Onderwijs- en examenregeling. Masteropleiding Criminologie

Vergelijkbare documenten
Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling. Masteropleiding Notarieel Recht

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en Examenregeling van de Masteropleidingen. Life Science & Technology. NanoScience

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Onderwijs- en examenregeling. Masteropleiding

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Journalistiek. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs in de eerste graad Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding American Studies. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september Masteropleiding Archeologie

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Nederlandse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003

Onderwijs en Examenregeling LS&T / NanoScience (Masteropleiding)

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Onderwijs- en examenregeling

Faculty of Science, Leiden University. and. Faculty of Applied Sciences, Delft University of Technology

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Cultureel Erfgoed. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Medische Psychologie. Faculteit Sociale Wetenschappen. Universiteit van Tilburg

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding Wereldgodsdiensten

Onderwijs- en examenregeling. Masteropleiding Rechtsgeleerdheid

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Jeugdrecht

Onderwijs- en examenregeling (OER) Inhoud:

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Masteropleiding Forensische Criminologie 1

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Masteropleiding Management van de Publieke Sector. OER Ma MPS d.d. 14 april Geldig vanaf 1 september 2015

Onderwijs- en examenregeling. Masteropleiding Fiscaal Recht

Onderwijs en Examenregeling NanoScience (Masteropleiding)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Arabische Taal en Cultuur

Onderwijs- en Examenregeling LS&T/SMS&TI (Bacheloropleiding)

Masteropleiding Forensische Criminologie 1

Onderwijs- en examenregeling. Masteropleiding Notarieel Recht

[60715] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Kunstbeleid en -management. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Literatuurwetenschap

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Conflict Studies and Human Rights. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en Examenregeling MST en LS&T (Bacheloropleiding)

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Jeugdrecht

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Taal- en Spraaktechnologie (Language and Speech Technology)

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING TECHNISCHE INFORMATICA

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Taal- en spraakpathologie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING

Onderwijs- en examenregeling. Masteropleiding Fiscaal Recht Geldig vanaf 1 september 2013

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Bedrijfscommunicatie. studierichtingen: Bedrijfscommunicatie, Cultuur & Organisaties (BCO)

Onderwijs- en Examenregeling LS&T en MST (Bacheloropleiding)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Arabische, Nieuwperzische en Turkse Talen en Culturen

Onderwijs- en examenregeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Duitslandstudies. studierichtingen:

Masteropleiding Notarieel Recht

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Kunstgeschiedenis

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Algemene Cultuurwetenschappen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Medische Psychologie. Faculteit Sociale Wetenschappen. Universiteit van Tilburg

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Onderwijs- en examenregeling. Masteropleiding

Masteropleiding Rechtsgeleerdheid

Onderwijs- en Examenregeling 2009/2010

Onderwijs- en examenregeling

Masteropleiding Rechtsgeleerdheid

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Onderwijs- en examenregeling. Deel 1 - Bacheloropleiding

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Geschiedenis

Masteropleiding Notarieel Recht

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleidingen

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de onderzoeksmaster. Letterkunde en Literatuurwetenschap

gelet op: de artikelen 7.13, 9.15, 9.18 en 9.38 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

Onderwijs- en examenregeling

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Onderwijs- en examenregeling. Masteropleiding

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Taal- en spraakpathologie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Kunstgeschiedenis

[60715] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Kunstbeleid en -management. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

BIJLAGE E ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER IK

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Jeugdrecht

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Algemene Cultuurwetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Taalwetenschap (Linguistics)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Nederlandse Taal en cultuur

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de onderzoeksmaster. Letterkunde en Literatuurwetenschap

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Geschiedenis

Studiejaar Model Onderwijs- en examenregeling (Bachelor)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de onderzoeksmaster. Historische Wetenschappen

Onderwijs- en examenregeling. Masteropleiding Fiscaal Recht Geldig vanaf 1 september 2015

Nieuwe regelingen toegang en toelating masteropleidingen

Masteropleiding Notarieel Recht

Onderwijs- en examenregeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de bacheloropleiding. Arabische Taal en Cultuur

Onderwijs- en examenregeling. Deel I - Bacheloropleiding Franse Taal en cultuur. Inhoud: 1. Algemeen. 2. Opbouw van de opleiding. 3.

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Onderwijs- en examenregeling. Bacheloropleiding

Onderwijs- en examenregeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Nederlandse Taal en cultuur

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de onderzoeksmaster. Kunst en visuele cultuur in historisch perspectief

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Romaanse Talen en Culturen. studierichtingen: Franse Taal en Cultuur. Spaanse Taal en Cultuur

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Romaanse Talen en Culturen. studierichtingen: Franse Taal en Cultuur. Spaanse Taal en Cultuur

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Taal- en spraakpathologie

GMW Onderwijs- en ExamenRegeling. Master-opleiding. voor het studiejaar

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de onderzoeksmaster. Kunst en visuele cultuur in historisch perspectief

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Deze regeling wordt aangeduid als OER van de Masteropleiding Energie en Milieuwetenschappen.

