Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juni 2016 (OR. en)

Vergelijkbare documenten
EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag. Commissie internationale handel. Rapporteur: Marielle de Sarnez A8-0187/2016

P7_TA(2011)0207 Toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië ***I

Voorstel voor een besluit (COM(2018)0127 C8-0108/ /0058(COD)) AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * op het voorstel van de Commissie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

III. (Voorbereidende handelingen) RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 25 september 2013 (OR. en) 11703/1/13 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2011/0458 (COD)

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de Raad tot toekenning van aanvullende macro-financiële bijstand aan Moldavië

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0187/1. Amendement

9975/16 mak/cle/sv 1 DRI

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

10329/17 mak/gar/ln 1 DRI

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Tunesië. {SWD(2016) 30 final}

PE-CONS 56/1/16 REV 1 NL

EUROPEES PARLEMENT Commissie internationale handel. Toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 oktober 2013 (OR. en) 14696/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0338 (NLE) ECOFIN 884 UEM 333

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 mei 2012 (OR. en) 10369/12 Interinstitutioneel dossier: 2010/0390 (COD)

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Tunesië

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 mei 2012 (30.05) (OR. en) 10175/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0131 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 maart 2000 (OR. en) 6485/00 Interinstitutioneel dossier: 99/0172 (CNS) LIMITE ECOFIN 56 NIS 30

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 juli 2014 (OR. en)

RAAD VA DE EUROPESE U IE, Brussel, 8 juli 2011 (18.07) (OR. en) 12667/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0111 (C S)

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0821),

EUROPEES PARLEMENT Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag. Commissie juridische zaken. Rapporteur: Andrzej Duda A8-0145/2015

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 juni 2008 (12.06) (OR. en) 10616/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0095 (COD)

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Oekraïne

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne. {SWD(2015) 1 final}

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2014 (OR. en)

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0056/1. Amendement. William (The Earl of) Dartmouth namens de EFDD-Fractie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Brussel, 9 december 2010 (OR. fr) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN MAROKKO UE-MA 2706/10

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 juli 2012 (24.07) (OR. en) 12740/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0411 (COD)

P7_TA(2010)0160 Europees Vluchtelingenfonds voor de periode (wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG) ***I

LIFE.1.C EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0019 (COD) PE-CONS 62/19 SOC 114 EMPL 81 PREP-BXT 62 CODEC 500

TREE.1 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0030 (COD) PE-CONS 55/19

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Publicatieblad van de Europese Unie L 55/13

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en)

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPESE CENTRALE BANK

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een besluit (COM(2017)0136 C8-0116/ /0060(COD)) AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT* op het voorstel van de Commissie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT ACP 105 COAFR 81 CODEC 816

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Advies nr. 6/2014. (uitgebracht krachtens artikel 325 VWEU)

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Georgië

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2012)0217),

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van

Hierbij gaat voor de delegaties document COM(2016) 431 final. Bijlage: COM(2016) 431 final /16 sl DGG 1A. Raad van de Europese Unie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 januari 2015 (OR. en)

15414/14 van/mak/sv 1 DG D 2A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 december 2006 (OR. en) 16647/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/194 (CNS) REGIO 70 FIN 673

10432/19 pro/gra/sp 1 TREE.2.A

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

14264/17 gys/mak/fb 1 DRI

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave

14956/15 ADD 1 mou/gra/mt 1 DG D 2A

AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie industrie, onderzoek en energie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 juni 2002 (02.07) (OR. en) 9841/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0040 (COD) CODEC 741 ENT 101 ENV 368

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voor de delegaties gaat hierbij de tekst van de bovengenoemde verordening, zoals die op 28 april 2010 is overeengekomen door het Coreper.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 februari 2014 (OR. en) 5600/14 Interinstitutioneel dossier: 2011/0184 (APP)

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 februari 2018 (OR. en)

10425/19 pro/gra/ev 1 TREE.2.A

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 februari 2010 (10.02) (OR. fr) 6290/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0011 (NLE) HR 8 CORDROGUE 25

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag

10623/15 gys/gra/sv 1 DPG

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 april 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers/gemengd Comité

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0062/

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 april 2017 (OR. en)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Transcriptie:

