GM / SV / ZP / GP. Documentnr.: TDD 17112 / 01.12



Vergelijkbare documenten
Adapters en verloopmoeren van metaal

Glijringpakking RG-4 stationair, enkelwerkend

Printed: Doc-Nr: PUB / / 000 / 00

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Glijringpakking dubbelwerkend, overeenkomstig DIN EN 12756

TECHNISCHE HANDLEIDING

, , Montagehandleiding. Montagehandleiding. Voor de installateur. BEnl. Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-H. voor de vakman. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter

Aanvulling op de technische handleiding. MOVIMOT -opties MLU.1A, MLG.1A, MBG11A, MWA21A. Uitgave 06/ / NL.

DuoControl CS. NL Inbouwhandleiding Pagina 2

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

Inbouwhandleiding Pagina 22. Wijnklimaatkast EWTdf 1653 / 2353 / 3553

C40. Compressor Cooler Instruction Manual 4. Kompressor-Kühlbox Bedienungsanleitung 11. Glacière à compression Notice d emploi 18

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter

Handleiding. Permanente roostermagneten, serie SMR

Tempoplex-afvoer bouwhoogte 60 mm. Gebruiksaanwijzing van 01/2010. nl_nl

Tempoplex-afvoer. Gebruiksaanwijzing van 01/2011. nl_be

Inbouwhandleiding Pagina 26. Wijnklimaatkast EWTgb/gw 1683 / 2383 / 3583

AK 45 Gebruiksaanwijzing

TTW S / TTW S

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Tempoplex-afvoer. Gebruiksaanwijzing van 01/2011. nl_nl

Inbouwhandleiding Pagina 22. Wijnklimaatkast EWTdf 1653 / 2353 / 3553

Alarmsirene. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Tempoplex Plus-afvoer, hoge afvoercapaciteit. Gebruiksaanwijzing van 01/2010. nl_nl

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

Handleiding GASTRO SUNRAIN GASTRO SUNSHINE. voor klanten. Hartelijk dank!

Let op! Zware lading. Sta niet onder de hangende lading tijdens het transport of de montage.

testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid

HANDLEIDING ATEX Explosionproof

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

Handleiding Kabelhaspel RGK serie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Gebruikershandleiding Festec FNS hydraulische moerensplijter

Gumax Terrasverwarmer

Correcties. Industriële tandwielkast Rechte en haakse tandwielkast serie X.. Koppelklassen van 6.8 knm knm * _1214*

- - AOY0001 AOY0004 AOY0003 AOY0002

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 HDR-105 HALOGEEN DIMMER/SCHAKELAAR MET TRANSFORMATOR

Citaplex-afvoer/overloop. Gebruiksaanwijzing van 06/2015. nl_nl

Bedrijfsvoorschriften

E X T R A C T O R S QS-2115N

TDS 20/50/75/120 R. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

HANDLEIDING RO-STEAM 1000 / 2000

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

Universele Werklamp GT-AL-02

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Model 240 Pneumatisch open-/dicht-regelventiel Type 3351

Doorstroomafsluiter met buitendraad, PN 16

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

Verwarmingsgroepenverdeler DN25. Gebruiksaanwijzing. Voor Fonterra-vloer- en wandverwarming van 01/2012. nl_nl

Montage- en gebruiksaanwijzing

Gumax Terrasverwarmer

Montagehandleiding. Dubbele antenne. Stand: V

De elektrische laad lift

Montage- en gebruiksaanwijzing. NFC-module voor BDC-i440-besturingen

GEBRUIKSAANWIJZING EIGENSCHAPPEN VOOR HET GEBRUIK

Aanwijzingen bij het technisch gegevensblad, veiligheidsaanwijzingen, gekwalificeerd geschoold personeel pagina 2

Tijdschakelklok. Bestnr.: (groen) (oranje) (transparant) (blauw) Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

Montagehandleiding. DUAL-Antenna. Stand: V

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitvoer met veerbladen. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

