstel nr. 16bb4692/16bb5793);

b e s l u i t: vast te stellen, de navolgende beleidsregels Participatiewet Drechtsteden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging Beleidsregels UWV normbedragen Voorzieningen 2015

Beleidsregels subsidies stedelijk welzijn Rotterdam De directeur Welzijn, Zorg en Jeugdhulp van het cluster maatschappelijke ontwikkeling,

Beleidsregels Beschut werk Participatiewet Kerkrade 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Nadere regels AOW- en Jeugdtegoed Rotterdam 2016; Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Tweede wijziging van de Nadere regels subsidie demontage personen- en bestelauto s 2014

Verordening op de Wet sociale werkvoorziening

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Beleidsregels UWV onderzoek interne jobcoach

Wijziging Nadere regels overige voorzieningen en vergoedingen participatie. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

CVDR. Nr. CVDR348721_1

Beleidsregels re-integratie Participatiewet gemeente Delft 2016

ConceptUitvoeringsbesluit Participatiewet Besluit ter uitvoering van de Re- integratieverordening Participatiewet 2015 Versie 18 december

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Besluit UWV normbedragen voorzieningen 2018

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015, met kenmerk AP020, raadsstuk 15bb8495;

Financiële voordelen en voorzieningen voor werkgevers. Marjolijn Berend en Ageeth van Ruiten

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Verordening individuele studietoeslag gemeente Stein 2015

gelet op het bepaalde in artikel 4, eerste lid, van de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Deurne 2018

Re-integratieverordening Participatiewet 2015 per (Aanpassing artikel 8)

Beleidsregels Beschut werk Participatiewet Kerkrade 2018

MEMO. Datum : 21 oktober Aan : Bestuurlijk Kwartet

BELEIDSREGELS PARTICIPATIEWET DRECHTSTEDEN

Beleidsregels Participatiewet Drechtsteden

Verordening individuele studietoeslag gemeente Stein

Beleidsregels eigen bijdrage Wmo gemeente Heemskerk juli 2012

gelet op artikel 108, tweede lid jo. artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, Verordening individuele studietoeslag gemeente Heerenveen 2015

Beleidsregels Tegemoetkoming meerkosten zorg Rotterdam 2016;

e. werkplekaanpassing: instrumenten die personen met structureel functionele beperkingen in staat stellen om te werken in een reguliere werkomgeving.

Beleidsregels Re-integratie Participatiewet gemeente Haarlem

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015, met kenmerk AP020, raadsstuk 15bb8495;

Verordening. individuele studietoeslag. gemeente Borsele 2015

Beleidsregels Tegemoetkoming meerkosten zorg Rotterdam 2017

Programma. Wat is de Participatiewet? Hoe kunnen wij u helpen?

Nadere regels Re-integratieverordening Participatiewet 2015

Nadere regels Re-integratieverordening 2015

"VERORDENING INDIVIDUELE STUDIETOESLAG 2015".

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

gelet op de artikelen 10c, 10d, 10da en 10e van de Participatiewet en gelet op de Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet gemeente;

gelet op artikel 8 eerste lid onderdeel c van de Participatiewet en artikel 7 lid 1 van de gemeenschappelijke regeling 2010 ISD Noordoost;

Bekendmaking Verordening individuele studietoeslag gemeente Druten 2015 en Beleidsregels individuele studietoeslag gemeente Druten 2015

Verordening individuele studietoeslag

nr Officiële uitgave van de gemeente Midden-Drenthe d.d. 17 november 2015

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK 2 BESCHUT WERK

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 september 2014, met kenmerk AP020, raadsstuk 14bb4458;

Beleidsregels Re-integratievoorzieningen en eigen bijdrage voorzieningen Gemeente Wijdemeren. College van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Officiële uitgave van Kompas, Gemeentelijk collectief voor werk, inkomen & zorg.

