CPB Notitie 12 januari loonbegrip. Op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Vergelijkbare documenten
Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip

Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip

Eerste Kamer der Staten-Generaal

De opbouw van de notitie is als volgt. Sectie 2 beschrijft de varianten. Sectie 3 beschrijft de effecten op de werkgelegenheid.

AWBZ-premie over vier schijven Uitgevoerd op verzoek van de Socialistische Partij

Sociaal akkoord aow en Witteveenkader Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Datum: 16 november 2015 Betreft: Structurele effecten 4e nota van wijziging Belastingplan 2016

Effecten van het Regeerakkoord voor de marginale druk Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Inkomenseffecten aanpassing zorgtoeslag in 2012 Uitgevoerd op verzoek van de Algemene Rekenkamer

Rondetafelgesprek over Flexibiliteit en Zekerheid Op verzoek van de Vaste commissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

SP alternatief voor de premiestelling ZVW Op verzoek van de SP

Structurele effecten variant overdraagbaarheid. heffingskorting, inkomstenbelasting. Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Financiën

CPB Notitie. 1 Inleiding. Aan: Ewout Irrgang (SP) Datum: 4 november 2011 Betreft: SP alternatief voor de premiestelling ZVW

CPB Notitie. Samenvatting. Aan: Ministerie van SZW

CPB Notitie. Samenvatting. Tweede Kamerfractie GroenLinks. Datum: 25 april 2018 Betreft: Structurele effecten GroenLinks-variant werkgeverslasten

Datum: 11 november 2015 Betreft: Structurele effecten variant overdraagbaarheid algemene heffingskorting en verlaging IACK

Eerste Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE. Inkomensafhankelijke arbeidskorting

Herberekening budgettaire effecten abonnementstarief in de Wmo Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

CPB Notitie 16 augustus Houdbaarheidsberekeningen. Uitgevoerd op verzoek van Flip de Kam

CPB Notitie. Henk van Gerven (SP) Datum: 24 augustus 2015 Betreft: SP-alternatief voor de financiering van de zorg

CPB-reactie op OESOstudie over de relatie tussen inkomensongelijkheid. economische groei

Vrijval VPL-premies. Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het ministerie van Financien.

Sociale Verzekeringen per 1 juli 2012

Memo beperken inkomenseffecten

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2012

Deze notitie beschrijft de effecten van het voorstel op de werkgelegenheid en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën.

Persbericht. Sociale Verzekeringen per 1 januari 2013

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Sector in beeld: kostenontwikkelingen 2016 juli 2015

Doorrekening mondzorg Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

SOCIALE VERZEKERINGEN PER 1 JULI 2012.

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 15 september 2015 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2016

Rekenregels per 1 januari 2012

Notitie voor rondetafelgesprek Tweede Kamer over de Wet Werken naar Vermogen (WWNV) Op verzoek van de Tweede Kamer

Aflossing studieschuld bij sociaal leenstelsel Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Doorrekening Catshuispakket: hoofdtabellen Uitgevoerd op verzoek van de minister-president

Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017)

Analyse economische effecten Begrotingsafspraken. Uitgevoerd op verzoek van het kabinet en de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van. 2012, Z-.;

De heren Rog en Omtzigt, leden van de Tweede Kamer voor het CDA

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 21 september 2016 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017)

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2011

Budgettaire, koopkracht- en arbeidsmarkteffecten van herziening belastingstelsel Op verzoek van de JOVD

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 26 augustus 2003 Onderwerp : Bijzondere aanpassing WML periode 1999 t/m 2002

Datum: 18 november 2016 Betreft: Generatie-effecten verlenging hersteltermijn pensioenfondsen

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 19 september 2017 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2018

Gevolgen Wet Werk en Zekerheid voor werkgelegenheid Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van SZW

2 Aflossing studieschuld bij leenstelsel

Gemiddelde aflossing en inkomenseffecten sociaal leenstelsel Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Rekenregels per 1 januari 2012

Sociale verzekeringen per 1 juli

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 juni 2010 Betreft kinderopvangtoeslag vanaf 2011

Een analyse van maatregelen gericht op de arbeidsparticipatie van vrouwen

Deelname-effecten van de invoering van het sociaal leenstelsel in de bachelor- en masterfase

Budgettaire effecten In onderstaand tabel staan de geactualiseerde budgettaire effecten van de uniformering van het loonbegrip.

