Inspectierapport KDV Theo Thijssen (KDV) Mulderskamp 164 7205 BZ ZUTPHEN Registratienummer 501991761 Toezichthouder: GGD Noord en Oost Gelderland In opdracht van gemeente: Zutphen Datum inspectie: 24-11-2016 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 21-12-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Veiligheid en gezondheid... 7 Inspectie-items... 8 Gegevens voorziening... 11 Gegevens toezicht... 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 12 2 van 12
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Op 24 november 2016 is de kinderdagverblijf Theo Thijssen van HetKindercentrum in opdracht van de gemeente Zutphen bezocht. Het onderzoek heeft zich met name gericht op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. De volgende voorwaarden zijn onderzocht: Pedagogische praktijk Verklaringen Omtrent Gedrag en diploma s Groepsgrootte Beroepskracht-kind-ratio Beschouwing Feiten over het kindercentrum Kinderdagverblijf (KDV) Theo Thijssen is gevestigd in de wijk De Hoven in Zutphen. Het kinderdagverblijf is onderdeel van HetKindercentrum.nl. In het kinderdagverblijf is ook een peuterspeelgroep gevestigd die alleen in de ochtend geopend is. Behalve de kinderdagopvang is er ook een buitenschoolse opvang en een basisschool gevestigd in hetzelfde pand. Bevindingen huidig onderzoek Uit het jaarlijks onderzoek op 24 november 2016 blijkt dat de locatie aan de getoetste voorwaarden uit de Wet kinderopvang voldoet. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 12
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: waarborging emotionele veiligheid ontwikkeling van persoonlijke competentie ontwikkeling van sociale competentie overdracht van normen en waarden Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0-4 jaar. Pedagogische praktijk Tijdens de praktijkobservatie die is uitgevoerd op de verticale groep op donderdagmiddag 24 november 2016 zijn er twee kinderen die worden opgevangen. Het kinderdagverblijf biedt kinderen van de BSO de mogelijkheid om te komen spelen. Vandaag is de zus van het oudste opvangkind aanwezig. Het volgende is onder andere geobserveerd ten aanzien van de pedagogische basisdoelen (waarbij de schuingedrukte tekst uit het veldinstrument is overgenomen en de tekst daarna een uitwerking daarvan is in zoals deze is geobserveerd in de praktijk): Zorgdragen voor het waarborgen van emotionele veiligheid De beroepskrachten communiceren met de kinderen Tijdens verzorgingsmomenten zoals verschoning praat de beroepskracht met het kind. Zij legt uit wat er gaat gebeuren ("ik laat even de tafel wat zakken") en laat hem zoveel mogelijk meehelpen waar mogelijk ("kom maar, je mag gaan staan" en "doe muis en het speentje maar in het mandje, goed zo!") Zorgdragen voor de ontwikkeling van persoonlijke competenties De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van individuele kinderen De beroepskracht organiseert en benut het dagprogramma voor uitdaging, stimulans, avontuur en plezier voor kinderen. Twee zusjes hebben een kleed uitgestald om zogenaamd te gaan picknicken. De beroepskracht speelt hier op in en zegt: "Zullen we echt gaan picknicken op het kleed? Kom maar dan gaan we met z'n allen op het kleed. Dat is gezellig!" Zorgdragen voor de ontwikkeling van sociale competenties De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie Kinderen krijgen informatie en hulp om contact met groepsgenootjes te maken en te onderhouden. De dreumes wordt ook uitgenodigd om samen te eten en drinken op het kleed: "kom je er ook bij, kom maar ga maar zitten". De beroepskracht zet zich in voor een positieve sfeer door zorg voor de inrichting en aankleding van ruimte en activiteiten. Zij maakt grapjes, is behulpzaam en heeft aandacht en zorg voor alle kinderen. Zij is erg enthousiast en zegt: "ik heb het allerleukste werk van de hele wereld". Zorgdragen voor de overdracht van normen en waarden Beroepskrachten vervullen een voorbeeldfunctie in spreken en handelen. De beroepskracht gaat op eenzelfde respectvolle manier om met alle kinderen. De interacties tussen beroepskracht en kind sluiten aan op de behoeften. De interacties zijn vriendelijk en hartelijk. Oefenen van gedeelde verantwoordelijkheid en respectvol samenzijn Kinderen worden door de beroepskracht aangesproken op hun omgang met elkaar en worden aangezet tot sociaal gedrag. Ze doet op een luchtige manier: "hé koks, geen ruzie maken in het restaurant maken in het restaurant". Gewoon even om de beurt". 4 van 12
