UvA-DARE (Digital Academic Repository) Percutaneous mechanical circulatory support for treatment and prevention of hemodynamic instability Engström, A.E. Link to publication Citation for published version (APA): Engström, A. E. (2012). Percutaneous mechanical circulatory support for treatment and prevention of hemodynamic instability General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: http://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (http://dare.uva.nl) Download date: 20 Jul 2017
CHAPTER 3.1 Herstel van het beschadigde hart: het Impella systeem als nieuwe minimaal invasieve techniek ter mechanische ondersteuning van hart en circulatie Annemarie E Engström Bas AJM de Mol Wim K Lagrand José PS Henriques Ned Tijdschr Geneeskd 2010;154(45):A2699
Chapter 3.1 ABSTRACT Mechanical circulatory support has become increasingly important as a therapeutic option in the field of cardiology, both with regard to treatment of patients in cardiogenic shock (CS) and protection against profound hypotension during highrisk percutaneous coronary intervention (PCI). The intra-aortic balloon pump (IABP) is the current standard of treatment for mechanical circulatory support in cardiology, however, its efficacy seems limited, both in acute and elective settings. The Impella system is a promising new technique, which may be a suitable alternative to IABP treatment. The Impella is a small micro-axial cathetermounted pump, which is inserted through the femoral artery. Safety and feasibility of Impella treatment have been demonstrated during high-risk PCI. In the setting of CS, mechanical support with the Impella may lead to partial recovery of left ventricular function, especially when Impella treatment is applied according to a carefully designed pre-specified protocol. 54
Impella voor het beschadigde hart Welke techniek? Het Impella systeem is een nieuwe techniek voor mechanische ondersteuning van de pompfunctie van het hart. De Impella is een kleine micro-axiale schroefpomp, gemonteerd op een catheter. De instroomopening ligt in de linker hartkamer; het bloed wordt uitgepompt in de aorta ascendens (Figuur 1). Er bestaan 2 versies van de Impella; de Impella 2.5 en de Impella 5.0, met een maximale output van respectievelijk 2.5 en 5 liter per minuut. De Impella 2.5 kan via een percutane sheath in de arteria femoralis worden ingebracht; voor implantatie van de Impella 5.0 is chirurgische exploratie van de lies nodig. Het Impella systeem kan relatief snel worden ingebracht op de hartcatheterisatiekamer en is dus geschikt voor gebruik in de acute setting. Een nadeel is dat er altijd een echo moet worden gemaakt voorafgaand aan implantatie, ter uitsluiting van de aanwezigheid van stolsels in de linker hartkamer. Verder is er een risico op beschadiging van de arteria femoralis en ischemie aan het been, zoals bij alle percutane hartpompen. Daarnaast is er een kans op het optreden van hemolyse, vooral tijdens de eerste 24 uur na pomp-plaatsing. De pomp kan op de intensive care en op de hartbewaking worden bediend door speciaal geïnstrueerde verpleegkundigen, onder supervisie van de klinisch perfusionist. Figuur 1 Impella systeem. De instroomopening van de Impella hartpomp is gelokaliseerd in de linker hartkamer; de uitstroomopening direct boven de aortaklep. Waarom is er behoefte aan een nieuwe techniek? Het allereerste minimaal invasieve systeem ter mechanische ondersteuning van hart en circulatie was de intra-aortale ballonpomp (IABP), ontwikkeld in de jaren 60. Tot op de dag van vandaag is de IABP de meest gebruikte mechanische hartpomp ter wereld, en de standaardbehandeling op dit gebied. Echter, uit een recente meta-analyse van de beschikbare literatuur blijkt dat behandeling met de IABP geen effect heeft op de mortaliteit en linkerkamerfunctie bij patiënten met een hartinfarct 1. Ook bij hoogrisico dotterbehandelingen bestaat er geen bewijs voor een gunstig effect van deze behandeling 2. Gezien het gebrek aan bewijs voor een gunstig effect van de IABP, 55
Chapter 3.1 bestaat er een toenemende behoefte aan een apparaat dat effectievere ondersteuning biedt. Welke indicaties? Mechanische hart- en circulatieondersteuning speelt in de eerste plaats een belangrijke rol bij de behandeling van cardiogene shock (CS). CS is een aandoening met een slechte prognose, die ontstaat door een plotselinge sterke achteruitgang van de pompfunctie van het hart, bijvoorbeeld als gevolg van een groot hartinfarct of bij een gecompliceerd postoperatief beloop na hartchirurgie. Door het tijdelijk ondersteunen en deels overnemen van de pompfunctie van het hart, krijgt het beschadigde hart hierbij mogelijk de kans om te herstellen. Daarnaast wordt mechanische hartondersteuning toegepast tijdens hoog-risico dotterbehandelingen bij patiënten met een sterk verminderde pompfunctie van het hart. Het voorafgaand aan de behandeling inbrengen van een mechanische hartpomp beschermt de patiënt tegen het ontstaan van hemodynamische instabiliteit tijdens de procedure. Welk probleem wordt hiermee opgelost (welke techniek vervalt)? Gezien het gebrek aan bewijs voor effectiviteit van de IABP, zijn er door de jaren heen vele andere systemen ontwikkeld, waaronder minimaal invasieve percutane systemen zoals het TandemHeart