VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITODENS 111-W. voor de gebruiker van de installatie

Vergelijkbare documenten
VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITODENS 100-W. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing ANALOGE SCHAKELKLOK. voor de gebruiker van de installatie. voor Vitodens B/fl 03/2008 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITODENS 111-W. voor de gebruiker van de installatie

voor de gebruiker van de installatie Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOTROL 200. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit

VIESMANN. Gebruiksaanwijzing VITODENS 100. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITODENS 100-W. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Gebruiksaanwijzing VITOTRONIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Verwarmingsinstallatie met ketelregeling voor verhoogde werking

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 100. voor de gebruiker van de installatie. Kamerthermostaat Type UTA-RF NL 2/2008 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITODENS 100-W. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Gebruiksaanwijzing VITOTRONIC 100. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOTROL 200A. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor een verwarmingscircuit

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOSOL-F VITOSOL-T. voor de gebruiker van de installatie. Vlakke en vacuüm-buiscollectoren

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOCAL 160-A. voor de gebruiker van de installatie. Warmwater-warmtepomp NL 12/2008 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITODENS VITOPEND. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 200A. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor 1 verwarmingscircuit

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 3/2009 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL-F VITOSOL-T. voor de gebruiker van de installatie. Vlakke plaatcollectoren en vacuümbuiscollectoren

VIESMANN. Gebruikershandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 4/2007 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 11/2015 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITODENS 100-W VITODENS 111-W. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITODENS. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Gebruikshandleiding VITOSOLIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor zonnesystemen NL 7/2006 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Gebruiksaanwijzing VITOTRONIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Verwarmingsinstallatie met elektronische ketelcircuitregeling

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITODENS. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITODENS. voor de gebruiker van de installatie

Bedieningshandleiding voor de exploitant van de installatie VITOTRONIC 200-H

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOLIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor zonne-installaties

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 100. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOVOLT 300. voor de gebruiker van de installatie NL 9/2014 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Gebruiksaanwijzing VITOTRONIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Verwarmingsinstallatie met elektronische ketelregeling

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOVOLT 200. voor de gebruiker van de installatie NL 11/2016 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding. Calorimeter. voor de gebruiker van de installatie. Calorimeter voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOTROL 300. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 100. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOTROL 300A. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor 1 tot maximaal 3 verwarmingscircuits

VIESMANN. Gebruiksaanwijzing VITODENS VITOPEND VITOPLUS. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding. Kamertemperatuurregelaar. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 100. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOLIC 200. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor solarinstallaties

VIESMANN. Bedieningshandleiding. Kamertemperatuurregelaar. voor de gebruiker van de installatie

Gasdiafragma vervangen

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOCROSSAL 100. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 100. voor de gebruiker van de installatie. Ruimtetemperatuurregelaar Type UTDB-RF2

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. afstandsbediening. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOLIC 200. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor solarinstallaties

Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VITOTRONIC 100. Verwarmingsinstallatie met digitale ketelcircuitregeling. Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit

VIESMANN. Montagehandleiding. Gascombiregelaar vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITODENS VITOLADENS VITOPEND. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Gascombiregelaar vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Kamertemperatuurregelaar. voor de vakman. Kamertemperatuurregelaar

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 100. voor de gebruiker van de installatie. Ruimtetemperatuurregelaar Type UTDB en UTDB-RF

Bedieningsrichtlijnen Weishaupt Thermo Condens WTC 15-A WTC 25-A WTC 32-A

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 340-M/360-M. voor de vakman. Vitocell 340-M/360-M type SVK type SVS. Combinatieboiler 750 en 1000 liter inhoud

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 100. voor de gebruiker van de installatie. Kamertemperatuurregelaar Type UTDB-RF2

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 333/353. voor de vakman. Vitocell 333/353 type SVK type SVS. Gecombineerde boiler, 750 liter inhoud

Bedieningsvoorschrift

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 100-H. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud. Bewaren a.u.b.! NL 3/2007

/2000 BE (NL)

Gebruiksaanwijzing. Litola. Litola Type LVR Gasketel Nominaal vermogen 18 tot 48 kw. Opbergen: Servicemap B/fl 2/98

Bedieningsvoorschrift

Bedieningshandleiding

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 100 VITOTRONIC 300-K. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montage en afstelling. Retourtemperatuurverhoging. Veiligheidsvoorschriften. Productinformatie. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montage-aanwijzing VITOLA 100. voor de vakman. Vitola 100 Type VC1A, 15 tot 33 kw Olie-/gasketel

Vervanging aanvoerleiding, warmtewisselaar en retourleiding. voor Vitodens, Vitosolar 200-F, Vitotwin 300-W en Vitovalor 300-P

VIESMANN. Montage- en inbedrijfstellingshandleiding. Afstandsbediening Radiorepeater. Veiligheidsvoorschriften. Montagevoorbereiding.