VERWARMING «RED HOT» Ref 93475

Multiplex afvoer/overloop Visign M5. Gebruiksaanwijzing van 06/2015. nl_be

ProMinent Multifunctieventiel

Bestnr Zonne-energie laadregelaar 12 V / 24 V 4A met diepontladingsbeveiliging

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Lengte van de dompelhuls

STIHL AK 10, 20, 30. Veiligheidsinstructies

FW 20 Cosy. O Voetenwarmer Gebruiksaanwijzing

Multiplex-functie-eenheid afvoer en overloop-multiplex-functie-eenheid. overloop. Gebruiksaanwijzing van 06/2015. nl_be

Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB 2183 NL. Veiligheidstemperatuurbewaking (STW) met veiligheidsthermostaat type 2403 K

Hoogfrequent batterijladers. KOP serie. Handleiding

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat

Ribbelbuis voor zonnesystemen 2 in 1

STIHL AP 100, 200, 300. Veiligheidsinstructies

TDS 75. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

schegolux-aqua/aquacolor Gebruiksaanwijzing schegolux-aqua/aquacolor Uitstromer met LED-licht

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 11/2015 Bewaren a.u.b.!

TOSTI APPARAAT GEBRUIKSAANWIJZING

Voor de gebruiker. Gebruiksaanwijzing. allstor. Bufferboiler

DL 26 NDT. Manual /30

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud

Multiplex-basismodel afvoer en overloop. Gebruiksaanwijzing van 06/2015. nl_nl

Calortrans M55. Handleiding.

STANDAARD-BOX VB 100

GEBRUIKSAANWIJZING TEGELZAAGMACHINE DYNAMIC 680

Transcriptie:

GM / SV / ZP / GP Documentnr.: TDD 17112 / 01.12 Oerlikon Barmag Filiaal van Oerlikon Textile GmbH & Co. KG Leverkuser Strasse 65 42897 Remscheid Duitsland Telefoon:+49 21 91 6 7-0 Fax: +49 21 91 67-12 04 info.barmag@oerlikon.com www.oerlikon.com

Service 24h Service Hotline +49 175 293 8950 Oerlikon Barmag Filiaal van Oerlikon Textile GmbH & Co. KG Leverkuser Strasse 65 42897 Remscheid Duitsland Telefoon: +49 2191-67-0 Tijdens kantooruren: Telefoon: + 49 2191 67 2815 Fax: + 49 2191 67 2742 certified by DQS according to DIN EN ISO 9001 Reg. No. 53232-01 Seal of approval for the Barmag wide certification according to DIN EN ISO 9001 carried through by a German corporation for certifying management systems, the Deutsche Gesellschaft zur Zertifizierung von Managementsystemen mbh (DQS). Auteursrecht van de gebruiksaanwijzing Het auteursrecht van deze gebruiksaanwijzing verblijft bij OC Oerlikon Management AG. Deze gebruiksaanwijzing is bestemd voor het montage-, bedienings-, bewakings- en instandhoudingspersoneel. Zij bevat voorschriften en tekeningen van technische aard, die noch geheel noch gedeeltelijk gedupliceerd, verspreid of voor commerciële doelstellingen ongeautoriseerd gebruikt of aan andere meegedeeld mogen worden. Copyright 2012 bij OC Oerlikon Management AG, Pfäffikon. Alle rechten voorbehouden.

