Examen VMBO-GL en TL. aardrijkskunde CSE GL en TL. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur

Vergelijkbare documenten
Examen VMBO-BB. aardrijkskunde CSE BB. tijdvak 1 dinsdag 23 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Totaal

Totaal

Aantal huwelijken, huwelijksontbindingen, partnerschappen en partnerschapsontbindingen per woonplaats in 2015

Aantal huwelijken, huwelijksontbindingen, partnerschappen en partnerschapsontbindingen per woonplaats in 2014

Achter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2017

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 donderdag 27 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Kennis 2p 1 Zet de onderstaande begrippen in chronologische volgorde. A Infiltreren. B Verdampen. C Condenseren. D Bevriezen.

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl II

Waarom is er waterschaarste in de Arabische Wereld? Agenda: Waterschaarste in de Arabische Wereld. WB p afwerken oef.

aardrijkskunde CSE GL en TL

aardrijkskunde CSE GL en TL

Examen HAVO. Centraal Examen Havo Aardrijdskunde 2014 tijdvak 1 Opgaven aardrijkskunde

Examen VMBO-KB. aardrijkskunde CSE KB. tijdvak 1 vrijdag 18 mei uur

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 55e druk.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 26 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Samenvatting Aardrijkskunde Water hoofdstuk 2

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 dinsdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Examen VMBO-KB. aardrijkskunde CSE KB. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 53e druk.

Voorbeeld toetsen aardrijkskunde

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 donderdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. aardrijkskunde. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk. tijdvak 1 donderdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 maandag 15 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 14 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 2 dinsdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 53e druk.

Samenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Een wadi is een rivier die slechts een deel van het jaar water bevat. Je kunt er gemakkelijk grondwater winnen.

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl II

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 29 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

BEVOLKINGSGROEI De bevolking groeit snel aan in de Arabische Wereld. De trek naar de stad veroorzaakt een snelle verstedelijking!

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 vrijdag 13 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Overstromingen en wateroverlast

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 woensdag 30 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen VMBO-GL en TL 2016

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl I

Score-overzicht. 2 0 Correctievoorschrift: Uit het antwoord moet blijken dat in het oosten de matigende invloed van de zee kleiner is.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 donderdag 26 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 2 donderdag 23 juni 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 vrijdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 53e druk.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 vrijdag 20 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

H2: Europa, verenigd of versnipperd?

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 donderdag 26 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Auteur: Gemeente Dronten Datum: 4 april 2017 Voor vragen: Feiten en cijfers 2016 Bevolking

2 Landschapszones op aarde SO 1

Examen VMBO-GL en TL 2015

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 vrijdag 28 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Neimed Krimpbericht. Veel Westerse en weinig niet-westerse allochtonen in Limburg SEPTEMBER 2015

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2006-I

Examen HAVO. aardrijkskunde Compex. Vragen 1 tot en met 23. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.

Programma van Toetsing en Afsluiting

Examen HAVO Arabisch. tijdvak 1 woensdag 24 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een antwoordblad.

Migranten in de Nederlandse Antillen Deel 1

Factsheet Demografische ontwikkelingen

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 donderdag 21 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: Feiten en cijfers 2017 Bevolking

Bevolkingsspreiding. Waar zit iedereen? Juist of onjuist: China is het grootste land ter wereld. A. Juist. B. Onjuist

Conceptsyllabus centraal examen 2021: aardrijkskunde vmbo. Examen VMBO 2022 aardrijkskunde CSE. tijdvak 1 vrijdag 20 mei

Demi Smit Sarah Lingaard. Atlas van de toekomst

3 havo 4 water, 2 t/m 4

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 donderdag 23 juni 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Examen VMBO-KB. aardrijkskunde CSE KB. tijdvak 1 woensdag 15 mei uur

Examen VWO Arabisch. tijdvak 1 woensdag 24 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een antwoordblad.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 26 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 dinsdag 16 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Correctievoorschrift VMBO-BB 2016

Eindexamen aardrijkskunde oud progr vwo I

Antwoorden Aardrijkskunde H1 bevolking 1.7 t/m 1.9 en workitout

GB53 GB54 Titel GB54 ten opzichte van GB Algemene inhoud 5 3 Algemene inhoud 6 4 Algemene inhoud Algemene inhoud

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 woensdag 21 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Examen VWO Arabisch. tijdvak 1 vrijdag 27 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Het onderdeel van aardrijkskunde dat zich bezighoudt met de bevolkingsomvang en de bevolkingssamenstelling wordt demografie genoemd.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 2 dinsdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Auteur: Onderzoek en statistiek gemeente Dronten Datum: 28 januari 2016 Voor vragen: Feiten en cijfers 2015 Bevolking

Aardrijkskunde samenvatting H2: Klimaat: is een beschrijving van het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar.

