Warenwetregeling Gehakt vlees en vleesbereidingen VWS 7 september 1999/GZB/VVB-993749 Welzijn en Sport; Gelet op artikel 2a, tweede lid, van het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten, Besluit: Artikel 1 1. In deze regeling wordt verstaan onder: a. werkplaats: plaats waar gehakt vlees of vleesbereidingen worden bereid; b. bevoegde autoriteit: de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees; c. richtlijn 71/118/EEG: richtlijn nr. 71/118/EEG van de Raad van de Europese Unie van 15 februari 1971 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het handelsverkeer in vers vlees van pluimvee (PbEG L 55); d. richtlijn 77/96/EEG: richtlijn nr. 77/96/EEG van de Raad van de Europese Unie van 21 december 1976 inzake het opsporen van trichinen bij de invoer van vers vlees van varkens, huisdieren, uit derde landen (PbEG L 26). 2. Bij de microbiologische beoordeling van monsters wordt in deze regeling verstaan onder: a. n: aantal eenheden in het monster. b. m: bovengrens. Alle uitslagen die lager zijn worden als bevredigend beschouwd. c. M: bovengrens van aanvaardbaarheid. Een hogere uitslag wordt niet meer bevredigend geacht. De waarden van M worden vastgesteld op 10 m bij telling in vast milieu en op 30 m bij telling in vloeibaar milieu. d. c: aantal eenheden van het monster met waarden tussen m en M. 3. Deze regeling is niet van toepassing op: a. de detailhandel; b. verkoopplaatsen, grenzend aan werkplaatsen, waar gehakt vlees of vleesbereidingen rechtstreeks aan de eindverbruiker worden verkocht; c. waren bestemd voor uitvoer. Artikel 2 1. Een werkplaats is op verzoek door de bevoegde autoriteit erkend voor de bereiding van gehakt vlees of van vleesbereidingen. 2. Een werkplaats wordt erkend voor de bereiding van gehakt vlees indien de werkplaats zich in een uitsnijderij bevindt en voldoet aan bijlage 1. 3. Een werkplaats wordt erkend voor de bereiding van vleesbereidingen indien de werkplaats voldoet aan bijlage 2. 4. In afwijking van het derde lid kan een werkplaats worden erkend voor de bereiding van vleesbereidingen indien de werkplaats: per week niet meer dan 7,5 ton vleesbereidingen produceert, of op grond van artikel 10 van het Besluit produktie en handel vers vlees is erkend en per week niet meer dan 5 ton vleesbereidingen produceert, en voldoet aan: a. bijlage II, hoofdstuk I, van het Besluit produktie en handel vers vlees; b. bijlage II van richtlijn 71/118/EEG; of c. artikel 8 van het Besluit produktie en handel vleesproducten. Artikel 3 1. Gehakt vlees of vleesbereidingen zijn: a. bereid van vlees, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder h, van het Besluit produktie en handel vleesproducten, of van vlees afkomstig uit een derde land, met dien verstande dat vers vlees van varkens bovendien op de voet van artikel 2 van richtlijn 77/96/EEG is onderzocht op trichinen of een koudebehandeling heeft ondergaan als bedoeld in bijlage IV bij die richtlijn; b. bereid in een daartoe erkende werkplaats; c. verpakt met inachtneming van bijlage 3; en d. opgeslagen met inachtneming van bijlage 4. 2. Onverminderd het eerste lid is gehakt vlees bereid met inachtneming van bijlage 5. 