1. Veiligheid 1.1 Instructies voor de exploitant Lees deze gebruiksaanwijzing voordat u de pomp in gebruik neemt. 1.2 Gebruiksaanwijzing van de exploitant Als ondernemer bent u verplicht een gebruiksaanwijzing voor uw bedrijf op te stellen. Dit geldt in het bijzonder, wanneer bij een installatie / machine componenten zoals bijv. pompen / pompaggregaten geleverd worden en de meegeleverde gebruiksaanwijzing componentgerelateerd is. De volgende hoofdstukken dienen de opstelling van uw eigen gebruiksaanwijzing te vereenvoudigen. Bovendien kunt u bij Barmag bij elk pomptype een serviceboek bestellen. Barmag biedt ook trainingen voor servicewerkzaamheden. 1.3 Beoogd gebruik De doseerpomp is bestemd voor het doseren van vloeibare media van verschillende viscositeit. Gebruik de pomp slechts binnen de grenzen, die in de nomenclatuurdata van de-pomp (zie informatie in hoofdstuk 7.1) staan vermeld. Elk ander of daarboven uitgaand gebruik is uit veiligheidsredenen niet toegestaan en verbonden met verhoogd risico voor het bedrijfspersoneel. Tot beoogd gebruik behoort ook het in acht nemen van de gebruiksaanwijzing, in het bijzonder de naleving van de instandhoudingsvoorschriften. 1.4 Kwalificatie van het personeel Voor de ingebruikname, het exploiteren en instandhouden van de pomp / het pompaggregaat dient geschoold personeel te worden ingezet. Werkzaamheden aan elektrische componenten dienen slechts-door vakkrachten te worden uitgevoerd. 1.5 Instructies voor de ingebruikname Het is noodzakelijk dat u het beëindigen van de montage en voor elke nieuwe ingebruikname van de pomp / het pompaggregaat een testrun met controle van de bewerkingsparameters en alle veiligheidsinrichtingen uitvoert. 1.6 Bediening en instandhouding Voer geen wijzingen of ombouwen aan de pomp / het pompaggregaat uit zonder nadrukkelijke toestemming (autorisatie) van Barmag, anders verliest u alle aanspraak op garantie. Inspectie-, onderhouds-en reparatiewerkzaamheden dienen slechts door geschoold personeel te worden uitgevoerd. Gebruik voor de vakkundige onderhouds- en reparatiewerkzaamheden Barmag-hulpvoorzieningen. Vraag de betreffende catalogi aan. Gebruik uitsluitend Barmag-originele-onderdelen. 1.7 Veiligheidsvoorschriften De veiligheidsinstructies richten zich tot alle personen, die in het kader van montage-, ingebruikname-, bedienings- en instandhoudingswerkzaamheden aan de pomp / de pompaggregaat werkzaam zijn. Lees de door uw onderneming opgestelde gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en neem de volgende veiligheidsinstructies en toelichtingen in acht: Gebruik de vereiste persoonlijke veiligheidsuitrustingen, zoals veiligheidsbril, beschermende handschoenen, veiligheidskleding. Sta onbevoegde personen geen toegang tot de installatie / machine toe. Houd bij de omgang met pomp-, spoel- en afdichtmedia zoals oliën, vetten en andere chemische substandies de voor het betreffende product geldende veiligheidsvoorschriften. (veiligheidsgegevensinformatie in acht nemen!) Voorzichtig bij de omgang met hete pompen, pomp-, verwarmings-, spoel- en afdichtmedia! Pompen / pompaggregaten niet zonder beschermkappen over aandrijfdelen en evt. andere veiligheidsafdekkingen niet gebruiken. Voor aanvang van reparatie- en onderhoudswerkzaamheden aan de pomp moet de pompaandrijving bij het elektrisch worden uitgeschakeld en moet men de pomp laten uitlopen tot stilstand. Neem de uitschakelvoorschriften in acht! Den abgeschalteten Antrieb vor unbefugtem Wiedereinschalten absichern. GM / SV / ZP / GP 01.12 3

