Datum 20 juni 2017 Betreft Reactie op rapport Waddenvereniging De toekomst van de Waddenzee, Een stijgende zeespiegel over een dalende bodem

Vergelijkbare documenten
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Besluit. Ministerie van Economische Zaken. Datum 3 0 AUG

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Datum 26 januari 2017 Betreft Beantwoording vragen over de plannen van NAM om de put Vries-10 in Assen op te starten

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Datum 15 mei 2017 Betreft Beantwoording vragen over de informatievoorziening over de gasboring in Heerenveen

Datum 23 april 2013 Betreft Verzoek brief over de uitbreiding van de gaswinning onder de Waddenzee

Datum 10 juni 2016 Betreft Nadere informatie over afspraken uit 2005 met Shell en ExxonMobil in relatie tot de gaswinning in Groningen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

1 Inleiding 1. 2 Verwerking van gegevens Aangeleverde gegevens Verwerking gegevens 3

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Het meegroeivermogen van de Westelijke Waddenzee

Datum 23 december 2016 Betreft Voortgangsrapportage Energieakkoord 2016 en uitvoering Urgendavonnis

Waddenvereniging e.a. t.a.v. de heer A. Wouda Postbus AB HARLINGEN

Beantwoording vragen over gasboringen op Terschelling

inisterie van Economische Zaken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 8 juli Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

1 Kunt u zich de antwoorden herinneren van eerdere vragen over de import van groen gas? 1

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Technische commissie. Datum 25 APR 2017 Tcbb-advies winningsplan Pieterziji-Oost. Geachte Minister,

Datum 31 maart 2015 Betreft Beantwoording vragen over private kwaliteitssystemen in varkens- en kalversector

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Datum 13 april 2017 Betreft Nieuwe procedure voor afhandeling schades als gevolg van gaswinning uit het Groningenveld

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 23 juni 2016 Betreft Mededinging en Duurzaamheid

Datum 3 november 2017 Betreft Beantwoording vragen over verontreiniging door lekkages van NAM in Rossum

Meegroeivermogentoets Waddenzee

2500EK Ministerie van Economische Zaken Directie Energie & Omgeving T.a.v. de heer P. Jongerius Postbus EK DEN HAAG.

Datum 22 juni 2017 Betreft Verzoek om een reactie op de uitspraak van het CBb over de positieflijst

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Datum 23 april 2014 Betreft reactie op analyse nut en noodzaak windenergie van de heer Lukkes

Ministerie van Economische Zaken

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage. Datum 25 januari 2013 Betreft Gaswinning Groningen-veld

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 27 oktober Zoutwinning in Noordwest-Friesland

i/tri\ provincie groningen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Datum 13 juli 2015 Betreft Beantwoording vragen en commissieverzoek over productiewaterinjectie

De Minister van Economische Zaken is, ingevolge de artikelen 39 en 34, derde lid, Mbw bevoegd te beslissen op deze aanvraag.

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

2 4 APR Ministerie van Economische Zaken. College van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen Postbus AP Groningen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

Geachte Bijlage(n) Wij hebben het onderhavige winningsplan beoordeeld op volledigheid, planmatig beheer, en bodembeweging.

Ministerie van Economische Zaken. De Minister van Economische Zaken. Directie Energie en Omgeving. Postbus EK DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 4 juli 2017 Betreft Tweede openstelling SDE+ 2017

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 25 maart 2013 Betreft Halfjaarlijks rappel toezeggingen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

Datum ME! Betreft Verwachtingenbrief aanvuliing winningsplan Groningenveid 2016

3 Wat vindt u ervan dat de NAM stelt dat code rood onterecht is afgegeven en dat de aardbeving binnen de bestaande risicomodellen past?

Ministerie van Economische Zaken

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

Datum 4 april 2017 Betreft Beantwoording vragen over het faillissement van het Zeeuwse bedrijf Thermphos

KENNISGEVING MIJNBOUWWET ingevolge artikel 3: 12 van de Algemene wet bestuursrecht. Winningsplan Hardenberg-Oost

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

1. Hoe groot is de groep huiseigenaren die door deze nieuwe regel geen gebruik meer kan maken van de tijdelijke regeling waardevermeerdering?

