NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VEZELS VOOR TOEPASSING IN BETON EN MORTEL

Vergelijkbare documenten
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN. betreffende het. KOMO-attest. voor CEMENT VOOR TOEPASSING IN BETON

VOOR TOEPASSING IN BETON, MORTELS EN GROUT

Wijzigingsblad BRL 5060

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor het. voor LICHTE TOESLAGMATERIALEN

attest-met-productcertificaat Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 5

BRL 5060 d.d NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO ATTEST VOOR STAALVEZELBETON

Datum Oktober 2017 GASTEC QA ALGEMENE EISEN

BEOORDELINGSRICHTLIJN VULSTOF VOOR TOEPASSING IN BETON EN MORTEL

KOMO productcertificaat

BEOORDELINGSRICHTLIJN STAALVEZELBETON

KOMO Productcertificaat S

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO-PRODUCTCERTIFICAAT VOOR "LIJMEN VOOR DRAGENDE HOUTEN BOUWCONSTRUCTIES" van de Stichting Bouwkwaliteit

Wijzigingsblad BRL

Wijzigingsblad BRL 2813

Wijzigingsblad BRL 2502

Nationale beoordelingsrichtlijn

BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR DE KOMO KWALITEITSVERKLARING VOOR RONDHOUTPALEN VAN EUROPEES NAALDHOUT

KOMO productcertificaat

Beoordelingsrichtlijn

Beoordelingsrichtlijn

KOMO productcertificaat

Geldigheid kwaliteitsverklaringen De productcertificaten die op basis van de BRL 9903 d.d zijn afgegeven behouden hun geldigheid.

BEOORDELINGSRICHTLIJN AEC GRANULAAT ALS TOESLAGMATERIAAL VOOR BETON

Geldigheid productcertificaten De productcertificaten die op basis van de BRL 9901 d.d zijn afgegeven behouden hun geldigheid.

Wijzigingsblad BRL 2815

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN

attest-met-productcertificaat

Wijzigingsblad BRL

Wijzigingsblad BRL 1905

BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor het. voor POEDERKOOLVLIEGAS. voor gebruik in mortel en beton. Techniekgebied H3

Nummer K55009/02 Vervangt K55009/01. Uitgegeven D.d Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 4

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor het. voor POEDERKOOLVLIEGAS. voor gebruik in mortel en beton

Beoordelingsrichtlijn

Beoordelingsrichtlijn

KOMO productcertificaat

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN voor het. KOMO productcertificaat voor. KORRELVORMIGE MATERIALEN MET EEN VOLUMIEKE MASSA VAN TEN MINSTE 2000 kg/m 3

Wijzigingsblad BRL 4702

KOMO. Naam certificaathouder. kwaliteitsverklaring

tijdsbesteding productcertificatie BRL 1801 Betonmortel (14 maart 2013)

KOMO. Naam Certificaathouder. Bouwbesluit. attest-met-productcertificaat. Verankeringen voor betonnen sandwichconstructies

BEOORDELINGSRICHTLIJN CEMENTGEBONDEN MORTELS

WIJZIGINGSBLAD NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN

Nummer K4084/03 Vervangt K4084/02. Uitgegeven d.d Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 5

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN voor het. KOMO productcertificaat voor. KORRELVORMIGE MATERIALEN MET EEN VOLUMIEKE MASSA VAN TEN MINSTE 2000 kg/m 3

KOMO Attest-met-productcertificaat K96771/01

kiuna for progress KOMO' Henco Industries N.V. attest- met-p rod uctce rtif icaat Hencovision systeem

KOMO attest-met-productcertificaat

KOMO productcertificaat K7530/09

KOMO. kwaliteitsverklaring. EPS platen voor thermische isolatie

Beoordelingsrichtlijn

KRITIEKVERSIE. Kritiek kan worden ingediend bij Kiwa BMC tot 1 juni 2012

KOMO attest-met-productcertificaat

Beoordelingsrichtlijn

KOMO Productcertificaat K11762/07

BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor het. KOMO productcertificaat. voor BRUINKOOLVLIEGAS

KOMO productcertificaat

Wijzigingsblad BRL 9205

WIJZIGINGSBLAD BRL 1332 Het thermisch isoleren met een in situ spraysysteem van polyurethaanschuim. Pagina 1 van 5 d.d

Technische gegevens. Gigant architectonisch beton. België en Nederland

BRL 9935 Deel 01. Beoordelingsrichtlijn. Bijzonder deel 01: kritiekversie d.d

ADDITIONELE EISEN (INTERPRETATIE DOCUMENT)

Beoordelingsrichtlijn

BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor het. voor BRUINKOOLVLIEGAS

Wijzigingsblad BRL

KOMO productcertificaat

Nummer K/ Vervangt K/ Uitgegeven d.d. Geldig tot Pagina 1 van 5. Kelderwanden van staalvezelbeton

KOMO productcertificaat

Nationale Beoordelingsrichtlijn

Wijzigingsblad BRL 2202 (zonwerend)(warmtereflecterend) isolerend dubbelglas voor thermische isolatie 31 december 2014

KOMO. Mantos Betonwaren Industrie B.V. kwaliteitsverklaring

KOMO attest-met-productcertificaat

Nationale Beoordelingsrichtlijn

Beoordelingsrichtlijn

KOMO productcertificaat

BGS-011 Kunststof deuvels

KOMO attest-met-productcertificaat

Vervang de inhoud van de volgende paragrafen in de BRL door de aangegeven tekst.

BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor het MORTELS VOOR METSELWERK

BEOORDELINGSRICHTLIJN voor het HortiQ kwaliteitssysteemcertificaat voor BEDRIJVEN IN DE KASSENBOUWSECTOR

Wijzigingsblad BRL

Wijzigingsblad BRL 0511 Verankeringen voor betonnen sandwichconstructies

BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor het. voor HULPSTOFFEN VOOR BETON, MORTELS OF INJECTIEMORTEL

KOMO productcertificaat

KOMO. CBS Beton BVBA. kwaliteitsverklaring

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor het. voor de milieuhygiënische kwaliteit van E-VLIEGAS IN ONGEBONDEN TOEPASSING

Alternatieve lijmen voor raamverbindingen

Inbraakwerendheid van HTC parking & security BV Speedgates en loopdeuren van staal uit het Xentry 3TP 140x70 RC2 systeem

Beoordelingsrapport Construction Product Regulation* * CPR - REGULATION (EU) No 305/2011

Nationale Beoordelingsrichtlijn

KOMO. Rockwool B.V. kwaliteitsverklaring. Platen en dekens van minerale wol voor thermische isolatie

Beoordelingsrichtlijn

Producent van. cementgebonden afstandhouders. Producent van. Bedrijfsbrochure

KOMO attest-met-productcertificaat

KOMO productcertificaat

KOMO. N.V. Beton R. Dobbelaere Bonte. kwaliteitsverklaring

BEOORDELINGSRICHTLIJN WIJZIGINGSBLAD

KOMO productcertificaat

Beoordelingsrichtlijn

Nationale beoordelingsrichtlijn

SKH-Publicatie d.d

Transcriptie:

BRL 5073 d.d. 22 november 2006 NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN voor het KOMO attest-met-productcertificaat en KOMO productcertificaat voor VEZELS VOOR TOEPASSING IN BETON EN MORTEL Techniekgebied H4 Vastgesteld door het College van Deskundigen Betonmortel en Mortels van BMC d.d. 30 november 2006 Aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit d.d. 20 augustus 2007 Uitgave: Certificatie-instelling BMC Nadruk verboden