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

1 Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding Informatica, 2007/2008

Transcriptie:

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Criminologie 2009-2010 Versie 27 juli 2009 Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) en is aangevuld met kwaliteitskenmerken zoals vastgelegd in het kaderdocument Leids Universitair Register Opleidingen. Inhoud 1. Algemene bepalingen 2. Beschrijving van de opleiding 3. Onderwijs 4. Tentamens en examen 5. Toelatingseisen 6. Studiebegeleiding 7. Slotbepalingen 8. Bijlage onderwerpen die verwijzen naar bijbehorende en secundaire documenten

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de masteropleiding Criminologie, hierna te noemen: de opleiding. De opleiding wordt verzorgd door de Instituten en hun afdelingen en door het onderwijsinstituut genaamd Cleveringa Instituut; dit maakt deel uit van de faculteit Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden, hierna te noemen: de faculteit. 1 De faculteit werkt in deze opleiding samen met de faculteiten der Rechtsgeleerdheid van de Vrije Universiteit en de Erasmus Universiteit Rotterdam. Artikel 1.2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. afstudeerverslag of scriptie: de neerslag van één van de praktische oefeningen als bedoeld onder j.; zijnde een onderwijseenheid; b. Bachelor De bacheloropleiding, zoals bedoeld in de wet; c. ECTS: het European Credit Transfer System (vgl. letter m.) d. examen: de vaststelling door de examencommissie dat alle tentamens van de tot de opleiding behorende onderwijseenheden met goed gevolg zijn afgelegd (krachtens artikel 7.10 van de wet); e. examencommissie: de examencommissie van de opleiding, ingesteld krachtens artikel 7.12 van de wet; de commissie is ingesteld ten behoeve van het afnemen van examens en ten behoeve van de organisatie en coördinatie van tentamens van deze opleiding; f. examinator: degene die door de examencommissie wordt aangewezen ten behoeve van het afnemen van tentamens, krachtens artikel 7.12 van de wet; g. Leids universitair register opleidingen: het onder verantwoordelijkheid van het College van Bestuur gehouden register 2 van de door de Universiteit Leiden verzorgde opleidingen; h. niveau: het niveau van een onderwijseenheid volgens de abstracte structuur zoals omschreven in het kaderdocument Leids universitair register opleidingen(¹ = noot 2?); i. onderwijseenheid: een onderwijseenheid van de opleiding als bedoeld in artikel 7.3 van de wet. De studielast van elke onderwijseenheid wordt uitgedrukt in gehele studiepunten. Aan elke onderwijseenheid is een tentamen verbonden; j. praktische oefening: een praktische oefening als bedoeld in artikel 7.13, lid 2 onder d van de wet, in één van de volgende vormen: - het maken van een scriptie, - het maken van een werkstuk of een proefontwerp, - het uitvoeren van een onderzoekopdracht, - het deelnemen aan een excursie, 1 Zie de artt. 10-14 en 15-25 (mn. ook art. 15 lid 3) van het Reglement van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van juni 2004. 2 Het kaderdocument Leids Universitair Register Opleidingen is te vinden op http://media.leidenuniv.nl/legacy/leids-register-kaderdocument.pdf en op http://www.onderwijs.leidenuniv.nl/onderwijsbeleid/leids-register.html 2

- het doorlopen van een stage, of - het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit die gericht is op het verwerven van bepaalde vaardigheden; k. student: degene die is ingeschreven aan de Universiteit Leiden voor het volgen van het onderwijs en het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding; l. studiegids: de e-studiegids 3 bevattende specifieke informatie over de opleiding; m. studiepunt: de eenheid waarmee volgens de wet de studielast van een onderwijseenheid wordt uitgedrukt. Volgens het ECTS (zie letter c) is één studiepunt (ec) gelijk aan 28 uren studie; n. [vervallen] o. tentamen: een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student met betrekking tot een bepaalde onderwijseenheid, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek (krachtens artikel 7.10 van de wet) door ten minste één daartoe aangewezen examinator; dit betreft zowel een tentamen als een tentamenonderdeel c.q. een deeltentamen. p. toelatingscommissie: de commissie, ingesteld door het faculteitsbestuur, die tot taak heeft met toepassing van de toelatingseisen, opgenomen in de onderhavige regeling en met inachtneming van het in voorkomende gevallen door het College van Bestuur krachtens artikel 7.30a, derde lid onder b van de wet vastgestelde aantal, te beoordelen welke verzoekers tot deze masteropleiding kunnen worden toegelaten. De toelatingscommissie brengt haar oordeel bij wijze van advies uit aan het faculteistebestuur of handelt onder verantwoordelijkheid van en namens het faculteitsbestuur; r. werkdag: maandag tot en met vrijdag, met uitzondering van de erkende feestdagen en verplichte ADV-dagen waarop de facultaire gebouwen gesloten zijn; s. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. Artikel 1.3 Gedragscode ICT en Onderwijs Op het onderwijs van de opleiding zijn van toepassing de regels zoals vastgelegd in de Gedragscode ICT en Onderwijs 4 en de (aanvullende) facultaire gedragsregels 5. 3 Te vinden op http://www.studiegids.leidenuniv.nl/ 4 De Gedragscode docenten en studenten binnen ICT en Onderwijs is op 26 mei 2005 vastgesteld door het College van Bestuur en is te raadplegen op http://www.reglementen.leidenuniv.nl/onderwijs-studenten/gedragscode-ict-enonderwijs.html 5 De facultaire gedragscode is gepubliceerd op de facultaire website http://www.law.leidenuniv.nl/studenten/algemenestudentenzaken/regelingen/gedragscode 3