Ex-ante budgettaire effecten fiscaal plan VNL Uitgevoerd op verzoek van de politieke partij Voor Nederland

CPB Notitie 18 september 2018

Datum: 12 december 2014 Betreft: Effecten aanpassing pensioenregels 2015: een toelichting

Datum Betreft antwoorden naar aanleiding van vragen van de leden Knops en Omtzigt

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009

Sociale verzekeringen per 1 juli 2009

Doorrekening varianten aanpassing aflossingseis Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Financiën

Premienota tbv Premievaststelling sectorfondsen. Sector 16: Slagers overig

CPB Notitie 2 november 2018

CPB Notitie. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

CPB Notitie. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

CPB Notitie 3 oktober Ex-ante budgettaire effecten tegenbegroting 2012 SP. Op verzoek van de SP

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2012 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

CPB Notitie 28 mei werken na de AOWgerechtigde. Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Eindexamen economie vwo I

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Sector in beeld: kostenontwikkelingen 2016 september 2015

CPB Notitie. 1 Inleiding. 2 Maatregel D66. Datum: 22 augustus 2016 Betreft: Berekenen ex-ante effecten voorstel vaderschapsverlof

Het Wettelijk minimumjeugdloon en de arbeidsmarkt voor jongeren Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

CPB Achtergronddocument 16 augustus Toelichting aanpassingen presentatie koopkrachtramingen CPB. Patrick Koot Marente Vlekke

Nummer : 02/36 Datum : 20 maart 2002 Aan : Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

CPB Notitie. Samenvatting. Ministerie van SZW. Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen

CPB Notitie. Samenvatting. Ministerie van SZW. Aan: Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

CPB Notitie 8 november Een nadere toelichting op de koopkrachteffecten van het Regeerakkoord

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Premievaststelling vrijwillige verzekering Ziektewet, WW, WAO en WIA 2019

Verkorting loondoorbetaling bij ziekte Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Koopkrachtontwikkeling 2006: plussen en minnen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Effect van maximaal fiscaal gefaciliteerd pensioengevend inkomen

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 3 april 2012 Betreft Lastenontwikkeling. Geachte voorzitter,

Veronderstellingen deelname-effecten van een sociaal leenstelsel in het hoger onderwijs

Premienota tbv Premievaststelling sectorfondsen. Sector 1: Agrarisch bedrijf

Hoe prikkelbaar zijn Nederlanders? CPB Policy Brief 2011/14. Egbert Jongen Mauro Mastrogiacomo Bas ter Weel. Dit is een uitgave van:

2. Simulatie van de impact van een "centen i.p.v. procenten"-systeem

Transcriptie:

CPB Notitie 12 januari 2011 Werkgelegenheidseffecten uniformering loonbegrip Op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

CPB Notitie Datum : 12 januari 2011 Aan : SZW Werkgelegenheidseffecten uniformering loonbegrip Als gevolg van het wetsvoorstel uniformering loonbegrip wijzigen de loonkosten voor groepen werknemers, afhankelijk van hun inkomen. Het gevolg voor de totale werkgelegenheid is verwaarloosbaar. De stijging van de loonkosten voor de laagste inkomensgroep (tot ca. 20 duizend euro) heeft een klein negatief effect voor de werkgelegenheid voor die groep (maximaal 0,1%-punt). 1 Inleiding In het wetsvoorstel uniformering loonbegrip wordt onder andere de grondslag voor de inkomensafhankelijke bijdrage zvw en de awf (ww-premie) verbreed. De zvw-premiegrens wordt verhoogd naar de premiegrens voor werknemersverzekeringen en de awf-franchise vervalt. De resulterende wijziging van de loonkosten hangt af van het inkomen van de werknemer. Als gevolg van de verandering in de loonkosten zal de werkgelegenheid zich aanpassen. Deze notitie gaat in op de aard en omvang van deze werkgelegenheidsaanpassing. De gevolgen van het wetsvoorstel voor de netto lonen, het arbeidsaanbod en de scholingskeuze van individuen worden in deze notitie niet besproken. Mogelijke wijzigingen in het arbeidsaanbod en de scholingskeuze kunnen eveneens van invloed zijn op de werkgelegenheid. 2 Gevolgen voor loonkosten Als gevolg van (i) het afschaffen van de franchise in de awf-premie en (ii) het verhogen van de zvw-premiegrens voor de inkomensafhankelijke bijdrage (iab) stijgen de loonkosten voor bedrijven met circa 250 mln euro, ofwel 0,1%. 1 De loonkostenmutatie verschilt behoorlijk naar 1 Het voorstel bevat ook een aanvullend pakket dat onder meer bedoeld is om de uniformering loonkostenneutraal te laten zijn. Dit pakket kan in een later stadium worden bijgesteld, waardoor de uniformering uiteindelijk toch geen invloed heeft op de totale loonkosten (Memorie van Toelichting, p. 13). 1