BRL 5073 d.d. 2006-11-22 C E R T I F I C A T I E Certificatie-instelling BMC Ir. P. Bloklandhuis Büchnerweg 3 Postbus 150 2800 AD Gouda Telefoon: 0182 532300 Telefax: 0182 570216 email: bmc@bmc-cert.nl web: www.bmc-cert.nl PRODUCTEN RvA C 004 Geaccrediteerd door de Raad voor Accreditatie ALGEMENE INFORMATIE: CERTIFICATIESYSTEEM: KOMO ATTEST-MET-PRODUCTCERTIFICAAT en KOMO PRODUCTCERTIFICAAT Deze nationale beoordelingsrichtlijn is vastgesteld door het College van Deskundigen Betonmortel en Mortels en bekrachtigd door het bestuur van de Certificatie-instelling BMC. De algemene procedure-eisen, zoals gehanteerd door BMC, zijn vastgelegd in het Algemeen Reglement Productcertificatie, Procescertificatie en Attestering van BMC. Deze nieuwe uitgave van de beoordelingsrichtlijn vervangt BRL 5073 d.d. 2001-06-26. Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Certificatie-instelling BMC.

Artikel INHOUD Blz. 1. INLEIDING... 1 2. DEFINITIES... 1 2.1 Vezels... 1 2.2 Polypropyleenvezels... 1 2.3 Staalvezels... 1 2.4 Certificaathouder... 1 2.5 Bedrijf... 2 2.6 Aflevering... 2 2.7 Procescontrole... 2 2.8 Productcontrole... 2 2.9 Toelatingsonderzoek... 2 2.10 Interne kwaliteitszorg... 2 2.11 Verificatie-onderzoek... 2 2.12 Onafhankelijk laboratorium... 2 2.13 Stageperiode... 2 2.14 Attesteringsonderzoek... 2 2.15 Coating polypropyleenvezels... 3 2.16 Plastische krimpscheuren... 3 2.17 Polypropyleen... 3 2.18 Equivalente diameter... 3 3. PRESTATIE-EIS, ATTESTERINGSONDERZOEK EN INHOUD VAN HET ATTEST... 3 3.1 Algemeen... 3 3.2 Prestatie-eis - vermindering van plastische krimpscheuren... 3 3.3 Attesteringsonderzoek... 3 3.4 Inhoud van het attest... 3 4. KWALITEITSEISEN... 3 4.1 Grondstoffen... 3 4.2 Producteisen... 4 4.2.1 Staalvezels... 4 4.2.2 Polypropyleenvezels... 5 4.2.3 Combinatie van vezels... 5 4.2.4 Eigenschappen in beton...6 4.3 Vermelding in het productcertificaat... 6 5. KWALITEITSSYSTEEM...6 5.1 Inhoudsopgave... 6 5.2 Organisatie... 6 5.3 Directieverklaring... 6 5.4 Directievertegenwoordiger... 7 5.5 Beschrijving van het productieproces... 7 5.6 Beschrijving van de producten... 7 5.7 Monsterneming en behandeling... 7 5.8 Kalibratie van meet-, weeg- en doseerapparatuur... 7 5.9 Registratie meetgegevens... 7 5.10 Beheersing van producten met afwijkingen... 7 5.11 Beheer van documenten... 7 5.12 Klachtenbehandeling... 8 6. PRODUCTIEPROCES... 8 6.1 Algemeen... 8 6.2 Intern transport... 8 6.3 Verpakking... 8

7. INTERNE KWALITEITSZORG... 8 7.1 Procescontrole... 8 7.2 Productcontrole... 8 7.2.1 Staalvezels... 9 7.2.2 Polypropyleenvezels... 9 7.2.3 Combinatie van vezels... 10 8. LABORATORIUM... 10 8.1 Faciliteiten... 10 8.2 Kalibratie van meet-, weeg- en doseerapparatuur... 10 8.3 Opleiding... 11 9. OVERIGE VERPLICHTINGEN VAN HET BEDRIJF... 11 9.1 Wijzigingen... 11 9.2 Naamgeving... 11 9.3 Afleveringsbon / verpakking... 11 9.4 Productinformatiebladen... 12 9.5 Herkomst vezel... 12 10. CONTROLE DOOR DE CERTIFICATIE-INSTELLING... 12 10.1 Attesteringsonderzoek... 12 10.2 Toelatingsonderzoek... 12 10.3 Stageperiode... 12 10.4 Afgifte certificaat... 12 10.5 Controlebezoeken... 13 10.6 Verificatie-onderzoek... 13 11. DOCUMENTEN... 14 BIJLAGE A TOETSING VAN DE RESULTATEN VAN DE PRODUCTCONTROLE... 15 BIJLAGE B BEPALING VAN DE INHOMOGENITEIT VAN DE VERDELING VAN STAALVEZELS... 17 BIJLAGE C MODEL KWALITEITSVERKLARING... 19

1. INLEIDING De in deze beoordelingsrichtlijn opgenomen eisen worden door de certificatie-instellingen, die hiervoor erkend zijn door de Raad voor Accreditatie, gehanteerd bij de behandeling van aanvragen c.q. de instandhouding van een attest met productcertificaat voor vezels voor toepassing in beton en mortel. De af te geven kwaliteitsverklaring wordt aangeduid als KOMO attest-met-productcertificaat of KOMO productcertificaat. Bij de behandeling van een aanvraag van een producent voor een KOMO attest-met-productcertificaat of KOMO productcertificaat worden de volgende documenten gehanteerd: 1. Het algemene reglement attestering en het algemene reglement certificatie van de certificatieinstelling, waarin de algemene procedure-eisen van attestering en certificatie zijn opgenomen. 2. De voorliggende beoordelingsrichtlijn, waarin de specifieke eisen zijn opgenomen met betrekking tot de attestering en certificatie van vezels. Op basis van deze beoordelingsrichtlijn kunnen, naar keuze van de aanvrager, vezels of een combinatie van vezels getoetst worden aan de in deze beoordelingsrichtlijn genoemde prestatie- en producteisen of alleen getoetst worden aan de producteisen. De prestatie-eisen in deze beoordelingsrichtlijn betreffen de vermindering van plastische krimpscheuren zoals beschreven in CUR- Aanbeveling 42. Attestering en certificering van staalvezels op basis van CUR-Aanbeveling 35 vindt plaats op basis van BRL 5061 "Staalvezels". De in voorliggende beoordelingsrichtlijn gegeven producteisen voor staalvezels van getrokken staaldraad zijn identiek aan de in BRL 5061 "Staalvezels" gestelde eisen. 2. DEFINITIES 2.1 Vezels In deze beoordelingsrichtlijn wordt onder vezels verstaan polypropyleenvezels, staalvezels, of een combinatie van polypropyleenvezels en staalvezels. 2.2 Polypropyleenvezels Polypropyleenvezels zijn draadvormige of platte vezels (monofilament of gefibrilleerd) van polypropyleen met of zonder coating. 2.3 Staalvezels Staalvezels zijn stukjes recht of vervormd koud getrokken staaldraad, recht of vervormd versneden staalplaatmateriaal of vezels gefreesd van stalen blokken. 2.4 Certificaathouder Een certificaathouder is een bedrijf of een als zelfstandige eenheid optredend gedeelte van een bedrijf, waaraan op grond van een positief resultaat van een toelatingsonderzoek door de certificatie-instelling goedkeuring is verleend. Een certificaathouder wordt in deze beoordelingsrichtlijn kortweg aangeduid met "bedrijf". Houders van een productcertificaat voor vezels kunnen worden onderscheiden in: 1. Producenten Een producent is een bedrijf dat is ingericht voor de productie van polypropyleenvezels en/of staalvezels. Vervaardiging van het product vindt plaats onder eigen merknaam en in eigen beheer. 1