Hoofdstuk 2 Beschrijving van de opleiding Artikel 2.1 Doel van de opleiding Met de opleiding wordt beoogd: - een specialisatie en verdieping op en van de bachelor; - met een verdiepende academische vorming, - waarbij een interdisciplinair profiel wordt neergezet; - en waarbij het onderwijs nauw aansluit bij het onderzoek, - met oriëntering op een wetenschappelijke studieloopbaan, - en voorbereiding op een maatschappelijke loopbaan. Artikel 2.2 Specialisaties (afstudeerrichtingen) De opleiding kent twee profielen/specialisaties: - Forensische criminologie; - Veiligheidsbeleid en rechtshandhaving. Artikel 2.3 Eindkwalificaties 6 Afgestudeerden van de opleiding hebben de volgende eindkwalificaties/eindtermen bereikt: Kennis en inzicht 1. De master heeft grondige kennis en inzicht in het wetenschappelijke domein van de criminologie, waaronder een grondig inzicht in de samenhang tussen de belangrijkste disciplines binnen dit domein. 2. Afhankelijk van de profielkeuze (zie art. 2.2), heeft de master grondige kennis en inzicht van het deelgebied: 2.1. van de forensische criminologie, in het bijzonder van: a. misdaadanalyse en daderprofilering b. criminalistiek c. forensische accountancy d. forensische psychiatrie, dan wel van: 2.2. veiligheidsbeleid en rechtshandhaving, in het bijzonder van: a. veiligheidsbeleid b. integrale rechtshandhaving c. penitentiair recht 3. De master is in staat kennis uit criminologische deelgebieden te integreren in het bijzonder op het gebied van criminaliteit in urbane setting. 4. De master heeft inzicht in internationale vormen van criminaliteit en criminaliteitsbestrijding, alsmede in de vergelijking van criminaliteit en justitiële systemen tussen landen. 5. De master heeft naast de genoemde kennis en inzicht op de diverse deelgebieden, inzicht in hun samenhang, hun complementariteit, hun overlapping en hun verschillen, en hun maatschappelijke context. Academische en andere vaardigheden 6. De master is in staat om (buitenlandse) literatuur, criminologische bronnen en complexe cases die betrekking hebben op de gebieden, genoemd in 2. en 3. diepgaand en in onderling verband te analyseren en te interpreteren, daarbij maatschappelijke aspecten te betrekken, daarover kritische vragen te stellen en vernieuwende oplossingen aan te dragen. De master is verder in staat om dit mondeling en schriftelijk helder te presenteren, zowel voor vakgenoten als voor niet-criminologen. 7. De master is in staat om zich, op basis van op wetenschappelijk verantwoorde wijze vergaarde gegevens, en op basis van een verantwoorde en controleerbare afweging zelfstandig een mening te vormen over criminologische maatschappelijke vraagstukken. 6 Versie vanaf 15 juni 2006; in vgl. met 2005-2006 zijn de leden 4 en 5 omgedraaid en vanwege de inhoud van wat nu lid 4 is kon het laatste gedeelte van lid 3, dat hetzelfde anderszins verwoordde, komen te vervallen. 4

8. De master is in staat om actief deel te nemen aan een wetenschappelijk debat op het gebied, genoemd in 2. 9. De master is in staat om zelfstandig een criminologisch onderzoek op academisch niveau voor te bereiden en uit te voeren, (verzamelen van informatie, meten en interpreteren van gegevens, interdisciplinaire benadering van de vraagstelling, conclusies trekken, evalueren en aanbevelingen en suggesties doen voor verder onderzoek). Algemene kwalificatie: 10. De master beschikt over die criminologische kennis, inzicht en vaardigheden om gekwalificeerd te zijn: a) Om wetenschappelijk onderzoek te verrichten en toegelaten te worden tot de vervolgstudie die tot de academische promotie leidt, b) Om op academisch niveau werkzaam te zijn in een functie binnen de publieke en private sector. Artikel 2.4 Inrichting/Vorm van de opleiding De opleiding wordt zowel in voltijdse als in deeltijdse vorm verzorgd. Zowel de voltijdse als de deeltijdse opleiding wordt overdag verzorgd; er wordt binnen deze opleiding geen avondonderwijs gegeven. Artikel 2.5 Start van de opleiding De opleiding start op 1 september en op 1 februari van ieder jaar. 7 Artikel 2.6 Studielast De opleiding heeft een studielast van 60 studiepunten. Artikel 2.7 Jaarindeling Het cursorisch onderwijs van de opleiding is ingericht volgens de semesterindeling. Artikel 2.8 Voertaal Met inachtneming van de Gedragscode voertaal 8 zijn de voertalen binnen de opleiding: Nederlands en Engels. De student wordt geacht de gebruikte voertalen binnen de opleiding voldoende te beheersen. Artikel 2.9 Kwaliteit De opleiding voldoet aan de kwaliteitseisen die op nationaal en internationaal niveau aan opleidingen worden gesteld. Ook voldoet de opleiding aan de kwaliteitsstandaarden voor het onderwijs die zijn vastgelegd in het kaderdocument Leids universitair register opleidingen. 7 Dwz. dat de opleiding twee zgn. instroommomenten kent. 8 De Gedragscode voertaal is op 11 juli 2002 vastgesteld door het college van bestuur en is te vinden op http://www.reglementen.leidenuniv.nl/onderwijs-studenten/gedragscode-voertaal.html 5

