Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA DEN HAAG W&B/SFI/05/33898

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

De staatssecretaris van Sociale Zaken Postbus en Werkgelegenheid De heer ing. A. Aboutaleb Postbus LV DEN HAAG 2008/1195

Stand van zaken eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Datum 31 januari Betreft Nota van wijziging Wet verhoging pensioenleeftijd, extra verhoging AOW en flexibilisering ingangsdatum AOW (33046)

B&W-Aanbiedingsformulier

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Karabulut (SP) over het benutten van inkomensvoorzieningen.

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter Raad van bestuur SVB de heer drs. E.F. Stoové Postbus BH AMSTELVEEN

K. Smid W. Kooistra H. Voss M. Hacking F. vd Meulen Aard voorstel: Strategisch > Politiek gevoelig Regelgeving Risico s:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. staatssecretaris H. van Hoof Postbus LV Den Haag (070) SEZ/U

2D I! , Algemene Rekenkamer. van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport BEZORGEN. De Voorzitter van de Tweede Kamer der

Hierbij zenden wij de antwoorden op de vragen van het lid Kant (SP) over mogelijk niet correcte inhouding van loonbelasting.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer H.J. Kamp Postbus LV Den Haag. premie-differentiatie. Geachte heer Kamp,

Dienst Uitvoering Onderwijs Ministerie van Onderwijs, Cultuuren Wetenschap

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Datum 9 april 2013 Betreft Reactie op zwartboek FNV en uitzending van Nieuwsuur over werken in de bijstand

B Sociale Verzekeringsbank Voorzitter Raad van Bestuur

Geautomatiseerd kwijtschelden van gemeentelijke belastingen door bestandsvergelijking

Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Bijlage 1 Maatregelen terugdringen niet-gebruik in de afgelopen periode

UB/S/2007/12795/ / /193 T-toets amvb in het kader van eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

vra2007szw Themacommissie Ouderenbeleid LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW

gemeente Eindhoven Betreft rekenkameronderzoek, stand van zaken verbetering uitvoering.

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wijziging Wet SUWI in verband met beëindigen organisatiegericht vorming van de Inspectie SZW

Ons kenmerk W&B/URP/08/17468 Datum 23 juni 2008 Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet werk en bijstand,

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Postbus EJ DEN HAAG. Advisering Besluit langdurige zorg.

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

2513 AA1XA. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA Den Haag

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

B en W. nr d.d

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Kamervraag/vragen van het lid Karabulut

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Algemene Rekenkamer. Ontwerp Besluit Jeugdwet; overleg op grond van artikel 96 Comptabiliteitswet Geachte heer Van Rijn,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

illinium i ui /12/2013

Datum 13 april 2015 Betreft Kamervraag/vragen van de leden Kerstens en Van Dekken (beiden PvdA)

il'-'ih'li-l'li'-ihih

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

RAPPORT AD/2005/ Inzake de negende voortgangsrapportage Structuur Uitvoering Werk en Inkomen. Auditdienst

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Vermeij (PvdA) over onduidelijke regels over samenwonen in de AOW.

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

behandeld door E. de Graaf

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Tijdens het begrotingsonderzoek heb ik toegezegd u nog aanvullende informatie toe te zenden.

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

.l,,. l,. l..,l,l,l.., l ll..

Bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Datum 6 maart 2019 Betreft Kamervragen van de leden Van der Molen, Pieter Heerma en Van den Berg (allen CDA)

Bijlage(n): Antwoorden op vragen van de vaste kamercommissie SZW

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude VASTGESTELDE BELEIDSREGELS

: Voorstel tot vaststelling van de Handhavingsverordening Participatiewet,

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Onderzoek naar de mogelijkheid om in specifieke gervallen een voormalig pleegkind gelijk te stellen aan een eigen kind binnen de sociale zekerheid

INGEKOMEN INGEKOMEN. reg. nr. \ 0 JAN. 20K

Overlegresultaat langdurige zorg en ondersteuning: vragen & antwoorden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ons kenmerk AI/CK/Amav-H/ 01/7811/8481. Datum 19 maart 2001

