Oudjaar 31 december 2012 Sixtuskerk Sexbierum Voorganger ds. Anneke Wouda; organist Gerrit de Vries; koster Auke Swart. Welkom gebed. Aanvangslied Psalm 8: 1, 3. Groet Namens God mag ik u en jou groeten, Op deze laatste avond van het jaar 2012 Genade en vrede voor u en jou Van God onze Vader En van Jezus Christus, onze Heer. Amen. Bemoediging Voorganger Onze hulp is in de Naam van de Heer Allen die hemel en aarde gemaakt heeft Voorganger Heer onze God, vergeef ons al wat wij misdeden En laat ons weer in vrede leven Allen Amen. Korte uitleg van de Vesper Van ouds is de Vesper de viering rond de avondmaaltijd Meestal ervoor, soms zoals vandaag erna We hebben vandaag een late Vesper. Een Vesper is een gebedsdienst. Een moment van inkeer en een terugblik op de dag en vandaag ook op het bijna afgelopen jaar. De vraag om vergeving klinkt in deze dienst, vanuit het besef dat er ook deze dag dit jaar dingen niet zijn gegaan zoals had gekund of gemoeten. En er is lof aan God Voor alles waarvoor we dankbaar zijn. In een Vesper is geen plaats voor een preek Een Vesper is een meditatie We lezen en zingen vanavond Psalm 90 Daarna wordt het een paar minuten stil. In deze stilte laat je /u de Psalm tot jou spreken:
Er is vast een woord of een zinnetje dat in je gedachten is blijven haken, dat weer in je opkomt. Laat in de stilte je gedachten gaan oven dit woord, deze zin, en onderzoek bij jezelf wat dit jou te zeggen heeft. Daarna luisteren we naar dezelfde Psalm uit de serie Psalmen voor Nu, Een moderne vertaling op eigentijdse muziek Ook na deze muziek - u vindt de tekst op de orde van dienst Is het weer een paar minuten stil en hebt u gelegenheid te ontdekken wat Psalm 90 met woorden van nu jou te zeggen heeft. Laat het maar gebeuren: ontdek wat in deze Psalm jou aanspreekt. Avondlied Gez. 389: 1, 2, 3 Voorganger Heer, ik roep U aan, kom mij toch helpen Allen luister naar mijn stem als ik U roep voorganger Laat mijn bidden tot U opstijgen als wierook allen mijn geheven handen U een avondoffer zijn. Voorganger Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest Allen Amen. Psalm 90 Zingen: 90: 1,2 Lezen: 1-4 Een gebed van Mozes, de godsman. Heer, u bent ons een toevlucht geweest van geslacht op geslacht. 2 Nog voor de bergen waren geboren, voor u aarde en land had gebaard u bent, o God, van eeuwigheid tot eeuwigheid. 3 U doet de sterveling terugkeren tot stof en zegt: Keer terug, mensenkind. 4 Duizend jaar zijn in uw ogen als de dag van gisteren die voorbij is, niet meer dan een wake in de nacht. Zingen 90: 3
Lezen 5-10 5 U vaagt ons weg als slaap in de morgen, als opschietend gras 6 dat ontkiemt in de morgen en opschiet, en s avonds verwelkt en verdort. 7 Wij komen om door uw toorn, door uw woede bezwijken wij. 8 U hebt onze zonden vóór u geleid, onze geheimen onthuld in het licht van uw gelaat. 9 Al onze dagen gaan heen door uw woede, wij beëindigen onze jaren in een zucht. 10 Zeventig jaar duren onze dagen, of tachtig als wij sterk zijn. Het beste daarvan is moeite en leed, het gaat snel voorbij en wij vliegen heen. Zingen 4, 5 Lezen: 11-12 11 Wie kent de kracht van uw toorn, wie vreest oprecht uw woede? 12 Leer ons zo onze dagen te tellen dat wijsheid ons hart vervult. Zingen 6, 7 Lezen 13-17 13 Keer u tot ons, HEER hoe lang nog? Ontferm u over uw dienaren. 14 Vervul ons in de morgen met uw liefde, laat ons van blijdschap juichen, al onze dagen. 15 Geef ons vreugde, vergoed de dagen dat u ons kwelde, de jaren dat wij ellende doorstonden. 16 Toon uw daden aan uw dienaren, maak uw glorie bekend aan hun kinderen. 17 Laat ons uw genade zien, Heer, onze God. Bevestig het werk van onze handen, het werk van onze handen, bevestig dat. Zingen 8. Stilte
