Gebruiksaanwijzing Evaluatie-elektronica voor stromingssensoren VS / / 2013

Vergelijkbare documenten
Gebruiksaanwijzing. AS-i CompactLine module AC2454 AC2455 AC /01 04/2016

Toepassingsgebied Applicatie Totalisator functie Montage aansluiting op pijp via adapter

NRS 2-4. Gebruiksaanwijzing HN-schakelaar NRS 2-4

Toepassingsgebied Applicatie Totalisator functie Montage aansluiting op pijp via adapter

Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: HOL

Toepassingsgebied Media Vloeibare media; water; Glycol-oplossingen; koelsmeermiddel; oliën

Idee, ontwerp en realisatie : Marc Van den Schoor. PICAXE-18M2+Rotor speed controller V1 Manual.docx pagina 1 van 7

Handleiding AS-i veiligheidsmonitor AC001S / AC002S AC003S / AC004S / / 2008

Bestnr Module SMD- Servotester

URN 1. Gebruiksaanwijzing Stroomomvormer URN 1

Handleiding verwerkingseenheid categorie 4 (EN 954-1) met relaisuitgangen voor fail-safe sensoren (nood-uitschakeling) G15005

Gebruiksaanwijzing Schakelversterker N00..A N05..A / / 2014

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

Vibra Switch C. Niveauschakelaar

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *

Tuincontactdoos met piket

KNX/EIB Schakelaktor enkelvoudig 16A / tweevoudig 6A. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

URN 2. Gebruiksaanwijzing Netvoedingsapparaat URN 2

voorschrift Voor de installateur Interface 0-10 V --> ebus AAN DE INSTALLATEUR

PRS 9. Gebruiksaanwijzing Programmaschakelaar PRS 9

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset. voor de vakman. Uitbreidingsset. voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr.

KNX/EIB Voedingseenheid. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Voedingseenheid 640 ma. Best.nr. : Best.nr.

Servomotoren voor kleine afsluiters

E Geschakelde voeding 24 V DC

Aanvulling op de technische handleiding. MOVIMOT -opties MLU.1A, MLG.1A, MBG11A, MWA21A. Uitgave 06/ / NL.

Elektrische servomotoren

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

Air Trade Centre NV, Hoogstraat 180, 1930 Zaventem, België

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Voedingseenheid. Art.-Nr.: 2005 REG. Art.-Nr.: 2002 REG. Bedieningshandleiding

MOD-I-XP. Vooraanzicht. Kenmerken. MOD-I-XP_ _NL Technische wijzigingen voorbehouden Pagina 1 van 8. Modem voor externe gegevensoverdracht

Bedieningshandleiding DALI Power Potentiometer

Technische documentatie

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Basiselement jaloezie- en rolluikbesturing zonder parallelaansluiting

Kanaalrookdetectoren, SR-K-.. Omschrijving

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding. Netgelijkrichter 24 V, 5 A met UPS Oproepsysteem 834

SV7500. Vortex doorstroommeting. 1 Rc 3/4 DN 20. Made in United States. Toepassingsgebied

Bedieningshandleiding. Analoge ingang 4-kanaals

Wind, Sun & Rain Sensor Instructions

ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN

VALIO XP KLOKTHERMOSTAAT

Montage- en gebruiksaanwijzing. Module M2 voor BDC-i440 besturingen

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

HANDLEIDING CIFERO XT CODEKLAVIER

2-weg of 3-weg regelkogelkraan

Rookmelders. Serie RM-O-3-D. Voor het signaleren van rook in luchtkanalen. 10/2015 NL/nl K

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. KNX KNX temperatuurregelaar voor objecten. Best.nr. : XX

Adapter voor KNX en relais

MATRIX STURING VOOR INDUCTIELUSSEN

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GA-1 Alarmtoestel vetafscheider Installatie- en bedieningsinstructies

Technische handleiding Versie 11/11. PLC-INTERFACE (slave)

Programmeerbare elektronische tijdschakelklok

Spanningsomvormermodule

Installatie instructies

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

VOLTCRAFT Universele laptop Netvoeding SPS2406

AC5243. AS-Interface AirBox met snelmontagetechniek. Made in Germany

Gebruiksaanwijzing Stromingsbewaking SI5000 SI / / 2010

KNX/EIB. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Objectregelaar. Objectregelaar. Best.nr. : Bedieningshandleiding

Codeslot DCS Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften

Algemeen... blz 2. Blokschema... blz 2. Beschrijving besturingseenheid type blz 2 en 3

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

KNX inbouwverwarmingsactor 1-voudig met neventoestel-aansluiting Art.-Nr.: 2501 HZUP

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden.