2. Leveranciers Een leverancier is een bedrijf dat op basis van deze beoordelingsrichtlijn gecertificeerde vezels toegeleverd krijgt van een producent en dit product vervolgens onder een eigen exclusief merk op de Nederlandse markt brengt. Dit merk dient rechtsgeldig en identificeerbaar te zijn. 2.5 Bedrijf Een bedrijf is een producent of leverancier als genoemd in 2.4 van deze beoordelingsrichtlijn. 2.6 Aflevering Aflevering is de overdracht van de vezels door het bedrijf aan de afnemer c.q. vervoerder. Dat wil zeggen: - bij franco aflevering: aflevering bij de klant; - bij levering af bedrijf: aflevering in het vervoermiddel. 2.7 Procescontrole Continue controle van productieproces, grondstoffen en eventuele halffabrikaten, uitgevoerd door de producent. 2.8 Productcontrole Continue kwaliteitscontrole van het eindproduct, uitgevoerd door of onder verantwoordelijkheid van de producent ter beoordeling van de kwaliteit van de afgeleverde producten. 2.9 Toelatingsonderzoek Onderzoek op basis waarvan in het kader van productcertificatie goedkeuring aan een bedrijf wordt verleend en een productcertificaat wordt afgegeven voor één of meer producten. Het onderzoek omvat in het algemeen de initiële beoordeling (keuring) van het bedrijf, een verificatieonderzoek en een beoordeling van de resultaten van de productcontrole gedurende een stageperiode. 2.10 Interne kwaliteitszorg De interne kwaliteitszorg bestaat uit de procescontrole en de productcontrole. Beide zijn vastgelegd in het kwaliteitshandboek. 2.11 Verificatie-onderzoek Onderzoek van een monster vezels, getrokken door of onder toezicht van de certificatie-instelling, door zowel de producent als door een onafhankelijk laboratorium. Het verificatie-onderzoek heeft tot doel de betrouwbaarheid van de met een bepalingsmethode verkregen resultaten te verifiëren. 2.12 Onafhankelijk laboratorium Een door de certificatie-instelling in overleg met het bedrijf aangewezen laboratorium waarin de beproeving van de monsters van het verificatie-onderzoek en het attesteringsonderzoek plaats heeft. Het laboratorium dient aantoonbaar te voldoen aan de eisen van NEN-EN-ISO/IEC 17025 voor de betreffende onderzoeken. 2.13 Stageperiode Periode gedurende welke de producent aantoont dat het door hem geproduceerde vezels aan de producteisen voldoen. 2.14 Attesteringsonderzoek Onderzoek dat wordt uitgevoerd om aan te tonen dat een bepaald vezeltype voldoet aan de prestatie-eis. 2

2.15 Coating polypropyleenvezels Een de vezels omhullende laag die tot doel heeft de mengbaarheid van de polypropyleenvezel in betonspecie te verbeteren en de aanhechting aan beton te bevorderen. 2.16 Plastische krimpscheuren Krimpscheuren die kunnen ontstaan in de periode tussen het storten van de betonspecie en de verharding. 2.17 Polypropyleen Een witte kunststof waarvan de materiaaleigenschappen kunnen worden bepaald volgens NEN- EN-ISO 1873-2. De formele aanduiding is polypropeen. 2.18 Equivalente diameter De berekende theoretische diameter van vezels met een niet cirkelvormige doorsnede. Toelichting: De equivalente diameter wordt bij niet-cirkelvormige doorsneden bepaald door eerst het totale gewicht van de 24 vezels vast te stellen. Op basis van de volumieke massa van het materiaal wordt het volume van de vezels bepaald. Door het volume te delen door de totale lengte van de 24 vezels wordt de equivalente oppervlakte van de doorsnede gevonden. Hieruit kan de equivalente diameter worden afgeleid. 3. PRESTATIE-EIS, ATTESTERINGSONDERZOEK EN INHOUD VAN HET ATTEST 3.1 Algemeen Deze beoordelingsrichtlijn is zodanig opgesteld, dat in principe verschillende prestaties van vezels op basis hiervan kunnen worden geattesteerd. Vooralsnog is echter uitsluitend een prestatie-eis voor de vermindering van plastische krimpscheuren opgenomen. Voor attestering van andere prestaties in beton zal, alvorens een aanvraag in behandeling kan worden genomen, deze beoordelingsrichtlijn moeten worden aangevuld met relevante eisen voor de betreffende toepassing in beton en mortel. 3.2 Prestatie-eis - vermindering van plastische krimpscheuren De te onderzoeken vezel dient te voldoen aan 5 van CUR-Aanbeveling 42. 3.3 Attesteringsonderzoek Het attesteringsonderzoek wordt uitgevoerd om aan te tonen dat de in het attest op te nemen vezel voldoet aan de prestatie-eis genoemd in 3.2 en de producteisen genoemd in 4.2. Het attesteringsonderzoek wordt beschreven in 10.1 3.4 Inhoud van het attest In het attest worden de vezels vermeld die voldoen aan de prestatie-eis genoemd in 3.2 en de producteisen genoemd in 4.2. De bij het attesteringsonderzoek toegepaste vezeldosering, waarbij aan de eisen wordt voldaan, wordt vastgelegd in het attest. 4. KWALITEITSEISEN 4.1 Grondstoffen Het bedrijf dient voor alle voor de productie van vezels gebruikte grondstoffen specificaties en criteria vast te leggen. Er mag geen gerecycled polymeer worden gebruikt. 3

4.2 Producteisen 4.2.1 Staalvezels Het bedrijf dient voor de in tabel 1 gegeven eigenschappen aan de certificatie-instelling waarden op te geven. Tabel 1a stelt eisen aan de karakterisering van staalvezels van getrokken staaldraad en versneden plaatmateriaal; tabel 1b stelt eisen aan vezels gefreesd van stalen blokken. In de 2e kolom van tabel 1 worden toleranties gegeven voor individuele meetresultaten ten opzichte van de door het bedrijf opgegeven waarden. In de 3e kolom van tabel 1 worden toleranties gegeven voor het gemiddelde van de opeenvolgende steekproeven ten opzichte van de door het bedrijf opgegeven waarden. Tabel 1a - Eisen voor karakterisering van staalvezels van getrokken staaldraad en versneden plaatmateriaal eigenschap lengte - lengte < 30 mm - lengte 30 mm (equivalente) diameter - diameter < 0,30 mm - diameter 0,30 mm (mm) (mm) afwijking individuele waarde t.o.v. opgegeven waarde ± 10 % ± 10 % ± 10 % ± 10 % afwijking gemiddelde waarde t.o.v. opgegeven waarde ± 1,5 mm ± 5 % ± 0,015 mm ± 5 % treksterkte (MPa) ± 15 % ± 7,5 % lengte/diameter verhouding ± 15 % ± 7,5 % Tabel 1b - Eisen voor karakterisering van staalvezels gefreesd van stalen blokken eigenschap afwijking individuele waarde t.o.v. opgegeven waarde 1 ) afwijking gemiddelde waarde t.o.v. opgegeven waarde 2 ) lengte (mm) ± 10 % ± 3 mm breedte (mm) ± 25 % ± 15 % dikte (mm) ± 15 % ± 10 % treksterkte (MPa) ± 20 % ± 10 % lengte/equivalente diameter verhouding ± 25 % ± 15 % 1 ) Ten minste 80% van de vezels moeten voldoen aan de eisen. 2 ) Gemiddelde waarde, berekend op basis van de vezels die voldoen aan de eisen voor individuele vezels. Naast waarden voor de in tabel 1 genoemde eigenschappen dient het bedrijf de vorm van de vezel te omschrijven. Indien een deklaag van zink wordt toegepast dient deze op een monster van ten minste 10 g staalvezel te worden bepaald. Het gemiddelde van drie proeven dient ten minste 30 g/m 2 te bedragen. Zowel verlijmde als niet verlijmde vezels moeten uiterlijk na 5 minuten mengen in een truckmixer, met ten minste 9 m 3 betonspecie zonder hulpstoffen en in consistentiegebied 3, gelijkmatig in de betonspecie zijn verdeeld. Hierbij moeten de vezels worden gedoseerd na belading van de truckmixer. Gelijmde vezels mogen na 5 minuten mengen niet meer als zodanig aanwezig zijn. In bijlage B is beschreven hoe de gelijkmatige verdeling moet worden gecontroleerd. 4