Verordening individuele studietoeslag gemeente Nederweert 2015

Transcriptie:

GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Rotterdam. Nr. 17125 26 februari 2015 Beleidsregels Voorzieningen Participatiewet 2015 De concerndirecteur Werk & Inkomen(W&I), gelezen het voorstel van het hoofd van de afdeling Bedrijfsvoering en Ondersteuning; overwegende, dat het noodzakelijk is beleidsregels op te stellen ter vaststelling van het beleid met betrekking tot de uitvoering van de Participatiewet; besluit vast te stellen: de Beleidsregels voorzieningen Participatiewet 2015: 1. Vervoersvoorziening Als een werkzoekende/werknemer met arbeidsbeperking door zijn/haar beperking niet zelfstandig kan reizen en/of niet zelfstandig gebruik kan maken van het openbaar vervoer, is het mogelijk in het geval de werkzoekende een baan vindt, om bij de gemeente een vervoersvoorziening aan te vragen. noodzakelijkheid (de werkzoekende kan door zijn/haar beperking niet zelfstandig reizen en/of niet zelfstandig gebruik maken van het openbaar vervoer); alleen voor woon/werk verkeer; de persoon behoort tot de doelgroep van de Participatiewet; en voor minimaal 12 uur per week. Een vervoersvoorziening kan ook worden toegekend gedurende de proefplaatsing (fase vooraf aan arbeidsovereenkomst); een eventuele vervoersvergoeding van de werkgever wordt in mindering gebracht op de toe te kennen vervoersvoorziening; de persoon kan geen aanspraak maken op een voorliggende voorziening, bijvoorbeeld vervoersvoorziening WMO 1, UWV 2 of via een zorgverzekeraar; en de gemeente biedt de meest adequate en goedkoopste oplossing, kwalitatief verantwoord. De kosten van de vervoersvoorziening dienen proportioneel zijn, dat wil zeggen dat de investering in de vervoersvoorziening moet opwegen tegen de opbrengsten van uitstroom naar werk. Bij de beoordeling of de kosten proportioneel zijn wordt onder andere betrokken: de kosten van de vervoersvoorziening; de duur van de arbeidsovereenkomst in termen van looptijd (aantal maanden/jaren/bepaalde tijd/onbepaalde tijd); de omvang van de arbeidsovereenkomst in termen van het aantal uren dat de persoon gaat werken; en de opbrengsten in termen van besparing op de uitkeringslasten en eventuele andere lasten (bijvoorbeeld in het kader van de WMO) in relatie tot de kosten van de vervoersvoorziening. Aan alle bovenstaande voorwaarden dient te worden voldaan. 2. Werkplekaanpassingen Als een aanpassing van de werkplek noodzakelijk is voor de werkzoekende/werknemer met een arbeidsbeperking om zijn/haar werk uit te voeren, kan hiervoor een aanvraag worden ingediend bij de gemeente. Voorbeelden van een werkplekaanpassing zijn een rolstoeltoegankelijke werkruimte of een traplift. 1) Wet maatschappelijke ondersteuning. 2) Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen. 1