1.8 Veiligheidsinstructies voor pompen met magneetkoppeling D Gevaar! Sterk magnetisch veld! Voor personen met medisch-technische apparaten (bijv. pacemakers) is het verboden aan de magneetkoppeling te werken. De personen dienen een veiligheidsafstand van 3 m ten opzichte van magneetkoppelingen inhouden. DGevaar! Bij gebruik van gezondheidsgevaarlijke of brandbare vloeistoffen dienen de bedrijfsdrukken de maximaal toegestane druk van de scheidingsbus van de magneetkoppeling slechts overschrijden, wanneer de druk hiervan bewaakt wordt. De drukbewaking kan op de aansluiting van de vloeistofkering worden gemonteerd. Hiertoe dient evt. contact op te worden genomen met Barmag. De max. toegestane druk van de scheidingsbus van de magneetkoppeling is hierin gegraveerd. Bij overschrijding van de toegestane druk dient de pomp direct te worden gestopt en evt. de toe- en afvoer naar de pomp te worden onderbroken. D Beknellingsgevaar! Door de sterke permanente magneetkracht trekken de pomp (d.w.z. de binnenste magneet) en de buitenste magneet zich sterk aan. Grijp niet tussen adapter (1) en houder (2). Magnetiseerbare delen worden tevens sterk door de magneet aangetrokken. Magnetiseerbare delen daarom niet met de hand in contact brengen met de magneet. 1 2 ab Waarschuwing! Vermijd absoluut het heftig tegen elkaar stoten van de componenten van de magneetkoppeling. Breng magneetkoppelingen niet in de nabijheid van PC's, informatiedragers en andere elektronische onderdelen. Magneetkoppelingen van horloge's ver houden van magnetiseerbare gereedschappen en meetinstrumenten. Raak in geen geval tijdens de werking de onderdelen van de magneetkoppeling aan. Gebruik in ieder geval een originele Barmag-aandrijving. De buitenste en binnenste rotor dienen met hetzelfde toerental te lopen. Slepen leidt tot een ontoelaatbare verwarming wat tot onomkeerbare vermogenverliezen van de magneet kan leiden. Dit kan -bijv. door controle van het debiet- worden bewaakt. 1.9 Veiligheidsinstructies voor elektrisch verwarmde doseerpompen: D Gevaar! Doseerpompen dienen geaard te worden. Hiervoor kan een van de bevestigingsschroeven van de pomp worden gebruikt. Elektrische verwarming dient via een geschikte zekering te worden beveiligd. Elektrische verwarming alleen in ingebouwde staat onder spanning zetten. Elektrische verwarming niet zonder temperatuursensor en -regeling gebruiken. Verwarmingsregeling dient ervoor te zorgen, dat de volgens de nomenclatuurdata toegestane temperatuur niet wordt overschreden. De temperatuursensor bevat twee PT100-weerstanden: Een PT100-weerstand dient voor verwarmingsregeling te worden gebruikt, de tweede PT100-weerstand dient op een onafhankelijke extra temperatuurbewaking te worden aangesloten. Bij overschrijding van de toegestane temperatuur volgens nomenclatuurdata dient de elektrische verwarming te worden uitgeschakeld. Voorkom dat vloeistof over de aansluitkabel van de elektrische verwarming loopt. De kabel dient overeenkomstig te worden gelegd. Aansluitplekken van het pomp- / afdichtmedium regelmatig controleren op dichtheid. Kabel niet platdrukken en knikken. Pomp onder temperatuur slechts gebruiken met aarding. De regeling van de elektrische verwarming dient zo te worden ingesteld, dat tijdens het opwarmen nooit de kooktemperatuur van de afdichtvloeistof wordt bereikt (langzaam verwarmen vereist). Elektrische verwarming zodanig monteren, dat tussen verwarming en pomp voldoende warmteovergang aanwezig is. Het verwarmingselement dient stevig tegen het pomplichaam aan te liggen. Tijdens de werking dient dit regelmatig te worden gecontroleerd. Een deformatie door bijv. een te sterke verstrooiing van de elektrische verwarming dient te worden vermijden. Temperatuursensor zodanig monteren, dat tussen verwarming en pomp voldoende warmteovergang aanwezig is. Warmtegeleidingspasta gebruiken. 4 GM / SV / ZP / GP 01.12