Hoofdstuk 3 Onderwijsprogramma Artikel 3.1 Verplichte onderwijseenheden 9 3.1.1 De verplichte onderwijseenheden van de onderwijsprogramma s van de specialisaties (waaronder het afstudeerverslag c.q. de scriptie) zijn benoemd in de studiegids. 10 Per onderwijseenheid is de studielast (in studiepunten) en het niveau vermeld. 3.1.2 In de studiegids worden in de vakbeschrijvingen de inhoud en de onderwijsvorm van de verplichte onderwijseenheden van de onderwijsprogramma s van de specialisaties nader omschreven. Artikel 3.2 Praktische oefeningen* Onderwijsheden kunnen praktische oefeningen* omvatten volgens de daarbij in de vakbeschrijving in de e- studiegids 11 gegeven specificatie van aard en omvang van de werkzaamheden van de student. (Vgl. art. 1.2 lid j). De desbetreffende onderwijseenheden kennen een aanwezigheidsplicht en/of deelnameplicht. (Vgl. art. 4.1.2). * Teneinde misverstanden te voorkomen wordt er hier op gewezen dat er bij de master Criminologie ook onderwijseenheden c.q. vakken zijn die als zodanig met de naam practicum of privatissimum worden aangeduid. (Vgl. art. 4.1.1) Artikel 3.3 Deelname aan een onderwijseenheid Deelname aan een onderwijseenheid vindt plaats in de volgorde van inschrijving, met dien verstande dat voor de bij de opleiding ingeschreven studenten plaatsing gegarandeerd is bij de onderwijseenheden die behoren tot de opleiding. Artikel 3.4 Scriptie / Afstudeerverslag In de studiegids staan omvang en studielast van de scriptie/het afstudeerverslag beschreven. In de Handleiding master scriptie Faculteit der Rechtsgeleerdheid (zie de bijlage onder nummer 5) zijn de normen waaraan de scriptie moet voldoen en de verdere gang van zaken rond de scriptie beschreven, waaronder de wijze waarop de begeleiding wordt geregeld. (Vgl. art. 4.5.2) Art. 3.5 Stage en stagebegeleiding Studenten wordt de mogelijkheid geboden een stage te lopen. De stage dient te worden afgesloten met een stageverslag. Het stageverslag kan gecombineerd worden met de scriptie. Studenten dienen vooraf toestemming te krijgen van de stagecoördinator van de afdeling Criminologie. Studenten die stage lopen worden begeleid door een docent van de afdeling Criminologie. 9 Zie tevens de Bijlage van dit OER onder de nummers 1 t/m 4. 10 Zie tevens de Bijlage van dit OER onder de nummers 1 t/m 4. De informatie is te vinden via de studiegids op de website http://studiegids.leidenuniv.nl/studies/show/criminologie/2009-2010 Het officiële curriculum is ook te vinden in het document Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Onderwerp: Onderwijsprogramma 2009-2010 ; dit is als pdf bestand te vinden op de website http://www.law.leidenuniv.nl/studenten/algemenestudentenzaken/regelingen/onderwijsexamenregelingen 11 In de vakbeschrijvingen zie Bijlage hoofdstuk 8. 6