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juni 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0039 (COD) 9973/16 INFORMATIEVE NOTA van: aan: Betreft: I. INLEIDING het secretariaat-generaal van de Raad CODEC 843 ECOFIN 568 UEM 243 RELEX 493 MED 15 IA 39 PE 68 het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Tunesië - Resultaat van de eerste lezing door het Europees Parlement (Straatsburg, 6 tot en met 9 juni 2016) Overeenkomstig de bepalingen van artikel 294 VWEU en de Gemeenschappelijke verklaring over de wijze van uitvoering van de medebeslissingsprocedure 1 zijn er tussen de Raad, het Europees Parlement en de Commissie een aantal informele contacten geweest, teneinde in eerste lezing een akkoord over dit dossier te bereiken en zodoende een tweede lezing en de bemiddelingsprocedure te vermijden. Als gevolg van deze contacten heeft de rapporteur, mevrouw Marielle DE SARNEZ (ALDE, FR) namens de Commissie internationale handel voorgesteld het voorstel voor een besluit van de Commissie over te nemen. De groep EUL/NGL heeft vijf amendementen (amendementen 1 tot en met 5) op het voorstel voor een besluit ingediend. 1 PB C 145 van 30.6.2007, blz. 5 9973/16 ver/jel/cg 1 DRI NL

II. STEMMING Tijdens de stemming op 8 juni 2016 heeft het Parlement zijn standpunt in eerste lezing vastgesteld en het Commissievoorstel overgenomen. Het standpunt van het Parlement, als vervat in bijlage dezes, vormt de weergave van hetgeen reeds door de instellingen was overeengekomen. De Raad zou dan ook met het standpunt van het Parlement moeten kunnen instemmen. De wetgevingshandeling zou vervolgens worden vastgesteld in de formulering die overeenstemt met het standpunt van het Parlement. 9973/16 ver/jel/cg 2 DRI NL

Macrofinanciële bijstand aan Tunesië ***I BIJLAGE (08.06.2016) Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 8 juni 2016 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Tunesië (COM(2016)0067 C8-0032/2016 2016/0039(COD)) (Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing) Het Europees Parlement, gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2016)0067), gezien artikel 294, lid 2, en artikel 212 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0032/2016), gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, gezien de schriftelijke toezegging van de vertegenwoordiger van de Raad van 1 juni 2016 om het standpunt van het Europees Parlement goed te keuren, overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, gezien artikel 59 van zijn Reglement, gezien het verslag van de Commissie internationale handel (A8-0187/2016), 1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast; 2. hecht zijn goedkeuring aan de gemeenschappelijke verklaring van het Europees Parlement en de Raad die als bijlage bij onderhavige resolutie is gevoegd; 3. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen; 4. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen. 9973/16 ver/jel/cg 3

P8_TC1-COD(2016)0039 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 8 juni 2016 met het oog op de vaststelling van Besluit (EU) 2016/... van het Europees Parlement en de Raad tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Tunesië HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 212, lid 2, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen, Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure 2, 2 Standpunt van het Europees Parlement van 8 juni 2016. 9973/16 ver/jel/cg 4

Overwegende hetgeen volgt: (1) De betrekkingen tussen de Europese Unie (de "Unie") en de Republiek Tunesië ("Tunesië") ontwikkelen zich in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB). Tunesië was het eerste mediterrane land dat met de Unie een associatieovereenkomst 3 ondertekende op 17 juli 1995, die op 1 maart 1998 in werking trad. In het kader van die overeenkomst heeft Tunesië in 2008 de laatste hand gelegd aan de afschaffing van de tarieven voor industrieproducten, zodat Tunesië het eerste mediterrane land werd dat een vrijhandelszone met de Unie tot stand bracht. De bilaterale politieke dialoog en economische samenwerking zijn verder ontwikkeld in het kader van ENB-actieplannen, waarvan het meest recente betrekking heeft op de periode 2013-2017. (2) Na de revolutie en de afzetting van president Ben Ali op 14 januari 2011 zijn op 23 oktober 2011 in Tunesië de eerste vrije en democratische verkiezingen gehouden. In januari 2014 werd een nieuwe grondwet aangenomen en in het vierde kwartaal van 2014 vonden parlements- en presidentsverkiezingen plaats, waarbij de belangrijkste politieke actoren gezamenlijke inspanningen deden om hervormingen door te voeren die tot de totstandkoming van een volwaardig democratisch systeem moeten leiden. 3 Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds (PB L 278 van 21.10.2005, blz. 9). 9973/16 ver/jel/cg 5