inkomen (figuur 2.1). Voor inkomens beneden de 20 duizend euro stijgen de loonkosten met 0,7%. Voor inkomens van 57 duizend euro stijgen de loonkosten met 0,5%, waarna de loonkostenstijging geleidelijk afloopt voor hogere inkomens. Tussen de 20 en 57 duizend euro laat de grafiek een V-vorm zien, welke direct verband houdt met de nieuwe premiegrens van de iab. Bij een inkomen van 38 duizend euro is de loonkostendaling het grootst (-0,8%). Rond dit inkomensniveau is de inkomensdichtheid het grootst. Figuur 2.1 Verandering loonkosten bedrijven ten gevolge van uniformering loonbegrip, mutaties in %, 2012 3 Gevolgen voor werkgelegenheid De gemiddelde loonkosten stijgen met 0,1%, waardoor het gevolg voor de werkgelegenheid op voorhand beperkt lijkt. Hier passen echter twee nuanceringen. Ten eerste kan voor specifieke groepen wel sprake zijn van enige aanpassing van de werkgelegenheid. Ten tweede kan de totale werkgelegenheidsmutatie groter uitvallen indien de loonkostenmutatie zich concentreert in groepen waarvoor de arbeidsvraagelasticiteit relatief groot is. Dit geldt bijvoorbeeld wanneer de arbeidsvraagelasticiteit voor de laagste inkomens relatief hoog is. Veel empirische studies vinden inderdaad dat de arbeidsvraag naar laagopgeleide werknemers meer elastisch is dan de vraag naar hoogopgeleide werknemers. 2 Op basis van recente studies mag echter worden betwijfeld of dit nog steeds zo is, omdat niet-plaatsgebonden laagwaardige arbeid reeds voor 2 Zie D. Hamermesh (1986), The Demand for Labor in the Long Run, in: O. Ashenfelter en R. Layard, Handbook of Labor Economics, vol. 1, Amsterdam: North-Holland, pp. 429-471; en D. Hamermesh (1993), Labor Demand, New Jersey: Princeton University Press. 2

een belangrijk deel is verplaatst naar lage-lonenlanden (outsourcing). 3 De resterende werkgelegenheid voor laagopgeleiden is daarom plaatsgebonden en minder gevoelig voor veranderingen in de loonkosten. Simulatie met het algemeen evenwichtsmodel MIMIC 4 laat zien dat de werkgelegenheid van laaggeschoolden afneemt met circa 0,1%-punt. De werkgelegenheid van hoger geschoolde werknemers stijgt daarentegen licht. De totale werkgelegenheid blijft nagenoeg constant. Ook de werkloosheidsvoet verandert niet. Het beperkte negatieve werkgelegenheidseffect voor de laagste inkomensgroep wordt mogelijk nog enigszins overschat vanwege het genoemde argument van outsourcing, en geldt daarom als bovengrens. 3 Zie S. Akcomak, L. Borghans en B. ter Weel (2010), Measuring and interpreting trends in the division of labour in the Netherlands, CPB Discussion Paper 161. 4 Zie http://www.cpb.nl/begrip/mimic. 3

Dit is een uitgave van: Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070) 3383 380 info@cpb.nl www.cpb.nl Januari 2011