noodzakelijkheid (de werkplekaanpassing is nodig om de werkzoekende/werknemer zijn/haar werk te kunnen laten uitvoeren; de persoon behoort tot de doelgroep van de Participatiewet; en voor minimaal 12 uur per week. Het toekennen van een werkplekaanpassing gedurende de proefplaatsing behoort tot de mogelijkheden op voorwaarde dat er zekerheid is dat na de proefplaatsing er een arbeidsovereenkomst volgt; er is geen sprake van een voorliggende voorziening, bijvoorbeeld een bouwbesluit waaruit blijkt dat de desbetreffende werkgever zelf verantwoordelijk is voor de werkplekaanpassing; algemeen gebruikelijke werkplekaanpassingen die tot de standaarduitrusting van de werkgever behoren worden ook niet vergoed. Hiervan is sprake indien van de werkgever, op basis van wat gangbaar is in het bedrijfsleven, verwacht mag worden dat hij de investering zelf doet; en de gemeente biedt de meest adequate en goedkoopste oplossing, kwalitatief verantwoord. De kosten van de werkplekaanpassing dienen proportioneel zijn, dat wil zeggen dat de investering in de werkplekaanpassing moet opwegen tegen de opbrengsten van uitstroom naar werk. Bij de beoordeling of de kosten proportioneel zijn wordt onder andere betrokken: de kosten van de werkplekaanpassing; de duur van de arbeidsovereenkomst in termen van looptijd (aantal maanden/jaren/bepaalde tijd/onbepaalde tijd); de omvang van de arbeidsovereenkomst in termen van het aantal uren dat de persoon gaat werken; en de opbrengsten in termen van besparing op de uitkeringslasten en eventuele andere lasten (bijvoorbeeld in het kader van de WMO) in relatie tot de kosten van de werkplekaanpassing. Aan alle bovenstaande voorwaarden dient te worden voldaan. De werkplekaanpassing wordt in principe in bruikleen beschikbaar gesteld aan de werkgever. In specifieke gevallen kan besloten worden de werkplekaanpassing in eigendom te verstrekken. 3. Meeneembare voorzieningen en doventolk Als een meeneembare voorziening of een doventolk nodig is voor de werkzoekende/werknemer met een arbeidsbeperking om te kunnen werken, dan kan hiervoor een aanvraag worden ingediend bij de gemeente. Meeneembare voorzieningen en de doventolk zijn bijzondere hulpmiddelen die een werkgever normaal gesproken niet in zijn bedrijf beschikbaar heeft. Denk bijvoorbeeld aan orthopedische schoenen, voorleesapparatuur, spraakversterkers, een aangepaste bureaustoel of de diensten van een doventolk. De werkzoekende/werknemer met een arbeidsbeperking kan deze meeneembare voorzieningen en doventolk ook op een andere werkplek of bij een andere werkgever gebruiken. Algemeen noodzakelijkheid (de meeneembare voorziening en/of doventolk is nodig om de werkzoekende/werknemer zijn/haar werk te kunnen laten uitvoeren; de persoon behoort tot de doelgroep van de Participatiewet; en en voor minimaal 12 uur per week. Een meeneembare voorziening en/of doventolk kan ook worden toegekend gedurende de proefplaatsing (fase vooraf aan arbeidsovereenkomst). Specifiek ten aanzien van de meeneembare voorzieningen meeneembare voorzieningen die tot de standaarduitrusting van de werkgever behoren c.q. algemeen gebruikelijk zijn binnen het bedrijfsleven, worden niet vergoed; de gemeente biedt de meest adequate en goedkoopste oplossing, kwalitatief verantwoord. De kosten van de meeneembare voorziening dienen proportioneel zijn, dat wil zeggen dat de inves- 2