Bij werkzaamheden aan de elektrische verwarming dient deze spanningvrij en tegen opnieuw inschakelen beveiligd te zijn. 1.10 Installatie- / machinespecifieke veiligheidsinstructies De in de nomenclatuurdata -van de pomp (zie informatie in het hoofdstuk 7.1) vermelde waarden hebben betrekking op de mechanische sterkte van de pomp. Het is daarom de opgave van de exploitant met de gebruikte pompmedia (evt. spoelmedia en afdichtmedia) geschikte pogingen ter bepaling van de toegestane bedrijfsgegevens uit te voeren en ervoor te zorgen, dat noch door de media zelf, noch door de media-afhankelijke bedrijfstoestanden risico's ontstaan. Pomp-, spoel-, verwarmings- en afdichtmedia kunnen gevaarlijk zijn voor de gezondheid. Geschikte beschermende kleding dragen. De ontstekingstemperatuur van het transport-, spoel-, verwarmings- en spermedium moet minstens 50 C hoger dan de bedrijfstemperatuur van de pomp zijn. Brandbare media dienen niet in plaatsen te kunnen druppelen, waarin het tot een ontsteking kan komen. Evt. dient een beschermende bak onder het pompaggregaat te worden geplaatst. Deze dient permanent op uitvloeiende vloeistof te worden gecontroleerd. De ontstekingstemperatuur van de afdichtvloeistof dient ten minste 20 C hoger te zijn dan de ingestelde bedrijfstemperatuur van de pomp. Voorzichtig bij het vullen en aftappen van gezondheidschadelijke en hete media in de resp. uit de vloeistofkering. Door de werking van de pomp kunnen bij ongecontroleerd gebruik drukken aan de in- en uitstroming van de pomp ontstaan, die tot beschadiging van de pomp resp. de installatie alsook tot gevaar voor persoonlijk letsel kunnen leiden. Daarom dienen absoluut aan zowel de in- als uitstromingskant drukbewakingsvoorzieningen te worden geplaatst. De toegestane staan in de nomenclatuurdata van de-pomp (zie informatie in het hoofdstuk 7.1) vermeld. Bevestig op de verwarmings- / koelleidingen van vloeibaar verwarmde / gekoelde drukbewakingsvoorzieningen grensschakelaars. Let op de maximaal toegestane bedrijfsdruk en de toegestane bedrijfstemperaturen van vloeistofverwarmingen en -koelingen. De waarden zijn in de verwarmingskoelschaal gegraveerd. Bij het naspannen van de pakkingbus bij roterende pompaandrijfas dient absoluut geschikte, nauw aangesloten werkkleding te worden gedragen. Alle roterende aandrijfdelen dienen (bijv. door beschermkappen) tegen aanraking te zijn afgeschermd. Aansluitingen-pompmedium afhankelijk van de draairichting van de pomp controleren. Verwisselen van de aansluitingen kan zowel tot beschadiging van de pomp alsook van de installatie leiden. Externe besturing, externe omvormer of handbesturingsapparaat van de interne omvormer zodanig instellen, dat de pompaandrijving bij activering van het apparaat niet automatisch aanloopt. Werking van het aggregaat zonder beschermkap is niet toegestaan. Werkzaamheden in het bereik van de magneetkoppeling alleen uitvoeren wanneer deze drukvrij is. De tolerantie van de pomp-, verwarmings-, spoel- en afdichtmedia met de statische afdichtingen - en indien aanwezig - asafdichtingen en de pompmaterialen dient te worden gegarandeerd. Hiervoor evt. pompservice van Barmag raadplegen. Alle pompafdichtingen (in het bijzonder O-ringen tussen de platen) dienen voor de werking van de pomp te zijn gemonteerd. De pomp wordt door het pompmedium gesmeerd. Vanwege mogelijke beschadiging van de pomp en eventueel ontstekingsgevaar van het pompmiddel door oververhitting dient drooglopen absoluut te worden vermeden. Een te hoog aandrijfdraaimoment kan tot beschadiging van de pomp leiden. (max. toegestaan aandrijfdraaimoment in nomenclatuurdata-van de pomp, zie informatie in het hoofdstuk 7.1). De pomp kan bijv. door inbouw van een overlastkoppeling tegen te hoge aandrijfdraaimomenten worden beschermd. Componenten van de pomp kunnen door ondeskundig gebruik of incorrecte bediening beschadigd of defect raken. De aandrijfas kan dan uit de pomp worden geschoven, zolang de pomp onder druk staat. Hierbij kan hete vloeistof naar buiten spuiten. Werkzaamheden aan de pomp of in de buurt van de pomp, verwijderen van beschermende panelen, verwijderen van as/koppeling tussen transmissiemotor en pomp, losdraaien van de arrêteringsmoer van in de lengte verschuifbare cardanas uitsluitend uitvoeren in drukloze toestand. 2. Machineoverzicht / markeringen 2.1 Machineoverzicht Zie maatschema's van de pomp en het pompaggregaat (indien in levering van Barmag inbegrepen). Deze kunnen, voor zover deze niet zijn meegeleverd, bij Barmag worden aangevraagd. 2.2 Kenteken Gravure: Pompnummer Debiet "Barmag" Artikelnummer (bij GM-model) GM / SV / ZP / GP 01.12 5