4.2.2 Polypropyleenvezels De polypropyleenvezels mogen tot 10% m/m polyethyleen bevatten. Het bedrijf dient voor de in tabel 2 gegeven eigenschappen aan de certificatie-instelling waarden op te geven. Tabel 2a geeft de eisen voor eigenschappen van platte vezels; tabel 2b geeft eisen voor eigenschappen van draadvormige vezels (monofilament.) In de 2e kolom van tabel 2 worden toleranties gegeven voor individuele meetresultaten ten opzichte van de door het bedrijf opgegeven waarden. In de 3e kolom van tabel 2 worden toleranties gegeven voor het gemiddelde van de opeenvolgende steekproeven ten opzichte van de door het bedrijf opgegeven waarden. Tabel 2a - Eisen voor karakterisering van platte polypropyleenvezels (gefibrilleerd) eigenschap afwijking individuele waarde t.o.v. opgegeven waarde afwijking gemiddelde waarde t.o.v. opgegeven waarde lengte (mm) ± 10 % ± 5 % dikte en breedte (μm/mm) ± 10 % ± 5 % treksterkte (MPa) ± 20 % ± 7,5 % breukrek (%) ± 30 % ± 15 % volumieke massa (kg/m 3 ) ± 5 kg/m 3 ± 2 kg/m 3 smeltpunt ( C) ± 5 C ± 2 C Tabel 2b - Eisen voor karakterisering draadvormige polypropyleenvezels (monofilament) eigenschap afwijking individuele waarde 1 ) t.o.v. opgegeven waarde afwijking gemiddelde waarde t.o.v. opgegeven waarde lengte (mm) ± 10 % ± 5 % lineïeke massa (dtex) ± 10 % ± 5 % treksterkte (cn/dtex) ± 20 % ± 7,5 % breukrek (%) ± 30 % ± 15 % dichtheid (kg/m 3 ) ± 5 kg/m 3 ± 2 kg/m 3 smeltpunt ( C) ± 5 C ± 2 C 1 ) Een individuele waarde is de gemiddelde waarde voor één monster; van elk monster moeten 20 vezels/filamenten worden getest. Naast waarden voor de in tabel 2 genoemde eigenschappen dient de producent: - de vorm van de vezel te omschrijven; - op te geven of de vezel is voorzien van een coating. De aanwezigheid van een doelmatige coating kan worden bepaald volgens 6.2 van CUR-Aanbeveling 42. Het bedrijf dient de certificatie-instelling inzage te geven in de gebruikte grondstoffen en samenstelling van de vezel (polymeer, vulstoffen, additieven) en de coating. 4.2.3 Combinatie van vezels Indien verschillende polypropyleenvezels en/of staalvezels worden samengevoegd en geleverd onder één handelsnaam, gelden de eisen van 4.2.1 en 4.2.2 voor de afzonderlijke vezeltypes. Het bedrijf dient de samenstelling van de combinatie op te geven (het aandeel van de verschillende vezeltypes, uitgedrukt als massapercentage van het totaal). Het aandeel van de afzonderlijke vezeltypes mag niet meer dan 5% (relatief) afwijken van de opgegeven waarde. 5

Verschillende vezeltypes kunnen ook op aanwijzing door het bedrijf door de afnemer worden samengevoegd bij de productie van beton of mortel. 4.2.4 Eigenschappen in beton De vezels of de combinatie van vezels mogen geen nadelige invloed hebben op de kwaliteit van de betonmortel en moeten goed door de betonspecie kunnen worden gemengd. Indien de vezels, conform de instructie van het bedrijf, in de verpakking worden gedoseerd in betonspecie, heeft het bedrijf de verplichting aan te tonen dat de verpakking geen nadelige invloed heeft op de kwaliteit van de betonmortel. De gemiddelde druksterkte na 28 dagen verharden van beton met (een combinatie van) vezels, bepaald volgens NEN-EN 12390-3, dient ten minste 95% te bedragen van de gemiddelde druksterkte van hetzelfde beton zonder vezels. Het luchtgehalte van beton met (een combinatie van) vezels, bepaald volgens NEN-EN 12350-7, mag maximaal 2% V/V hoger zijn dan het luchtgehalte van hetzelfde beton zonder vezels. Voor het betononderzoek dient de volgende samenstelling te worden gebruikt: cement: een cement volgens NEN-EN 197-1, naar keuze van het bedrijf; cementgehalte: 320 kg/m 3 water-cementfactor: 0,55 toeslagmateriaal: zand en grind volgens NEN-EN 12620, maximale korrel 31,5 mm consistentieklasse: S3 volgens NEN-EN 206-1, indien nodig door toevoeging van een (super)plastificeerder De druksterkte dient in drievoud te worden bepaald (drie kubussen van één charge betonspecie); het luchtgehalte dient in enkelvoud te worden bepaald. Indien volgens het bedrijf de vezels uitsluitend voor gebruik in mortels zijn bestemd, dan dient het hierboven beschreven onderzoek plaats te vinden met een mortel, vervaardigd volgens hoofdstuk 5 van NEN-EN 196-1. 4.3 Vermelding in het productcertificaat In het productcertificaat wordt verklaard dat het betreffende vezeltype voldoet aan de desbetreffende in dit hoofdstuk gegeven producteisen en geschikt is voor toepassing in beton. 5. KWALITEITSSYSTEEM Het bedrijf dient te beschikken over een in een kwaliteitshandboek vastgelegd kwaliteitssysteem en dit te onderhouden. Het dient er op gericht te zijn dat de door hem geleverde producten aan de gestelde eisen voldoen. Het handboek moet de procedures van het kwaliteitssysteem omvatten of ernaar verwijzen en de structuur van de documentatie, die in het kwaliteitssysteem is gebruikt, uiteenzetten. Het kwaliteitssysteem dient ten minste de volgende onderdelen te bevatten: 5.1 Inhoudsopgave Een overzicht van alle onderdelen van het kwaliteitshandboek inclusief de datum van de laatste herziening daarvan. 5.2 Organisatie De organisatiestructuur, de taken, de verantwoordelijkheden en de bevoegdheden van personen voor het opstellen, implementeren en onderhouden van het kwaliteitssysteem. 5.3 Directieverklaring Een verklaring van de directie over het beleid, doelstellingen en verplichtingen met betrekking tot de productkwaliteit evenals een verklaring van de directie dat het in het kwaliteitshandboek vastgelegde kwaliteitssysteem door haar goedgekeurd is en maatgevend voor de bedrijfsvoering. 6