tering in de meeneembare voorziening moet opwegen tegen de opbrengsten van uitstroom naar werk. Bij de beoordeling of de kosten proportioneel zijn wordt onder andere betrokken: de kosten van de meeneembare voorziening; de duur van de arbeidsovereenkomst in termen van looptijd (aantal maanden/jaren/bepaalde tijd/onbepaalde tijd); de omvang van de arbeidsovereenkomst in termen van het aantal uren dat de persoon gaat werken; en de opbrengsten in termen van besparing op de uitkeringslasten en eventuele andere lasten (bijvoorbeeld in het kader van de WMO) in relatie tot de kosten van de meeneembare voorziening; en de meeneembare voorziening wordt in principe in bruikleen beschikbaar gesteld aan de werknemer. In specifieke gevallen kan besloten worden de meeneembare voorziening in eigendom te verstrekken. Specifiek ten aanzien van de doventolk de persoon is doof, slechthorend of doofblind; er kan een beroep worden gedaan op een tolkvoorziening voor maximaal 15% van de werktijd; nadat de toegekende uren zijn verbruikt, kan een onderbouwd beroep worden gedaan op meer uren tolkvoorziening; de doventolkvoorziening staat open voor de persoon die een verklaring van de huisarts of behandelend medisch specialist kan overleggen waaruit blijkt dat hij/zij op deze dienstverlening is aangewezen. Dit hoeft slechts éénmaal te geschieden; en geen recht bestaat op de doventolk in het kader van de Participatiewet indien de persoon in kwestie: recht heeft op de voorziening in het kader van artikel 35 van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen; of een Wsw 3 -dienstbetrekking heeft (werkzaam is in een Wsw-bedrijf met een Wsw-indicatie; gedetacheerd is bij een regulier bedrijf vanuit een Wsw-bedrijf of in het kader van begeleid werken met een Wsw-indicatie bij een reguliere werkgever in dienst is). De persoon kan dan een beroep doen op de tolkvoorziening via de Wsw. Aan alle bovenstaande voorwaarden dient te worden voldaan. 4. Jobcoaching (begeleiding op de werkplek) Aan personen die, op basis van artikel 6, lid 1, sub e van de Participatiewet, behoren tot de doelgroep loonkostensubsidie kan begeleiding op de werkplek (artikel 10da van de Participatiewet) worden aangeboden. Dit staat ook wel bekend als jobcoaching en heeft tot doel de werknemer te begeleiden naar een situatie waarin hij/zij uiteindelijk zonder begeleiding bij een reguliere werkgever werkzaam kan zijn. Jobcoaching is daarmee tijdelijk en wordt in principe in natura verstrekt. De werknemer kan echter ook een PVB (persoonsvolgend budget) aanvragen. Bij een PVB maakt de werknemer zelf de keus voor de jobcoach(organisatie) die hem/haar gaat begeleiden. De gemeente betaalt de kosten van de jobcoaching rechtstreeks aan de jobcoach(organisatie). noodzakelijkheid (jobcoaching is voor de werknemer van belang omdat hij/zij zonder deze tijdelijke begeleiding niet naar een situatie kan toegroeien waarin hij/zij uiteindelijk zonder begeleiding bij een reguliere werkgever werkzaam kan zijn); de persoon behoort tot de doelgroep van de Participatiewet; en voor minimaal 12 uur per week. Jobcoaching kan ook worden toegekend gedurende de proefplaatsing (fase vooraf aan arbeidsovereenkomst); jobcoaching wordt halfjaarlijks toegekend met als maximum twee jaar (vier keer een half jaar). In specifieke gevallen, bijvoorbeeld in geval van langdurige ziekte, kan de inzet van de jobcoach 3) Wet sociale werkvoorziening. 3