Ontwerp Paper 2 Bijlage 4

Bestudeer bron 1 uit het bronnenboekje die bij deze opgave hoort.

aardrijkskunde CSE KB

Examen VMBO-BB. aardrijkskunde CSE BB. tijdvak 1 woensdag 25 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

2 Mavo H3 Europa: van de bergen naar de zee. versie A. toets par 4, 5 en 6.

5,8. Samenvatting door een scholier 2061 woorden 23 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Buitenland - vmbo/t/havo klas 1 - Hoofdstuk 1

aardrijkskunde CSE GL en TL

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

AARDRIJKSKUNDE CSE BB

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Meer doden onder fietsers, minder onder motorrijders. Meeste verkeersdoden onder twintigers

Transcriptie:

Examen VMBO-GL en TL 217 tijdvak 1 vrijdag 19 mei 9. - 11. uur aardrijkskunde CSE GL en TL Dit examen bestaat uit 45 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 58 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. GT-131-a-17-1-o

Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Open vragen Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld. Weer en klimaat bron 1 Vier tekeningen van de grote windsystemen op aarde tekening 1 tekening 2 tekening 3 tekening 4 1 Bekijk bron 1. Welke tekening geeft de grote windsystemen op aarde juist weer? A tekening 1 B tekening 2 C tekening 3 D tekening 4 GT-131-a-17-1-o 2 / 31 lees verder

2 Twee leerlingen doen een uitspraak over luchtdruk. Uitspraak 1: hoe dichter de isobaren bij elkaar liggen, hoe zwakker de wind is die daar waait. Uitspraak 2: in hogedrukgebieden stijgt de lucht op en is de kans op neerslag groot. Wat is juist? A Alleen uitspraak 1 is juist. B Alleen uitspraak 2 is juist. C Beide uitspraken zijn juist. D Beide uitspraken zijn onjuist. bron 2 Weerbericht van 13 oktober 215 bron 3 Weerpraatje bij het weerbericht van 13 oktober 215 Het was erg koud vanmorgen. De fietsers gingen kleumend naar hun werk of school omdat de handschoenen thuis waren blijven liggen. Overdag warmt het niet voldoende op; de zon heeft nu ook minder kracht. Met een maximumtemperatuur van dertien graden is het is te koud voor de tijd van het jaar doordat de wind uit het X komt. 3 Bekijk bron 2 en lees bron 3. Welke windrichting hoort op de plaats van X? A noordoosten B noordwesten C zuidoosten D zuidwesten GT-131-a-17-1-o 3 / 31 lees verder

bron 4 Etappe 17 Tour de France 214 378m SAINT-GAUDENS 57m SAINT-BÉAT 1292m Col du Portillon 634m BAGNÉRES-DE-LUCHON 1569m Col de Peyresourde 978m LOUDENVIELLE 158m Col de Val Louron-Azet 878m SAINT-LARY-SOULAN 168m SAINT-GLARY-SOULAN PLA D ADET 31 57,5 68,5 82 93 12,5 112,5 125 km 4 Bekijk bron 4. In de zeventiende etappe van de Tour de France moesten de renners na Saint-Béat enkele behoorlijke steile bergtoppen in de Pyreneeën beklimmen. Het was een dag met rustig, stabiel weer. De temperatuur in Saint-Béat was tijdens deze etappe 24 C. Hoeveel graden kouder was het op de top van de Col de Peyresourde dan in Saint-Béat? A ongeveer,6 graden Celsius B ongeveer 1, graden Celsius C ongeveer 6, graden Celsius D ongeveer 1, graden Celsius GT-131-a-17-1-o 4 / 31 lees verder