5.4 Directievertegenwoordiger De producent moet een directievertegenwoordiger aanwijzen die, ongeacht zijn andere verantwoordelijkheden, duidelijk omschreven verantwoordelijkheden en bevoegdheden heeft om te bewerkstelligen dat het kwaliteitssysteem zoals dat in het kwaliteitshandboek is beschreven, wordt onderhouden en dat voldaan wordt aan de bepalingen van deze beoordeiingsrichtlijn. De directievertegenwoordiger zal in eerste instantie degene zijn die de contacten met de certificatie-instelling onderhoudt. 5.5 Beschrijving van het productieproces Beschrijving van het productieproces vanaf de grondstoffen tot de aflevering met verwijzing naar de procedures en werkinstructies voor alle onderdelen van het proces. Beschrijving van de regelcriteria van de procesbeheersing. Vastlegging van specifieke productiestromen. Vastlegging van de maatregelen ter voorkoming van ongewenste vermenging van grondstoffen, halffabrikaten en eindproducten. 5.6 Beschrijving van de producten Beschrijving van alle door de producent geproduceerde eindproducten en halffabrikaten. Vastlegging van externe grenswaarden, interne streefwaarden, waarschuwings- en actiegrenzen. 5.7 Monsterneming en behandeling Schema van monsterneming voor controle van alle relevante procesonderdelen van grondstof tot eindproduct. In dit schema dient te zijn opgenomen: - door welke functionaris het monster genomen wordt en op welke plaats; - de frequentie van monsterneming; - de methode van monsterneming en de hoeveelheid per monster. - de uit te voeren voorbewerking en de te meten eigenschappen met verwijzing naar de werkinstructies/meetmethoden. 5.8 Kalibratie van meet-, weeg- en doseerapparatuur Registratie en kalibratie van meet- en doseerapparatuur, inclusief de daartoe in deze beoordelingsrichtlijn gestelde eisen (zie 8.2), vastgelegd in een kalibratieschema. Dit schema omvat zowel de in het proces gebruikte apparatuur als de apparatuur op het laboratorium. Vastgelegd wordt: - apparaat; - frequentie; - door wie; - op welke wijze; - de resultaten en corrigerende maatregelen. 5.9 Registratie meetgegevens Procedure voor opstellen en in stand houden van een administratie waarin de meetgegevens van de keuringen/beproevingen zijn vastgelegd en waaruit blijkt dat ze zijn getoetst aan de interne en externe criteria. Vastlegging van de bewaartermijn van de meetgegevens. 5.10 Beheersing van producten met afwijkingen Een procedure voor acties en besluitvorming nadat geconstateerd is dat een product niet aan de criteria voldoet. 5.11 Beheer van documenten Procedure voor registratie en beheer van alle documenten die betrekking hebben op het in stand houden van de kwaliteit van het product, zoals normen, procedures, instructies, formulieren e.d. Voor het beheer van documenten dient een verantwoordelijke te worden aangewezen (documentbeheerder). Uit de registratie van documenten moet blijken welke versies van kracht zijn. 7

5.12 Klachtenbehandeling Een procedure voor behandeling van klachten. Registratie van klachten in klachtendossier. Per klacht een klachtenformulier waarin de status van afhandeling is vermeld. Op het klachtenformulier dient ten minste te worden vermeld: - datum van indiening van klacht en wijze waarop de klacht is ingediend; - gegevens van de klager; - aard van de klacht; - wijze van onderzoek van de klacht; - al of niet gegrond zijn van de klacht, met toelichting; - indien van toepassing: interne corrigerende maatregelen ter voorkoming van soortgelijke klachten; - indien van toepassing: wijze van genoegdoening aan de klager; - datum afhandeling klacht. Alle correspondentie, telefoonnotities e.d. die betrekking hebben op de klacht dienen in het klachtendossier te worden bewaard. 6. PRODUCTIEPROCES 6.1 Algemeen Voor alle bedrijfsonderdelen geldt, dat, daar waar installaties of onderdelen daarvan worden gebruikt voor het vervaardigen van meerdere producten, maatregelen tegen ongewenste vermenging dienen te worden genomen. 6.2 Intern transport Het interne transport van grondstoffen en eindproducten dient zodanig te zijn ingericht dat verontreinigingen worden voorkomen. 6.3 Verpakking Het doseren van de vezels in het verpakkingsmateriaal dient vrij van weersinvloeden te geschieden via een weegwerktuig dat voldoet aan de wettelijke eisen gesteld aan dit weegmiddel in het land van productie. 7. INTERNE KWALITEITSZORG 7.1 Procescontrole Het bedrijf dient zelf een controlesysteem voor het productieproces, grondstoffen en eventuele halffabrikaten op te stellen en in het kwaliteitshandboek vast te leggen. Algemene richtlijnen hiervoor worden gegeven in hoofdstuk 5. 7.2 Productcontrole Monsterneming ten behoeve van de productcontrole dient zo dicht mogelijk bij het verzendpunt plaats te vinden. 8

7.2.1 Staalvezels De productcontrole heeft betrekking op alle gecertificeerde producten. Het dient ten minste de onderdelen te bevatten die zijn weergegeven in tabel 3, inclusief de hierin genoemde beproevingsfrequentie. Tabel 3 - Schema productcontrole staalvezels eigenschap methode minimum onderzoeksfrequentie lengte schuifmaat (equivalente) diameter ) micrometer 1 monster per productiedag lengte/diameter verhouding - treksterkte NEN-EN 10 002-1 vorm interne methode 3 monsters per week deklaag zink (indien van toepassing) interne methode separatietijd bij gebundelde vezels interne methode 1 monster per week betononderzoek conform 4.2.4 jaarlijks 1 ) voor vezels gefreesd van stalen blokken dient de breedte en de dikte te worden bepaald met een schuifmaat De resultaten van de productcontrole dienen per kwartaal te worden getoetst aan de in 4.2.1 genoemde producteisen volgens bijlage A en dienen ter beschikking te staan voor controle door de certificatie-instelling. 7.2.2 Polypropyleenvezels De productcontrole heeft betrekking op alle gecertificeerde producten. Het dient ten minste de onderdelen te bevatten die zijn weergegeven in tabel 4, inclusief de hierin genoemde beproevingsfrequentie. Tabel 4a geeft de eisen voor platte vezels; tabel 4b geeft de eisen voor draadvormige vezels (monofilament). Tabel 4a - Schema productcontrole platte polypropyleenvezels (gefibrilleerd) eigenschap methode 1 ) minimum onderzoeksfrequentie lengte 2 ) (mm) interne methode 1 monster per productiedag dikte en breedte (μm / mm) interne methode treksterkte (MPa) NEN-EN-ISO 2062 (A of B) breukrek (%) NEN-EN-ISO 2062 aanwezigheid doelmatige coating 6.2 van CUR-Aanbeveling 42 inhoud verpakking vezels weging volumieke massa (kg/m 3 ) NEN-EN-ISO 2060 smeltpunt NEN-ISO 11357-3 bij automatische vulling: 1 x per dag bij handmatige vulling: 10 x per dag jaarlijks betononderzoek conform 4.2.4 jaarlijks 1 ) Alternatieve meetmethoden mogen in overleg met de certificatie-instelling worden gebruikt, mits regelmatig wordt aangetoond dat er een goede correlatie is tussen de alternatieve methode en de voorgeschreven methode. 2 ) Afhankelijk van het type proces kan een lagere onderzoeksfrequentie worden gehanteerd in overleg met de certificatie-instelling. 9