Financieringssystematiek Wet werk en bijstand

i-'l-li'i'-hliwi'-i'l

Oplegvel Collegebesluit

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Bijlage(n): Bijlage: Beantwoording Kamervragen inzake het AOW-gat van Surinamers

BELEIDSREGELS UITVOERING WET EENMALIGE KOOPKRACHTTEGEMOETKOMING LAGE INKOMENS GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2014

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a DEN HAAG BZ/IW/01/63399

datum kenmerk Telefoonnummer 30 juni 2014 RvB79/14/NV/ptb

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage SV/F&W/04/9756

ff ij. Ministerievan SocialeZakenen X. Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

B Sociale Verzekeringsbank Raad van Bestuur

Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand

Nota van B&W. B&W-besluit:

Datum 8 mei 2013 Betreft Afschaffing uitzonderingen musici en artiesten werknemersverzekeringen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Algemene Rekenkamer. BEZORGEN Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag

Transcriptie:

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de zitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA DEN HAAG Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 Uw brief Onderwerp Aanvullende bijstand en AOW Ons kenmerk W&B/SFI/05/33898 Datum 30 september 2005 Tijdens de behandeling in de Tweede Kamer van het Wetsvoorstel wijziging WWB in verband met het verlenen van een financiële tegemoetkoming aan personen die AOW ontvangen is de motie Koser Kaya aangenomen (29850, nr. 11). De motie verzoekt te onderzoeken hoe en wanneer het uitkeren van inkomenstoeslagen aan AOW ers, met inachtneming van de voor de bijstand geldende normen, kan worden uitgevoerd door de SVB in plaats van door gemeenten. De overwegingen achter de motie zijn dat de SVB in tegenstelling tot de gemeenten reeds een sleutelrol heeft bij het uitkeren van de AOW en dat voor veel ouderen de gang naar het bijstandsloket bezwaarlijk is. Eén van de argumenten in de bespreking van de motie was dat het uiteindelijk ook voor de uitkeringsgerechtigde winst oplevert. Dienstverlening via één loket spreekt mij aan. Daar komt bij dat het hier gaat om personen die, vanwege een onvolledige AOW-uitkering, mogelijk recht hebben op aanvullende bijstand. De indruk bestaat dat het ontvangen van bijstand in het algemeen door veel ouderen als bezwaarlijk ervaren wordt. 1 De SVB wordt niet geassocieerd met bijstand. 1. Verkenning met gemeenten en SVB Ik heb ambtelijk een oriëntatie laten uitvoeren met de SVB en met enkele gemeenten. Diverse gemeenten bezinnen zich op hun kerntaken in het kader van de WWB. De mogelijkheid de aanvullende bijstand voor 65-jarigen en ouder door de SVB te laten uitvoeren komt daarbij in beeld. Door gemeenten aangehaalde overwegingen zijn: Klantgerichtheid. Financieel risico. Het inkomensdeel is gebudgetteerd, maar de gemeente heeft geen invloed op het beroep dat deze groep, zonder arbeidsverplichting, op aanvullende bijstand doet. Efficiency van de bedrijfsvoering: de gemeentelijke focus ligt op het aan het werk helpen van mensen. Inkomensverstrekking in de vorm van aanvullende bijstand voor een betrekkelijk kleine groep die niet meer hoeft te werken kan beter uitbesteed worden. 1 Sociaal investeren in de sociale infrastructuur, RISBO, Rotterdam 2002, pag. 39 e.v. Kwalitatief onderzoek (interviews in Amsterdam-Noord en Zuidoost) over de periode augustus 1997- oktober 2000.