bron 5 Klimaattabellen van vier gebieden in Spanje klimaattabel P J F M A M J J A S O N D C 8 9 1 11 13 16 18 19 17 14 11 9 mm 92 91 87 112 1 55 58 5 51 93 94 91 klimaattabel Q J F M A M J J A S O N D C 12 12 14 16 19 22 25 26 23 19 15 12 mm 19 27 25 34 32 23 4 8 41 66 42 34 klimaattabel R J F M A M J J A S O N D C 6 7 1 12 16 21 25 24 21 15 1 6 mm 46 46 33 54 41 27 13 9 3 45 64 51 klimaattabel S J F M A M J J A S O N D C 18 18 19 19 21 22 25 25 24 23 21 19 mm 37 34 24 16 4 1 1 9 18 38 52 bron 6 Vier gebieden in Spanje 1 2 3 4 35 7 km 2p 5 Bekijk bron 5 en bron 6. In bron 5 staan de klimaattabellen van vier gebieden in Spanje. Neem de cijfers 1, 2, 3 en 4 van de gebieden uit bron 6 over op het antwoordblad en zet de juiste letter van de klimaattabel (P, Q, R of S) uit bron 5 erachter. GT-131-a-17-1-o 5 / 31 lees verder

bron 7 Vegetatiegordels Pyreneeën hoogte (m) 4 1 2 3 grassen en mossen 2 naaldbomen 1 loofbomen 6 Bekijk bron 7. In deze bron staan de vegetatiegordels van de Pyreneeën. Geef eerst aan welke zijde, 1 of 2 in bron 7, de zonzijde is van de Pyreneeën. Geef daarna een argument voor je keuze. bron 8 Vier gebieden in Spanje P Q R S 15 3 km GT-131-a-17-1-o 6 / 31 lees verder

bron 9 Vier vegetatiezones in Spanje foto 1 foto 2 foto 3 foto 4 7 Bekijk bron 8 en bron 9. Waar staan de letters P, Q, R en S van de gebieden uit bron 8 juist bij de foto s 1, 2, 3 en 4 uit bron 9? A B C D E F foto 1 foto 2 foto 3 foto 4 P Q R S P R Q S Q S P R Q S R P R S P Q R S Q P GT-131-a-17-1-o 7 / 31 lees verder

l C Legenda: hoogteligging in meters beneden zeeniveau a - 2 2-5 i a d a v e N a r r e i S U t a h 5-2 hoger dan 2 e b e g t s u K f o bron 1 Reliëfkaart van een deel van de Verenigde Staten San Francisco N e v a d a landsgrens staatsgrens e t g r r Bakersfield i n Las Vegas Los Angeles a A r i z o n a G R O T E O C E A A N 15 3 km 8 Bekijk bron 1. De stad Las Vegas ligt midden in de woestijn. Geef met behulp van bron 1 de oorzaak waardoor er weinig neerslag valt in Las Vegas. GT-131-a-17-1-o 8 / 31 lees verder

bron 11 Bosbranden in California, zomer 215 OREGON Legenda: bosbranden landsgrens staatsgrens NEVADA San Francisco S i e r r a N G R O T E O C E A A N CALIFORNIA e v a d a Las Vegas Los Angeles ARIZONA M E X I C O 15 3 km bron 12 Artikel uit de krant, 2 augustus 215 De staat California heeft al vele weken last van aanhoudende bosbranden. Met name in de afgelopen week laaiden er steeds meer branden op. Gouverneur Jerry Brown heeft inmiddels de noodtoestand uitgeroepen in de Amerikaanse staat aan de westkust. Door de ligging van een hogedrukgebied ten westen van de Sierra Nevada konden de bosbranden weken aanhouden. 2p 9 Bekijk bron 11 en lees bron 12. Leg uit dat de ligging van een hogedrukgebied eraan heeft bijgedragen dat de bosbranden weken konden aanhouden. Doe het zo: Geef eerst een weerverschijnsel dat hoort bij een hogedrukgebied. Geef daarna aan waardoor dit weerverschijnsel leidt tot aanhoudende bosbranden. GT-131-a-17-1-o 9 / 31 lees verder

bron 13 Klimaatgrafieken van vier steden in de Verenigde Staten klimaatgrafiek 1 klimaatgrafiek 2 mm 45 4 35 3 25 2 C 4 3 2 1-1 mm 45 4 35 3 25 2 C 4 3 2 1-1 15 1 5-2 -3-4 -5 J F M A M J J A S O N D 15 1 5-2 -3-4 -5 J F M A M J J A S O N D klimaatgrafiek 3 klimaatgrafiek 4 mm 45 4 35 3 25 2 C 4 3 2 1-1 mm 45 4 35 3 25 2 C 4 3 2 1-1 15 1 5-2 -3-4 -5 J F M A M J J A S O N D 15 1 5-2 -3-4 -5 J F M A M J J A S O N D GT-131-a-17-1-o 1 / 31 lees verder