(3) Parallel aan dit politieke overgangsproces heeft de Tunesische economie te kampen gehad met aanhoudende binnenlandse onrust, instabiliteit in de regio (onder meer door de conflicten in Libië) en een somber internationaal klimaat (met name in de Unie, de belangrijkste handelspartner van Tunesië). Die ongunstige ontwikkelingen verzwakten haar groeiprestaties aanzienlijk, alsook de begrotingssituatie en de betalingsbalans. (4) Sinds 2011 heeft de Unie na de politieke veranderingen in Tunesië ondubbelzinnig toegezegd dat zij Tunesië zal steunen in zijn economische en politieke hervormingsproces. Zij heeft haar financiële steun voor Tunesië verhoogd, haar samenwerking op veel gebieden versterkt, onder meer het maatschappelijk middenveld, het kiesstelsel, veiligheid, regionale ontwikkeling en sociale en economische hervormingen. Voorts heeft zij de mogelijkheid geboden om een overeenkomst inzake een diepe en brede vrijhandelsruimte te sluiten; de onderhandelingen daarover zijn van start gegaan in oktober 2014. (5) In deze moeilijke economische en financiële omstandigheden hebben de Tunesische autoriteiten en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in april 2013 overeenstemming bereikt over een niet uit voorzorg gesloten stand-by-overeenkomst van 1,146 miljard SDR (Special Drawing Rights - bijzondere trekkingsrechten) met een looptijd van drie jaar om het economische aanpassings- en hervormingsprogramma van Tunesië te ondersteunen, die nadien tot eind 2015 werd verlengd. In totaal is in het kader van het IMF-programma 1,5 miljard USD opgevraagd na zes voltooide programma-evaluaties. 9973/16 ver/jel/cg 6

(6) In augustus 2013 heeft Tunesië de Unie verzocht om aanvullende macrofinanciële bijstand. In antwoord daarop werd in mei 2014 300 miljoen EUR macrofinanciële bijstand in de vorm van leningen goedgekeurd 4. Het memorandum van overeenstemming waarin de beleidsvoorwaarden voor die eerste macrofinanciële bijstand werden vastgelegd, trad in werking op 4 maart 2015. Nadat de overeengekomen beleidsmaatregelen waren uitgevoerd, werd de eerste tranche van de eerste macrofinanciële bijstand uitbetaald op 7 mei 2015 en de tweede tranche op 1 december 2015. (7) De Unie stelde voor de periode 2011-2015 524 miljoen EUR aan subsidies beschikbaar in het kader van haar gewone samenwerkingsprogramma ter ondersteuning van de economische en politieke hervormingsagenda van Tunesië. Voorts is in de periode 2011-2013 aan Tunesië 155 miljoen EUR toegewezen in het kader van het Spring-programma (Support for Partnership, Reform and Inclusive Growth - steun voor partnerschap, hervormingen en inclusieve groei) en in de periode 2014-2015 122 miljoen EUR in het kader van het overkoepelende programma. Daarnaast heeft de Europese Investeringsbank sinds 2011 1 338 miljoen EUR aan leningen verstrekt. 4 Besluit nr. 534/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Tunesië (PB L 151 van 21.5.2014, blz. 9). 9973/16 ver/jel/cg 7

(8) In 2015 werd de economie van Tunesië zwaar getroffen door verschillende terroristische aanslagen tegen belangrijke economische sectoren, zoals het toerisme en het vervoer, die als bedoeling hadden de consolidatie van de politieke overgang van het land te verstoren. Die aanslagen hebben nadelige gevolgen gehad voor het economische herstel dat Tunesië had ingezet. Samen met de aanhoudende instabiliteit in de regio (onder meer het Libische conflict dat weer is opgelaaid) en het nog altijd zwakke Europese en wereldwijde economische klimaat hebben die gebeurtenissen de al zwakke betalingsbalans en begrotingssituatie van Tunesië verergerd. Dit heeft geleid tot aanzienlijke externe en budgettaire financiële tekorten. (9) In deze moeilijke context heeft de Unie haar toezegging herhaald Tunesië te zullen steunen in zijn economische en politieke hervormingsproces. Die toezegging werd met name gedaan in de conclusies van de bijeenkomst van de Associatieraad tussen de Unie en Tunesië in maart 2015 en, na de terroristische aanslag in Sousse in juni 2015, in de conclusies van de Raad van 20 juli 2015. Politieke en economische steun van de Unie aan het hervormingsproces van Tunesië strookt met het Uniebeleid ten aanzien van het zuidelijke Middellandse Zeegebied, zoals vastgesteld in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid. 9973/16 ver/jel/cg 8