Project :P04135 :P3875 IR-a Vermogensregelaar Afnemer

PHONIRO MAIN ENTRANCE

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement DIN-rail vermogenuitbreider universeel W. Art. nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr.

ECR-Nederland B.V. De ECR-Nederland Softstarter ESG-D-27

Inductieve omschakelaar ISK 71-24

Bedieningshandleiding. Analoge ingangsmodul 4-kanaals

MINI INBOUW SCHAKELAAR

MONTAGE INSTRUCTIES. INSCHROEFELEMENTEN (standaard)

MONTAGEHANDLEIDING. Kit met digitale manometer BHGP26A1

Systeem-schakelversterkers REG 1 kanaals Art.Nr Systeem-schakelversterkers REG 2 kanaals Art.Nr

Auto adapter voor kleine apparaten 120 W

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Lengte van de dompelhuls

Afbeelding 1: Binaire ingang 8-voudig 24 V

KNX/EIB Voedingseenheid 640 ma onderbrekingsvrij. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. : Bedieningshandleiding

ACS-30-EU-PCM2-x-32A

Handleiding inductieve veiligheidssensor GI505S / / 2010

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement Motorstuureenheid Standaard AC 230 V ~ Art. nr. 230 ME. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement. Bedieningshandleiding

Gebruiksaanwijzing Kabeldetector PCE-191 CB

Magneetklep DN10, DN15 en DN20 Kenmerken

ACM-LV24 MINI 12-24V LED DIMMER

1 Veiligheidsinstructies

Afb.2.: Achteraanzicht

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

Ruimteopnemer. In ventilatie- en luchtbehandelingsinstallaties voor het meten van de relatieve ruimtevochtigheid en de ruimtetemperatuur

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

Gebruiksaanwijzing Mini Salt

Installatie instructies

AWS-3500 MINI INBOUWSCHAKELAAR (V2)

02/2009 / Id.-Nr RTY Video-huisstation Color Beschrijving Montage Inbedrijfstelling

ABB i-bus KNX KNX-voeding met diagnosefunctie, 320 ma/640 ma, DIN-rail SV/S , 2CDG110145R0011, SV/S

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement Motorstuureenheid Universeel AC 230 V ~ Art. nr. 232 ME. Bedieningshandleiding

Transcriptie:

Gebruiksaanwijzing Evaluatie-elektronica voor stromingssensoren VS3000 7097 / 01 07 / 2013

Inhoud 1 Inleiding...2 2 Veiligheidsaanwijzingen...3 3 Gebruik volgens de voorschriften... Montage....1 Montage van de sensoren... Elektrische aansluiting....1 Klemmenbezetting:...6.2 Voeding (Power)...6.3 Aansluiten van de sensoren...7. Relaisuitgangen...7 6 Instellingen...7 7 Bedrijf...8 7.1 Functiediagram stromingsbewaking...9 8 Onderhoud, reparatie, afvoer...9 9 Technische gegevens en maatschets...9 1 Inleiding De gebruiksaanwijzing geldt voor alle apparaten van het type VS3000 in pinrailbehuizing. De apparaten verschillen alleen wat betreft de voedingsspanning. Deze is op het typeplaatje van het apparaat aangegeven. Er zijn 2 versies beschikbaar: 2 VDC en 8 tot 26 VAC. De gebruiksaanwijzing is onderdeel van het apparaat. Deze bevat aanwijzingen voor het correcte gebruik van het product. Lees deze voor het gebruik door, om vertrouwd te raken met de toepassingsvoorwaarden, de installatie en het bedrijf. Neem de veiligheidsaanwijzingen in acht. De gebruiksaanwijzing is bestemd voor vakbekwame personen in de zin van de EMC-richtlijn en de laagspanningsrichtlijn. 2