bron 14 Noord-Amerika S Legenda: landsgrens T U V 75 15 km 1 Bekijk bron 13 en bron 14. Waar staan de letters S, T, U en V van de plaatsen uit bron 14 juist bij de klimaatgrafieken 1, 2, 3 en 4 uit bron 13? A B C D E F klimaatgrafiek 1 2 3 4 S T U V S U V T S V T U V S T U V T S U V U T S GT-131-a-17-1-o 11 / 31 lees verder

bron 15 Uitstoot broeikasgassen in ton CO 2 per hoofd van de bevolking in 199, 2 en 211 4 8 12 16 2 24 land 1 Rusland Duitsland land 2 Japan land 3 Italië Frankrijk India Legenda: 199 2 211 11 Bekijk bron 15. Deze bron laat de uitstoot van broeikasgassen per hoofd van de bevolking zien. In bron 15 zijn de namen van drie landen vervangen door de cijfers 1, 2 en 3. Waar staan de namen van de landen juist bij land 1, land 2 en land 3 uit bron 15? land 1 land 2 land 3 A China Nederland Verenigde Staten B China Verenigde Staten Nederland C Nederland China Verenigde Staten D Nederland Verenigde Staten China E Verenigde Staten China Nederland F Verenigde Staten Nederland China GT-131-a-17-1-o 12 / 31 lees verder

bron 16 Tekst De toenemende uitstoot van CO 2 is een oorzaak van de klimaatverandering. De grotere uitstoot wereldwijd wordt vooral veroorzaakt door de groei van het gebruik van 1 (alternatieve energie / fossiele brandstoffen). Er zijn wereldwijd oplossingen bedacht om de CO 2 -uitstoot te verminderen. Eén van de mogelijkheden om minder broeikasgassen uit te stoten is minder vlees consumeren. Bij veeteelt komt veel 2 (kooldioxide / methaan) vrij uit mest. Veel landen zijn druk bezig met duurzamere productie. Een duurzamere productie 3 (verhoogt / verlaagt) de ecologische voetafdruk per persoon. 2p 12 In de tekst van bron 16 staat achter de cijfers 1, 2 en 3 een keuzemogelijkheid. Neem de cijfers 1, 2 en 3 uit bron 16 over op het antwoordblad en zet de juiste keuze erachter. GT-131-a-17-1-o 13 / 31 lees verder

bron 17 Drie manieren waarop neerslag ontstaat tekening 1 tekening 2 tekening 3 Legenda: luchtstroming 13 Bekijk bron 17. In het deel van de Verenigde Staten waar veel tornado s voorkomen (Tornado Alley) komt één type neerslag het meest voor. In bron 17 worden drie manieren waarop neerslag ontstaat weergegeven. Waar staat het juiste type neerslag dat het meest voorkomt in Tornado Alley met de juiste tekening uit bron 17? type neerslag juiste tekening A frontale neerslag tekening 1 B frontale neerslag tekening 2 C stijgingsneerslag tekening 2 D stijgingsneerslag tekening 3 E stuwingsneerslag tekening 1 F stuwingsneerslag tekening 3 GT-131-a-17-1-o 14 / 31 lees verder

bron 18 Orkaanactiviteit Legenda: hoogst hoog gemiddeld landsgrens staatsgrens 4 8 km bron 19 Tekst Het orkaanseizoen in de Verenigde Staten loopt van 1 (juni tot en met november / december tot en met mei). De overheersende windrichting is dan 2 (zuidwest / zuidoost). Het type wind is dan 3 (aanlandig / aflandig). 2p 14 Bekijk bron 18 en lees bron 19. In de tekst van bron 19 staat achter de cijfers 1, 2 en 3 een keuzemogelijkheid. Neem de cijfers 1, 2 en 3 uit bron 19 over op het antwoordblad en zet de juiste keuze erachter. 15 Tornado s en orkanen zijn allebei vormen van extreem weer. Orkanen leiden gemiddeld tot meer slachtoffers dan tornado s. Toch is hazard management bij tornado s lastiger dan bij orkanen. Geef een reden waarom dat zo is. GT-131-a-17-1-o 15 / 31 lees verder