(10) Na de verergering in de economische en financiële situatie van Tunesië zijn het IMF en Tunesië gesprekken gestart over een vervolgregeling van een hoger bedrag, die de vorm zou kunnen aannemen van een uitgebreide financieringsfaciliteit ("het IMF-programma"), wellicht een looptijd van vier jaar zou hebben en in het voorjaar van 2016 zou starten. Het nieuwe IMF-programma zou bedoeld zijn om de betalingsbalansmoeilijkheden van Tunesië op korte termijn te verlichten, terwijl de uitvoering van krachtige aanpassingsmaatregelen zou worden aangemoedigd. (11) In augustus 2015 heeft Tunesië, gelet op de verslechterende economische situatie en vooruitzichten, de Unie verzocht om aanvullende macrofinanciële bijstand. (12) Omdat Tunesië onder het Europees nabuurschapsbeleid valt, moet het worden beschouwd als een land dat voor macrofinanciële Uniebijstand in aanmerking komt. (13) De macrofinanciële Uniebijstand moet een uitzonderlijk financieel instrument zijn van ongebonden en niet-toegewezen betalingsbalanssteun, gericht op het lenigen van de onmiddellijke externe financieringsbehoeften van de begunstigde, en moet dienen ter ondersteuning van de uitvoering van een beleidsprogramma met krachtige directe aanpassings- en structurele hervormingsmaatregelen die gericht zijn op het verbeteren van de betalingsbalans op korte termijn. 9973/16 ver/jel/cg 9

(14) Aangezien er nog steeds sprake is van een aanzienlijk resterend extern financieringstekort op de betalingsbalans van Tunesië dat de door het IMF en andere multilaterale instellingen verstrekte middelen te boven gaat, wordt de aan Tunesië toe te kennen macrofinanciële Uniebijstand in de huidige uitzonderlijke omstandigheden aangemerkt als een passende reactie op het verzoek van Tunesië om in samenhang met het IMF-programma de economische stabilisatie te ondersteunen. De macrofinanciële Uniebijstand zou de economische stabilisatie en de structurele hervormingsagenda van Tunesië ondersteunen en een aanvulling vormen op de middelen die in het kader van de financiële regeling met het IMF beschikbaar worden gesteld. (15) De macrofinanciële Uniebijstand moet gericht zijn op het helpen herstellen van een houdbare externe financieringspositie voor Tunesië en aldus de economische en sociale ontwikkeling van het land ondersteunen. 9973/16 ver/jel/cg 10

(16) De vaststelling van het bedrag van de macrofinanciële Uniebijstand is gebaseerd op een volledige kwantitatieve beoordeling van de resterende externe financieringsbehoeften van Tunesië, en bij de vaststelling ervan is rekening gehouden met het vermogen van het land om zichzelf te financieren met eigen middelen, met name met de internationale reserves waarover het beschikt. De macrofinanciële Uniebijstand moet een aanvulling vormen op de programma s van het IMF en de Wereldbank en de door hen verstrekte middelen. Bij de vaststelling van het bedrag van de bijstand wordt ook rekening gehouden met verwachte financiële bijdragen van multilaterale donoren en met de noodzaak te zorgen voor een billijke lastendeling tussen de Unie en andere donoren, alsook met de reeds bestaande inzet van de andere externe financieringsinstrumenten van de Unie in Tunesië en met de meerwaarde die over het geheel genomen door de betrokkenheid van de Unie wordt geboden. (17) De Commissie moet ervoor zorgen dat de macrofinanciële Uniebijstand juridisch en materieel verenigbaar is met de hoofdbeginselen, -doelstellingen en -maatregelen die zijn vastgesteld op het gebied van de verschillende onderdelen van het externe optreden en andere relevante beleidsdomeinen van de Unie. (18) De macrofinanciële Uniebijstand moet het externe beleid van de Unie jegens Tunesië ondersteunen. De diensten van de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden moeten gedurende de hele macrofinanciële-bijstandsoperatie nauw samenwerken om het externe beleid van de Unie te coördineren en de samenhang ervan te waarborgen. 9973/16 ver/jel/cg 11