2 Veiligheidsaanwijzingen Handel volgens de informatie in de gebruiksaanwijzing. Veronachtzaming van de aanwijzingen, gebruik in afwijking van de hierna beschreven reglementaire gebruiksbestemming, foutieve installatie of behandeling en ingrepen in het toestel kunnen de veiligheid van mensen en machines in gevaar brengen. Het apparaat mag alleen door een vakman voor elektriciteit worden ingebouwd, aangesloten en in bedrijf genomen, aangezien bij de installatie aanraakgevaarlijke spanningen kunnen optreden. De veilige functie van het apparaat en de installatie is alleen bij correcte installatie gewaarborgd. Schakel het apparaat extern spanningsvrij, voordat u hieraan werkzaamheden gaat verrichten. Schakel evt. ook relais-belastingskringen die een onafhankelijke voeding hebben uit. Voorzichtig bij de bediening in ingeschakelde toestand. Deze is vanwege beschermingstype IP 20 alleen door een vakman toegestaan. De apparaatconstructie voldoet aan beschermklasse II (EN 61010) onder voorbehoud van het klemmengedeelte. Daarin is pas bij volledig vastgestoken klemmen een bescherming tegen toevallige aanraking (veiligheid van vingers volgens IP20) voor de bediening door het vakkundige personeel gegeven. Daarom moet het apparaat altijd worden geïnstalleerd in een slechts met gereedschap te openen schakelkast met vervuilingsgraad 2 en overspanningscategorie II. Bij DC-apparaten moet de externe 2 V-gelijkspanning volgens de criteria voor veilige kleinspanning (SELV) worden opgewekt en toegevoerd, aangezien deze spanning zonder overige maatregelen in de buurt van de bedieningselementen en aan de klemmen voor de voeding aangesloten sensoren beschikbaar wordt gesteld. Neem bij verkeerd functioneren van het apparaat of bij onduidelijkheden contact op met de fabrikant. Ingrepen in het apparaat kunnen leiden tot ernstige afbreuk aan de veiligheid van mensen en machines. Deze zijn niet toegestaan en leiden tot uitsluiting van aansprakelijkheid en garantie. 3

3 Gebruik volgens de voorschriften De evaluatie-elektronica VS3000 is geschikt voor de aansluiting van stromingssensoren van het type SFxxxx. Deze evalueert de signalen van de sensoren en meldt of een vooraf ingestelde stromingswaarde bereikt is: Stroming boven vooraf ingestelde waarde of vooraf ingesteld uitgangsrelais is trekt aan. Stroming onder vooraf ingestelde waarde of vooraf ingesteld uitgangsrelais is valt af. Naar keuze bewaking van vloeibare of gasvormige stromingen. Bewaking van de sensorkabel: Bij kabelbreuk of kortsluiting valt het bewakingsrelais af, de rode LED (WIRE BREAK/) brandt. Temperatuurbewaking: Bij overschrijding van de ingestelde temperatuur trekt het relais aan, de rode LED (TEMP/) brandt. Het apparaat is niet toegestaan voor veiligheidsrelevante taken in de zin van de veiligheid van personen. Montage Bouw het apparaat in een slechts met gereedschap te openen schakelkast met vervuilingsgraad 2 en overspanningscategorie II in om bescherming tegen onbedoeld contact met aanraakgevaarlijke spanningen en atmosferische invloeden te waarborgen. De schakelkast dient te worden geïnstalleerd overeenkomstig de voorschriften van de lokale en nationale bepalingen. Monteer het apparaat aan een draagrail. Monteer het verticaal en zorg voor voldoende afstand tot de bodem of de deksel van de schakelkast om vrije ruimte voor convectiekoeling mogelijk te maken. Als meerdere apparaten naast elkaar worden aangebracht, dient u rekening te houden met de eigen verwarming van alle apparaten. De omgevingstemperatuur voor het afzonderlijke apparaat mag niet boven de toegestane waarde van +60 C stijgen. Houd afstanden tussen de apparaten aan. Voor gelijke apparaten VS3000 geldt: Afstand = minstens mm. Voor apparaten van andere fabrikanten moet de toegestane afstand door metingen worden bepaald.

Verhinder het binnendringen van geleidend en ander vuil bij de montage of bedradingswerkzaamheden..1 Montage van de sensoren Volg de aanwijzingen in de bij de sensor gevoegde montagehandleiding op. Elektrische aansluiting Het apparaat mag uitsluitend door een elektromonteur worden geïnstalleerd. De nationale en internationale voorschriften voor het opzetten van elektrotechnische installaties dienen te worden opgevolgd. Voorkom contact met aanraakgevaarlijke spanningen. Schakel de installatie vóór de bedrading spanningsvrij! Let speciaal op andere stroomkringen aan het relais. Om functiebelemmeringen door stoorspanningen te voorkomen, dienen sensorkabel en lastkabel gescheiden van elkaar te worden geïnstalleerd. Maximale lengte van de sensorkabel: 100 m. Aansluiting door Combiconstekker (voorgemonteerd). Combiconstekkers zijn ook als toebehoren leverbaar: -- stekker met kooiveerklemmen (bestelnr. E0171), -- stekker met schroefklemmen (bestelnr. E0173).