Water bron 2 Bovenaanzicht van een rivier met zijrivieren P Q R S Legenda 1 2 3 zee 16 In bron 2 zijn in de legenda drie begrippen vervangen door de cijfers 1, 2 en 3. Waar staan de cijfers 1, 2 en 3 uit de legenda in bron 2 juist bij de drie begrippen? A B C D E F stroomgebied stroomstelsel waterscheiding 1 2 3 1 3 2 2 1 3 2 3 1 3 1 2 3 2 1 17 Bekijk bron 2. De stroomsnelheid beïnvloedt hoeveel erosie en sedimentatie er plaatsvindt. Waar staan de juiste letters uit bron 2 bij de grootste erosie en de meeste sedimentatie? A B C D E F P P Q Q R S grootste erosie bij meeste sedimentatie bij R S P R Q P GT-131-a-17-1-o 16 / 31 lees verder

bron 21 Waterwinning voor de productie van drinkwater in Nederland m 3 /jaar (x mln) 1.4 1.2 1. 8 uit oppervlaktewater 6 4 2 uit grondwater 195 196 197 198 199 2 29 2p 18 Bekijk bron 21. Voor de productie van drinkwater gebruiken we in Nederland vaker grondwater dan oppervlaktewater. Noem eerst een voordeel van het gebruik van grondwater voor drinkwaterproductie ten opzichte van oppervlaktewater. Noem een reden waarom er in West-Nederland bijna geen gebruik wordt gemaakt van grondwater voor drinkwaterproductie. bron 22 Verlaging van de grondwaterstand BURGH-HAAMSTEDE - Waterschap Scheldestromen is met de provincie Zeeland in overleg over de verlaging van de grondwaterstand rond Burgh-Haamstede. In een aantal wijken is veel wateroverlast. Dat komt onder andere doordat deze woonwijken op kleigrond liggen. Het waterschap probeert de waterstand wat aan te passen. 2p 19 Lees bron 22. Op kleigronden is de wateroverlast over het algemeen groter dan op zandgronden. Geef hiervan de oorzaak. 2 Lees bron 22. Stel dat er besloten wordt om de grondwaterstand in de woongebieden bij Burgh-Haamstede te verlagen. Noem twee maatregelen waardoor de grondwaterstand verlaagd kan worden. GT-131-a-17-1-o 17 / 31 lees verder

21 In het kader van het beleidsplan Ruimte voor de Rivier worden veel kribben verlaagd of verwijderd. Geef een argument waarom het verlagen of verwijderen van kribben past in het beleidsplan Ruimte voor de Rivier. bron 23 West-Nederland duinen NOORDZEE poldergebied stuwwal gemiddeld zeewaterpeil zoet water brak water zoet water zout water zout water Legenda: klei en veen ondoorlatende laag 22 Bekijk bron 23. Waardoor hebben polders in West-Nederland veel last van verzilting? A door bemaling van de polders B door de infiltratie van oppervlaktewater in de duinen C door de toenemende neerslag D door opwaartse stroming van zoet water GT-131-a-17-1-o 18 / 31 lees verder

bron 24 Irrigatiekanaal in het Midden-Oosten 23 Bekijk bron 24. Wateraanvoer naar droge gebieden gebeurt soms via een irrigatiekanaal en soms via pijpleidingen. Geef een nadeel van een irrigatiekanaal als je het vergelijkt met vervoer van water door pijpleidingen. 24 In het zuiden van Egypte is in de rivier de Nijl de Aswandam aangelegd. De aanleg van de Aswandam in de Nijl heeft voor de bewoners in de benedenloop van de Nijl voordelen en nadelen. Noem een voordeel van de aanleg van de Aswandam voor de bewoners in de benedenloop van de Nijl. GT-131-a-17-1-o 19 / 31 lees verder

bron 25 De Huang He bron 26 Tekst De Huang He wordt ook wel de Gele Rivier genoemd. Deze naam dankt de rivier aan het gele water dat erdoor stroomt. Als een geel lint kronkelt de rivier door het Chinese landschap. De Huang He wordt de laatste jaren steeds geler. 25 Bekijk bron 25 en lees bron 26. Door menselijk handelen is de rivier de Huang He nog geler geworden. Noem een voorbeeld van dit menselijk handelen waardoor het water in de Huang He geler is geworden. 26 De Chinese overheid heeft in de Huang He een stuwdam aangelegd. Achter de dam is een stuwmeer ontstaan. In het stuwmeer vindt veel sedimentatie plaats. Geef de oorzaak waardoor in stuwmeren veel sedimentatie plaatsvindt. GT-131-a-17-1-o 2 / 31 lees verder