Conclusie Uit de observatie blijkt dat er gewerkt wordt conform de omschreven werkwijze in het pedagogisch beleid en dat de houder voldoende zorgdraagt voor de uitvoering van het beleidsplan De 4 basisdoelen m.b.t. de pedagogische praktijk worden gewaarborgd. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Met beroepskracht op locatie) Observaties Pedagogisch werkplan 5 van 12
Personeel en groepen Dit domein belicht de inspectiebevindingen over het domein "Personeel en groepen". Er worden eisen gesteld aan het personeel, in dit domein wordt toegelicht of aan de eisen hieromtrent wordt voldaan. Tevens worden er eisen gesteld aan hoe de houder met de opvang in groepen dient om te gaan. De bevindingen over deze voorwaarden worden beschreven en beoordeeld Verklaring omtrent het gedrag De beroepskracht die op 24 november aanwezig is beschikt over een verklaring omtrent gedrag (VOG) die voldoet aan de voorwaarden. Passende beroepskwalificatie De beroepskracht die op 24 november werkzaam is beschikt over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. Beroepskracht-kindratio Tijdens de observatie zijn er 2 kinderen aanwezig: 1 kind van 1 jaar oud 1 kind van 3,5 jaar oud Er is één beroepskracht ingezet. Er wordt voldaan aan de voorwaarden m.b.t. de beroepskrachtkindratio (B-K-R) Gebruikte bronnen: Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten 6 van 12
Veiligheid en gezondheid Uit de wet kinderopvang vloeien bepalingen voort die stellen dat de houder moet zorgdragen voor kinderopvang in een veilige en gezonde omgeving. Kort samengevat gaat het over de volgende onderwerpen: De houder moet een verantwoord veiligheidsbeleid en gezondheidsbeleid voeren, d.m.v. een risico-inventarisatie. De houder is verantwoordelijk voor een vastgelegde procedure en implementatie daarvan op het gebied van kindermishandeling en/of seksueel misbruik (met inbegrip van huiselijk geweld) De houder dient Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De meest recente risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid is in januari 2016 uitgevoerd. Een plan van aanpak is gemaakt en een werkwijze is vastgesteld door de houder. Uit de observatie in de praktijk blijkt dat de beroepskracht handelt conform het vastgestelde beleid. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. In de middag na schooltijd zijn er altijd beroepskrachten van de BSO aanwezig die af en toe binnenlopen. De manager komt overdag ook regelmatig een kijkje nemen en een enkele keer komt er iemand van school. 7 van 12
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 12
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de veiligheidsrisico s op de thema s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en 9 van 12
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de gezondheidsrisico s op de thema s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en 10 van 12
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : KDV Theo Thijssen Website : http://www.hetkindercentrum.nl Aantal kindplaatsen : 26 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : hetkindercentrum.nl Zutphen Adres houder : Regentesselaan 6 Postcode en plaats : 7316 AC APELDOORN KvK nummer : 60285044 Aansluiting geschillencommissie : Nee Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Noord en Oost Gelderland Adres : Postbus 3 Postcode en plaats : 7200 AA Zutphen Telefoonnummer : 088-4433000 Onderzoek uitgevoerd door : Mevr. S. Baks Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Zutphen Adres : Postbus 41 Postcode en plaats : 7200 AA ZUTPHEN Planning Datum inspectie : 24-11-2016 Opstellen concept inspectierapport : 08-12-2016 Zienswijze houder : 21-12-2016 Vaststelling inspectierapport : 21-12-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 22-12-2016 Verzenden inspectierapport naar : 22-12-2016 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 28-12-2016 11 van 12
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. 12 van 12