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 100. voor de gebruiker van de installatie. Kamertemperatuurregelaar Type UTDB en UTDB-RF

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOLIGNO 300-P. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

Bedieningsvoorschriften

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 100. voor de gebruiker van de installatie. Kamertemperatuurregelaar Type UTDB en UTDB-RF

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

Geachte klant, de specifieke gasketel Logano G234X TH van Buderus werd volgens de laatste technologische ontwikkelingen en de meest recente veiligheid

Vervanging aanvoerleiding, warmtewisselaar en retourleiding. voor Vitodens, Vitosolar 200-F, Vitotwin 300-W en Vitovalor 300-P

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 300-B VITOCELL 300-V. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB. Kamertemperatuurregelaar met digitale schakelklok

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 100 VITOTRONIC 300-K. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOLIGNO 300-P. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITODENS. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Radiobasis. voor de vakman. Radiobasis

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 100. voor de gebruiker van de installatie. Klokthermostaat Type UTD-RF NL 10/2007 Bewaren a.u.b.!

Bedieningshandleiding

Bedieningsvoorschrift

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman

Transcriptie:

Bedieningsaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Verwarmingsinstallatie met regeling voor verhoogde of weersafhankelijke werking VITODENS 111-W 4/2012 Bewaren a.u.b.!

Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsaanwijzingen nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij de veiligheidsaanwijzingen Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel.! Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Aanwijzing Gegevens met het woord "Aanwijzing" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor de bedieners van de verwarmingsinstallatie. Dit toestel is niet bedoeld om door personen (waaronder kinderen) met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke capaciteiten of bij gebrek aan ervaring en/of kennis te worden gebruikt, tenzij deze onder toezicht van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon staan of aanwijzingen hebben gekregen hoe het toestel te gebruiken. Opgelet! Kinderen moeten onder toezicht staan. Zorg ervoor dat kinderen niet met het toestel spelen. Gevaar Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden aan de verwarmingsinstallatie kunnen leiden tot levensgevaarlijke ongevallen. Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door installateurs worden uitgevoerd die hiertoe erkend zijn door de bevoegde gasmaatschappij. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. Wat te doen bij een gasgeur Gevaar Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken met zeer ernstige verwondingen als gevolg. Niet roken! Vermijd open vuur en vonkvorming. Nooit schakelaars van verlichting en elektrische toestellen bedienen. Gasafsluitkraan sluiten. Ramen en deuren open zetten. Personen verwijderen uit de gevarenzone. Gas- en elektriciteitsbedrijf en installatiebedrijf buiten het gebouw verwittigen. Stroom naar het gebouw vanaf een veilige plaats (buiten het gebouw) laten onderbreken. 2

Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid (vervolg) Wat te doen bij een rookgasgeur Gevaar Rookgassen kunnen levensbedreigende vergiftiging veroorzaken. Verwarmingsinstallatie uitschakelen. Plaats van installatie ventileren. Deuren van woonverblijven sluiten. Wat te doen bij brand Gevaar Bij brand bestaat gevaar voor verbranding en explosie. Verwarmingsinstallatie uitschakelen. Afsluitkleppen in de brandstofleidingen sluiten. Gebruik een gekeurde brandblusser (brandklasse ABC). Eisen aan de verwarmingsruimte Opgelet! Ontoelaatbare omgevingsvoorwaarden kunnen schade aan de verwarmingsinstallatie veroorzaken en een veilige werking belemmeren. Zorg voor een omgevingstemperatuur tussen 0 ºC en 35 ºC. Luchtverontreiniging door halogeen-koolwaterstoffen (bijv. uit verf, oplos- en schoonmaakmiddelen) en overdreven stofvorming (bijv. door slijpwerkzaamheden) dient te worden voorkomen. Permanent hoge luchtvochtigheid (bijv. door het permanent laten drogen van de was) voorkomen. Aanwezige luchttoevoeropeningen niet afsluiten. Bijkomende componenten, reserveonderdelen en slijtende onderdelen! Opgelet Componenten die niet met de verwarmingsinstallatie zijn gekeurd, kunnen leiden tot schade aan de verwarmingsinstallatie of de goede werking belemmeren. Montage resp. vervanging uitsluitend door het installatiebedrijf laten uitvoeren. 3