bron 27 Waterstress* in China Legenda: laag risico gemiddeld risico hoog risico extreem hoog risico 45 9 km *waterstress = de mate van waterschaarste in een gebied 2p 27 Bron 27 geeft de waterstress van China weer. Over deze bron worden drie uitspraken gedaan. Uitspraak 1: het zuidwesten heeft een laag risico op waterschaarste, omdat er smeltwater uit het Himalayagebergte aangevoerd wordt. Uitspraak 2: in het oosten van China liggen de provincies met het hoogste risico op waterschaarste. Uitspraak 3: het noordwesten is de droogste regio van China, maar vanwege de lage bevolkingsdichtheid is er weinig kans op waterschaarste. Neem de cijfers 1, 2 en 3 van de uitspraken over op het antwoordblad en zet erachter of de uitspraak juist of onjuist is. GT-131-a-17-1-o 21 / 31 lees verder

bron 28 De rivier de Jordaan 1 8 % mm 9 72 8 7 6 5 4 3 2 1 Libanon Syrië Israël Jordanië 64 56 48 4 32 24 16 8 Legenda: afhankelijkheidsindex oppervlakte in het stroomgebied gemiddelde neerslag per jaar 28 Bron 28 geeft informatie over landen in het stroomgebied van de rivier de Jordaan. De afhankelijkheidsindex geeft de mate aan waarin een land afhankelijk is van water uit de Jordaan dat uit het buitenland komt. Welk land is niet afhankelijk van water uit de Jordaan dat aangevoerd wordt uit het buitenland? A Israël B Jordanië C Libanon D Syrië 29 Bekijk bron 28. Stel dat er een waterconferentie komt waarin landen in het stroomgebied van de Jordaan afspraken gaan maken over de verdeling van water uit de Jordaan. Zo n afspraak zou kunnen zijn dat landen met het grootste oppervlakte in het stroomgebied van de Jordaan het meeste water mogen gebruiken. Welk land zou dan het meeste water uit de Jordaan mogen gebruiken? A Israël B Jordanië C Libanon D Syrië 3 Bekijk bron 28. Naast de oppervlakte in het stroomgebied of de gemiddelde neerslag per jaar kun je ook andere criteria gebruiken op basis waarvan je het water uit de Jordaan rechtvaardig zou kunnen verdelen. Geef een ander criterium. GT-131-a-17-1-o 22 / 31 lees verder

bron 29 Tekst De Aswandam is aangelegd in de Nijl bij Aswan in het zuiden van Egypte. De constructie van de dam begon in 196 en de dam was af op 21 juli 197. Het hierdoor gevormde Nassermeer was in 1976 voor de eerste keer volledig gevuld. Door de aanleg van het meer moesten duizenden mensen verhuizen. 31 Bron 29 geeft een nadeel dat direct optrad bij de aanleg van de Aswandam. Pas jaren later bleek dat de Aswandam ook bijdroeg aan het brak worden van het water in de Nijldelta. Dit heeft vooral te maken met het toenemend watergebruik uit het stuwmeer. Welk verband bestaat tussen de afnemende watertoevoer door de Nijl naar de Nijldelta en het brak worden van het water in de monding van de Nijl? GT-131-a-17-1-o 23 / 31 lees verder

Bevolking en ruimte bron 3 Vier leeftijdsdiagrammen van Nederland leeftijdsdiagram 1 leeftijdsdiagram 2 mannen 1 95-99 9-94 85-89 8-84 75-79 7-74 65-69 6-64 55-59 5-54 45-49 4-44 35-39 3-34 25-29 2-24 15-19 1-14 5-9 -4 vrouwen 2 15 1 5 x1 5 1 15 2 mannen 1 95-99 9-94 85-89 8-84 75-79 7-74 65-69 6-64 55-59 5-54 45-49 4-44 35-39 3-34 25-29 2-24 15-19 1-14 5-9 -4 vrouwen 2 15 1 5 x1 5 1 15 2 mannen 1 95-99 9-94 85-89 8-84 75-79 7-74 65-69 6-64 55-59 5-54 45-49 4-44 35-39 3-34 25-29 2-24 15-19 1-14 5-9 -4 vrouwen 2 15 1 5 x1 5 1 15 2 leeftijdsdiagram 3 leeftijdsdiagram 4 mannen 1 95-99 9-94 85-89 8-84 75-79 7-74 65-69 6-64 55-59 5-54 45-49 4-44 35-39 3-34 25-29 2-24 15-19 1-14 5-9 -4 vrouwen 2 15 1 5 x1 5 1 15 2 32 Bekijk bron 3. In bron 3 staan, in willekeurige volgorde, de leeftijdsdiagrammen van Nederland van 195, 199, 214 en 25. Waar staan de cijfers 1, 2,3 en 4 van de leeftijdsdiagrammen uit bron 3 juist bij de vier jaartallen? A B C D E F 195 199 214 25 1 2 4 3 1 3 4 2 2 1 3 4 2 4 3 1 3 2 1 4 3 4 1 2 GT-131-a-17-1-o 24 / 31 lees verder