Hoofdstuk 4 Tentamens en examen 12 Artikel 4.1 Tentamengelegenheid 4.1.1 Twee maal per studiejaar wordt de gelegenheid geboden tot het afleggen van het tentamen verbonden aan elk van de onderwijseenheden, met uitzondering van de onderwijseenheden die in het curriculum c.q. het onderwijsprogramma in de studiegids met zoveel woorden worden aangeduid als Privatissiumum en/of Practicum (vgl. art. 3.2), die worden (slechts) één keer per jaar getentamineerd. 13 4.1.2 Indien een onderwijseenheid een praktische oefening (in de zin van art. 1.2 letter j en art. 3.2) omvat, staat deelneming aan een tentamen als bedoeld in 4.1.1 uitsluitend open voor degene die met goed gevolg aan de praktische oefening heeft deelgenomen, behoudens de bevoegdheid van de examencommissie om anders te besluiten. 4.1.3 In de facultaire tentamenkalender zijn de tentamendata opgenomen. 14 Artikel 4.2 Verplichte volgorde Aan één vak uit de master is een instapeis verbonden: het derdejaars vak van de bacheloropleiding criminologie Onderzoeksvaardigheden in de criminologie en verslag (15 ECTS) is een instapeis voor de masterstage en scriptie. 15 Zonder een voldoende voor het Mag niet aan onderstaande onderdelen van bachelors vak: bachelorprogramma worden deelgenomen: Onderzoeksvaardigheden in de Master Criminologie afstudeerproject criminologie en eindwerkstuk scriptie Artikel 4.3 Vorm van de tentamens 4.3.1 In de studiegids staat vermeld of het tentamen van een onderwijseenheid schriftelijk of mondeling dan wel door middel van een vaardigheidstest wordt afgelegd. 16 De desbetreffende examinator kan anders bepalen; deze dient de betreffende studenten tijdig van deze wijziging op de hoogte te brengen. 4.3.2 In bijzondere gevallen kan op verzoek van de student de examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan in de studiegids is vastgelegd wordt afgelegd. 12 Zie voor uitvoeringsmodaliteiten en nadere regeling van de onderhavige onderwerpen het document Regels en Richtlijnen Tentamens en Examens masteropleidingen FdR. zie bijlage onder nummer 7. 13 De vakken worden één keer per jaar aangeboden en gelet op de aard, hoedanigheid, inhoud en didactische vormen van deze vakken kan tentaminering namelijk niet plaatsvinden zonder aan het vak deel te nemen. 14 De tentamendata zijn te vinden op de facultaire website, bij studenten onder het kopje tentamenkalender. Zie tevens de Bijlage bij dit OER onder nummer 6. Schriftelijk af te nemen tentamens worden afgenomen op data en tijdstippen die zoveel mogelijk aan het begin van het studiejaar zijn vastgesteld en gepubliceerd. In ieder geval moet een tentamendatum ten minste een maand tevoren bekendgemaakt worden. Mondeling af te nemen tentamens worden afgenomen op data en tijdstippen die door de examinator worden vastgesteld en minimaal 10 dagen van tevoren bekendgemaakt aan een student.. 15 Toelichting: Er is bewust van afgezien om dit derdejaarsvak niet onderdeel te laten zijn van de toelatingseisen in artikel 5.1, zodat een student tijdens het afronden van dit bachelorvak, tegelijkertijd al de mastervakken van het 1e trimester kan volgen. De student kan daarmee ernstige studievertraging vermijden. De regeling van art. 4.2 hangt samen met en vloeit voort uit art. 5.1.2 van het onderhavige OER. 16 De concrete vorm(en) van het tentamen wordt(worden) in de studiegids aangegeven in de vakbeschrijvingen. 7

4.3.3 Aan studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. (Vgl. art. 6.5). 4.3.4 De tentaminering vindt plaats met inachtneming van de Gedragscode voertaal. (Vgl. art. 2.8). 4.3.5 Er vindt een individuele beoordeling plaats in geval van presentaties, onderzoek, verslagen of andere onderwijsprestaties die in groepsverband (vgl. art. 4.4.2) worden verricht. Artikel 4.4 Mondelinge tentamens 4.4.1 Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de examinator anders heeft bepaald. 4.4.2 In afwijking van het bepaalde in 4.4.1 kan de tentaminering van de in de studiegids genoemde onderwijseenheden plaatsvinden in groepsverband. (zie echter art. 4.3.5) 4.4.3 Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. Artikel 4.5 Fraude, regels examencommissie 4.5.1 In overeenstemming met artikel 7.12, vierde lid, van de wet heeft de examencommissie in de Regels en Richtlijnen Tentamens en Examens de maatregelen vastgelegd die worden genomen of kunnen worden genomen in geval van fraude, waaronder begrepen het plegen van plagiaat 17. 4.5.2 In overeenstemming met artikel 7.12, vierde lid van de wet stelt de Examencommissie regels vast met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens de tentamens en met betrekking tot de in dat verband te nemen maatregelen. Zij draagt er zorg voor dat het recht van de student om beroep in te stellen tegen beslissingen van de examencommissie of de examinatoren is gewaarborgd; daartoe stelt zij ten minste regels vast met betrekking tot: - de verstrekking van kopieën van beoordeeld schriftelijk werk; - de waarborging van de rechtszekerheid bij mondeling afgenomen tentamens, bij voorbeeld door deze te registreren of door examinator te laten bijwonen. Daarnaast stelt de examencommissie de procedure vast voor de aanwijzing van een eerste beoordelaar (en tweede lezer) van het afstudeerverslag c.q. de scriptie alsmede de procedure rond de beoordeling van het afstudeerverslag en de wijze van verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de eerste en de tweede lezer. (Vgl. art. 3.4). Artikel 4.6 Oordeel 4.6.1 De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen het oordeel vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. 4.6.2 De examinator stelt het oordeel over een schriftelijk of op andere wijze afgenomen tentamen vast binnen vijftien werkdagen na de dag waarop dit is afgenomen en verschaft de administratie van de opleiding de nodige gegevens ten behoeve van de uitreiking van een schriftelijk bewijsstuk van het oordeel aan de student. 4.6.3 Wanneer niet aan de in 4.6.2 vermelde termijn van vijftien werkdagen kan worden voldaan, dan wordt dit in een zo vroeg mogelijk stadium meegedeeld aan de directeur Onderwijs die hierop z.s.m. reageert 17 Wat de UL verstaat onder plagiaat, hoe zij daarover denkt, en wat de gevolgen kunnen zijn als een student zich daaraan schuldig maakt is te vinden in de universitaire informatiepagina met algemene informatie over plagiaat: http://leidenuniv.nl/en/research/index.php3-c=449.htm De Engelstalige pagina staat op: http://www.leidenuniv.nl/en/research/index.php3-m=1&c=450.htm 8