systeem en de Impella. Deze systemen leveren actieve circulatieondersteuning, in tegenstelling tot de IABP, waarbij de werking afhankelijk is van de eigen hartfunctie. Gezien de eenvoudige implantatieprocedure lijkt het Impella systeem een voor de hand liggend alternatief voor de IABP, ondanks dat ook voor deze pomp de effectiviteit nog moet worden aangetoond in onderzoek. Wat is er bekend over de effectiviteit? Inmiddels hebben we in het AMC meer dan 100 patiënten behandeld met 1 van beide Impella pompen (Tabel 1). In onderzoeksverband hebben we de veiligheid en toepasbaarheid van de Impella 2.5 pomp geëvalueerd tijdens hoog-risico dotterbehandelingen en bij hemodynamisch stabiele patiënten met een ST-elevatie myocardinfarct (STEMI) 3,4. In de routine patiëntenzorg wordt het systeem onder andere gebruikt bij patiënten in CS. Op basis van onze ervaringen hebben we een geprotocolleerde strategie opgesteld voor deze patiënten (Figuur 2). Voor postcardiotomie-cs is de Impella 5.0 de aangewezen behandeling. Hetzelfde geldt voor beademde STEMI patiënten met CS, eventueel kortdurend voorafgegaan door de Impella 2.5. Voor niet-beademde STEMI patiënten in CS kan in eerste instantie gekozen worden voor de Impella 2.5, bij onvoldoende effectiviteit kan alsnog een Impella 5.0 worden ingebracht. Bij onvoldoende effect zal de patiënt veelal snel overlijden. Een 56
Impella voor het beschadigde hart Tabel 1 Impella behandeling in het AMC van 2004 t/m augustus 2010 Indicatie Impella 2.5 Impella 5.0 High-risk PCI 58 0 STEMI 11 0 STEMI + cardiogene pre-shock 5 0 STEMI + CS 25 18 Post-cardiotomie CS 2 8 Overig 1 4 Totaal aantal patiënten* 102 30 *Zeven patiënten zijn zowel met een Impella 2.5 als met een Impella 5.0 behandeld PCI = percutane coronaire interventie STEMI = ST-elevatie myocardinfarct CS = cardiogene shock Postcardiotomie CS STEMI + CS Geintubeerd + Geintubeerd - Chirurgie - Impella 5.0 Impella 2.5 Responder - Responder + Responder - Responder + Herstel LVAD Herstel Transplantatie Destination Figuur 2 AMC Strategie bij de behandeling van patiënten met cardiogene shock (CS) * *Gebaseerd op de eerder gepubliceerde beschrijving van het AMC MACH programma 5 CS = cardiogene shock, STEMI = ST-elevatie myocardinfarct, LVAD = left ventricular assist device deel van de patiënten zal belangrijk herstellen met Impella ondersteuning. Een ander deel van de patiënten herstelt deels, maar niet zodanig dat de ondersteuning kan worden afgebouwd. Deze patiënten komen vervolgens potentieel in aanmerking voor de plaatsing van een chirurgisch steunhart (LVAD), vooral als er voldoende neurologisch herstel is opgetreden. Op dit moment is de behandeling met een LVAD in Nederland chter alleen toegestaan als overbrugging naar een harttransplantatie. 57
Chapter 3.1 Hoe moeilijk is de techniek te leren? Onze ervaring leert dat de implantatieprocedure van de Impella wat betreft moeilijkheidsgraad en tijdsduur vergelijkbaar is met die van de IABP. Uiteraard is enige training noodzakelijk, zoals bij de introductie van alle nieuwe technieken. Onze ervaringen worden bevestigd in de literatuur; in het onderzoek naar veiligheid en toepasbaarheid van de Impella bij hoog-risico dotterbehandelingen, verliep implantatie van de Impella gemakkelijk in 99% van de gevallen 3. Toekomstverwachting Het Impella systeem lijkt een veelbelovende nieuwe technologie. Niet alleen voor profylactische mechanische hartondersteuning tijdens hoog-risico dotterbehandelingen, maar ook in het kader van de behandeling van CS zijn de eerste resultaten positief. Vooropgesteld dat de behandeling met de Impella bij CS wordt toegepast volgens een zorgvuldig gedefinieerd protocol, kan deze bij een deel van de patiënten mogelijk leiden tot belangrijk herstel van de hartfunctie. Daarnaast ontstaat de mogelijkheid om patiënten te selecteren voor meer definitieve vormen van mechanische hartondersteuning in geval van een blijvend verminderde linkerventrikelfunctie. Ondanks dat de eerste resultaten echter positief zijn, blijft verder onderzoek naar de toepassing van deze nieuwe technologie noodzakelijk. Waar in Nederland? Naast het AMC zijn er op dit moment 5 andere ziekenhuizen in Nederland waar de Impella wordt gebruikt. 58
Impella voor het beschadigde hart REFERENTIES 1. Sjauw, K. D. et al. A systematic review and meta-analysis of intra-aortic balloon pump therapy in ST-elevation myocardial infarction: should we change the guidelines? Eur.Heart J. 30, 459 468 (2009). 2. Perera, D. et al. Elective intra-aortic balloon counterpulsation during high-risk percutaneous coronary intervention: a randomized controlled trial. JAMA 304, 867 874 (2010). 3. Sjauw, K. D. et al. Supported high-risk percutaneous coronary intervention with the Impella 2.5 device the Europella registry. J. Am. Coll. Cardiol. 54, 2430 2434 (2009). 4. Sjauw, K. D. et al. Left ventricular unloading in acute ST-segment elevation myocardial infarction patients is safe and feasible and provides acute and sustained left ventricular recovery. J.Am.Coll. Cardiol. 51, 1044 1046 (2008). 5. Henriques, J. P. & de Mol, B. A. New percutaneous mechanical left ventricular support for acute myocardial infarction. The AMC MACH program. Nature Clinical Practice Cardiovascular Medicine 5, 62 63 (2008). 59