bron 31 Bevolkingsopbouw naar leeftijd per provincie, 1 januari 212 Groningen Fryslân (= Friesland) Drenthe Noord-Holland Flevoland Overijssel Zuid-Holland Utrecht Gelderland Zeeland Noord-Brabant Limburg 2 4 6 8 1 percentage van de bevolking Legenda: -19 jaar 2-64 jaar 65 jaar of ouder 2p 33 Bekijk bron 31. Zeeland was in 212 het meest vergrijsd en Flevoland het minst. Geef eerst een oorzaak waardoor Zeeland het meest vergrijsd was. Geef daarna een oorzaak waardoor Flevoland het minst vergrijsd was. GT-131-a-17-1-o 25 / 31 lees verder

bron 32 Bevolkingsontwikkeling in Nederland, 197-215 x 1 2 15 1 5 197 1975 198 1985 199 1995 2 25 21 215-5 Legenda: totale bevolkingsgroei natuurlijke bevolkingsgroei sociale bevolkingsgroei 2p 34 Bekijk bron 32. Over deze bron worden drie uitspraken gedaan. Uitspraak 1: in 215 zijn er meer mensen gestorven dan er geboren zijn. Uitspraak 2: in 26 was de totale bevolkingsgroei kleiner dan de natuurlijke groei. Uitspraak 3: de Nederlandse bevolking is in de periode 197-215 vooral toegenomen door natuurlijke groei. Neem de cijfers 1, 2 en 3 van de uitspraken over op het antwoordblad en zet erachter of de uitspraak juist of onjuist is. GT-131-a-17-1-o 26 / 31 lees verder

bron 33 Immigranten in Nederland naar herkomst, 195-214 12 immigranten (x 1) 1 8 6 4 2 195 1975 2 21 214 Legenda: P Q Suriname Nederlands Antillen* R Turkije *De Nederlandse waren een land binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn afzonderlijke landen geworden binnen het Koninkrijk en Saba, Sint Eustatius en Bonaire hebben de status bijzondere gemeente binnen Nederland. 35 Bekijk bron 33. In de legenda zijn drie gebieden vervangen door de letters P, Q en R. De gegevens zijn, in willekeurige volgorde, van Marokko, Indonesië en de Europese Unie. Waar staan de herkomstgebieden van immigranten juist bij de letters P, Q en R uit bron 33? P Q R A Europese Unie Indonesië Marokko B Europese Unie Marokko Indonesië C Indonesië Europese Unie Marokko D Indonesië Marokko Europese Unie E Marokko Europese Unie Indonesië F Marokko Indonesië Europese Unie 2p 36 Bekijk bron 33. In 1975 kwamen veel Surinamers naar Nederland. Geef de reden waarom veel migranten uit Suriname juist in dat jaar naar Nederland kwamen. 37 Polen vestigen zich zowel in Duitsland als in Nederland. Geef een aardrijkskundige reden waarom Polen zich liever in Duitsland vestigen dan in Nederland. 38 Uit het oosten van Duitsland, met uitzondering van Berlijn, migreren relatief veel inwoners naar andere gebieden in Duitsland. Geef twee afstotingsfactoren van het oosten van Duitsland. GT-131-a-17-1-o 27 / 31 lees verder