Inhoudsopgave Inhoudsopgave Eerst informeren Eerste inbedrijfstelling... 5 Vakbegrippen... 5 Uw installatie is vooraf ingesteld... 5 Tips voor energiebesparing... 5 Waar u bedient Overzicht van de bedienings- en weergave-elementen... 7 Bedieningselementen en indicatoren... 7 Indicaties op het display... 7 Werking van de verwarmingsinstallatie... 8 Werking zonder kamertemperatuurregelaar... 8 Werking met kamertemperatuurregelaar... 8 Weersafhankelijke werking... 8 In- en uitschakelen Verwarmingsinstallatie inschakelen... 9 Verwarmingsinstallatie uitschakelen... 9 Vitodens uitschakelen met vorstbescherming... 9 Verwarmingsinstallatie buiten bedrijf stellen... 10 Instellingen Verwarmen... 11 Warm water... 11 Indicators Verwarmingswatertemperatuur... 12 Wat te doen? Gedrag van de installatie... 13 Storingsindicator op de display... 14 Branderstoring opheffen (reset)... 15 Onderhoud Reiniging... 16 Inspectie en onderhoud... 16 Verwarmingsketel... 16 Tapwaterfilter (indien aanwezig)... 16 Appendix Verklaringen van de begrippen... 17 Index... 19 4

Eerst informeren Eerste inbedrijfstelling De eerste inbedrijfstelling en het aanpassen van de regeling aan de plaatselijke en bouwkundige situatie moeten worden uitgevoerd door uw verwarmingsfirma. Vakbegrippen Om de functies van uw Viessmann regeling beter te begrijpen, worden enkele begrippen verklaard. Deze begrippen zijn als volgt gekenmerkt. Meer informatie vindt u in het hoofdstuk Verklaringen van de begrippen in de bijlage. Uw installatie is vooraf ingesteld De regeling werd reeds in de fabriek ingesteld op standaardwerking. Uw verwarmingsinstallatie is hierdoor klaar voor gebruik. De fabrieksmatige basisinstelling kunt u naar eigen wens wijzigen. Tips voor energiebesparing Gebruik alleen de instelmogelijkheden van de regeling en van de afstandsbediening (indien aanwezig). Kamerverwarming Kamertemperatuur: Maak de kamers niet te warm. Elke graad kamertemperatuur minder spaart tot 6 % stookkosten. Stel de kamertemperatuur niet hoger in dan 20 C. Modi: 5

Eerst informeren Tips voor energiebesparing (vervolg) Als u geen kamerverwarming nodig hebt, kiest u een van de volgende modi: Als u in de zomer de kamers niet wilt verwarmen, maar wel warm water nodig hebt, stelt u de draaiknop tw in (zie pagina 11) en zet u de draaiknop tr op 0. Als u gedurende een langere periode geen kamers wilt verwarmen en geen warm water nodig hebt, zet u de draaiknoppen tr en tw op 0 (zie pagina's 11 en 11).o Ventileren: Om te ventileren opent u het venster gedurende korte tijd volledig en sluit u de thermostaatkranen (indien geen woningsventilatiesysteem aanwezig is). Rolluiken: Rolluiken (indien aanwezig) neerlaten zodra het donker wordt. Thermostaatkranen: Stel de thermostaatkranen correct in. Radiatoren: Sluit de radiatoren en thermostaatkranen niet. Warmwaterbereiding Warmwatertemperatuur: De temperatuur in de warmwaterboiler niet te hoog instellen (zie pagina 11). Warmwaterverbruik: Neem een douche i.p.v. een bad. een douche vereist doorgaans minder energie dan een vol bad. 6

Overzicht van de bedienings- en weergave-elementen Bedieningselementen en indicatoren Waar u bedient A B C D E 1 0 2 bar 3 4 r A C 6 0 r A Drukindicator B Display C tw Draaiknop warmwatertemperatuur D tr Draaiknop warmwatertemperatuur en reset E Netschakelaar Indicaties op het display A B C D r A 8:8:8 C F SERV HG F E A Verwarming B Warmwaterbereiding C Indicatiewaarde of storingscode D Temperatuur in C of F (in combinatie met indicatiewaarde) E Servicestand (alleen voor de vakman) F Actuele brandercapaciteit G Brander in werking H Storing 7