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4. Datum 6 september Betreft SDE subsidie windenergie op zee

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Datum 1 februari 2016 Betreft Beantwoording vragen over bij- en meestook van duurzame biomassa in kolencentrales

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Datum 17 juni 2016 Betreft Beantwoording vragen over het bericht "Onkruidverdelger glyfosaat niet kankerverwekkend"

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer de Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 17 juli 2017 Betreft Monitor betaaltermijnen overheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Datum 23 oktober 2017 Betreft Beantwoording vragen over onduidelijkheden schadeafhandeling in het Groningen buitengebied

Datum 20 december 2016 Betreft Beantwoording vragen over het bericht 'omstreden wondersap Xango werft student-verkopers'

1 Bent u op de hoogte van de nieuwe berichtgeving over de schadeafhandeling in Groningen?

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 12 september 2016

Besluit. Datum Wijziging instemming winningsplan gaswinning Groningenveld

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 3 januari 2017 Betreft Evaluatie salderingsregeling

Hierbij treft u aan de antwoorden op de vragen van het lid Dijkgraaf (SGP) over de monitoring in het kader van Natura 2000 (ingezonden 7 juni 2013).

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Datum 10 januari 2015 Betreft Beantwoording vragen over de energierekening huishoudens cf. de NEV 2014

Datum 9 oktober 2015 Betreft Resultaten 2014 Meerjarenafspraken Energie-efficiëntie MJA3 en MEE

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Datum 9 september 2016 Betreft Beantwoording vragen over validatieonderzoek schadegevallen buiten de contour

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 1 juni Prijstransparantie op de benzinemarkt

PROVINCIE FLEVOLAND. Verbeek. drs T. van der Wal. Provinciale Staten van Flevoland D.t.v. de griffier mevrouw A. Kost INTERN

Betreft: vragen ex artikel 41 RvO over wijziging gasopslagplan Norg

Staatstoezicht op de Mijnen Ministerie van Economische Zaken

Datum 6 november 2017 Betreft Beantwoording vragen over de Groningse opkoopregeling van huizen die niet eerlijk verlopen is

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 23 december 2016 Betreft Evaluatie Winkeltijdenwet

O 5 NOV. 20U Gewijzigde tarieven grondkamers

Datum 2 juli 2019 Betreft Beantwoording vragen over de uitspraak van de Raad van State inzake varkenshouder met beroepsverbod in Duitsland

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Factuuradres Postbus 16180 2500 BD Den Haag Datum 20 juni 2017 Betreft Reactie op rapport Waddenvereniging De toekomst van de Waddenzee, Een stijgende zeespiegel over een dalende bodem Geachte Voorzitter, Hierbij stuur ik uw Kamer, mede namens de minister van Infrastructuur en Milieu en de staatssecretaris van Economische Zaken, de kabinetsreactie op het in opdracht van de Waddenvereniging opgestelde rapport De toekomst van de Waddenzee, Een stijgende zeespiegel over een dalende bodem. Ik kom hiermee tegemoet aan het verzoek van het lid Arissen (Partij voor de Dieren) zoals dat is gedaan tijdens het ordedebat van 10 mei 2017 (kenmerk 2017Z06083). Overheidsidentificatienr 00000001003214369000 T 070 379 8911 (algemeen) www.rijksoverheid.nl/ez DGETM-EO / 17075060 Uw kenmerk 2017Z06083 Bijlagen 2 Het rapport is op 10 mei 2017 gepubliceerd en betreft een literatuurstudie die is opgesteld door wetenschapsjournalist Schüttenhelm. In het rapport wordt achtereenvolgens ingegaan op drie factoren, te weten: de zeespiegelstijging in de Waddenzee, de sedimentatie in de Waddenzee en de bodemdaling door diepe delfstofwinning onder de Waddenzee. In het rapport wordt geconcludeerd dat er onvoldoende wetenschappelijke basis is voor het toestaan van delfstofwinning onder de Waddenzee. Hieronder ga ik achtereenvolgens voor elk van deze factoren in op de stellingname in het rapport en geef ik mijn reactie daarop. Zeespiegelstijging in de Waddenzee In het rapport wordt gesteld dat de zeespiegelstijging aanzienlijk groter kan zijn dan thans in de besluitvorming wordt aangenomen. Het rapport geeft aan dat over de 21 e eeuw sprake kan zijn van een zeespiegelstijging van 2 tot 3 meter. Deze stijging wordt in het rapport afgezet tegen de zeespiegelstijging over de gehele 21 e eeuw van circa 0,5 meter die door middel van extrapolatie is af te leiden uit het op 30 augustus 2016 door mij vastgestelde richtscenario dat geldt vanaf 2021 voor de zeespiegelstijging ten behoeve van delfstofwinning onder de Waddenzee. Hieronder zet ik uiteen op welke wijze ik rekening houd met de beoordeling van actuele gegevens over de zeespiegelstijging in relatie tot de delfstofwinning onder de Waddenzee. Belangrijk hierbij is het besef dat mijn uitspraken over de ontwikkeling van de zeespiegelstijging op lange termijn elke vijf jaar worden herzien omdat dan opnieuw een geactualiseerd beleidsscenario wordt vastgesteld voor de zeespiegelstijging ten behoeve van delfstofwinning onder de Waddenzee. Elk beleidsscenario bestaat uit een gebruiksruimte voor de eerstvolgende vijf jaar en een richtscenario (met een hogere versnelling van de zeespiegelstijging) voor Pagina 1 van 5