en daarna wordt de student van de termijnoverschrijding op de hoogte gesteld binnen de termijn van vijftien dagen in lid 2. Tevens wordt de dan geldende procedure aan de student mede gedeeld. 4.6.4 Op de schriftelijke of digitale verklaring van het oordeel over een tentamen dan wel bij of op het tentamen dan wel in de Blackboard omgeving van de betreffende onderwijseenheid wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in artikel 4.9, en op de bezwaarprocedure. 18 Artikel 4.7 [niet van toepassing] Artikel 4.8 Geldigheidsduur 4.8.1 Geldigheidsduur De met een voldoende resultaat afgelegde onderdelen van het masterexamen hebben een geldigheidsduur van 5 jaar. 19 Op verzoek van een examinandus kan de examencommissie om bijzondere redenen de geldigheidsduur verlengen. Artikel 4.9 Inzagerecht en nabespreking 4.9.1.1 Gedurende ten minste dertig dagen direct na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen heeft de student recht op inzage in zijn beoordeeld werk. 4.9.2 Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kan een belanghebbende kennis nemen van de vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 4.9.3 Op verzoek van de student dan wel op instigatie van de examinator vindt een nabespreking plaats. Deze mogelijkheid wordt tegelijkertijd met of ten tijde van de uitslag van het tentamen bekend gemaakt, bijvoorbeeld via de Blackboard omgeving van het betreffende vak. 4.9.4 De examinator heeft de bevoegdheid te bepalen of de inzage en de nabespreking collectief dan wel individueel plaatsvinden. 4.9.5 De inzage en de nabespreking geschieden op een door de examinator te bepalen plaats en tijdstip. 4.9.6 Indien de betrokkene aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest voor de nabespreking zoals bedoeld in 4.9.5, dan wordt hem/haar een andere gelegenheid geboden, zo mogelijk binnen de in het eerste lid genoemde termijn. Artikel 4.10 Vrijstelling van tentamens en/of praktische oefeningen 4.10.1 Voor zover niet al ondervangen door de toelating zoals geregeld in hoofdstuk 5, kan de examencommissie de student op diens verzoek, gehoord de desbetreffende examinator, vrijstelling verlenen van het afleggen van één of meer tentamens of van deelneming aan praktische oefeningen, indien de student: a. een qua inhoud en niveau overeenkomstige onderwijseenheid van een universitaire of hogere beroepsopleiding heeft voltooid, dan wel b. aantoont door werk- of beroepservaring over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken met betrekking tot de desbetreffende onderwijseenheid. 18 Behalve bij de bekendmaking van de uitslag mag de student natuurlijk ook bij de aanvang van het tentamen gewezen worden op de mogelijkheid tot bezwaar en beroep. 19 Omdat de faculteit in deze opleiding samen werkt met de faculteiten der Rechtsgeleerdheid van de Vrije Universiteit en de Erasmus Universiteit Rotterdam(vgl. art. 1.1) wordt de aldaar gehanteerde termijn van 5 jaar aangehouden. 9

Artikel 4.11 Examen 4.11.1 De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast wanneer de student bewijzen overlegt van door hem behaalde tentamens en de student de in artikel 5.1 bedoelde graad Bachelor is verleend dan wel hem een bewijs van toelating als bedoeld in artikel 5.2 is verstrekt. De student dient hiertoe een aanvraag in te dienen bij het Onderwijs Informatie Centrum van de faculteit. 4.11.2 Alvorens de uitslag van het examen vast te stellen kan de examencommissie zelf een onderzoek instellen om te beoordelen of de student voldoet aan de eindtermen van de opleiding. 4.11.3 Het examen kan elf maal per studiejaar worden afgelegd. 20 4.11.4 Niet van toepassing 21 Artikel 4.12 Graadverlening 4.12.1 Aan degene die het masterexamen criminologie met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de titel 'Master of Science (criminologie)' verstrekt. 4.12.2 De verleende graad wordt op het getuigschrift dan wel het diplomasupplement van het examen aangetekend. 4.12.3 Aan het diploma wordt een supplement toegevoegd dat voldoet aan de richtlijnen van de wet en aan de richtlijnen zoals vastgelegd in het kaderdocument Leids universitair register opleidingen. 4.12.4 De verleende graad geeft toegang tot de promotie. 20 NB De master diploma uitreiking vindt 11 (elf) keer per jaar plaats, dwz. iedere maand met uitzondering van juli. 21 Besluit Examencommissie 25 juni 2009. 10