met twee keer een half jaar worden verlengd. Ieder half jaar wordt geëvalueerd of jobcoaching langer noodzakelijk is; de gemeente besluit, op advies en in overleg met de werknemer, werkgever en jobcoach wat de noodzakelijke ureninvestering is om het doel te realiseren. Daarbij gelden onderstaande bedragen als maximumbedragen die geïnvesteerd kunnen worden in jobcoaching, waarbij er onderscheid wordt gemaakt tussen een licht en midden ondersteuningsregime (afhankelijk van ondersteuningsbehoefte van de werknemer): Begeleidingsniveau Licht Midden 1 ste jaar 2.700, 4.500, 2 de jaar 1.400, 2.700, 3 de jaar (optioneel) 1.400, 1.400, De bedragen zijn exclusief eventuele verschuldigde BTW. Het betreft hier maximale bedragen per jaar op basis van een arbeidsovereenkomst van minimaal 24 uur per week. Bij minder uren worden de bedragen naar rato bijgesteld. Deze bedragen zijn vastgesteld in de beleidsregels UWV normbedragen voorzieningen 2015 en worden (half)jaarlijks aangepast. Deze bedragen worden door het UWV gehanteerd als subsidiebedrag voor de interne jobcoach. De kosten van jobcoaching worden berekend aan de hand van het aantal benodigde uren jobcoaching vermenigvuldigd met een uurtarief van 74,78 (exclusief BTW). Het uurtarief is vastgesteld in de beleidsregels UWV normbedragen voorzieningen 2015 en wordt (half)jaarlijks aangepast. Op basis van dit uurtarief kan in het 1 ste jaar maximaal 60 uur worden ingezet en in het 2 de jaar maximaal 36 uur (gemiddeld 48 uur per jaar). Het is mogelijk om de uren jobcoaching waarvan het de bedoeling is deze in het tweede jaar in te zetten, deels over te hevelen naar het eerste jaar. Hieraan worden twee voorwaarden verbonden, namelijk: er dient sprake te zijn van een arbeidsovereenkomst van minimaal 1 jaar waarbij de intentie er is om de arbeidsovereenkomst na 1 jaar voor minimaal een half jaar te verlengen; en de overheveling van de uren is noodzakelijk voor het bevorderen van een duurzame arbeidsinpassing. Er zijn verschillende manieren waarop jobcoaching kan worden ingezet: Jobcoach in dienst van de gemeente (jobcoach gemeente) Hieraan worden de volgende minimale eisen gesteld: de jobcoach heeft een hbo-opleiding met succes afgerond of heeft een hbo werk- en denkniveau; de jobcoach heeft een opleidingsmodule voor jobcoach gevolgd (diploma/certificaat behaald); of de jobcoach is in de praktijk binnen een organisatie opgeleid tot jobcoach (in company training). Jobcoach in dienst van de werkgever (interne jobcoach) Zie eisen jobcoach in dienst van de gemeente en anders dient de werkgever aan te tonen dat de jobcoach: een training heeft gevolgd om werknemers met structureel functionele beperkingen te begeleiden op de werkplek (bijvoorbeeld een Harrie-training of via een kenniscentrum de training praktijkopleider-plus heeft gevolgd); aantoonbaar ervaring heeft met het geven van werkinstructies; aantoonbaar ervaring heeft met de werkzaamheden die de persoon dient uit te voeren; en voor een deel van zijn werkuren vrijgesteld is om de begeleiding op zich te kunnen nemen. Jobcoach in dienst van een jobcoachorganisatie (externe jobcoach) De jobcoachorganisatie waar de jobcoach in dienst is dient te voldoen aan het erkenningskader uitvoering persoonlijke ondersteuning van het UWV. Op dit moment is het erkenningskader uitvoering persoonlijke ondersteuning 2012 van toepassing. De jobcoachorganisatie dient door middel van een bewijsstuk aan te tonen dat de jobcoachorganisatie door het UWV erkend is als jobcoachorganisatie op basis van dit erkenningskader. 4

De keuze voor de in te zetten jobcoach wordt bepaald in overleg tussen de gemeente, werkgever en werknemer, waarbij de werkgever en werknemer een doorslaggevende stem hebben in de uiteindelijke keuze. Er zijn twee elementen die van belang zijn bij de keus voor de jobcoach: 1. Jobcoaching is een werknemersvoorziening. De werknemer moet zich goed, veilig en vertrouwd voelen bij de jobcoach, zodat de kans op succes vergroot wordt. 2. De werkgever heeft er baat bij dat het aantal jobcoaches in zijn bedrijf beperkt blijft. Daarom wordt gestreefd naar zo min mogelijk jobcoaches per bedrijf. Indien de werknemer bepaalt welke jobcoach ingezet wordt dan kan de gemeente deze jobcoach in natura beschikbaar stellen, maar de werknemer kan de jobcoach ook zelf inhuren door middel van de toekenning van een persoonsvolgend budget. De gemeente betaalt in dit geval de kosten van de jobcoaching rechtstreeks aan de jobcoach(organisatie) waar de jobcoach in dienst is. Ook de jobcoach die door de werknemer zelf wordt ingehuurd dient te voldoen aan de eisen die gesteld worden aan de externe jobcoach. Inwerkingtreding Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na de dagtekening van publicatie. Met de inwerkingtreding van deze beleidsregels vervallen de beleidsregels genoemd: nazending beleidsregels Participatiewet 2015, vastgesteld op 2 december 2014 en gepubliceerd in RotterdamBericht week 50. Citeertitel Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels voorzieningen Participatiewet 2015. Aldus vastgesteld op 9 februari 2015. Namens het college van burgemeester en wethouders, V.J.M. Roozen Concerndirecteur Werk en Inkomen 5

Dit gemeenteblad 2015, nummer 31, is uitgegeven op 16 februari 2015 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie) (Zie ook: www.bis.rotterdam.nl Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch) 6