bron 34 China, vier leeftijdsdiagrammen in percentages in 195, 198, 21 en 24 1 mannen 95 9 85 8 75 7 65 6 55 5 45 4 35 3 25 2 15 1 5 7,5 5, 2,5 % 195 198 2,5 vrouwen 5, 7,5 1 mannen 95 9 vrouwen 7,5 5, 2,5 85 8 75 7 65 6 55 5 45 4 35 3 25 2 15 1 5 2,5 5, 7,5 % mannen 21 1 95 9 85 8 75 7 65 6 55 5 45 4 35 3 25 2 15 1 5 vrouwen mannen 24 1 95 9 85 8 75 7 65 6 55 5 45 4 35 3 25 2 15 1 5 vrouwen 7,5 5, 2,5 % 2,5 5, 7,5 7,5 5, 2,5 % 2,5 5, 7,5 2p 39 Bekijk bron 34. Over bron 34 worden drie uitspraken gedaan. Uitspraak 1: de bevolking zal tussen 21 en 24 vergrijzen. Uitspraak 2: in 21 waren er in procenten minder 35- tot 4-jarigen dan in 195. Uitspraak 3: in 24 zullen in China in procenten meer mannen tussen de 65 en 7 jaar zijn dan mannen tussen de 35 en 4 jaar. Neem de cijfers 1, 2 en 3 van de uitspraken over op het antwoordblad en zet erachter of de uitspraak juist of onjuist is. GT-131-a-17-1-o 28 / 31 lees verder

bron 35 Website NOS, 1 november 215 China verwacht drie miljoen extra baby's per jaar China heeft de maatregel die in 1979 werd ingevoerd om de bevolkingsgroei af te remmen afgeschaft. China verwacht dat door het nieuwe regeringsbeleid in de nabije toekomst per jaar drie miljoen extra baby s geboren zullen worden. Vorig jaar werden bijna zeventien miljoen kinderen geboren in China. De Chinezen verwachten dat het aantal geboorten stijgt naar twintig miljoen per jaar. 2p 4 Lees bron 35. Welke maatregel heeft ervoor gezorgd dat de bevolking in China sinds 1979 minder snel groeide dan daarvoor? Noem een reden waarom de Chinese regering nu wel een bevolkingstoename stimuleert. bron 36 China, bijdrage per regio aan het nationaal inkomen in 21 Legenda: Bruto Regionaal Product per inwoner in euro s, 21 minder dan 2 2-4 4-6 6-1 geheel China: 3346 euro 45 9 km 2p 41 Bekijk bron 36. Bron 36 laat de bijdrage per regio aan het nationaal inkomen zien. Veel mensen migreren van het binnenland van China naar de oostkust. Noem vanuit bron 36 de reden van deze migratie. Noem nog een reden waarom binnenlandse migranten naar de oostkust migreren. GT-131-a-17-1-o 29 / 31 lees verder

bron 37 Twee leeftijdsdiagrammen leeftijdsdiagram 1 leeftijdsdiagram 2 mannen 1 95-99 9-94 85-89 8-84 75-79 7-74 65-69 6-64 55-59 5-54 45-49 4-44 35-39 3-34 25-29 2-24 15-19 1-14 5-9 -4 vrouwen 1,5 1,,5 x mln,5 1, 1,5 mannen 1 95-99 9-94 85-89 8-84 75-79 7-74 65-69 6-64 55-59 5-54 45-49 4-44 35-39 3-34 25-29 2-24 15-19 1-14 5-9 -4 vrouwen 1,5 1,,5 x mln,5 1, 1,5 42 Bekijk bron 37. Eén leeftijdsdiagram in bron 37 is van stedelijke gebieden in China en het andere leeftijdsdiagram is van plattelandsgebieden in China. Geef eerst aan of leeftijdsdiagram 1 of leeftijdsdiagram 2 uit bron 37 van stedelijke gebieden is. Geef daarna een argument voor je keuze vanuit de leeftijdsopbouw. GT-131-a-17-1-o 3 / 31 lees verder

bron 38 Hutong in Shanghai 43 Bekijk bron 38. Veel hutongs in China zijn al gesloopt of worden gesloopt. Geef een reden waarom steeds meer hutongs worden gesloopt. 44 Veel steden in China zijn de laatste twintig jaar snel gegroeid. Tot deze snelle groeiers behoren Guangzhou en Shanghai. Ze liggen beide aan zee. Geef een reden waarom de ligging aan zee voor deze steden economisch gunstig is. 45 Door migratie is de bevolkingsopbouw in Guangzhou en Shanghai veranderd. Geef eerst aan of deze migratie zorgt voor verjonging of vergrijzing. Geef vervolgens een argument voor je keuze. Bronvermelding Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd. GT-131-a-17-1-o 31 / 31 einde