de periode daarna. De verplichting voor deze vijfjaarlijkse actualisatie is mede ingegeven door de onzekerheden die vanwege de continu voortschrijdende inzichten inherent zijn aan voorspellingen van de lange termijn -zeespiegelstijging. Bij elke actualisatie van het beleidsscenario wordt, steeds op basis van de meest recente meetresultaten en de laatst beschikbare klimaatmodellen, een nieuwe inschatting gemaakt voor de zeespiegelstijging voor de periode van de delfstofwinning. Deze actualisatie is in 2011 en in 2016 in mijn opdracht uitgevoerd door TNO, waarbij TNO, mede gebruikmakend van de meest recente informatie hierover van Deltares en KNMI, steeds is uitgegaan van de best beschikbare wetenschappelijke kennis en meest recente meetdata. TNO heeft mij op 27 juni 2016 geadviseerd over het met ingang van 2016 te hanteren beleidsscenario voor de zeespiegelstijging ten behoeve van delfstofwinning onder de Waddenzee. Dat advies is door mij overgenomen en heeft op 30 augustus 2016 geleid tot wijziging van de instemmingsbesluiten voor de gas- en zoutwinning onder de Waddenzee. De Waddenvereniging heeft tegen deze wijzigingsbesluiten bezwaar gemaakt resp. beroep ingesteld. In de beroepsprocedure tegen het instemmingsbesluit voor de zoutwinning onder de Waddenzee, waarin het wijzigingsbesluit vanwege de actualisatie van de zeespiegelstijging is betrokken, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling) bij uitspraak van 23 november 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:3087) geoordeeld dat ik zorgvuldig en op de juiste gronden heb gehandeld. Sedimentatie in de Waddenzee In het rapport wordt gesteld dat de kritische sedimentatiegrens, hierna aangeduid als het meegroeivermogen, aanzienlijker geringer zou zijn dan waar de afgelopen tien jaar bij alle besluitvorming over delfstofwinning onder de Waddenzee van is uitgegaan. Het rapport geeft aan dat voor de Waddenzee uitgegaan dient te worden van een meegroeivermogen van 10 tot 33 cm/eeuw (1 tot 3,3 mm/jaar), met 15 cm/eeuw (1,5 mm/jaar) als beste schatting, terwijl het huidige beleid uitgaat van een meegroeivermogen van 30 tot 60 cm/eeuw (3 tot 6 mm/jaar). Het exacte meegroei-vermogen wordt overigens vastgesteld per kombergingsgebied (dit is een specifiek deel van de Waddenzee) en is afhankelijk van de omvang van dat gebied. Het rapport stelt dus dat het meegroeivermogen van de Waddenzee bijna een factor 2 tot 3 kleiner is dan de waarde waar het huidige beleid sinds 2006 vanuit gaat. Het kabinet gaat voor de delfstofwinning onder de Waddenzee uit van het meegroeivermogen zoals dat is vastgelegd in de Passende Beoordeling bij het Rijksprojectbesluit Gaswinning vanaf de locaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen uit 2006. Het hierin conservatief gekozen meegroeivermogen (6 mm/jaar voor kombergingsgebied Pinkegat en 5 mm/jaar voor kombergingsgebied Zoutkamperlaag) wordt tot op de dag van vandaag gehanteerd. Dit ondanks het feit dat modelstudies van Deltares, toegepast op de Waddenzee, aangeven dat het meegroeivermogen juist een factor 2 groter kan zijn dan de waarde zoals genoemd in de Passende Beoordeling van 2006. Pagina 2 van 5