.1 Klemmenbezetting: 1 2 3 6 7 8 9 101112 1 : L (AC) / L+ (DC) 2 : N (AC) / L- (DC) FLOW LOW VOLTAGE WIRE BREAK- TEMP- SWITCH POINT- FLOW 1 2 6 7 8 9 17 18 19 20 21 WH BU BN BK GY 2 3 1 TEMP 17 18 19 20 21 22 23 2 3 10 11 12 22 23 2 1: Stromingsbewaking 2: Kabelbewaking 3: Temperatuurbewaking : Inschakelvertragingstijd : Keuze vloeibaar / gasvormig Aderkleuren bij stromingssensoren van het type SFxxxx: BN = bruin, BU = blauw, BK = zwart, WH = wit, GY = grijs.2 Voeding (Power) Klem 1: L (AC-apparaat) / L+ (DC-apparaat), Klem 2: N (AC-apparaat) / L- (DC-apparaat). Bij DC-apparaten moet de voedingsspanning een externe zekering hebben (max. 2 A). De klemmen van de DC-voeding zijn rechtstreeks verbonden met de klemmen van de sensorvoeding. Daarom moeten voor DC-voeding de SELV-criteria worden aangehouden (veilige kleinspanning, stroomkring galvanisch gescheiden van andere stroomkringen, niet geaard). Moet de DC-kring worden geaard (bijv. op grond van nationale voorschriften), moeten de PELV-criteria worden aangehouden (veilige kleinspanning, stroomkring galvanisch gescheiden van andere stroomkringen). 6

Wordt het apparaat AC-gevoed, voldoet de voor de sensorvoeding intern opgewekte kleinspanning aan de SELV-criteria..3 Aansluiten van de sensoren Houd ook bij de aansluiting van de sensoren de SELV-criteria aan, zodat op de sensor geen aanraakgevaarlijke spanningen aanwezig zijn of deze naar het apparaat worden overgebracht.. Relaisuitgangen De spanning tussen de verschillende uitgangsstroomkringen (klemmen,, 6 naar klemmen 7, 8, 9 naar klemmen 10, 11, 12) mag de toegestane maximumwaarde van 300 V AC niet overschrijden. Miniatuurzekering volgens IEC60127-2 blad 1 gebruiken ( A snel). 6 Instellingen FLOW LOW VOLTAGE WIRE BREAK- TEMP- SWITCH POINT- LED-balk - rode LED brandt: Stroming onder het schakelpunt 1 - gele LED brandt: Relais aangetrokken, stroming heeft het schakelpunt bereikt - groene LED brandt: Stroming boven het schakelpunt 2 Potentiometer (schakelpunt stroming) 3 Potentiometer (schakelpunt temperatuur) FLOW TEMP LED rood (WIRE BREAK/): brandt bij leidingbreuk of kortsluiting van de sensorleidingen 1 2 3 LED rood (TEMP/): brandt bij overschrijding van de ingestelde mediumtemperatuur 1. Keuze van het bewaakte medium: Leveringstoestand: Bewaking van vloeibare media. Voor de bewaking van gasvormige media: Klemmen 23 / 2 overbruggen. 7

2. Instellen van de inschakelvertragingstijd t1: Leveringstoestand: t1 = 10 s. Voor het instellen van andere tijden: Externe weerstand (R) tussen de klemmen 22 en 23 aansluiten. t1 [s] 1 20 2 30 3 0 0 60 6 70 7 80 R [kω] 10 18 27 39 7 6 68 82 100 120 10 180 220 270 3. Voedingsspanning inschakelen. Na afloop van de inschakelvertragingstijd is het gereedschap gereed voor gebruik; (tijdens deze tijd is het relais voor stromingsbewaking aangetrokken).. Medium met de gewenste maximale stroming in de installatie laten stromen. Instelpotentiometer (2) draaien tot een groene LED brandt. Hoe verder de groen brandende LED verwijderd is van de gele LED, des te zekerder is de afstemming (bedrijfsreserve voor stromings- of temperatuurschommelingen).. Instelpotentiometer voor temperatuurbewaking (3) instellen op de gewenste grenstemperatuur. 7 Bedrijf Controleer na montage, bedrading en instelling of het apparaat goed functioneert. Bij kabelbreuk of kortsluiting valt het relais "Leidingbewaking" af en de rode LED (WIRE BREAK/) brandt. Na het verhelpen van de storing is het apparaat weer gereed voor gebruik. 8

7.1 Functiediagram stromingsbewaking f A B C 1 0 t1 t A = gewenste stroming; B = schakelpunt; C = uitgangsrelais t1 = Inschakelvertragingstijd 8 Onderhoud, reparatie, afvoer Bij vakkundig gebruik zijn er geen maatregelen voor onderhoud en reparatie noodzakelijk. Afhankelijk van de te verwachten schakelfrequentie en de te schakelen last wordt een regelmatige controle van de relaiscontacten aangeraden. Het apparaat mag alleen door de fabrikant gerepareerd worden. Voer het apparaat na gebruik milieuvriendelijk af conform de geldige nationale voorschriften. 9 Technische gegevens en maatschets Technische gegevens en maatschets op www.ifm.com Typenummer Artikelnummer invoeren. Meer informatie op www.ifm.com 9