Inspectierapport De Zon (BSO) Frankentaler 73 6851VP HUISSEN Registratienummer 893273612 Toezichthouder: Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden In opdracht van gemeente: Lingewaard Datum inspectie: 04-05-2015 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 26-05-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Tijdens dit onderzoek zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Op basis van het model risicoprofiel zijn de onderzoeksactiviteiten bepaald. Deze onderzoeksactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige onderzoeken. Na de inspectie is telefonisch contact geweest met de teamcoördinator, mevrouw Natrop. Beschouwing Buitenschoolse opvang De Zon is onderdeel van Kinderopvang Zonnekinderen en biedt opvang aan 40 kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar. De kinderen zijn in twee basisgroepen verdeeld. De buitenschoolse opvang is gevestigd in de wijk Bloemstraat te Huissen. In hetzelfde pand is tevens kinderdagverblijf de Zon gevestigd. Met IKC het Sterrenbos in Huissen vindt intensieve samenwerking plaats. Met de oudercommissie is gedurende het opstellen van het concept rapport geen contact gekregen. De conclusie is dat aan alle voorwaarden uit de Wet kinderopvang die zijn getoetst wordt voldaan. Onderzoek geschiedenis Vanaf 2013 zijn tijdens de inspecties geen overtredingen geconstateerd. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum ( versie Januari 2015). De cursief gedrukte tekst hieronder is afkomstig uit dit document. De observatie heeft vroeg in de middag plaatsgevonden na de lunch. Vandaag is het een vrije dag van school en de meeste kinderen komen de hele dag. De beroepskracht die de hele dag werkt, heeft pauze. Bij binnenkomst spelen de kinderen vrij in beide groepsruimten. 's Morgens is een toneelstukje opgevoerd en na het vrije spel kunnen de kinderen meedoen aan een van de activiteiten. Sporten onder begeleiding van de sportcoach is daar een van. Pedagogische praktijk De beroepskrachten zijn goed op de hoogte van het pedagogisch beleidsplan en vertellen over de drie pijlers: sport, natuur en avontuur en cultuur. In de teamvergaderingen wordt over het pedagogisch beleid gesproken. Er zijn ook teamvergaderingen met IKC het Sterrenbos. Emotionele veiligheid Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep. "Er is een aangename sfeer in de groep. De meeste kinderen tonen in in hun gedrag dat ze zich op hun gemak voelen". "Kinderen laten hun emoties zien, zowel in positieve zin (blij, tevreden, nieuwsgierig, enthousiast) als in negatieve zin (boos, verdrietig) De emoties zijn passend bij de situatie)". Observatie In de groepsruimte zitten de kinderen aan tafel en tekenen of doen een spel. Een paar kinderen helpen de boodschappen in de kast te doen. Op de grond in de bouwhoek wordt een hele hoge toren gebouwd met blokken. Er heerst een actieve sfeer. Het is ook wel druk. Maar een aantal kinderen doen in de naastgelegen groepsruimte een rustig spel. Soms zitten de kinderen elkaar in de weg en worden blokken omgegooid en zeilen de kleurpotloden over de grond. Dat is reden voor irritatie en een verdrietig moment. In de meeste gevallen wordt het gezien en besproken en spelen ze tevreden weer verder. Persoonlijke competentie De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen. Doelgericht aanbod "De beroepskrachten organiseren en benutten het programma voor uitdaging, stimulans, avontuur en plezier. Kinderen krijgen de kans om zichzelf en elkaars kunnen te ontdekken". Observatie De beroepskrachten plannen speel-werkactiviteiten met een een doel (bijvoorbeeld een toneelstukje, sporten). Voor de oudere kinderen wordt een kookactiviteit georganiseerd. 4 van 10
Sociale competentie De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie. Begeleiden en feedback "De beroepskrachten begeleiden ook de positieve interacties tussen de kinderen. Zij helpen de kinderen actief om sociale vaardigheden met leeftijds- en/groepsgenootjes te ontwikkelen". "(...)". Observatie Een kind gooit een paar keer iets om van een ander kind. Dat is niet zo leuk. De beroepskracht helpt door samen naar het kind te gaan. Ze zegt: "Kijk hem maar aan en zeg dat je het echt niet leuk vindt!" Dat doet het kind en dan is het weer goed. Overdracht normen en waarden Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast. "In het beleidsplan staan aanwijzingen voor afspraken, regels en omgangsvormen. Beroepskrachten handelen hiernaar, met ruimte voor eigen inzicht. Ze passen deze (in de meeste situaties) consequent toe". Observatie De beroepskrachten vertellen dat er geschreven en niet geschreven regels zijn voor het omgaan met elkaar. De geschreven regels zijn de Gouden Regels zoals beschreven in het pedagogisch beleid. Een geschreven regel luidt:"luisteren naar elkaar is heus niet raar". De toezichthouder heeft een ongeschreven regel waargenomen. De kinderen helpen elkaar met opruimen. De beroepskrachten stimuleren de hulp aan elkaar. Ze krijgen een compliment als ze het goed doen. Aan alle voorwaarden van de pedagogische praktijk wordt voldaan. Gebruikte bronnen: Vragenlijst oudercommissie (verstuurd op 4 mei) Interview anderen (tijdens de inspectie met de beroeskrachten.) Observaties 5 van 10
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd aan de hand van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Verklaring omtrent het gedrag Van alle aanwezige beroepskrachten is tijdens de inspectie de verklaring omtrent het gedrag beoordeeld. Zijn zijn voldoende bevonden. Passende beroepskwalificatie Van alle aanwezige beroepskrachten is de beroepskwalificatie gezien. Ze zijn voldoende beoordeeld. Opvang in groepen Op de dag van de inspectie zijn de twee groepen samengevoegd tot een groep omdat het vakantie is. De opvang in groepen is voldoende beoordeeld. Beroepskracht-kindratio De beroepskracht-kindratio is beoordeeld op de dag van de inspectie. Er zijn 18 kinderen en er zijn 2 beroepskrachten. Ook tijdens de middagpauze zijn 2 beroepskrachten aanwezig. De beroepskracht-kindratio is voldoende beoordeeld. Gebruikte bronnen: Interview anderen (tijdens de inspectie met de beroeskrachten.) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten (week 19) 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 7 van 10
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : De Zon Aantal kindplaatsen : 40 Gegevens houder Naam houder : Zonnekinderen Adres houder : Postbus 201 Postcode en plaats : 6900AE ZEVENAAR Website : www.zonnekinderen.nl KvK nummer : 09127903 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Adres : Postbus 5364 Postcode en plaats : 6802EJ ARNHEM Telefoonnummer : 0800-8446000 Onderzoek uitgevoerd door : Jeanne Goeting Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Lingewaard Adres : Postbus 15 Postcode en plaats : 6680AA BEMMEL Planning Datum inspectie : 04-05-2015 Opstellen concept inspectierapport : 18-05-2015 Zienswijze houder : 21-05-2015 Vaststelling inspectierapport : 26-05-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 26-05-2015 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : 26-05-2015 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 02-06-2015 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze bij inspectierapporten locatie De Zon (inspectiebezoek d.d. 4 mei 2015) Op 4 mei 2015 heeft een onaangekondigd inspectiebezoek plaatsgehad op het KDV en de BSO van locatie de Zon in Huissen. Het bezoek is op prettige wijze verlopen en wij herkennen ons in de inhoud van het rapport. 10 van 10