3. Onverminderd het eerste lid zijn vleesbereidingen bereid onder beheerste temperatuur, en slechts één keer diepgevroren. Artikel 4 1. De exploitant of beheerder van een werkplaats voert constant controles uit waarbij de volgende beginselen in acht worden genomen: a. onverminderd artikel 2, eerste lid, van de Warenwetregeling Hygiëne van levensmiddelen, worden controles verricht op de grondstoffen die de werkplaats worden binnengebracht, teneinde te voldoen aan de richtsnoeren, bedoeld in de bijlagen 6 en 7; b. de reinigings- en ontsmettingsmethoden worden gecontroleerd; c. monsters, bestaande uit vijf eenheden en representatief voor de dagproductie, worden genomen en vervolgens geanalyseerd in een door de bevoegde autoriteit erkend laboratorium, met dien verstande dat monsters voor vleesbereidingen diep uit het spierweefsel genomen worden, na uitbranding van de huid; d. de op de voet van onderdeel c verkregen resultaten van de verschillende controles en tests worden op schrift of op een andere wijze geregistreerd bewaard gedurende ten minste twee jaar, met dien verstande dat voor uit microbiologisch oogpunt zeer bederfelijke eet- of drinkwaren een bewaartermijn geldt tot ten minste zes maanden na de uiterste consumptiedatum, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder c, van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen; e. de onder d bedoelde resultaten worden op verzoek ter beschikking van de bevoegde autoriteit gesteld; f. indien de exploitant of beheerder op grond van het laboratoriumonderzoek of van andere gegevens een gevaar voor de volksgezondheid vaststelt, wordt de bevoegde autoriteit daarvan in kennis gesteld; en g. bij onmiddellijk gevaar voor de volksgezondheid wordt de hoeveelheid eet- of drinkwaren die is verkregen onder technologisch vergelijkbare omstandigheden die hetzelfde gevaar kunnen opleveren, uit de handel genomen, en onder toezicht en verantwoordelijkheid van de bevoegde autoriteit gesteld. 2. Het in het eerste lid bedoelde microbiologisch onderzoek wordt verricht in een werkplaats of in een laboratorium, erkend door de bevoegde autoriteit, in de navolgende frequentie: Uit: Staatscourant 1999, nr. 177 / pag. 7 1
a. dagelijks, wat betreft gehakt vlees en bereidingen van gehakt vlees; b. ten minste wekelijks, wat betreft ander gehakt vlees en andere vleesbereidingen. 3. De in het eerste lid bedoelde microbiologische controles worden verricht volgens erkende wetenschappelijke en in de praktijk beproefde methodes, met name die welke zijn omschreven in internationale normen. Het resultaat van deze microbiologische controles wordt geëvalueerd volgens: a. de interpretatierichtsnoeren van bijlage 6, hoofdstuk II, wat betreft gehakt vlees en uit gehakt vlees van slachtvee verkregen vleesbereidingen, met uitzondering van verse worst en worstvlees; b. de interpretatierichtsnoeren van bijlage 7, wat betreft andere vleesbereidingen. 4. De in het eerste lid bedoelde eisen inzake zelfcontrole zijn opgesteld in overleg met de bevoegde autoriteit. Artikel 5 De exploitant of beheerder van een inrichting verzorgt in overleg met de bevoegde autoriteit een opleidingsprogramma dat het daar werkzame personeel in staat stelt te voldoen aan voorschriften, aangepast aan de productiestructuur, inzake het op hygiënische wijze bereiden en behandelen van eet- en drinkwaren. Deze bepaling is niet van toepassing op personeel dat reeds over een voldoende kwalificatie beschikt, ten bewijze waarvan een diploma overlegd kan worden. Artikel 6 Deze regeling treedt in werking met ingang van 17 september 1999. Artikel 7 Deze regeling wordt aangehaald als: Warenwetregeling Gehakt vlees en vleesbereidingen. Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers. Bijlage 1 Deze bijlage hoort bij artikel 2, tweede lid. Bijzondere voorwaarden voor de erkenning van werkplaatsen voor de bereiding van gehakt vlees 1. De in artikel 2, tweede lid, bedoelde werkplaatsen beschikken, onverminderd bijlage 1, hoofdstukken I en III, van het Besluit produktie en handel vers vlees, ten minste over: a. een van de uitsnijderij afgescheiden lokaal voor het hakken en de onmiddellijke verpakking waarin een thermograaf of telethermograaf aanwezig is, met dien verstande dat de bevoegde autoriteit kan toestaan dat het vlees in de uitsnijderij op een duidelijk afgescheiden aparte plaats wordt gehakt; b. een lokaal voor het aanbrengen van de eindverpakking, tenzij is voldaan aan de voorwaarden van bijlage I, hoofdstuk XII, punt 63, van het Besluit produktie en handel vers vlees; en c. een lokaal of kasten voor het opslaan van zout. 2. Zelfstandige productie-eenheden van gehakt vlees beschikken, onverminderd bijlage A, hoofdstuk I, van het Besluit produktie en handel vleesprodukten, ten minste over: a. een lokaal als bedoeld in bijlage B, hoofdstuk I, punt 1, van het Besluit produktie en handel vleesprodukten; en b. een lokaal als bedoeld in punt 1, onder a, van deze bijlage. 3. De hygiëne van het personeel, de lokalen, het gereedschap en de werktuigen, in de werkplaatsen, voldoen aan bijlage I, hoofdstuk V, van het Besluit produktie en handel vers vlees. Bijlage 2 Deze bijlage hoort bij artikel 2, derde lid. Bijzondere voorwaarden voor de erkenning van werkplaatsen voor de bereiding van vleesbereidingen 1. De in artikel 2, derde lid, bedoelde werkplaatsen beschikken ten minste over: a. lokalen als bedoeld in bijlage I, hoofdstukken I en III, van het Besluit produktie en handel vers vlees; b. lokalen als bedoeld in bijlage I, hoofdstukken I en III, van richtlijn 71/118/EEG; of c. lokalen als bedoeld in bijlage I, hoofdstukken I en IV, van het Besluit Produktie en handel vrij wild. 2. Onverminderd het eerste lid beschikken de in artikel 2, derde lid, bedoelde werkplaatsen ten minste over: a. een lokaal voor: de bereiding van vleesbereidingen, de toevoeging van andere eet- of drinkwaren, en het aanbrengen van de onmiddellijke verpakking, dat gescheiden is van het uitsnijlokaal en dat voorzien is van een thermograaf of een telethermograaf; b. een lokaal voor de eindverpakking, tenzij is voldaan aan de voorwaarden van bijlage I, hoofdstuk XII, punt 63, van het Besluit produktie en handel vers vlees, of aan bijlage I, hoofdstuk VIII, punt 5, van het Besluit produktie en handel vrij wild; c. een lokaal voor het opslaan van schone, gebruiksklare, kruiderijen en andere eet- en drinkwaren; d. koel- en vriesinstallaties van voldoende capaciteit voor het opslaan van vers vlees, bedoeld in artikel 3, onder a, en van vleesbereidingen. 3. In afwijking van het tweede lid, onder a, kan de bevoegde autoriteit toestaan dat: a. de bereiding van vleesbereidingen plaatsvindt in een aparte, duidelijk afgescheiden zone, van het uitsnijlokaal; b. het toevoegen van kruiderijen aan volledige karkassen van pluimvee plaatsvindt in een specifiek lokaal, duidelijk afgescheiden van het slachtlokaal. 4. Zelfstandige productie-eenheden voldoen aan bijlage A, hoofdstuk I, en bijlage B, hoofdstuk I, van het Besluit produktie en handel vleesprodukten. 5. Met betrekking tot de hygiëne van het personeel, de lokalen, het gereedschap, en de werktuigen, in de inrichting, is van overeenkomstige toepassing: a. bijlage I, hoofdstuk V, van het Besluit produktie en handel vers vlees; b. bijlage I, hoofdstuk V, van richtlijn 71/118/EEG; of c. bijlage I, hoofdstuk II, van het Besluit produktie en handel vrij wild. 6. Onverminderd het vijfde lid draagt het personeel dat betrokken is bij de handmatige bereiding van vleesbereidingen een mond- en neusmasker. De bevoegde autoriteit kan tevens het dragen verplicht stellen van gladde, waterdichte wegwerphandschoenen, of van soortgelijke handschoenen die gereinigd en ontsmet kunnen worden. Uit: Staatscourant 1999, nr. 177 / pag. 7 2