. We luisteren naar Psalm 90 Psalmen voor nu Mijn Heer, u bent de generaties door een vaste plek voor ons. En u bent God geweest vanaf het begin af aan. En nog daarvoor. U noemt ons stof en wij geven de geest. Wij zijn maar mensen, Heer, en duizend jaar is als een uur voor u; wij zijn er zo geweest. U veegt de mensen weg. Wij zijn als gras dat 's ochtends groen de grond uit komt en dan vergeelt: een droom. En wie houdt ooit zijn dromen vast? Uw woede is teveel voor ons. U laat iedereen zien wat wij verkeerd hebben gedaan: Alles komt uit en alles ligt op straat. Uw woede maakt er straks een einde aan: Zeventig, tachtig jaar, meer niet. Dit is de vraag: hoe pijnlijk snel verslijt hier ons bestaan? Wie weet hoe groot uw woede is, vandaag? Wie kan die storm doorstaan? Leer ons begrijpen, Heer, dat u het bent die onze dagen telt. Wanneer wordt woede medelijden, Heer? Wij horen toch bij u? Laat ons uw liefde zien dan zingen wij ons lied voor u, steeds weer. De pijn heeft lang genoeg geduurd. Wilt u misschien na al die tijd verdriet iets heerlijks voor ons doen? Laat ons voortaan uw grote goedheid zien. Hou van ons, Heer, want dan komt alles goed: wat wij ook aanraken, wat wij beginnen, God. Hou van ons, Heer, want dan komt alles goed.. Stilte
. Zingen Klein Gloria. Inleiding Evangelielezing Wij lezen, uit het evangelie van Lucas enkele verzen: de lofzang van Simeon. Simeon is een rechtvaardig en vroom mens, die uitziet naar de tijd dat God Israël zal troosten. De heilige Geest rust op Simeon Door de heilige Geest was aan Simeon in een droom of een visioen, bekend gemaakt, dat jij niet zou sterven voordat hij de gezalfde van God, de Messias, de redder, met eigen ogen heeft gezien. De heilige Geest laat Simeon weten dat hij naar de tempel moet gaan, als Jozef en Maria met hun zoon Jezus daar zijn om zich, na de bevalling rein te laten verklaren. Simeon neemt Jezus in zijn armen en dan is het net of we de vervulling van Psalm 90 horen, waar we lezen: keer u tot ons Heer hoelang nog? Simeon zegt, met Jezus in zijn armen. Evangelielezing Lucas 2: 29 32 Lofzang van Simeon Nu laat u, Heer, uw dienaar in vrede heengaan, zoals u hebt beloofd. Want met eigen ogen heb ik de redding gezien die u bewerkt hebt ten overstaan van alle volken: een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen en dat tot eer strekt van Israël, uw volk.. Korte uitleg We weten niet of Simeon oud was, of ziek of het aardse leven zat. Lucas vertelt niet meer dan dat er in Jeruzalem een zekere Simeon woont. Simeon heeft een openbaring gehad: hij zal niet sterven, voor hij met eigen ogen de Messias heeft gezien. Het klinkt, alsof het wachten voor Simeon lang heeft geduurd, want hij begint zijn lofzang met de woorden:
Nu, laat heengaan uw dienaar Uit ongerustheid hield hij vast aan het leven, maar nu Simeon met eigen ogen Jezus, Gods redding, heeft gezien kan hij in vrede gaan. Gods redding, niet alleen voor Israël, maar voor alle volken: Licht, geopenbaard, onthuld, aan heidenen - dat zijn alle niet Joden Een ding nog wil ik graag uitleggen: Wij lezen licht, geopenbaard aan alle volken Eigenlijk staat er Licht ter onthulling, openbaring van de volken Het gaat niet om het Licht, maar om de volken Andere volken, natiën die nog in duisternis wandelen, En tot nu toe onzichtbaar zijn, worden zichtbaar in dit Licht, komen voor het voetlicht als ook kinderen van God. Mensen en volken die er mogen zijn; door God gewenst. Mensen voor wie van nu af aan Gods liefde ook de spiegel is waarin ze zichzelf kunnen zien ik lees in Psalm 90 vooral hoe wij stervelingen ons spiegelen in Gods voortdurende aangezicht het is maar de vraag of Gods woede Góds woede is of vooral ons eigen schuldbesef Hoe dan ook kunnen ook wij sinds de geboorte van Jezus de Christus elke morgen met Gods liefde worden vervuld. De oer-belofte aan Abraham is in de geboorte van Jezus waar geworden: Met u zullen alle volken van de aarde gezegend zijn. Door God gezegende mensen zijn we dat lijkt me een mooie gedachte om het nieuwe jaar mee in te gaan: Wij mogen er zijn in Gods licht tevoorschijn komen Amen. Zingen Lofzang van Simeon Gez. 68: 1, 2