Waar u bedient Werking van de verwarmingsinstallatie Werking zonder kamertemperatuurregelaar Meer informatie vindt u in het hoofdstuk Verklaringen van de begrippen in de bijlage. De gewenste verwarmingswatertemperatuur stelt u in met de draaiknop tr (zie pagina 11). Werking met kamertemperatuurregelaar Meer informatie vindt u in het hoofdstuk Verklaringen van de begrippen in de bijlage. Instellingen aan een aangesloten kamertemperatuurregeltoestel vindt u in de bijhorende gebruiksaanwijzing. Aanwijzing De verwarmingswatertemperatuur moet met de draaiknop tr voldoende hoog zijn ingesteld, zodat de gewenste kamertemperatuur wordt bereikt. Weersafhankelijke werking Meer informatie vindt u in het hoofdstuk Verklaringen van de begrippen in de bijlage. Bij weersafhankelijke werking wordt de ketelwatertemperatuur afhankelijk van de buitentemperatuur geregeld. Met de draaiknop tr kunt u de kamertemperatuur verhogen of verlagen. 8

In- en uitschakelen Verwarmingsinstallatie inschakelen Nadat een verwarmingsinstallatie gedurende lange tijd uit bedrijf is geweest, adviseren wij vóór de ingebruikname contact op te nemen met uw verwarmingsfirma. 1 2 3 1. Controleer de druk van de verwarmingsinstallatie op de manometer. Minimuminstallatiedruk 0,8 bar. Als de druk van de installatie te laag is uw verwarmingsfirma waarschuwen. 0 bar 4 2. Bij open werking (de verbrandingslucht wordt uit de stookruimte afgevoerd): controleer of de be- en ontluchtingsopeningen van de stookruimte open staan en niet geblokkeerd zijn. 3. Gasafsluitkraan openen. 4. De netschakelaar inschakelen. Uw verwarmingsinstallatie en, indien aangesloten, ook de kamertemperatuurregelaar zijn nu bedrijfsklaar. Verwarmingsinstallatie uitschakelen Vitodens uitschakelen met vorstbescherming Meer informatie vindt u in het hoofdstuk Verklaringen van de begrippen in de bijlage. Wanneer u uw CV-ketel enkele dagen niet wilt gebruiken, kunt u het toestel uitschakelen. 9

In- en uitschakelen Verwarmingsinstallatie uitschakelen (vervolg) Beide draaiknoppen op 0 draaien. Voor de verwarmingsketel is de vorstbescherming actief. r Aanwijzing Vorstbescherming voor de gehele verwarmingsinstallatie, zie de bedieningsaanwijzing van de kamerthermostaat. Verwarmingsinstallatie buiten bedrijf stellen Als u uw verwarmingsinstallatie gedurende een langere periode (meerdere maanden) niet wilt gebruiken, moet u het systeem buiten werking stellen. We raden aan dat u contact opneemt met uw verwarmingsfirma als u uw installatie gedurende een langere tijd buiten werking wilt stellen. Deze kan zonodig de juiste maatregelen nemen om bijvoorbeeld uw installatie te beschermen tegen vorst of om het verwarmingsoppervlak te conserveren. 1. Gasafsluitkraan sluiten en tegen onverhoeds openen beveiligen. 2. Netschakelaar uitschakelen. De installatie wordt nu spanningsloos geschakeld. Er is geen vorstbescherming. 10

Instellingen Verwarmen Meer informatie vindt u in het hoofdstuk Verklaringen van de begrippen in de bijlage. Inschakelen: Draaiknop tr op de gewenste verwarmingswatertemperatuur zetten. Aanwijzing Als een kamerthermostaat is aangesloten, stelt u de gewenste kamertemperatuur op de kamerthermostaat in (zie pagina 8). r Als kamerverwarming volgt, verschijnt de indicatie r op het display. Uitschakelen: Draaiknop rt op 0 draaien. Warm water Meer informatie vindt u in het hoofdstuk Verklaringen van de begrippen in de bijlage. Kies de warmwatertemperatuur al naargelang uw persoonlijke behoeften (bv. voor het douchen). Inschakelen: Draaiknop tw op de gewenste warmwatertemperatuur zetten. Als warmwaterbereiding volgt, verschijnt de indicatie w op het display. Uitschakelen: Draaiknop tw op 0 draaien. 11