Tabel 4b Schema productcontrole draadvormige polypropyleenvezels (monofilament) eigenschap methode 1 ) 1 minimum onderzoeksfrequentie lengte 3 ) (mm) interne methode 1 monster per productiedag 2 ) lineïeke massa (dtex) NEN-EN 13392 treksterkte (cn/dtex) NEN-EN-ISO 2062 (A of B) breukrek (%) NEN-EN-ISO 2062 aanwezigheid doelmatige coating 6.2 van CUR-Aanbeveling 42 inhoud verpakking vezels weging volumieke massa (kg/m 3 ) NEN-EN-ISO 2060 smeltpunt NEN-ISO 11357-3 bij automatische vulling: 1 x per dag bij handmatige vulling: 10 x per dag jaarlijks betononderzoek conform 4.2.4 jaarlijks 1 ) Alternatieve meetmethoden mogen in overleg met de certificatie-instelling worden gebruikt, mits regelmatig wordt aangetoond dat er een goede correlatie is tussen de alternatieve methode en de voorgeschreven methode. 2 ) Een individuele waarde is de gemiddelde waarde voor één monster; van elk monster moeten 20 vezels/filamenten worden getest. 3 ) Afhankelijk van het type proces kan een lagere onderzoeksfrequentie worden gehanteerd in overleg met de certificatie-instelling. De resultaten van de productcontrole dienen per kwartaal te worden getoetst aan de in 4.2.2 genoemde producteisen volgens bijlage A en dienen ter beschikking te staan voor controle door de certificatie-instelling. 7.2.3 Combinatie van vezels Een combinatie van vezels wordt verkregen door menging van een of meer typen vezels. Het voldoen aan de eisen zoals opgenomen in 7.2.1 en 7.2.2 dient voor elk vezeltype apart te worden bepaald. De juiste mengverhouding dient met daarvoor geëigende meetmethoden te worden gecontroleerd. 8. LABORATORIUM 8.1 Faciliteiten Voor het uitvoeren van onderzoeken ten behoeve van de procescontrole en de productcontrole dient het bedrijf te beschikken over een aparte doelmatige ruimte, die is ingericht als laboratorium. In dit laboratorium dient de apparatuur aanwezig te zijn voor uitvoering van de, voorzover relevant, in 7.2 omschreven proeven. In overleg met de certificatie-instelling kunnen proeven eventueel aan derden worden uitbesteed. 8.2 Kalibratie van meet-, weeg- en doseerapparatuur Het bedrijf dient een kalibratieschema op te stellen voor kalibratie van zowel de apparatuur in het laboratorium als de in het proces gebruikte weeg- en doseerapparatuur. In tabel 5 worden voor een aantal kalibraties (voor zover van toepassing) de minimale controlefrequenties gegeven. Weegapparatuur dient voorafgaand aan het gebruik te worden gecontroleerd op goed functioneren, bijvoorbeeld door gebruik van een ijkgewicht. 10

Tabel 5 - kalibratieschema apparatuur controleparameters controlemethode frequentie weegwerktuig verpakkingsmachine nauwkeurigheid extern conform IJkwet trekbank nauwkeurigheid extern 1 x per jaar balansen nauwkeurigheid extern 1 x per jaar 8.3 Opleiding Het laboratoriumpersoneel dient ten minste een opleiding op MLO-niveau te bezitten. De verantwoordelijke functionaris voor de kwaliteitszorg moet ten minste HBO-werk- en denkniveau bezitten. Indien het bedrijf zelf betonproeven uitvoert dient de betreffende laborant over voldoende theoretische kennis en praktische ervaring in het uitvoeren van de proeven te bezitten. Als zodanig wordt beschouwd een laborant in het bezit van het diploma betonlaborant BV, waarbij moet worden aangetoond dat iedere 5 jaar voldoende bijscholing is gevolgd. 1 ) 1 ) Toelichting De door de Betonvereniging georganiseerde cursus "Nascholing betonlaborant BV" is hiervoor geschikt. 9. OVERIGE VERPLICHTINGEN VAN HET BEDRIJF 9.1 Wijzigingen Wijzigingen aan de installatie van principiële aard of in de personeelsbezetting (directievertegenwoordiger, bedrijfsleiding en de voor de interne kwaliteitszorg verantwoordelijke functionaris) dienen aan de certificatie-instelling te worden gemeld. 9.2 Naamgeving Het is aan het bedrijf dat gecertificeerde vezels levert niet toegestaan tevens een ongecertificeerd product onder dezelfde handelsnaam (inclusief soort en type) te produceren en/of op dezelfde markt te brengen. 9.3 Afleveringsbon / verpakking Op de afleveringsbon dient duidelijk te worden aangegeven: - naam en adres van de producent c.q. naam en adres van de leverancier en certificaatnummer van de producent c.q. producentencode; - soort en type vezel; - certificatiemerk. De verpakking dient in de Nederlandse taal aan te geven: - naam en adres van de producent c.q. naam en adres van de leverancier en certificaatnummer van de producent c.q. producentencode; - productiedatum; - verwerkingsaanbeveling; - soort en type vezel; - massa van de inhoud van de verpakking; - certificatiemerk. 11

9.4 Productinformatiebladen Voor elk gecertificeerd product dient een productinformatieblad beschikbaar te zijn, waarop in het Nederlands ten minste de volgende gegevens zijn opgenomen: - de vermeldingen die ook op de afleveringsbon c.q. verpakking zijn aangegeven (met uitzondering van de productiedatum en het verwerkingsvoorschrift); - eigenschappen van het product volgens deze beoordelingsrichtlijn; - doseer- en mengvoorschriften; - eventueel het certificatiemerk. Indien op het productinformatieblad het certificatiemerk wordt afgebeeld, dient duidelijk onderscheid te worden gemaakt tussen de eigenschappen die onder het certificaat vallen en eventuele aanvullende eigenschappen. 9.5 Herkomst vezel Een gecertificeerde vezel kan door een producent worden verpakt in verpakkingsmateriaal met daarop de naam van een ander. Het certificaatnummer van de producent die de betreffende vezel heeft vervaardigd dient echter altijd op de afleveringsbon en de verpakking voor te komen indien het certificatiemerk wordt gebruikt. Ook in het geval van een leverancier zoals beschreven in 2.3 zullen zowel de verpakking als de afleveringsbon duidelijkheid moeten verschaffen over de producent. Dit kan door zowel de vermelding van de naam van de producent als door het vermelden van een door de certificatieinstelling afgegeven producentencode. 10. CONTROLE DOOR DE CERTIFICATIE-INSTELLING 10.1 Attesteringsonderzoek Door de attesteringsinstelling zal door middel van laboratoriumonderzoek worden beoordeeld of wordt voldaan aan de in 3.2 genoemde prestatie-eis en de in 4.2 genoemde producteisen. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een onafhankelijk laboratorium, waarbij gebruik wordt gemaakt van een op een willekeurig moment onder toezicht van de attesteringsinstelling uit de voor verzending gereed staand verpakte vezels getrokken monster. Het onderzoek wordt uitgevoerd volgens CUR-Aanbeveling 42. Indien het productieproces en/of de eigenschappen van een geattesteerde vezel of combinatie van vezels verandert, zal het attesteringsonderzoek moeten worden herhaald. 10.2 Toelatingsonderzoek Op basis van een aanvraag door een producent start de certificatie-instelling het toelatingsonderzoek, bestaande uit een initiële beoordeling van het productieproces en het bijbehorende in een kwaliteitshandboek vastgelegde kwaliteitssysteem, een stageperiode voor de te certificeren vezeltypes en een verificatie-onderzoek. De stageperiode is beschreven in 10.3; het verificatie-onderzoek is beschreven in 10.8. 10.3 Stageperiode Met de producent wordt de ingangsdatum van de stageperiode vastgelegd. Gedurende deze periode wordt beoordeeld of de producent in staat is de vereiste controles uit te voeren en producten te leveren die aan de eisen voldoen. De stageperiode omvat in beginsel ten minste drie maanden en ten minste 6 productiedagen. 10.4 Afgifte certificaat Indien uit het toelatingsonderzoek blijkt dat wordt voldaan aan de in deze beoordelingsrichtlijn en het algemene reglement van de certificatie-instelling gestelde eisen zal een certificatieovereenkomst met het bedrijf worden gesloten en een certificaat worden afgegeven. Verlenging van het certificaat volgt automatisch indien bij voortduring uit de resultaten van de productcontrole en controles door de certificatie-instelling bij het bedrijf blijkt dat aan de eisen wordt voldaan. 12