(19) De macrofinanciële Uniebijstand moet Tunesië ondersteunen in zijn engagement met betrekking tot waarden die het land met de Unie deelt, waaronder democratie, de rechtsstaat, behoorlijk bestuur, eerbiediging van de mensenrechten, duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding, en ook in zijn engagement met betrekking tot de beginselen van open, op regels gebaseerde en eerlijke handel. (20) Een noodzakelijke voorwaarde voor toekenning van de macrofinanciële Uniebijstand moet zijn dat Tunesië doeltreffende democratische mechanismen waaronder een parlementair meerpartijenstelsel en de rechtsstaat eerbiedigt, en eerbiediging van de mensenrechten garandeert. Daarnaast moeten de specifieke doelstellingen van de macrofinanciële Uniebijstand de doelmatigheid, transparantie en verantwoording van de beheerssystemen voor de overheidsfinanciën in Tunesië bevorderen en bijdragen aan structurele hervormingen die gericht zijn op de bevordering van duurzame en inclusieve groei, het scheppen van werkgelegenheid en begrotingsconsolidatie. De Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden moeten regelmatig erop toezien dat aan de noodzakelijke voorwaarden is voldaan en die doelstellingen worden verwezenlijkt. 9973/16 ver/jel/cg 12

(21) Om ervoor te zorgen dat de financiële belangen van de Unie in het kader van de macrofinanciële Uniebijstand efficiënt worden beschermd, moet Tunesië passende maatregelen nemen in verband met de preventie en bestrijding van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden met betrekking tot de bijstand. Daarnaast moet erin worden voorzien dat de Commissie controles verricht en de Rekenkamer audits. (22) De uitbetaling van de macrofinanciële Uniebijstand laat de bevoegdheden van het Europees Parlement en de Raad, als begrotingsautoriteit, onverlet. (23) De bedragen van de voorziening voor de macrofinanciële bijstand moeten stroken met de in het meerjarig financieel kader vastgestelde begrotingskredieten. (24) De macrofinanciële Uniebijstand moet door de Commissie worden beheerd. Om ervoor te zorgen dat het Europees Parlement en de Raad de uitvoering van dit besluit kunnen volgen, moet de Commissie hen regelmatig inlichten over ontwikkelingen met betrekking tot de bijstand en hun relevante documenten daarover verstrekken. 9973/16 ver/jel/cg 13

(25) Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit besluit te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 5. (26) De macrofinanciële Uniebijstand moet onderworpen zijn aan economische beleidsvoorwaarden, die in een memorandum van overeenstemming moeten worden vastgesteld. Ter wille van de efficiëntie en om eenvormige uitvoeringsvoorwaarden te waarborgen, moet de Commissie worden gemachtigd om met de Tunesische autoriteiten onderhandelingen over deze voorwaarden te voeren onder toezicht van het comité van vertegenwoordigers van de lidstaten waarin Verordening (EU) nr. 182/2011 voorziet. Krachtens die verordening moet in de regel de raadplegingsprocedure worden gebruikt in alle andere gevallen dan die waarin die verordening voorziet. Gezien de mogelijk belangrijke gevolgen van bijstand van meer dan 90 miljoen EUR, is het passend dat de onderzoeksprocedure wordt gebruikt voor verrichtingen boven die drempel. Gezien het bedrag van de macrofinanciële Uniebijstand aan Tunesië moet op de goedkeuring van het memorandum van overeenstemming en voor het verlagen, opschorten of annuleren van de bijstand de onderzoeksprocedure worden toegepast, HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: 5 Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13). 9973/16 ver/jel/cg 14