2 De SVB ziet uitvoering van aanvullende bijstand als een mogelijke uitbreiding van haar dienstverlening aan ouderen. Het aantal uitkeringen stijgt vooralsnog (zie de tabel) en zal zich naar de verwachting van de SVB stabiliseren, in elk geval niet afnemen. De SVB wil daarbij klantgericht werken door speciale medewerkers klanten desgewenst op afspraak te laten bezoeken. Aantal uitkeringen aanvullende bijstand 65-jarigen en ouder. Ultimo 2002 21.390 Ultimo 2003 22.990 Ultimo 2004 24.390 Bron: CBS Statline. 2. Toetsingskader Diverse gemeenten en de SVB staan positief tegenover uitvoering door de SVB. Tegelijkertijd zijn kanttekeningen te plaatsen bij de meerwaarde van overheveling van de uitvoering door gemeenten naar de SVB. Ik heb de mogelijke overheveling van de aanvullende bijstand getoetst op klantgerichtheid, tegengaan niet-gebruik, uitvoering en financiële aspecten. Ik zie de volgende relevante voor- en nadelen en mogelijke consequenties. 2.1 Toetspunten Klantgerichtheid Eén loket voor ouderen. Mensen met een onvolledig AOW-pensioen kunnen zowel voor AOW als aanvullende bijstand bij de SVB terecht. Meerdere loketten zullen blijven bestaan. 65-Plussers blijven voor bijzondere bijstand, gemeentelijke minimavoorzieningen,wvg en straks WMO op de gemeente aangewezen. Juist gemeenten kunnen hiermee voor ouderen een samenhangend beleid voeren. De 467 gemeenten zitten fysiek dichter bij de klant dan de SVB met 9 vestigingen. De indruk bestaat dat de meeste 65-plussers met aanvullende bijstand daarvòòr ook al bijstand ontvingen van de gemeente. De gemeente kan, wanneer deze mensen 65 worden, zorgen voor een naadloze overgang naar de aanvullende bijstand. gaan niet-gebruik Het gaat hier om aanvullende bijstand. De SVB wordt niet geassocieerd met bijstand. De indruk is dat veel ouderen de gang naar de sociale dienst bezwaarlijk vinden. In de administratie van de SVB zijn de AOW ers met een onvolledig AOW-pensioen geregistreerd. De SVB kan klanten direct bij de aanvraagprocedure AOW attenderen op de mogelijkheid van aanvullende bijstand.

3 In de toekomst hebben gemeenten met een WMO-loket een nieuw, niet met de bijstand geassocieerd kanaal, waar zij ouderen kunnen attenderen op de mogelijkheid van aanvullende bijstand en andere gemeentelijke voorzieningen. De SVB kan het tegengaan van niet-gebruik voor andere voorzieningen dan aanvullende bijstand, niet intern afhandelen, maar moet doorverwijzen naar de gemeente. De SVB levert op dit moment gegevens over personen met een onvolledig AOWpensioen aan het Inlichtingenbureau (IB). De gemeenten kunnen deze informatie opvragen bij het IB en beschikken dus over dezelfde informatie als de SVB. Uitvoering De SVB is een centraal gestuurde organisatie en ziet wellicht mogelijkheden om de uitvoering van de aanvullende bijstand efficiënter te laten verlopen dan door de gemeenten. Dit kan leiden tot lagere uitvoeringskosten. De WWB geeft gemeenten alle ruimte de werkprocessen en klantcontacten efficiënt in te richten. De bijstand kent een eigen regime voor belastingen en verzekeringspremies. Gemeenten werken daartoe met specifieke computerprogrammatuur. Verwacht mag worden dat het enige jaren duurt voordat de SVB hierop ingewerkt is. De bijstand kent de vermogenstoets. De SVB heeft geen ervaring met deze vermogenstoets. De financiering van de SVB geschiedt niet via budgettering, maar op declaratiebasis. Dat betekent een verhoging van de administratieve lasten in vergelijking met de huidige situatie. Financiële aspecten Zoals onder Uitvoering opgemerkt zal een efficiënte uitvoering mogelijk leiden tot lagere uitvoeringskosten, althans op sommige onderdelen als ICT. Op andere onderdelen is het de vraag of deze verschuiving van activiteiten tussen organisaties de uitvoeringskosten ten opzichte van de huidige situatie juist niet verhoogt, zoals de kosten van speciale SVB-klantmedewerkers. Een verschuiving van activiteiten moet budgetneutraal geschieden. Gemeenten stellen het financiële risico dat zij nu lopen aan de orde. Inderdaad geldt voor deze groep zoals voor het gehele WWB-inkomensdeel de budgettering. De financiële prikkel die daarvan uitgaat, draagt bij aan een zorgvuldige toets van het recht op aanvullende bijstand. Ook is het financiële risico voor gemeenten beperkt, omdat voor de onderhavige groep uitgegaan wordt van historische kosten. De werkelijke uitkeringslasten van gemeenten worden daarmee zo dicht mogelijk benaderd.