3. Montage / demontage 3.1 Markering van de verpakking De machines resp. machinedelen werden in stabiele verpakkingen geleverd. De verpakkingen zijn met tekst en markeringen volgens internationaal gestandaardiseerde symbolen gemarkeerd. Om de verpakte machinedelen volgens de voorschriften te behandelen en te transporteren dient deze markering in acht te worden genomen. Opbouw van de tekst Opdrachts-nr. Gewicht (bruto) Ontvanger Ñ Gebruikte markeringen: Ñ Betekenis Kleur Merk Ñ Sterk magnetisch ÑÑ zwart veld! Ñ ÑÑ Boven zwart Ñ ÑÑ Breekbaar zwart Ñ ÑÑ Bescherm tegen zwart natheid ÑÑ ÑÑ Zwaartepunt zwart ÑÑ ÑÑ Heftuig hier aanslaan zwart ÑÑ ÑÑ Dichtheid ÑÑÑ zwart ÑÑ Verpakking ÑÑ Vorkheftruck hier zwart ÑÑ niet aanzetten Ñ 3.2 Veilig transport van pompen ÑÑ / pompaggregaten D Gevaar! De pompaggregaten en zware pompen dienen alleen door een transportvakman gehanteerd te worden. Zware pompen en pompaggregaten slechts met heftuig transporteren. Pompaggregten die niet met heftuig getransporteerd behoeven te worden, dienen door 2 personen te worden gedragen. Beschermende handschoenen en veiligheidsschoenen dragen. Mocht hulp nodig zijn, dan kan contact worden opgenomen met de-pomp-service van Barmag. Pompen met magneetkoppeling. D Gevaar! Sterk magnetisch veld Voor personen met medisch-technische apparaten (bijv. pacemakers) is het verboden de pomp of delen van de magneetkoppeling te transporteren.de personen dienen een veiligheidsafstand van 3 m ten opzichte van magneetkoppelingen inhouden. 3.3 Algemeen betreffende montage / demontage De montage van de pomp / het pompaggregaat met opstelling, uitrichting en aansluiting dient door de pompservice van Barmag of door geschoold eigen personeel te worden uitgevoerd. Wanneer de montage door eigen personeel van de exploitant wordt uitgevoerd, biedt Barmag voor deze personen geschikte trainingen. Bovendien kunt u bij Barmage serviceboeken bestellen. 3.4 Uitvoering van de montage Bij levering zijn in- en uitstroomboringen alsook spoelboringen (indien aanwezig) met veiligheidsstoppen afgesloten, om verontreiniging van de binnenruimte te voorkomen. Verwijder de veiligheidsstoppen pas kort voor de montage van de aansluitleidingen op de pomp. Bewaar de veiligheidsstoppen om deze bij een evt. latere demontage weer te gebruiken. De pomp / het pompaggregaat dient voorzichtig te worden getransporteerd en gemonteerd. Bij aggregaten van de serie AM-O-...Z dient de voet van het drijfwerk te worden vastgeschroefd, zodat het aggregaat tijdens de werking niet kan bewegen. Voor de inbouw van de pomp / het pompaggregaat in de installatie / machine ervoor zorgen, dat alle productvoerende delen voor de pomp (bijv. tank, leidingen, kleppen) zorgvuldig worden gereinigd. Vuil, metalen deeltjes, enz. leiden tot beschadiging van de pomp. Op de in- en uitstromingsboringen van het pompmedium alsook boringen voor afdichtvloeistof dienen vlakafdichtingen te worden gebruikt. Niet met teflonband of hennep in de schroefdraad afdichten! De pomp anders niet droog in gebruik nemen. Daarom indien nodig voor de montage van de pomp in de installatie / machine deze met een smeermedium (bijv. mineraalolie) meerdere malen met de hand doordraaien. Pompen-van Barmag zijn bij de aflevering reeds van smeermedium voorzien. Tijdens de werking wordt de pomp door het pompmedium gesmeerd. 6 GM / SV / ZP / GP 01.12