Artikel 1 1. De Unie stelt Tunesië macrofinanciële bijstand (de "macrofinanciële Uniebijstand") beschikbaar voor een maximumbedrag van 500 miljoen EUR, teneinde de economische stabilisatie van Tunesië en een substantiële hervormingsagenda te ondersteunen. De bijstand draagt bij aan het lenigen van de betalingsbalansbehoeften van Tunesië die in het kader van het IMF-programma zijn vastgesteld. 2. Het volledige bedrag van de macrofinanciële Uniebijstand wordt in de vorm van leningen aan Tunesië verstrekt. De Commissie is bevoegd om namens de Unie de nodige financiële middelen te lenen op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen teneinde de middelen vervolgens aan Tunesië door te lenen. De leningen hebben een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar. 3. De uitbetaling van de macrofinanciële Uniebijstand wordt door de Commissie beheerd op een wijze die strookt met de overeenkomsten of afspraken tussen het IMF en Tunesië, en met de hoofdbeginselen en -doelstellingen van de economische hervormingen die in de Associatieovereenkomst tussen de EU en Tunesië zijn vastgelegd. De Commissie licht het Europees Parlement en de Raad regelmatig in over de ontwikkelingen met betrekking tot de macrofinanciële Uniebijstand, onder meer de uitbetalingen daarvan, en verstrekt die instellingen tijdig relevante documenten. 9973/16 ver/jel/cg 15

4. De macrofinanciële Uniebijstand wordt voor een periode van tweeënhalf jaar beschikbaar gesteld, met ingang van de eerste dag na de inwerkingtreding van het in artikel 3, lid 1, bedoelde memorandum van overeenstemming. 5. Indien de financieringsbehoeften van Tunesië tijdens de periode van uitbetaling van de macrofinanciële Uniebijstand aanzienlijk verminderen ten opzichte van de oorspronkelijke prognoses, verlaagt de Commissie, handelend volgens de in artikel 7, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure, het bedrag van de bijstand of schorst of annuleert zij deze. Artikel 2 1. Een noodzakelijke voorwaarde voor toekenning van de macrofinanciële Uniebijstand is dat Tunesië doeltreffende democratische mechanismen waaronder een parlementair meerpartijenstelsel en de rechtsstaat eerbiedigt, en eerbiediging van de mensenrechten garandeert. 2. De Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden zien tijdens de volledige duur van de macrofinanciële Uniebijstand erop toe dat aan de in lid 1 gestelde noodzakelijke voorwaarde is voldaan. 3. De leden 1 en 2 worden toegepast overeenkomstig Besluit 2010/427/EU van de Raad 6. 6 Besluit 2010/427/EU van de Raad van 26 juli 2010 tot vaststelling van de organisatie en werking van de Europese Dienst voor extern optreden (PB L 201 van 3.8.2010, blz. 30). 9973/16 ver/jel/cg 16

Artikel 3 1. De Commissie bereikt, volgens de in artikel 7, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure, met de Tunesische autoriteiten overeenstemming over duidelijk bepaalde economische beleidsvoorwaarden en financiële voorwaarden, gericht op structurele hervormingen en gezonde overheidsfinanciën, waaraan de macrofinanciële Uniebijstand is onderworpen, die in een memorandum van overeenstemming ("memorandum van overeenstemming") moeten worden vastgelegd. De in het memorandum van overeenstemming gestelde economische beleidsvoorwaarden en financiële voorwaarden stroken met de in artikel 1, lid 3, bedoelde overeenkomsten of afspraken, met inbegrip van de programma's voor macro-economische aanpassing en structurele hervorming die door Tunesië met de steun van het IMF worden uitgevoerd. 2. De in lid 1 bedoelde voorwaarden zijn er in het bijzonder op gericht de doelmatigheid, transparantie en verantwoording van de beheerssystemen voor de overheidsfinanciën in Tunesië te bevorderen, met inbegrip van de systemen voor het gebruik van de macrofinanciële Uniebijstand. Bij het vaststellen van de beleidsmaatregelen wordt ook naar behoren rekening gehouden met vooruitgang op het gebied van het wederzijds openstellen van markten, de ontwikkeling van op regels gebaseerde prioriteiten, eerlijkehandelsprioriteiten en andere prioriteiten in het kader van het externe beleid van de Unie. De Commissie ziet regelmatig toe op de vooruitgang die bij het bereiken van die doelstellingen is geboekt. 9973/16 ver/jel/cg 17