Bijlage 3 Deze bijlage hoort bij artikel 3, eerste lid, onder c. Onmiddellijke verpakking en eindverpakking 1. De eindverpakking zoals kisten en kartonnen dozen brengt geen verandering aan in de organoleptische eigenschappen van het gehakte vlees of de vleesbereidingen. 2. De eindverpakking wordt slechts één keer gebruikt als eindverpakking van gehakt vlees of vleesbereidingen, tenzij de verpakking bestaat uit gemakkelijk te reinigen corrosiebestendig materiaal en vooraf gereinigd en ontsmet is. 3. Gehakt vlees en vleesbereidingen in onmiddellijke verpakking worden voorzien van een eindverpakking, tenzij de onmiddellijke verpakking voldoet aan alle aan de eindverpakking gestelde eisen. In dit geval hoeft de onmiddellijke verpakking niet doorzichtig en kleurloos te zijn. b. worden alle verontreinigde of verdachte gedeelten daarvan verwijderd en ter destructie bestemd. 2. Gehakt vlees wordt niet bereid uit: a. afval dat afkomstig is van het uitsnijden of van de opmaak; b. separatorvlees; en c. vlees dat afkomstig is van de volgende delen van runderen, varkens, schapen of geiten: kopvlees (behalve de kaakspieren), het niet-gespierde gedeelte van de linea alba, vlees uit de omgeving van het voorkniegewricht en het sprongkniegewricht; vleesresten die van de beenderen zijn geschraapt; en vers vlees dat botsplinters bevat. 3. Onverminderd het tweede lid worden de spieren van het middenrif waarvan het sereus vlies is weggenomen, en de kaakspieren, pas gebruikt na een onderzoek op cysticercosis. 4. De inwendige temperatuur van het Bijlage 6 vlees en de temperatuur in de productielokalen bedraagt ten hoogste 7 C onderscheidenlijk ten hoogste 12 C, indien de tijd voor de bewerkingen tussen het tijdstip waarop het vlees de lokalen, bedoeld in bijlage 1, wordt binnengebracht, en het tijdstip waarop het eindproduct wordt gekoeld of diepgevroren, ten hoogste één uur is. De bevoegde autoriteit kan in afzonderlijke gevallen een langere tijdsduur toestaan wanneer dat om technische redenen gerechtvaardigd is vanwege de toevoeging van zout, zonder dat dit tot een lager beschermingsniveau leidt. 5. De inwendige temperatuur van het vlees bedraagt ten hoogste 4 C, indien de in het vorige lid bedoelde bewerkingen meer dan één uur of meer dan de door de bevoegde autoriteit op de voet van dat lid toegestane tijdsduur in beslag nemen. 6. Gehakt vlees wordt slechts één keer diepgevroren. Bijlage 4 Deze bijlage hoort bij artikel 3, eerste lid, onder d. Opslag 1. Gehakt vlees en vleesbereidingen worden gekoeld direct nadat zij van een onmiddellijke verpakking of eindverpakking zijn voorzien. 2. Gehakt vlees en vleesbereidingen worden uitsluitend in de lokalen van werkplaatsen of zelfstandige productie-eenheden dan wel in een erkend koel- of vrieshuis diepgevroren. 3. In de koel- en vrieshuizen worden gehakt vlees en vleesbereidingen slechts met andere eet- of drinkwaren opgeslagen indien de eindverpakking een beïnvloeding door die eet- of drinkwaren uitsluit. Bijlage 5 Deze bijlage hoort bij artikel 3, tweede lid Voorwaarden voor de bereiding van gehakt vlees Deze bijlage hoort bij artikel 4, eerste lid, onder a, en derde lid, onder a. Richtsnoeren voor de samenstelling en microbiologische richtsnoeren I. Richtsnoeren voor de samenstelling/controles op basis van het daggemiddelde Vetgehalte Verhouding collageen/vleeseiwit gehakt vlees van mager vlees 7% 12 zuiver gehakt vlees van runderen 20% 15 gehakt vlees dat varkensvlees bevat 30% 18 gehakt vlees van andere soorten 25% 15 II. Microbiologische richtsnoeren De werkplaatsen of zelfstandige productie-eenheden zien erop toe dat het gehakte vlees bij de in artikel 4, tweede lid, bedoelde controles volgens onderstaande evaluatiemethoden aan de volgende richtsnoeren voldoet: mesofiele aërobe bacteriën 5 x 106/g 5 x 105/g Escherichia coli 5 x 102/g 50/g Salmonella afwezigheid in 10 g n = 5; c = 0 Staphylococcus aureus 5 x 103/g 102/g M m 1. Vóór het hakken of in stukken verdelen van vlees: a. wordt het vlees onderzocht op de voet van artikel 4; en Uit: Staatscourant 1999, nr. 177 / pag. 7 3