10.5 Controlebezoeken Tijdens de controlebezoeken wordt nagegaan of het bedrijf nog voldoet aan de eisen van deze beoordelingsrichtlijn. Ten behoeve van de controle door de certificatie-instelling dient het bedrijf laboratoriumaccommodatie en personeel ter beschikking te stellen, indien dit tijdens het controlebezoek wordt gewenst. Controlebezoeken vinden in de regel onaangekondigd plaats. Tijdens een controlebezoek kunnen door of onder toezicht van de certificatie-instelling monsters worden getrokken ten behoeve van onderzoek in het laboratorium van de producent op het voldoen aan de producteisen. Het aantal controlebezoeken bij een producent bedraagt als regel 4 per jaar. Het College van Deskundigen Betonmortel en Mortels van BMC kan de frequentie aanpassen. Indien het kwaliteitssysteem van het bedrijf is gecertificeerd op basis van NEN-EN-ISO 9001 of 9002 en de certificatie-instelling inzage heeft in de rapporten van de in het kader van de certificatie van het kwaliteitssysteem uitgevoerde audits, kan de certificatie-instelling besluiten het aantal controlebezoeken te reduceren tot 2 per jaar. Bij een leverancier conform 2.4, die de betreffende vezels zonder herverpakken of andere bewerkingen mee uit te voeren op de markt brengt, bedraagt het aantal controlebezoeken 1 per jaar. Indien een leverancier conform 2.4 de betreffende vezels herverpakt bedraagt het aantal controlebezoeken 2 per jaar. In geval daartoe aanleiding bestaat, kan de certificatie-instelling besluiten extra controlebezoeken af te leggen. 10.6 Verificatie-onderzoek De betrouwbaarheid van de meetresultaten van het bedrijf wordt beoordeeld door iedere bepalingsmethode extern te verifiëren. Dit gebeurt door vanuit één partij of charge één monster te trekken, waarvan één deelmonster door een onafhankelijk laboratorium en één deelmonster door het bedrijfslaboratorium wordt onderzocht. Onderzoek vindt hierbij plaats op alle relevante eigenschappen. Dit verificatie-onderzoek vindt jaarlijks plaats. Een verificatie-onderzoek maakt tevens deel uit van het toelatingsonderzoek (zie 10.2). Het onafhankelijk laboratorium wordt door de certificatie-instelling in overleg met het bedrijf aangewezen. De resultaten van het onderzoek zullen door het onafhankelijk laboratorium rechtstreeks aan de certificatie-instelling en aan het bedrijf worden medegedeeld. Indien de resultaten van het verificatie-onderzoek hiertoe aanleiding geven kan het verificatie-onderzoek voor de betreffende bepalingsmethode worden herhaald. Het jaarlijks uit te voeren betononderzoek kan door de producent worden uitgevoerd onder toezicht van de certificatie-instelling of worden uitbesteed aan een onafhankelijk laboratorium. 13

11. DOCUMENTEN Dit hoofdstuk bevat een overzicht van in deze beoordelingsrichtlijn genoemde normen en overige documenten, betrekking hebbend op vezels. Het vermelde jaartal heeft steeds betrekking op de uitgiftedatum dan wel de datum van de laatste aanvulling of wijziging van het desbetreffende document. NEN-EN 196-1:1995 Beproevingsmethoden voor cement - Deel 1: Bepaling van de sterkte NEN-EN 197-1:2000 Cement - Deel 1: Samenstelling, specificatie en conformiteitscriteria voor gewone cementsoorten NEN-EN 206-1:2001 Beton - Deel 1: Specificatie, eigenschappen, vervaardiging en conformiteit, 1 mei 2001 NEN-EN-ISO 1873-2:1997 EN Kunststoffen - Pers, spuitgiet- en extrusiematerialen van polypropyleen (PP) - Deel 2: Bereiding van proefstukken en bepaling van de eigenschappen NEN-EN-ISO 2060:1995 Textiel - Garens uit verpakkingen - Bepaling van de lineïeke dichtheid (massa per eenheid van lengte) met de strengmethode NEN-EN-ISO 2062:1995 Textiel - Garens uit verpakkingen - Bepaling van de breekkracht en de rek bij breuk van een garen NEN-EN-ISO 9001:2000 Kwaliteitssystemen. Model voor de kwaliteitsborging bij het vervaardigen, het installeren en de nazorg NEN-EN 10 002-1:1991/C1:1999 Metalen - Trekproef. Deel 1: Beproevingsmethode (bij omgevingstemperatuur) NEN-ISO 11357-3:1999/A1:2005 Kunststoffen - Dynamische differentie-calorimetrie (DSC) - Deel 3: Bepaling van temperatuur en enthalpie van smelten en kristallisatie NEN-EN 12350-7:2000 Beproeving van betonspecie; Deel 7: Luchtgehalte; Drukmethoden, augustus 2000 NEN-EN 12390-3:2002 Beproeving van verhard beton; Deel 3: Druksterkte van proefstukken, maart 2002 NEN-EN 12620:2002 Toeslagmateriaal voor beton, oktober 2002 NEN-EN 13392:2001 NEN-EN-ISO/IEC 17025:2000 Textiel - Monofilament - Bepaling van de lineïeke massa Algemene eisen voor de competentie van beproevings- en kalibratielaboratoria CUR-Aanbeveling 42 Bepaling van de invloed van polypropyleenvezels in beton op de vorming van plastische krimpscheuren BRL 5061: Nationale beoordelingsrichtlijn betreffende het KOMO-attest met productcertificaat voor staalvezels voor toepassing in beton en mortels, BMC, Gouda 1 ) 1 ) De juiste publicatiedatum van deze beoordelingsrichtlijn is vermeld in de halfjaarlijkse uitgaven van SBK. 14