3. De financiële voorwaarden van de macrofinanciële Uniebijstand worden in detail vastgelegd in een tussen de Commissie en de Tunesische autoriteiten te sluiten leningsovereenkomst. 4. De Commissie onderzoekt op gezette tijden of de in artikel 4, lid 3, bedoelde voorwaarden vervuld blijven, onder meer of het economische beleid van Tunesië verenigbaar is met de doelstellingen van de macrofinanciële Uniebijstand. De Commissie werkt daarbij nauw samen met het IMF en de Wereldbank en, indien nodig, met het Europees Parlement en de Raad. Artikel 4 1. De macrofinanciële Uniebijstand wordt door de Commissie beschikbaar gesteld in drie leningstranches, mits aan de voorwaarden van lid 3 is voldaan. De omvang van elke tranche wordt in het memorandum van overeenstemming vastgelegd. 2. Voor de bedragen van de macrofinanciële Uniebijstand worden, indien nodig, voorzieningen aangelegd overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad 7. 7 Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad van 25 mei 2009 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10). 9973/16 ver/jel/cg 18

3. De Commissie besluit tot uitbetaling van de tranches mits aan alle van de volgende voorwaarden is voldaan: (a) (b) (c) de in artikel 2 vastgestelde noodzakelijke voorwaarde; een constante bevredigende voortgang bij de uitvoering van een beleidsprogramma met krachtige maatregelen voor aanpassing en structurele hervorming, ondersteund door een niet uit voorzorg getroffen kredietregeling met het IMF; en de bevredigende uitvoering van de in het memorandum van overeenstemming vastgelegde economische beleidsvoorwaarden en financiële voorwaarden. De tweede tranche wordt in beginsel niet vroeger dan drie maanden na de uitbetaling van de eerste tranche uitbetaald. De derde tranche wordt in beginsel niet vroeger dan drie maanden na de uitbetaling van de tweede tranche uitbetaald. 4. Indien de in lid 3, eerste alinea, vastgestelde voorwaarden constant niet zijn vervuld, wordt de uitbetaling van de macrofinanciële Uniebijstand door de Commissie tijdelijk geschorst of geannuleerd. In die gevallen licht zij het Europees Parlement en de Raad in over de redenen voor die opschorting of annulering. 9973/16 ver/jel/cg 19

5. De macrofinanciële Uniebijstand wordt uitbetaald aan de Centrale Bank van Tunesië. Met inachtneming van de in het memorandum van overeenstemming vast te leggen bepalingen, onder meer betreffende een bevestiging van de resterende budgettaire financieringsbehoeften, kunnen de Uniemiddelen aan het Tunesische ministerie van Financiën als eindbegunstigde worden overgemaakt. Artikel 5 1. De op de macrofinanciële Uniebijstand betrekking hebbende verrichtingen tot het opnemen en verstrekken van leningen worden uitgevoerd in euro met dezelfde valutadatum, en mogen de Unie niet blootstellen aan looptijdtransformaties, valutaof renterisico's of andere commerciële risico's. 2. Indien de omstandigheden dit mogelijk maken en Tunesië daarom verzoekt, kan de Commissie de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat in de leningsvoorwaarden een clausule inzake vervroegde aflossing is opgenomen en dat in de aan de opgenomen leningen verbonden voorwaarden een overeenkomstige clausule voorkomt. 9973/16 ver/jel/cg 20

3. De Commissie kan, indien de omstandigheden een gunstiger rente op de verstrekte lening mogelijk maken en indien Tunesië daarom verzoekt, besluiten de oorspronkelijk door haar opgenomen leningen geheel of gedeeltelijk te herfinancieren of de overeenkomstige financiële voorwaarden te herstructureren. De herfinancieringen of herstructureringen geschieden onder de in lid 1 en in lid 4 gestelde voorwaarden en mogen niet leiden tot een verlenging van de looptijd van de betrokken opgenomen leningen en evenmin tot een verhoging van het op de datum van die herfinancieringen of herstructureringen nog uitstaande bedrag. 4. Alle kosten die de Unie met betrekking tot de uit hoofde van dit besluit opgenomen of verstrekte leningen maakt, komen ten laste van Tunesië. 5. De Commissie licht het Europees Parlement en de Raad in over de ontwikkelingen met betrekking tot de in de leden 2 en 3 bedoelde verrichtingen. Artikel 6 1. De macrofinanciële Uniebijstand wordt uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad 8 en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie 9. 8 9 Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1). Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1). 9973/16 ver/jel/cg 21