De resultaten van de microbiologische analyse worden geëvalueerd volgens: A. Een indeling in drie verontreinigingsklassen voor mesofiele aërobe bacteriën, Escherichia coli en Staphylococcus aureus: een klasse waarin de uitslag lager dan of gelijk is aan het criterium m; een klasse die tussen het criterium m en de drempel M in ligt; een klasse die hoger ligt dan drempel M. 1. De kwaliteit van de partij wordt beschouwd als: a. bevredigend indien alle waargenomen waarden lager liggen dan of gelijk zijn aan 3 m bij gebruik in een vast milieu en 10 m bij gebruik in een vloeibaar milieu; b. aanvaardbaar indien de waargenomen waarden liggen tussen: 3 m en 10 m (= M) in vast milieu; 10 m en 30 m (= M) in vloeibaar milieu; en indien c/n lager is dan of gelijk is aan 2/5 in de indeling n = 5 en c = 2 of enige andere indeling van gelijke of grotere doeltreffendheid die erkend is door de Raad van de Europese Unie. 2. De kwaliteit van de partij wordt als niet bevredigend beschouwd: a. in alle gevallen waarin waarden hoger dan M worden waargenomen; b. wanneer c/n hoger ligt dan 2/5. Indien evenwel de onder b bedoelde drempel voor aërobe micro-organismen bij + 30 C wordt overschreden terwijl aan de andere richtsnoeren wordt voldaan, wordt deze overschrijding met name voor rauwe producten aanvullend geïnterpreteerd. In elk geval wordt de waar als giftig of bedorven beschouwd wanneer de verontreiniging de bacteriële grenswaarde S bereikt, die in het algemene geval is vastgesteld op m.103. Voor Staphylococcus aureus overschrijdt deze S-waarde nooit 5.104. De toleranties die verband houden met de analysetechnieken zijn niet van toepassing op de waarden M en S. B. Een indeling in twee klassen voor Salmonella, zonder tolerantie, met de volgende omschrijvingen: Afwezigheid in : de uitslag wordt als bevredigend beschouwd; Aanwezigheid in : de uitslag wordt als niet bevredigend beschouwd. Bijlage 7 Deze bijlage hoort bij artikel 4, eerste lid, onder a, en derde lid, onder b. Microbiologische richtsnoeren De werkplaatsen of zelfstandige productie-eenheden zien erop toe dat de vleesbereidingen bij de in artikel 4, tweede lid, bedoelde controles volgens de in bijlage 6 bedoelde evaluatiemethoden aan de volgende criteria voldoen: Vleesbereidingen M m Escherichia coli 5 x 103/g 5 x 102/g Staphylococcus 5 x 103/g 5 x 102/g aureus n = 5; c = 1 Salmonella Afwezig n = 5; c = 0 in 1 g. Toelichting Inleiding Richtlijn nr. 94/65/EG van de Raad van de Europese Unie van 14 december 1994 tot vaststelling van voorschriften voor de productie en het in de handel brengen van gehakt vlees en vleesbereidingen (PbEG L 368) (verder: richtlijn 94/65/EG) was wat betreft het Warenwettelijk deel voorlopig uitgevoerd bij de Warenwetregeling Productie en verhandeling gehakt vlees en vleesbereidingen. Deze ministeriële spoedvoorziening krachtens artikel 15 van de Warenwet vervalt evenwel met ingang van uiterlijk 19 september 1999 en dient vóór dat tijdstip te worden vervangen door regelgeving bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur. Deze regeling krachtens het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten strekt daartoe. Met de inwerkingtreding van deze regelt vervalt de Warenwetregeling Productie en verhandeling gehakt vlees en vleesbereidingen. Definities De voor deze regeling relevante definities zijn te vinden in artikel 1, eerste lid, van het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten, alsmede in artikel 