BIJLAGE A TOETSING VAN DE RESULTATEN VAN DE PRODUCTCONTROLE De resultaten van de productcontrole dienen door de producent per kwartaal op onderstaande wijze te worden getoetst aan de in 4.2 genoemde producteisen en dienen ter beschikking te staan voor controle door de certificatie-instelling. Bij 20 of meer waarnemingen van een eigenschap in een kwartaal mag worden gekozen uit een toets op variabelen of een toets op attributen. Bij minder dan 20 waarnemingen moet worden getoetst op attributen. Onderstaande tabellen zijn gebaseerd op een goedkeurkans van 5% bij 10% defectieven. De resultaten van de productiecontrole dienen over een kwartaal te worden getoetst. Indien uit de toetsing blijkt dat niet wordt voldaan aan de eisen, mag de toetsing ook plaatsvinden over meerdere kwartalen tot maximaal een periode van één jaar. Toets op attributen aantal waarnemingen toetsing op attributen max. aantal overschrijdingen 0-39 0 40-54 1 55-69 2 70-84 3 85-99 4 100-109 5 110 6 15

Toets op variabelen Beoordeling ondergrens: criterium = - k.s L Beoordeling bovengrens: criterium = + k.s L waarin: L = desbetreffende grenswaarde s = steekproefstandaardafwijking = getabelleerde grootheid, zie kolom 2 van onderstaande tabel k A aantal waarnemingen toetsing op variabelen k A 20-21 1,93 22-23 1,89 24-25 1,85 26-27 1,82 28-29 1,80 30-34 1,78 35-39 1,73 40-44 1,70 45-49 1,67 50-59 1,65 60-69 1,61 70-79 1,58 80-89 1,56 90-99 1,54 100-149 1,53 150 1,52 Evaluatie Indien uit de toets op attributen c.q. de toets op variabelen wordt geconcludeerd dat een product voldoet aan de eisen, mag worden geconcludeerd dat de betreffende vezel in het betreffende kwartaal voldeed aan de eisen. 16

BIJLAGE B BEPALING VAN DE INHOMOGENITEIT VAN DE VERDELING VAN STAALVEZELS Monsterneming Neem op eenvierde en drievierde van een truckmixerlading staalvezelbeton een monster van elk circa 10 l. Vul met elk monster een vat van 8 l (vat luchtmeter) en verdicht het. Proefbeschrijving Weeg het monster op 10 g nauwkeurig. Spoel het daarna uit en onttrek de vezels aan het mengsel met een magneet. Bepaal de massa van de schone en droge vezels op 1 g nauwkeurig. Beoordeling Een lading wordt als homogeen en goed gedoseerd beschouwd als het staalvezelgehalte in elk monster niet meer afwijkt van het beoogde staalvezelgehalte dan 20% voor de individuele monsters en 10% voor de gemiddelde waarde. 17

18

BIJLAGE C MODEL KWALITEITSVERKLARING KOMO productcertificaat nummer uitgegeven geldig tot vervangt : : : : VEZELS [type vezel] Producent: Productie locatie: Naam Correspondentieadres Verklaring van de certificatie-instelling: Dit productcertificaat is op basis van BRL 5073 afgegeven door [certificatie-instelling], conform het [certificatie-instelling] Reglement voor productcertificatie. [certificatie-instelling] verklaart dat het gerechtvaardigd vertrouwen bestaat, dat de door de producent vervaardigde in dit certificaat genoemde vezels bij voortduring aan de in dit productcertificaat vastgelegde specificaties voldoen, mits zij worden begeleid door het hieronder afgebeelde KOMO -merk op een wijze als aangegeven in dit productcertificaat. CERTIFICATIE-INSTELLING ondertekening De gebruikers van dit productcertificaat wordt geadviseerd om bij [certificatie-instelling] te informeren of dit document nog geldig is. is een collectief merk van de Stichting Bouwkwaliteit Beoordeeld: product kwaliteitssysteem Periodieke controle 19

Technische specificaties: De vezels voldoen aan: - BRL 5073 Certificatiemerk: Nevenstaand certificatiemerk, met een afmeting van ten minste 15 x 15 mm, moet zijn afgebeeld op de afleveringsbonnen van gecertificeerde vezels. Wenken voor de gebruiker: 1. Bij aflevering inspecteren of: 1.1 het product is vergezeld van een leveringsdocument; 1.2 de op het leveringsdocument vermelde productgegevens overeenkomen met hetgeen is besteld; 1.3 het product en/of de leveringsdocumenten zijn gemerkt zoals in dit certificaat weergegeven; 1.4 het product, mogelijk als gevolg van transport geen zichtbare gebreken vertoond; 1.5 voldaan wordt aan eventueel met betrekking tot de levering geldende goedkeuringscriteria genoemd in de onder "specificaties" genoemde normen. 2. Indien op grond van het onder 1 gestelde tot afkeuring wordt overgegaan, s.v.p. contact opnemen met: 2.1 de leverancier dan wel de producent, waarvan het adres op de voorzijde van dit certificaat is vermeld, en indien nodig met 2.2 het bureau van de Stichting BMC, Postbus 150, 2800 AD Gouda. 20

KOMO attest met productcertificaat nummer uitgegeven geldig tot vervangt : : : : VEZELS [type vezel] Producent: Productie locatie: Naam Correspondentieadres Verklaring van de certificatie-instelling: Dit attest met productcertificaat is op basis van BRL 5073 afgegeven door [certificatie-instelling], conform het [certificatieinstelling] Reglement voor productcertificatie. [certificatie-instelling] verklaart dat het gerechtvaardigd vertrouwen bestaat, dat de door de producent vervaardigde in dit certificaat genoemde vezels bij voortduring aan de in dit productcertificaat vastgelegde specificaties voldoen, mits zij worden begeleid door het hieronder afgebeelde KOMO -merk op een wijze als aangegeven in dit productcertificaat. CERTIFICATIE-INSTELLING ondertekening De gebruikers van dit productcertificaat wordt geadviseerd om bij [certificatie-instelling] te informeren of dit document nog geldig is. is een collectief merk van de Stichting Bouwkwaliteit Beoordeeld: product kwaliteitssysteem prestatie product in toepassing Periodieke controle 21

Technische specificaties: De vezels voldoen aan: - CUR-Aanbeveling 42 - BRL 5073 Certificatiemerk: Nevenstaand certificatiemerk, met een afmeting van ten minste 15 x 15 mm, moet zijn afgebeeld op de afleveringsbonnen van gecertificeerde vezels. Wenken voor de gebruiker: 1. Bij aflevering inspecteren of: 1.1 het product is vergezeld van een leveringsdocument; 1.2 de op het leveringsdocument vermelde productgegevens overeenkomen met hetgeen is besteld; 1.3 het product en/of de leveringsdocumenten zijn gemerkt zoals in dit certificaat weergegeven; 1.4 het product, mogelijk als gevolg van transport geen zichtbare gebreken vertoond; 1.5 voldaan wordt aan eventueel met betrekking tot de levering geldende goedkeuringscriteria genoemd in de onder "specificaties" genoemde normen. 2. Indien op grond van het onder 1 gestelde tot afkeuring wordt overgegaan, s.v.p. contact opnemen met: 2.1 de leverancier dan wel de producent, waarvan het adres op de voorzijde van dit certificaat is vermeld, en indien nodig met 2.2 het bureau van de Stichting BMC, Postbus 150, 2800 AD Gouda. 22