2. De macrofinanciële Uniebijstand wordt onder direct beheer uitgevoerd. 3. De in artikel 3, lid 3, bedoelde leningsovereenkomst bevat bepalingen die het volgende verzekeren: (a) (b) Tunesië gaat regelmatig na of de uit de Uniebegroting verstrekte financiering naar behoren is gebruikt, neemt passende maatregelen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude, en onderneemt zo nodig gerechtelijke stappen om de uit hoofde van dit besluit verstrekte middelen waaraan geen wettige bestemming is gegeven, terug te vorderen; de financiële belangen van de Unie worden beschermd, in het bijzonder met specifieke maatregelen met het oog op de preventie en de bestrijding van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden in verband met de macrofinanciële Uniebijstand, overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad 10, Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad 11 en Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad 12 ; 10 11 12 Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1). Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2). Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1). 9973/16 ver/jel/cg 22

(c) (d) (e) de Commissie, met inbegrip van het Europees Bureau voor fraudebestrijding, of haar vertegenwoordigers worden uitdrukkelijk gemachtigd tot het uitvoeren van controles, waaronder controles en inspecties ter plaatse; de Commissie en de Rekenkamer worden uitdrukkelijk gemachtigd om tijdens en na de periode waarin de macrofinanciële Uniebijstand beschikbaar is, audits uit te voeren, waaronder documentaudits en audits ter plaatse, zoals operationele beoordelingen; de Unie heeft recht op vervroegde terugbetaling van de lening indien is vastgesteld dat Tunesië met betrekking tot het beheer van de macrofinanciële Uniebijstand fraude, corruptie of een andere onrechtmatige activiteit heeft gepleegd die afbreuk doet aan de financiële belangen van de Unie. 4. Vóór de uitvoering van de macrofinanciële Uniebijstand beoordeelt de Commissie door middel van een operationele beoordeling de deugdelijkheid van de voor de bijstand geldende financiële regelingen, administratieve procedures en interne en externe controlemechanismen van Tunesië. 9973/16 ver/jel/cg 23

Artikel 7 1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011. 2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing. Artikel 8 1. De Commissie dient jaarlijks, uiterlijk op 30 juni, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de uitvoering van dit besluit in het voorgaande jaar, met inbegrip van een evaluatie van die uitvoering. In dit verslag: (a) (b) wordt de geboekte vooruitgang bij de uitvoering van de macrofinanciële Uniebijstand onderzocht; worden de economische situatie en de vooruitzichten van Tunesië, alsook de bij de uitvoering van de in artikel 3, lid 1, bedoelde beleidsmaatregelen geboekte vooruitgang beoordeeld; 9973/16 ver/jel/cg 24

(c) wordt het verband aangegeven tussen de in het memorandum van overeenstemming neergelegde economische beleidsvoorwaarden, de huidige economische en budgettaire prestaties van Tunesië en de besluiten van de Commissie tot uitbetaling van de tranches van de macrofinanciële Uniebijstand. 2. Uiterlijk twee jaar na het verstrijken van de in artikel 1, lid 4, bedoelde beschikbaarheidsperiode dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een evaluatieverslag achteraf in met een beoordeling van de resultaten en de doelmatigheid van de voltooide macrofinanciële Uniebijstand en van de mate waarin die tot de doelstellingen van de bijstand heeft bijgedragen. Artikel 9 Dit besluit treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Gedaan te..., Voor het Europees Parlement De voorzitter Voor de Raad De voorzitter 9973/16 ver/jel/cg 25

BIJLAGE BIJ DE WETGEVINGSRESOLUTIE GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Dit besluit wordt goedgekeurd onverminderd de gemeenschappelijke verklaring die is goedgekeurd tezamen met Besluit 778/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Georgië, welke als grondslag blijft dienen voor alle besluiten van het Europees Parlement en de Raad tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan derde landen en gebieden. 9973/16 ver/jel/cg 26