1, eerste en tweede lid, van deze regeling. Implementatie in Nederland Welzijn en Sport (verder: VWS) is verantwoordelijk voor de binnenlandse productie en het binnen Nederlands grondgebied brengen van gehakt vlees of vleesbereidingen. De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (verder: LNV) is verantwoordelijk voor gehakt vlees of vleesbereidingen vervaardigd uit vlees van pluimvee, tamme konijnen of gehouden vederwild en het binnen Nederlands grondgebied brengen daarvan, en voor de uitvoer naar lid-staten van de Europese Unie en naar derde landen, alsmede voor de veterinairrechtelijke aspecten van het binnen Nederlands grondgebied brengen van vleesproducten. Richtlijn 94/65/EG is op de volgende wijze geïmplementeerd: 1. Warenwet: de binnenlandse productie van gehakt vlees of vleesbereidingen van roodvlees, vlees van gehouden grof wild en vlees van vrij grof wild. 2. Vleeskeuringswet: het binnen Nederlands grondgebied brengen van gehakt vlees of vleesbereidingen van roodvlees, vlees van gehouden grof wild en vlees van vrij grof wild. 3. Veewet: de export van vlees van gehouden grof wild en vlees van vrij grof wild. 4. Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren: de diergezondheidsaspecten van gehakt vlees en vleesbereidingen, en de export van gehakt vlees en vleesbereidingen van roodvlees. 5. Landbouwwet: de volksgezondheidsaspecten van gehakt vlees en vleesbereidingen van pluimveevlees, vlees van gehouden vederwild en konijnen, en vlees van klein vrij wild. Derogaties Om rekening te kunnen houden met bijzondere eetgewoonten zijn in richtlijn 94/65/EG mogelijkheden om af te wijken (derogaties) geïntroduceerd. Een lid-staat mag met inachtneming van de gezondheidsvoorschriften van de richtlijn toestaan dat op zijn grondgebied gehakt vlees of vleesbereidingen in de handel worden gebracht die aan andere eisen voldoen. In tegenstelling tot oudere veterinaire richtlijnen hebben de derogaties geen betrekking op de inrichtingseisen van de werkplaatsen, maar op de kwaliteit van gehakt vlees of vleesbereidingen. Aan de waren die in het handelsverkeer worden gebracht worden andere kwaliteitseisen gesteld dan aan waren die uitsluitend op de nationale markt mogen worden verhandeld. In deze regeling zijn deze mogelijkheden om af te wijken ten volle benut. Dit betekent dat de waren die op grond van deze regeling worden geproduceerd, uitsluitend op Uit: Staatscourant 1999, nr. 177 / pag. 7 4
Nederlands grondgebied verhandeld mogen worden. De productie van gehakt vlees of vleesbereidingen, bestemd voor de nationale markt, geschiedt onder de paraplu van deze derogatiemogelijkheden. Het Nederlandse gehakt Het Nederlandse gehakt kan worden aangemerkt als een bijzonder consumptieartikel. Het is niet vergelijkbaar met gehakt vlees zoals bedoeld in richtlijn 94/65/EG en deze regeling. Gehakt vlees (Frans: viande haché) bevat geen toevoegingen en wordt vaak rauw geconsumeerd. In Nederland wordt gehakt vlees evenwel niet of nauwelijks geproduceerd. Zelfs (biefstuk)tartaar kan niet worden aangemerkt als gehakt vlees en is op grond van richtlijn 94/65/EG een vleesbereiding gemaakt van gehakt vlees. Het Nederlandse gehakt is op grond van zijn samenstelling een vleesbereiding. Nederlands gehakt valt dus onder de werkingssfeer van de artikelen 5 en 6 van richtlijn 94/65/EG. Tot de groep vleesbereidingen behoren de vleesbereidingen die zijn gemaakt van gehakt vlees. Deze groep waren, met uitzondering van worst en worstvlees, neemt een aparte positie in omdat het waren zijn die rauw geconsumeerd kunnen worden. Deze waren moeten daarom voldoen aan de eisen van gehakt vlees. De uitzondering voor worst en worstvlees vleesbereidingen