Hoofdstuk 5 Toelating tot de masteropleiding 5.1 Rechtstreekse toegang art. 5.1.1 22 Voor directe toelating tot de (master)opleiding geldt als het eis het bezit van de universitaire bachelorgraad in de criminologie. Art. 5.1.2.1 (bewijs van toelating en deficiënties) Alleen voor studenten die aan de Leidse faculteit der rechtsgeleerdheid vóór 1 september 2005 zijn begonnen met de bacheloropleiding criminologie, geldt op de eis genoemd in 5.1.1 de volgende uitzondering: zij ontvangen desgevraagd een toelatingsbewijs voor de masteropleiding criminologie indien zij van die bacheloropleiding 150 ECTS hebben behaald, waaronder in ieder geval: a. de gehele propedeuse (totaal 60 ECTS), b. de vakken uit de zgn. synchronisatiefase (onderdeel van het tweede jaar) (totaal 20 ECTS), c. de volgende vakken uit het tweede jaar: Inleiding criminologie, Practicum beschrijvende criminologie, Theoretische criminologie en Practicum verklarende criminologie (totaal 20 ECTS), d. tenminste twee van de vier hoofdvakken van het derde jaar: Ontstaan en ontwikkeling van crimineel gedrag, Aard, omvang en schade van criminaliteit, Preventie en straffen, alsmede Rechtshandhaving en politie (minimaal 10 van in totaal 20 ECTS). Art. 5.1.2.1 23 (bewijs van toelating en deficiënties) Alleen voor studenten die aan de Leidse faculteit der rechtsgeleerdheid op of ná 1 september 2005 zijn begonnen met de bacheloropleiding criminologie, geldt op de eis genoemd in 5.1.1 de volgende uitzondering: zij ontvangen desgevraagd een toelatingsbewijs voor de masteropleiding criminologie indien zij van die bacheloropleiding 150 ECTS hebben behaald, waaronder in ieder geval: a. de gehele propedeuse (totaal 60 ECTS), b. de volgende vakken uit het tweede jaar: Theoretische criminologie en Practicum verklarende criminologie (totaal 15 ECTS), c. tenminste twee van de vier hoofdvakken van het derde jaar: Ontstaan en ontwikkeling van crimineel gedrag, Aard, omvang en schade van criminaliteit, Preventie en straffen, alsmede Rechtshandhaving en politie (minimaal 10 van in totaal 30 ECTS). Artikel 5.2 Bewijs van toelating 5.2.1. Een bewijs van toelating wordt door het bestuur van de faculteit verstrekt wanneer de student voldoet aan de toelatingseisen zoals vastgelegd in artikel 5.3 voorzover het door het College van Bestuur vastgestelde aantal ten hoogste voor de opleiding in te schrijven personen niet wordt overschreden. 5.2.2. Het bewijs van toelating wordt aangevraagd volgens de regels als vastgelegd in de (universitaire) Regeling toelating masteropleidingen 24. Artikel 5.3 Toelatingseisen Onverminderd hetgeen in artikel 5.2.1. is bepaald ten aanzien van de capaciteit, worden degenen tot de opleiding toegelaten, - die beschikken over (vergelijkbare) kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden die moeten zijn verworven bij beëindiging van de bacheloropleiding bedoeld in artikel 5.1 25, èn - die naar het oordeel van het faculteitsbestuur voldoende kennis hebben van de voertalen van de opleiding. De taalvaardigheid is die in de Nederlandse en de Engelse taal (vgl. art. 2.8). Het vereiste niveau voor de Nederlandse taal, is III (zoals vastgesteld door de Universiteit Leiden) en voor de Engelse taal 7.0 IELTS. 26 22 Het oude art. 5.1 lid 1van het OER 2005-2006 is vervangen door art. 5.1.1 miv. het OER 2006-2007. 23 Het oude artikel 5.1.2 bestaat met ingang van 1 september 2007 uit twee leden omdat de bachelor Criminologie twee categorieën studenten kent die een ander bachelorcurriculum hebben. Zie oa. stukken bij Faculteitsraad van 25 juni 2007. 24 Deze regeling is te vinden op www.reglementen.leidenuniv.nl Door de bepaling van art. 5.2 met ingang van het OER 2006-2007 zijn de leden 5 en 6 van art. 5.1 van het OER van 2005-2006 niet meer nodig. 25 Deze kennis, inzicht en vaardigheden zijn neergelegd in de eindtermen van de opleiding zoals beschreven in hoofdstuk 2 van de OER van de bacheloropleiding Criminologie. 11

Artikel 5.4 [verdisconteerd in art. 5.1.2] Artikel 5.5 (niet van toepassing - gereserveerd) 26 In artikel 5.3 de aanhef het eerste liggende streepje van het OER miv. 2006-2007 worden de leden 3 en 4 vervangen van art. 5.1 van het OER 2005-2006. Art. 5.3 van het OER miv. 2006-2007 vervangt de oude versie in het tweede liggende streepje en de laatste alinea de inhoud van art. 5.2 de leden 1 en 2 van het OER 2005-2006. 12