4 2.2. Afweging Het geheel van de toetsing overziend staat de meerwaarde van landelijke, structurele uitvoering van de aanvullende bijstand door de SVB voor mij niet overtuigend vast. Gemeenten spelen dan geen rol meer bij de aanvullende bijstand voor deze doelgroep. Een gemeente kan echter een loketfunctie voor ouderen vervullen, waarbij aanvullende bijstand één onderdeel van een samenhangend pakket aan dienstverlening is. Ook zijn er veel uitvoeringsconsequenties voor de SVB. Tegelijk constateer ik dat sommige gemeenten voor zich tot de slotsom zijn gekomen dat uitbesteding aan de SVB het beste past in het lokale beleid of de bedrijfsvoering. Een aantal gemeenten en de SVB hebben contact gezocht met mij om uitvoering door de SVB toe te staan. ts staat de WWB toe dat een individuele gemeente delen van de uitvoering door derden, in casu de SVB, laat verrichten. En de Minister kan op grond van de Wet SUWI goedkeuring verlenen voor een niet met name in de wet genoemde SVB-taak, zoals uitvoering van aanvullende bijstand. 2 3. Alternatieven Gegeven de motie Koser Kaya, de initiatieven in het veld en de wettelijke mogelijkheden, zie ik twee alternatieven: 3.1 Pilot structurele overheveling naar SVB Als de Kamer vindt dat toegewerkt moet worden naar structurele uitvoering door de SVB dan hecht ik eraan dit proces zorgvuldig aan te pakken. Bij een zorgvuldige aanpak stel ik mij een pilot voor met een representatief aantal gemeenten die - naast de al genoemde goedkeuring op grond van Wet SUWI - onder een aantal voorwaarden van start gaat: Een plan van aanpak bij de start en een eindevaluatie die goed inzicht waarborgen in de meerwaarde van overheveling van gemeenten naar de SVB. Uitvoering binnen de huidige wet- en regelgeving voor de bijstand, inclusief de rechtmatigheideisen. De dienstverlening aan klanten mag er niet onder lijden. De pilot geschiedt budgetneutraal. Indien gemeenten daaraan mee willen werken is het een optie na te gaan of er in de huidige situatie niet al verbeteringen mogelijk zijn in de dienstverlening aan de klant. Ik doel op een elektronische gegevensuitwisseling tussen SVB en gemeenten conform de uitgangspunten van de Expertcommissie informatievoorziening en elektronische dienstverlening SUWI (commissie Keller). 3 2 Op grond van de WWB, artikel 7, vijfde lid, is de gemeente bevoegd (delen van) de uitvoering van de WWB door derden te laten verrichten. Op grond van Wet SUWI artikel 13 heeft de SVB goedkeuring van de Minister nodig voor het besluit tot uitvoering van een andere taak. 3 Rapport De burger bediend! van de Commissie Keller. Bijlage bij brief van Staatssecretaris SZW aan Tweede Kamer d.d. 13 mei 2005, TK 26448, nr. 206.