Aan dit thema is vanzelfsprekend in de besluitvormingsprocedure voor de zoutwinning onder de Waddenzee (winningsplan Havenmond) nadrukkelijk aandacht besteed. Na een traject van jaren, waarin een groot aantal rapporten en adviezen is verschenen, heeft de Raad van State bij bovengenoemde uitspraak van 23 november 2016 ten aanzien van het meegroeivermogen geoordeeld dat ik dit zorgvuldig en op de juiste gronden heb vastgesteld. Bodemdaling door delfstofwinning onder de Waddenzee In het rapport worden diverse voorbeelden aangehaald van bodemdaling door winning van delfstoffen (gas of zout), ook buiten het Waddengebied. De strekking is dat bodemdaling slecht voorspelbaar is en (daardoor) slecht beheersbaar. Ik vind dat het rapport op dit punt, net als hierboven bij de factor zeespiegelstijging, voorbij gaat aan het beleidsuitgangspunt om nieuwe inzichten en verbeterpunten periodiek te betrekken in de besluitvorming. Op basis van de uitgevoerde methodologische evaluatie over de periode 2007-2012 heeft de onafhankelijke Auditcommissie gaswinning Waddenzee geconcludeerd dat het aannemelijk is dat de bodemdalingssnelheden binnen de toegestane gebruiksruimte zijn gebleven en dat uit de zogenaamde signaleringsmetingen geen aanwijzingen naar voren zijn gekomen dat er sprake is van trendmatige veranderingen die een relatie hebben met bodemdaling door gaswinning. Ter uitvoering van de motie Van Veldhoven en Jan Vos inzake de gaswinning onder de Waddenzee (Kamerstuk 31 239, nr. 240) heb ik uw Kamer bij brief van 1 februari 2017 (Kamerstuk 29 684, nr. 144) nader geïnformeerd over de adviezen van de Auditcommissie over de jaren 2014 en 2015. In deze brief heb ik aangegeven dat, indien de meet- en monitoringsresultaten en het advies van de Auditcommissie aangeven dat een (dreigende) overschrijding van het meegroeivermogen aan de orde is, ik de gaswinning in het betreffende gebied geheel of gedeeltelijk zal stilleggen ( Hand aan de Kraan ). Het gevolg daarvan is dat de bodemdalingssnelheid door de gaswinning dan zal afnemen, waardoor aantasting van de natuurlijke kenmerken van de Waddenzee wordt voorkomen. Een (dreigende) overschrijding van het meegroeivermogen is echter vanaf 2007 tot nu nog niet aan de orde geweest. Over het Hand aan de Kraan -principe heb ik uw Kamer bij brief van 30 mei 2016 geïnformeerd (Kamerstuk 29 684, nr. 140). Conclusie Zoals ik in bovengenoemde brief van 30 mei 2016 (Kamerstuk 29 684, nr. 140) heb aangegeven, gelden voor de delfstofwinning onder de Waddenzee de strikte randvoorwaarden zoals genoemd in deel 4 van de planologische kernbeslissing Derde Nota Waddenzee. Een belangrijke voorwaarde is dat er wetenschappelijk gezien redelijkerwijs geen twijfel bestaat dat er geen schadelijke gevolgen zijn voor de in de structuurvisie beschreven natuurlijke waarden en kenmerken. Alle besluiten die sinds 2006 door mijn ambtsvoorgangers en mij zijn genomen inzake de gas- of zoutwinning onder de Waddenzee, zijn, zowel in de voorbereiding van de besluitvorming als in bezwaar en beroep, steeds nadrukkelijk aan deze Pagina 3 van 5