Indicators Verwarmingswatertemperatuur. Meer informatie vindt u in het hoofdstuk Verklaringen van de begrippen in de bijlage. A 6 0 C De ketelwatertemperatuur wordt tijdens de werking voortdurend op de display getoond. De verwarmingswatertemperatuur komt ongeveer overeen met de ketelwatertemperatuur. 12

Wat te doen? Gedrag van de installatie Wat te doen, als... Oorzaak Oplossing... de verwarmingsinstallatie niet in bedrijf komt Geen netspanning De netschakelaar inschakelen Draaiknop tr staat op 0 Gewenste verwarmingswatertemperatuur instellen (zie pagina 11)... de brander niet of onregelmatig ingeschakeld wordt... de brander niet start; indicatie storing U verschijnt op het display de brander uitgeschakeld wordt als de kamers nog niet de gewenste temperatuur hebben bereikt Zekering in de stroomcircuitverdeling (huiszekering) of in de regeling werd geactiveerd Geen gas aanwezig Storing aan de regeling Foute start Laagwaterniveau Storing in de luchttoevoer of in het rookgaskanaal Verwarmingswatertemperatuur of gewenste kamertemperatuur te laag ingesteld Lucht in de verwarmingsinstallatie Verwarmingsinstallateur waarschuwen Gasafsluitkraan openen of evt. bij het energiebedrijf navragen Storingscode op display aflezen. Verwarmingsfirma informeren en storingscode aangeven. Branderstoring opheffen (zie pagina 15) is deze startpoging ook zonder succes, verwarmingsfirma waarschuwen De verwarmingsfirma waarschuwen. Verwarmingsinstallateur waarschuwen Verwarmingswatertemperatur met de draaiknop tr verhogen (zie pagina 11) resp. gewenste kamertemperatuur verhogen (zie gebruiksaanwijzing kamertemperatuur-regeltoestel) Radiatoren ontluchten 13

Wat te doen? Gedrag van de installatie (vervolg) Wat te doen, als... Oorzaak Oplossing... de kamers niet de gewenste temperatuur voorrang van de warmwaterbereiding Wachten tot de warmwaterboiler opgewarmd is hebben, alhoewel de brander in werking ist Circulatiepomp defect Verwarmingsinstallateur waarschuwen de warmwatertemperatuur te laag is Warmwatertemperatuur te laag ingesteld of draaiknop tw staat op 0 Gewenste warmwatertemperatuur instellen Storingsindicator op de display Als er een storing op uw verwarming zit, wordt ze op het display aangegeven. U kunt de storingscode zelf aflezen in het display. Laat de verwarmingsfirma weten welke code wordt getoond. Daarmee zorgt u dat de verwarmingsspecialist beter is voorbereid en bespaart u op eventuele extra vervoerskosten. f 2 14

Wat te doen? Branderstoring opheffen (reset) 1. De draaiknop rt minder dan 2 s naar de stand U RESET en vervolgens weer terug naar het regelbereik draaien. 2. Als de startpoging zonder succes is, informeer dan uw verwarmingsfirma over de storingscode. r 15

Onderhoud Reiniging De toestellen kunnen met een gebruikelijk huishoudelijk reinigingsproduct worden schoongemaakt. Inspectie en onderhoud De inspectie en het onderhoud van een verwarmingsinstallatie wordt door de energiebesparingsverordening en de normen DIN 4755, DIN 1988-8 en EN 806 voorgeschreven. Regelmatig onderhoud garandeert storingsvrij, energiebesparend en milieuvriendelijk stoken. U kunt hiervoor het beste een inspectie- en onderhoudscontract met uw verwarmingsfirma afsluiten. Verwarmingsketel Naarmate de verontreiniging van de ketel toeneemt, stijgt de rookgastemperatuur en wordt ook het energieverlies groter. Daarom moet iedere verwarmingsketel jaarlijks worden gereinigd. Tapwaterfilter (indien aanwezig) Meer informatie vindt u in het hoofdstuk Verklaringen van de begrippen in de bijlage. Om hygiënische redenen bij filters die niet kunnen worden gespoeld, elke 6 maanden het filterelement vernieuwen (visuele controle elke 2 maanden), Bij uitspoelbare filters deze om de 2 maanden uitspoelen. 16