Hoofdstuk 6 Studiebegeleiding Artikel 6.1 Studievoortgangadministratie 6.1.1 De opleiding (in casu het Onderwijs Informatie Centrum) registreert de individuele studieresultaten van de studenten. 6.1.2 De opleiding (in casu het Onderwijs Informatie Centrum) verschaft de student (ten minste) een keer per jaar een overzicht van de door hem behaalde studieresultaten, in die zin dat een student het gehele jaar door via U-twist de studieresultaten kan inzien en, indien nodig, op zijn/haar verzoek een uitdraai wordt gegeven. 6.1.3 Indien, naar het inzicht van de opleiding (in casu de studieadviseur), de student ernstige studievertraging oploopt ten opzichte van de nominale studievoortgang, attendeert de opleiding de student op de mogelijkheid ondersteuning te krijgen bij het opstellen van een studieplan. Artikel 6.2 Introductie en begeleiding De opleiding draagt zorg voor de introductie en de studiebegeleiding van de studenten, die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. Artikel 6.3 Begeleiding van het afstudeerverslag c.q. de scriptie 6.3.1 De student maakt met de begeleider bedoeld in artikel 3.4 een planning voor de scriptie/het afstudeerverslag. Deze planning is afgeleid van de studielast die voor deze onderwijseenheid in de Handleiding bedoeld in artikel 3.4 is vastgelegd. 6.3.2 In de planning bedoeld in het eerste lid is tevens de frequentie van de begeleiding en de wijze waarop de begeleiding wordt gegeven vastgelegd. Artikel 6.4 Topsport Aan studenten die topsport bedrijven wordt de gelegenheid geboden het onderwijs c.q. hun studie zoveel mogelijk aan de eisen van hun sportieve bezigheden aan te passen. De opleiding hanteert voor het bepalen wie tot deze categorie behoren de richtlijnen van het College van Bestuur. Artikel 6.5 Duurzame functiestoornis 6.5.1 Aan studenten met een handicap of met een chronische ziekte wordt de gelegenheid geboden het onderwijs c.q. hun studie zoveel als redelijkerwijs mogelijk is, aan de beperkingen die de functiestoornis met zich brengt aan te passen. 13

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen Artikel 7.1 Wijziging 7.1.1 Wijzigingen van deze regeling worden door het faculteitsbestuur na voorafgaande instemming van de faculteitsraad bij afzonderlijk besluit vastgesteld. 7.1.2 Wijzigingen in deze regeling die van toepassing zijn voor een bepaald studiejaar moeten voor de aanvang van dat studiejaar zijn vastgesteld en op de daarvoor bepaalde wijze zijn gepubliceerd. Hiervan kan uitsluitend worden afgeweken als een snellere invoering van een wijziging strikt noodzakelijk is en als daarbij de belangen van de studenten redelijkerwijs niet worden geschaad. 7.1.3 Een wijziging kan niet ten nadele van studenten van invloed zijn op enige beslissing welke krachtens deze regeling door de examencommissie is genomen ten aanzien van een student. 7.1.4 Uitzonderingen op deze regeling kunnen slechts op grond van zeer bijzondere omstandigheden worden gemaakt door de voorzitter van de examencommissie. Artikel 7.2 Bekendmaking De opleiding draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de regels en richtlijnen die door de examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van elke wijziging van deze stukken. Deze regeling wordt geplaatst op de facultaire website. Artikel 7.3 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2009. Hoofdstuk 8 Bijlage onderwerpen die verwijzen naar bijbehorende en secundaire documenten (Overzicht van) onderwerpen waarbij in onder andere de genoemde artikelen verwezen wordt naar nadere informatie: 0. De Onderwijs- en examenregeling; deze is te vinden op: http://www.law.leidenuniv.nl/studenten/algemenestudentenzaken/regelingen/onderwijsexamenregelingen 1. Verplichte onderwijseenheden (vakken) inclusief studielast en niveau (artikel 3.1). 2. Onderwijseenheden (vakken) die een praktische oefening omvatten (artikel 3.2 en art. 1.2 onder de letter e). 3. Vorm van de tentamens (artikel 4.3). 4. Onderwijseenheden (vakken) waarbij mondelinge tentaminering in groepsverband plaatsvindt (artikel 4.4). Ad 1 t/m 4: de informatie van 1 is te vinden op: http://www.studiegids.leidenuniv.nl/ > en dan klikken de desbetreffende opleiding. Het curriculum is ook te vinden in het document Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Onderwerp: Onderwijsprogramma 2008-2009 ; dit is als pdf bestand te vinden op de website http://www.law.leidenuniv.nl/studenten/algemenestudentenzaken/regelingen/onderwijsexamenregelingen De informatie van 2, 3 en 4 is opgenomen in de vakbeschrijvingen van onderwijseenheden, te vinden: 14

http://studiegids.leidenuniv.nl/studies/show/criminologie/2009-2010 > klikken op de desbetreffende opleiding > klik op het desbetreffende vak. 5. Bepalingen inzake het eindwerkstuk c.q. de scriptie (artikel 3.4). Deze informatie is primair opgenomen in de Scriptiehandleiding voor Bachelor- en Masterscriptie, laatste versie; te vinden op: : http://www.law.leidenuniv.nl/studenten/onderwijsinformatie/scriptiehandleiding.html daarnaast zijn bepalingen van de Examencommissie van kracht zoals bedoeld in de Regels en richtlijnen voor de tentamens en examens (zie hieronder onder 7). 6. Tentamendata (artikel 4.1); Deze zijn opgenomen in de facultaire tentamenkalender op: http://www.leidenuniv.nl/rechten/osi/tntkal/ 7. Regels en Richtlijnen voor de Tentamens en Examens (hfdst. 4). Deze informatie is te vinden op: http://www.law.leidenuniv.nl/studenten/algemenestudentenzaken/regelingen/onderwijsexamenregelingen EINDE 15