randvoorwaarden en aan de geldende wettelijke voorwaarden getoetst en hebben deze toets doorstaan. Het in opdracht van de Waddenvereniging opgestelde rapport concludeert dat er onvoldoende wetenschappelijke basis is voor het toestaan van delfstofwinning onder de Waddenzee. Het rapport is gebaseerd op een groot aantal referenties die deels zijn ontleend aan het wereldwijde klimaatdebat. De uitspraken in het rapport ten aanzien van de drie factoren (zeespiegelstijging, sedimentatie en bodemdaling) heb ik hierboven voorzien van een reactie. Al met al concludeer ik dat de beleidslijn ten aanzien van deze drie factoren robuust is en dat er in de meet- en regelcyclus voor de delfstofwinning onder de Waddenzee genoeg checks and balances aanwezig zijn om zo nodig te kunnen bijsturen. Ik wijs hierbij met name op de jaarlijkse advisering van de Auditcommissie, de vijfjaarlijkse actualisatie van het zeespiegelstijgingsscenario en het Hand aan de Kraan - principe. Daarnaast oefent Staatstoezicht op de Mijnen toezicht uit op de delfstofwinning onder de Waddenzee. De conclusie van de Waddenvereniging dat sprake zou zijn van onvoldoende wetenschappelijke basis voor het toestaan van delfstofwinning onder de Waddenzee deel ik niet. Ook de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de voor diepe delfstofwinning onder de Waddenzee verleende besluiten in de diverse gevoerde beroepsprocedures in stand gelaten. Het rapport van de Waddenvereniging brengt dan ook geen verandering in mijn standpunt zoals ik dat in bovengenoemde brieven aan uw Kamer heb uiteengezet. Overigens verscheen in reactie op het rapport van de Waddenvereniging op 11 mei 2017 in het blad De Ingenieur, een tijdschrift van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (KIVI), het artikel Gaat de Waddenzee verdrinken?. In dit artikel worden de vaak extreme aannames zoals gedaan in het rapport van de Waddenvereniging, meer in perspectief geplaatst. Deze aannames hebben betrekking op de zeespiegelstijging, het sedimenttransport en het (bodemdalings)effect van de winning van zout en gas onder de Waddenzee. De conclusie in dit artikel is dat in extreme scenario s (zoals 2 tot 3 meter zeespiegelstijging) de Waddenzee zeker wordt bedreigd, maar dat mede door de extra sedimenttoevoer ter compensatie van de extra bodemdaling door de winning van zout en gas, het effect van deze delfstofwinning hierop nauwelijks invloed heeft. Tot slot Ik maak tot slot van de gelegenheid gebruik om uw Kamer te informeren over een gerelateerd onderwerp, namelijk het oordeel van de Inspecteur-generaal der Mijnen over de door de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (hierna: NAM) uitgevoerde studie naar de tijdsafhankelijke effecten in het bodemdalingsgedrag als gevolg van de gaswinning onder de Waddenzee. Sinds 2007 wint NAM gas onder de Waddenzee. De Auditcommissie toetst elk jaar op basis van de meet- en monitoringsrapportages van NAM of de bestaande gaswinning vanaf de locaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen in het betreffende meet- en monitoringsjaar is gebleven binnen de toegestane grenzen van het instemmingsbesluit en van de vergunning op grond van de wet Pagina 4 van 5

Natuurbescherming en adviseert mij hierover. Ik zie er op toe dat de aanbevelingen in de adviezen van de Auditcommissie door NAM worden uitgevoerd. Ik informeer uw Kamer jaarlijks over het advies van de Auditcommissie. Als gevolg van de jaarlijkse meet- en monitoringsactiviteiten komen steeds meer empirische data over deze winning beschikbaar. Deze steeds langere reeks aan meetgegevens wordt gebruikt voor een periodieke herijking van de gebruikte ondergrondmodellen. Hierdoor ontstaat, ook voor de middellange en langere termijn, voortschrijdend inzicht in de effecten van de gaswinning onder de Waddenzee. Mede aan de hand daarvan kan ik beoordelen of deze gaswinning blijft binnen de vastgestelde strikte randvoorwaarden zoals uiteengezet in mijn bovengenoemde brief van 30 mei 2016 (Kamerstuk 29 684, nr. 140). In maart 2013 heb ik een voorschrift verbonden aan mijn instemming met het winningsplan voor de gaswinning onder de Waddenzee vanaf de locaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen. Ik heb NAM de verplichting tot het uitvoeren van een zogenaamde Long Term Subsidence (hierna: LTS) studie opgelegd. Het doel van deze LTS-studie is om een nog diepgaander inzicht te krijgen in de eventuele consequenties van de waargenomen tijdsafhankelijke effecten in het bodemdalingsgedrag en de mogelijke gevolgen daarvan voor de bodemdalingssnelheid door de gaswinning op de langere termijn. De LTS-studie dient door NAM te worden uitgevoerd, ten genoegen van de Inspecteur-generaal der Mijnen. Bij brief van 12 mei 2017 (zie bijlage) heeft de Inspecteur-generaal der Mijnen aangegeven dat de door NAM ingediende studie nog niet tot zijn genoegen is en dat NAM de geconstateerde tekortkomingen uiterlijk op 31 oktober 2017 dient te hebben hersteld. Als NAM dit niet lukt, is de Inspecteur-generaal der Mijnen voornemens om een last onder dwangsom op te leggen aan NAM. Gezien de door Staatstoezicht op de Mijnen geconstateerde tekortkomingen in deze LTSstudie zijn de uitkomsten van deze studie vooralsnog niet te gebruiken voor de beoordeling van de effecten van de gaswinning op de bodemdaling onder de Waddenzee. Ik heb de Auditcommissie gaswinning Waddenzee geïnformeerd over deze ontwikkeling, zodat zij deze informatie kan betrekken bij haar advisering. (w.g.) H.G.J. Kamp Minister van Economische Zaken Pagina 5 van 5