die gemaakt zijn van gehakt vlees houdt verband met het gegeven dat die waren altijd vóór consumptie verhit worden. Worst en worstvlees hoeven daarom slechts te voldoen aan de eisen van vleesbereidingen, en niet aan de eisen van gehakt vlees. Erkenning van bedrijven zonder industriële productiestructuur en -capaciteit Bedrijven die gehakt vlees of vleesbereidingen vervaardigen en geen industriële productiestructuur en -capaciteit bezitten, kunnen toestemming krijgen van bepaalde inrichtingseisen af te wijken. De criteria op grond waarvan een bedrijf kan worden ingedeeld in deze categorie zijn niet in richtlijn 94/65/EG vastgelegd. Ingevolge artikel 9, vierde lid, van richtlijn nr. 77/99/EEG van de Raad van de Europese Unie van 21 december 1976 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vleesproducten (PbEG L 26) moet de lidstaat zelf de criteria vaststellen op grond waarvan bedrijven die vleesproducten vervaardigen in deze categorie kunnen worden ingedeeld. De Commissie van de Europese Gemeenschappen kan, indien de door de verschillende lidstaten gekozen criteria de uniforme toepassing van de richtlijn in de weg staan, communautaire criteria vaststellen. Bij beschikking nr. 94/383/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 3 juni 1994 betreffende de te hanteren criteria ten aanzien van vleesproducten vervaardigende, geen industriële productiestructuur of -capaciteit bezittende inrichtingen en betreffende de voorwaarden waaraan deze inrichtingen moeten voldoen (PbEG L 174) is vastgesteld dat de productiegrens voor deze bedrijven niet hoger mag zijn dan 7,5 ton vleesproduct per week. De Ministeries van VWS en van LNV hebben daarom besloten dat bedrijven die gehakt vlees of vleesbereidingen vervaardigen ook een productiegrens moeten respecteren, namelijk 7,5 ton gehakt vlees of vleesbereidingen per week. Voorts wordt in Nederland ook gehakt vlees of vleesbereidingen geproduceerd in bedrijven die zijn erkend op de voet van artikel 10 van het Besluit produktie en handel vers vlees. Deze bedrijven slachten minder dan 20 Groot Vee Eenheden per week, en snijden per week minder dan 5 ton vers vlees uit. De Ministeries van VWS en van LNV hebben daarom besloten dat ook deze bedrijven deze productiegrens moeten respecteren. Zij mogen per week niet meer dan 5 ton vers vlees, gehakt vlees of vleesbereidingen produceren. Concordantietabel In onderstaande tabel is aangegeven op welke wijze richtlijn 94/65/EG in Nederland ten uitvoer is gelegd. Richtlijn 94/65/EG Nederlandse regelgeving 1.1 toelichting van deze regeling 1.2 1.3 a en b van deze regeling 1.3 en 1.4-2 1.1 Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten 1.1 van deze regeling 3 LNV (export) 4 2a.2 Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten 3 van deze regeling 5.1 t/m 5.4 LNV (export) 5.5 2a.2 Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten 2.4 van deze regeling 6 2a.2 Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten 3 van deze regeling 7 4 van deze regeling 8.1 2.1 t/m 2.3 van deze regeling 8.2 t/m 8.5 geen implementatie vereist (instructie aan de overheid) 8.6 geen implementatie vereist 9 geen implementatie vereist (bevoegdheden Commissie) 10 geen implementatie vereist 11 Warenwetbesluit Levensmiddelenadditieven 12 Wet op de economische delicten 13 t/m 16 algemene maatregel van bestuur krachtens de Vleeskeuringswet 17.1 LNV 17.2 5.1 Besluit produktie en handel vers vlees 18 t/m 21 geen implementatie vereist 22 Warenwetregeling Productie en verhandeling gehakt vlees en vleesbereidingen 23 en 24 geen implementatie vereist Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers. Uit: Staatscourant 1999, nr. 177 / pag. 7 5