3.5 Uitvoering van de demontage D Gevaar! Voor het verwijderen van de pomp uit de installatie / machine of de demontage van de asafdichting resp. de magneetkoppeling dient ervoor gezorgd te zijn, dat alle aansluitleidingen drukvrij en geblokkeerd zijn. De scheidingsbus van magneetkoppelingen dient drukvrij te zijn voordat deze eraf wordt genomen. Bij het losdraaien van de afdichtingsbouten van de vloeistofkering kunnen er gezondheidschadelijke afdichtvloeistoffen uitspuiten of gassen uittreden. Geschikte veiligheidskleding dragen. De bovenliggende schroef van de vloeistofkering altijd eerst openen, om eventuele gasophopingen te kunnen laten ontwijken. 3.6 Installatiedelen / reserveonderdelen opslaan Mocht de pomp / het pompaggregaat voor montage in de installatie / machine tussentijds worden opgeslagen, dan dient de pomp / het pompaggregaat in de originele verpakking te blijven. Beim Einlagern der Pumpe / des Pumpenaggregats oder einzelner Teile müssen folgende Bedingungen erfüllt sein: Kamertemperatuur 15 tot 25 C rel. luchtvochtigheid max. 60 % Voor reeds geïnstalleerde pompen / pompaggregaten, die nog niet in werking zijn gesteld, gelden dezelfde voorwaarden. Mocht de pomp opgeslagen worden, dan dient een mineraalolie met lage viscositeit in de instroomopening te worden gegoten. Terwijl de aandrijfas langzaam in de voorgeschreven richting wordt gedraaid, dient net zolang medium in de opening te worden gegoten totdat dit aan de uitstroomopeningen te zien is. Vervolgens de instroom- en uitstroomboringen alsook spoelboringen (indien aanwezig) met de betreffende beveiligingsstop afsluiten. Het pomplichaam dient in elk geval met harsvrije conserveringsolie of iets dergelijks te worden ingevet. 4. Ingebruikname 4.1 Algemeen Een ingebruikname van de pomp / het pompaggregaat dient door geschoold personeel van de exploitant of pomp-service-van Barmag plaats te vinden. Voor elke nieuwe ingebruikname de draairichting van de aandrijving controleren (toegestane draairichtingen zie draairichtingpijl op de voorkant van de pomp). Verkeerde draarichting kan zowel tot beschadiging van de pomp alsook van de installatie leiden. Voor ingebruikname de dichtheid van de leidingaansluitingen op in- en uitstroomopeningen van de pomp (evt. van de spoelaansluitingen) controleren. 4.2 Pomp met pakking Voor het opstarten de voorspanning van de pakkingbus controleren (startmoment zie tabel in hoofdstuk 7.2 resp. nomenclatuurdata-van de pomp, zie informatie in het hoofstuk 7.1). Werd het afdichtmateriaal vernieuwd of de pomp voor het eerst in gebruik genomen, dan dienen de pakkingbusschroeven resp. de wartelmoeren om te beginnen met de 1,5-voudige aandraaikoppel volgens tabel in hoofdstuk 7.2 resp. nomenclatuurdata-van de pomp te worden vastgedraaid. Vervolgens worden de pakkingbusschroeven resp. de wartelmoeren weer losgedraaid en met de aandraaikoppel volgens tabel in hoofdstuk 7.2 resp. nomenclatuurdata-van de pomp vastgedraaid. Na het opstarten van de pomp dient in kortere afstanden (twee- tot drie maal in de eerste uren) de voorspanning van de pakkingbus te worden gecontroleerd en evt. te worden gecorrigeerd. Nadat de pakking gestabiliseerd is, is een wekelijkse bewaking tijdens de continuwerking voldoende. Veiligheidsinstructies in hoofdstuk 1.10 in acht nemen. Bij pakkingbussen met meerdere schroeven dienen deze trapsgewijze vastgedraaid te worden, om het kantelen van de pakkingbus te voorkomen. Bij afdichtingen met veervoorspanning dienen de inbouwmaten en evt. instructies op de pomptekening in acht te worden genomen. 5. Instandhouding 5.1 Uitvoering instandhouding De instandhouding dient door de pomp service van Barmag of door eigen, geschoold personeel te worden uitgevoerd. Voor de instandhouding stelt Barmag pompwerkplaatsen ter beschikking. Wanneer de instandhouding met eigen personeel van de exploitant wordt uitgevoerd, biedt Barmag voor deze personen geschikte trainingen. Bovendien kunt u bij Barmag bij elk pomptype een service-boek bestellen. D Gevaar! Bij werkzaamheden aan de motor of andere elektrische componenten (bijv. elektrische verwarming) dienen deze spanningvrij en tegen opnieuw inschakelen beveiligd te zijn. Regelmatig dichtheid van de leidingaansluitingen aan de in- en uitstroomopeningen van de pomp (evt. van de spoelaansluitingen) en de asafdichting controleren. Bij vloeibaar verwarmde pompen regelmatig dichtheid van de verwarmingsaansluitingen controleren. Wanneer de lekkage aan de asafdichting te hoog is en bij pakkingen geen naspannen meer mogelijk is (veiligheidsinstructies in hoofdstuk 1.10 in acht nemen), af GM / SV / ZP / GP 01.12 7