. Gebeden Met woorden van Luther bidden we het Avondgebed Heer, blijf bij ons, want het is avond en de nacht zal komen. Blijf bij ons en bij uw ganse Kerk aan de avond van de dag, het jaar aan de avond van het leven, aan de avond van de wereld. Blijf bij ons met uw genade en goedheid, met uw troost en zegen, met uw woord en sacrament. Blijf bij ons wanneer over ons komt de nacht van beproeving en van angst, de nacht van twijfel en aanvechting, de nacht van de strenge, bittere dood. Blijf bij ons in leven en in sterven, in tijd en eeuwigheid. Amen. Aansluitend doen we voorbede Eeuwige, verlicht ons om op te staan uit wat ons neerdrukt. Dat verdriet en wanhoop, onverschilligheid en bitterheid niet het laatste woord hebben in ons leven. Dat wij opstaan tot mensen die elkaar het leven gunnen en geven. Eeuwige, verlicht allen die het opnemen voor gekleineerde en onderworpen mensen.
Geef Licht aan allen die hun leven inzetten, tegen armoede, oorlog en onderdrukking. Geef ons de moed mondige mensen te zijn als anderen onrecht wordt aangedaan. Geef Licht, Eeuwige, aan allen die ziek zijn, aan allen die weten dat ze niet lang meer te leven hebben. Geef verlichting aan die alleen zijn komen te staan. Geef uw licht aan allen, die willen werken aan een levende en volwassen geloofsgemeenschap. Maak ons tot mensen die zo open zijn en vol vertrouwen dat wij het Licht kunnen ontvangen en de toekomst in durven gaan. Maak ons tot mensen die zo open zijn dat wij de stem kunnen horen van wie in nood zijn en vragen om gehoord te worden. Maak ons tot mensen die uw Licht weerkaatsen en zo verspreiden Neem van ons weg, God, wat ons in duisternis doet wandelen wat ons angstige en klein gelovige mensen maakt. Dank, dat wij ons kunnen optrekken aan het geloof en het vertrouwen van hen die ons zijn voorgegaan. Dat we weten en beseffen dat u met ons gaat, in licht en donker, Jaar uit, jaar in altijd en overal. Amen. Deze gebeden sluiten we af met een gezamenlijk gebeden
Onze Vader.. Collecte. We zingen Lied 120 : 1, 2 Tussentijds Zo vriendelijk en veilig als het licht zoals een mantel om mij heen geslagen zo is mijn God, ik zoek zijn aangezicht ik roep zijn naam, bestorm hem met mijn vragen, dat Hij mij maakt, dat Hij mijn wezen richt. Wil mij behoeden en op handen dragen. Want waar ben ik, als Gij niet wijd en zijd waakt over mij en over al mijn gangen Wie zou ik worden, waart Gij niet bereid om, als ik val, mij telkens op te vangen. Ik leef niet echt, als Gij niet met mij zijt. Ik moet in lief en leed naar U verlangen.
. Heenzending en Zegen Zegen Zegen met Uw Licht onze ogen, opdat zij opengaan en het goede zien in elke mens. Zegen met Uw Licht onze monden, opdat zij woorden spreken die goed doen en vrede brengen. Zegen met Uw Licht onze handen, opdat zij zich uitstrekken naar de mens die naar ons toekomt. Zegen met Uw Licht onze voeten, opdat zij wegen van recht en van zorg om mensen gaan. Zegen met Uw Licht heel ons menselijk bestaan opdat er troost is voor de verdrietige, hoop voor de wanhopige opdat bitterheid kan wijken voor mildheid, wantrouwen vlucht voor vertrouwen. Zegen met Uw Licht allen die kwetsbaar zijn en gewond tot in hun ziel opdat zij bescherming vinden en geheeld worden. Zegene u de Eeuwige Vader, Zoon en Heilige Geest Gezongen Amen.