Appendix Verklaringen van de begrippen Verhoogde werking In de verhoogde werking wordt het verwarmingswater constant (permanent) op de ingestelde ketelwatertemperatuur verwarmd. Modi U kunt de volgende modi kiezen: r en w ingesteld: de kamers worden verwarmd. het tapwater wordt opgewarmd (winterwerking). w ingesteld: Het tapwater wordt opgewarmd, geen kamerverwarming (zomerwerking). r ingesteld: de kamers worden verwarmd, geen warmwaterbereiding. r en w op 0 ingesteld: Bescherming tegen vorst van de ketel en de warmwaterboiler is actief, geen kamerverwarming, geen warmwaterbereiding (uitschakelwerking). Verwarmingswatertemperatuur De temperatuur van het verwarmingswater dat naar de radiatoren stroomt (ongeveer ketelwatertemperatuur). Ketelwatertemperatuur Het verwarmingswater in de verwarmingsketel (ketelwater) wordt op de temperatuur verwarmd die aan de regeling is ingesteld. Deze temperatuur wordt ketelwatertemperatuur genoemd. Open werking De verbrandingslucht wordt uit het vertrek gezogen waar de verwarmingsketel staat. Gesloten werking De verbrandingslucht wordt van buiten het gebouw aangezogen. Kamertemperatuurafhankelijke werking Een kamertemperatuur-regeltoestel registreert de kamertemperatuur en vergelijkt hem met de ingestelde gewenste kamertemperatuur. Als de kamertemperatuur lager is dan de gewenste waarde, wordt de verwarmingsketel ingeschakeld, als de kamertemperatuur hoger is dan de gewenste waarde, wordt de verwarmingsketel uitgeschakeld. Instellingen aan een aangesloten kamertemperatuurregeltoestel vindt u in de bijhorende gebruiksaanwijzing. Aanwijzing De verwarmingswatertemperatuur moet met de draaiknop tr voldoende hoog zijn ingesteld, zodat de gewenste kamertemperatuur wordt bereikt. Veiligheidsklep Veiligheidsinrichting die door uw verwarmingsfirma in de koudwaterleiding moet worden ingebouwd. De veiligheidsklep gaat automatisch open, zodat de druk in de warmwaterboiler niet te hoog wordt. 17

Appendix Verklaringen van de begrippen (vervolg) Tapwaterfilter Toestel dat vaste stoffen aan het tapwater onttrekt. De tapwaterfilter bevindt zich in de koudwaterleiding en is vóór de ingang tot de warmwaterboiler of het doorstroomelement ingebouwd. Aanvoertemperatuur De temperatuur van het verwarmingswater dat naar de radiatoren stroomt (in de aanvoerleiding). De temperatuur van het verwarmingswater dat van de radiatoren naar de verwarmingsketel stroomt (in de retourleiding) wordt retourtemperatuur genoemd. Weersafhankelijke werking Bij weersafhankelijke werking wordt de aanvoertemperatuur afhankelijk van de buitentemperatuur geregeld. Daardoor wordt niet meer warmte opgewekt dan nodig is om de vertrekken met de door u ingestelde gewenste kamertemperatuur te verwarmen. De buitentemperatuur wordt door een buiten het gebouw aangebrachte sensor vastgelegd en aan de regeling verzonden. 18

Index Index B Bedieningselementen...7 D Display...7 E Eerste inbedrijfstelling...5 F fout (storing)...14 I Indicatoren...7 Inschakelen...9 Inspectie...16 K Kamertemperatuur...8 M Meldingsplicht...5 O Onderhoud...16 Onderhoudscontract...16 R Reinigingsrichtlijnen...16 Reset...15 S Storing...13 T Tapwaterfilter...16 Temperatuurweergave...12 Temperatuur wijzigen...8, 11 U Uitschakelen...9 V Verklaringen van de begrippen...17 Verwarmingswatertemperatuur...11 Vorstbescherming...9 W Warmwatertemperatuur...11 Weersafhankelijke werking...8, 18 19

Uw contactpersoon Voor vragen over uw installatie of onderh ouds- en reparatiewerkzaamheden kunt u contact opnemen met uw installateur. Installateurs in uw omgeving kunt u vinden op internet, bijv. www.viessmann.com. 20 Viessmann Belgium bvba-sprl Hermesstraat 14 B-1930 ZAVENTEM Tel. : 02 712 06 66 Fax : 02 725 12 39 e-mail : info@viessmann.be www.viessmann.com Technische wijzigingen voorbehouden.