dichtingen (bijv. pakkingringen, afdichtringen) volgens reserveonderdelencatalogus vervangen (deze kan bij Barmag worden aangevraagd). Daarbij dient de aandrijfas van de pomp op beschadiging in het afdichtingsbereik te worden gecontroleerd en evt. te worden vervangen. Pompen met magneetkoppeling worden in verticale stand op het aggregaat gemonteerd / gedemonteerd. D Gevaar! Pompaggregaat in verticale stand bevestigen. De bevestiging dient stabiel en tegen kantelen beveiligd te zijn. Bij de montage / demontage zijn sterke magnetische krachten aan het werk, waarmee bij de bevestiging rekening dient te worden gehouden. 5.2 Reserveonderdelen Bij de bestelling van de reserveonderdelen dient het volgende te worden vermeld: Pompnummer-Barmag (in de pomp gegraveerd) Juiste benaming van de delen volgens reserveonderdelencatalogus (deze kan bij Barmag worden aangevraagd) Aantal stuks Barmag - Artikelnummer (bij GM-serie) (in de pomp gegraveerd) Contactpersoon: Afdeling Pomp-verkoop, Tel. 0049 2191 / 67-1235 Fax: 67-3364 Afdeling Pomp service Tel. 0049 2191 / 67-2815 Fax: 67-702815 6. Storingen Eventuele storingen kunnen door de pomp-service van Barmag of door eigen, geschoold personeel worden verholpen. De pomp / het pompaggregaat kan bovendien met aanduiding van schade als reparatie-opdracht aan de pomp-service van Barmag worden gestuurd. 8 GM / SV / ZP / GP 01.12

7. Tabellen 7.1 Nomenclatuurdata van de pomp De nomenclatuurdata-van de pomp wordt samen met de gebruiksaanwijzing hiervan verstuurd. 7.2 Aandraaikoppels voor pakkingen ab Waarschuwing! Wartelmoeren of schroeven eerst met de 1,5-voudige tabelwaarde voorspannen, daarna losdraaien en opnieuw volgens de instructies vastdraaien. Aandraaikoppels voor doseerpompen van de GM-serie Debiet [cm 3 /omdraaiing] 0,05 0,1 0,3 0,6 1,2 3,0 6,0 12 20 50 100 150 200 Aandraaikoppel [Nm] 15 15 15 11 11 11 11 11 11 rechthoekige uitv. Aandraaikoppel [Nm] ronde uitvoering 4 4 4 6 6 6 6 6 6 12 12 23 23 Buitendoorsnede aandrijfas / Binnendoorsnede pakkingbusruimte (mm) Aandraaikoppels voor overige doseerpompen Schroefdraad van wartelmoer / blokhouder - kraag*** Schroeven W22 W25 W28 W32 M22 M32 M33 M36 M45 M5 Aandraaikoppels [Nm] 10 / 15 5/7,5* 6/9* 5/7,5* 10 / 17 8/12* 10 / 20 14/21* 12 / 17 7/11* 7/11* 1,5** 12 / 20 13/20* 15/23* 2,5** 15 / 23 18/27* 18/27* 18/27* 16 / 24 19/29* 19/29* 18 / 30 43/65* 20 / 32 49/74* * Deze waarden zijn alleen geldig bij gebruik van ongevlochten niet voorgeperste pakkingvezels (bijv. teflonwol). ** per schroef *** W = Whitworth - schroefdraad M = metrisch schroefdraad Het getal komt overeen met de nominale doorsnede in mm GM / SV / ZP / GP 01.12 9