5 In aanvulling op de genoemde pilot kan dan een proef met intensivering van het begrip omgekeerde intake plaatsvinden, waarbij de volgende werkwijze wordt gehanteerd. De SVB stuurt, nadat SVB een onvolledig AOW-pensioen heeft vastgesteld, de klantgegevens elektronisch (via het Inlichtingenbureau) naar de gemeenten. De gemeente benadert vervolgens de klant met een zoveel als mogelijk ingevuld aanvraagformulier, waarvoor wellicht ook nog andere elektronische bronnen te benutten zijn. Zij geeft aan dat op basis van deze gegevens - mogelijk recht op bijstand bestaat en verzoekt de klant eventuele ontbrekende gegevens aan te vullen. Dit is te beschouwen als een aanvraag om aanvullende bijstand, waarbij de aanvraag reeds is ingevuld met de bij de SVB en gemeente bekende gegevens. Door deze werkwijze, in lijn van de commissie Keller, eveneens te beproeven kan blijken dat twee instanties die de uitkering van één cliënt verzorgen op minder ingrijpende wijze (zonder overheveling van taken) de dienstverlening aan de klant kunnen optimaliseren. Op basis van de eindresultaten van pilot en optioneel de werkwijze met elektronische gegevensuitwisseling kan ik met u tot een definitief besluit komen over al dan niet structurele uitvoering door de SVB. Hierbij teken ik aan dat, gezien de vele uitvoeringsconsequenties, een pilot inclusief voorbereiding en evaluatie meer dan 2 jaar in beslag neemt. 3.2 Mandatering door gemeente aan SVB. De WWB legt de verantwoordelijkheid om beleid en uitvoering naar eigen inzicht in te richten in belangrijke mate bij de gemeente. Uitbesteding van de uitvoering past hierin en is al wettelijk mogelijk. Het kan gaan om back-office activiteiten zoals administratie en uitbetaling. Indien gemandateerd aan een bestuursorgaan kan het ook de claimbeoordeling en vaststelling van rechten en plichten inhouden. Wanneer de SVB deze laatste taken uitvoert blijven zij in het publieke domein en is de rechtmatige uitvoering geborgd. Gemeenten houden immers verantwoordelijkheid voor de aanvullende bijstand aan 65-jarigen en ouder en moeten zich verantwoorden aan SZW. Het financiële risico blijft dus onverkort bij de gemeenten. De SVB moet, zoals gesteld in paragraaf 2.2, goedkeuring vragen aan de Minister op grond van Wet SUWI. Goedkeuringscriteria zijn onder meer waarborgen voor reguliere bedrijfsvoering en toezichtbaarheid. Dit alternatief heeft mijn voorkeur boven een generiek besluit tot overheveling naar de SVB. Individuele gemeenten en SVB nemen zelf hun verantwoordelijkheid. Gemeenten kunnen op basis van de lokale situatie een afweging maken. Of zij voeren de dienstverlening rond aanvullende bijstand zelf uit, bijvoorbeeld vanwege het feit dat gemeenten al via het Inlichtingenbureau kunnen beschikken over dezelfde informatie als de SVB. Of zij besteden deze dienstverlening uit. De SVB gaat na of zij een gemeente een effectief en efficiënt aanbod kan doen. Vervolgens spreken zij onderling af of en hoe zij uitbesteding vorm willen geven. Ik kan me wel voorstellen dat op enig moment gekeken wordt hoe de ontwikkelingen rond uitbesteding in het veld uitpakken, vooral voor de dienstverlening aan de klant.

6 4. Aanpak Samengevat heb ik de volgende twee alternatieven beschreven: 1. Een onderzoek, in de vorm van een grondige pilot naar de mogelijkheden van structurele uitvoering van de aanvullende bijstand voor 65-jarigen en ouder door de SVB. Of: 2. De beslissing over uitbesteding van de uitvoering van de aanvullende bijstand, overlaten aan de verantwoordelijkheid van individuele gemeenten en SVB binnen de huidige wetgeving. Zoals gezegd gaat mijn voorkeur uit naar alternatief 2. De motie vraagt ook aandacht voor het moment waarop de SVB de aanvullende bijstand kan uitvoeren. Om fiscale redenen dient de uitvoering door de SVB hele kalenderjaren te beslaan. De SVB zou in het geval van een grondige pilot (alternatief 1) onvoldoende voorbereidingstijd hebben om te starten per 1 januari 2006. Dit kan pas in 2007. Ter voorkoming van mogelijke stilstand in 2006 wil ik de SVB voorlopig toestemming verlenen, mits zij voldoet aan de goedkeuringscriteria, om afspraken te maken met individuele gemeenten per 1 januari aanstaande (alternatief 2). Ik kom hiermee tegemoet aan de wens uit het veld activiteiten te gaan ontplooien zonder u de mogelijkheid te ontnemen eventueel een andere keuze te maken. Ter informatie deel ik u nog mee dat het Sociaal en Cultureel Planbureau in samenwerking met de ministeries van SZW en OCW onderzoek doet naar niet-gebruik van een aantal inkomensvoorzieningen. Het onderzoek, dat onder andere ingaat op de aanvullende bijstand, wordt naar verwachting eind 2005 afgerond. De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (H.A.L. van Hoof)