Handleiding voor de hardware HP Compaq zakelijke desktopcomputers d330 Slim Tower-model

Vergelijkbare documenten
Handleiding voor de hardware Zakelijke desktopcomputers HP Compaq Business Desktop dc7100 Small Form Factor

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ D230 MICROTOWER DESKTOP PC

Handleiding voor de hardware HP Compaq zakelijke desktopcomputer dx2000 minitower

Handleiding voor de hardware Zakelijke desktopcomputers HP Compaq Business PC s dc7600 Convertible Minitower

Handleiding voor de hardware Zakelijke desktopcomputers HP Compaq Business Desktop dc5100 Small Form Factor

Naslaggids voor de hardware - dc5750 Small Form Factor

Handleiding voor de hardware Zakelijke desktopcomputers HP Business Desktop dx5150 Small Form Factor

Handleiding voor de hardware Zakelijke desktopcomputers HP Compaq Business Desktop dc5100 Microtower

Handleiding voor de hardware HP Compaq dx2100 Microtower Zakelijke PC

Handleiding voor de hardware Compaq Evo Desktop D310v serie

Handleiding voor de hardware Zakelijke desktopcomputers HP Compaq Business Desktop dx6100 Microtower

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION A6000

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION W5000

Handleiding voor de hardware Zakelijke desktopcomputers HP Compaq Business PC s dc7600 Ultra-Slim Desktop serie

Naslaggids voor de hardware - dc7700 serie Small Form Factor

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Handleiding voor de hardware Zakelijke desktop-pc HP Compaq dx2200 microtower

Naslaggids voor de hardware - dc7800 serie Small Form Factor Zakelijke personal computers

Schijfeenheden. Gebruikershandleiding

Geheugenmodules. Handleiding

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Schijfeenheden. Artikelnummer van document:

Naslaggids voor de hardware - dc7800 serie Convertible Minitower Zakelijke personal computers

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Geheugenmodules. Artikelnummer van document: In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u geheugen in de computer kunt vervangen en upgraden.

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ DC5850 SMALL FORM FACTOR PC

Handleiding voor de hardware Evo Workstation W4000, minitower om te bouwen tot desktop

handleiding voor de hardware hp workstation xw4000

Geheugenmodules. Gebruikershandleiding

Naslaggids voor de hardware HP Compaq 6000 Pro Small Form Factor zakelijke pc

Naslaggids voor de hardware - dc7900 serie Convertible Minitower Zakelijke personal computers

Naslaggids voor de hardware. HP Compaq Pro 4300 Small Form Factor zakelijke PC

Naslaggids voor de hardware HP Compaq 6005 Pro Small Form Factor zakelijke pc

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Handleiding voor de hardware Compaq Evo Serie van Personal Computers - desktopmodel

Geheugenmodules. Gebruikershandleiding

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION MEDIA CENTER M8000

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Naslaggids voor de hardware - dc5700 Microtower

Schijfeenheden. Gebruikershandleiding

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Naslaggids voor de hardware dx2420 Microtowermodel Zakelijke computers HP Compaq

Naslaggids voor de hardware HP Compaq 8000 Elite Small Form Factor zakelijke pc

Geheugenmodules. Gebruikershandleiding

Naslaggids voor de hardware. HP ProDesk 600 G2 SFF Business PC

Geheugenmodules. Artikelnummer van document: In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u geheugen in de computer kunt vervangen en upgraden.

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ D230 MICROTOWER DESKTOP PC

Handleiding voor de hardware Zakelijke desktopcomputers HP Compaq Business PC s dc7600 Small Form Factor serie

Naslaggids voor de hardware dx7500 Microtower HP Compaq Zakelijke personal computers

Handleiding voor de hardware Minitowermodel Compaq Evo serie

Handleiding voor upgrades en service. Printed in

Geheugenmodules. Gebruikershandleiding

Naslaggids voor de hardware. HP rp5800 Retail System

Naslaggids voor de hardware. HP ProDesk 490 G1 Microtower

Naslaggids voor de hardware HP Compaq 6000 Pro Microtower zakelijke pc

Externe apparatuur. Gebruikershandleiding

Schijfeenheden Gebruikershandleiding

Schijfeenheden. Gebruikershandleiding

Geheugenmodules. Artikelnummer van document: In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u geheugen in de computer kunt vervangen en upgraden.

Naslaggids voor de hardware HP Compaq 8000 Elite Convertible Minitower zakelijke pc

Naslaggids voor de hardware HP Elite 7000 MT serie pc's

Naslaggids voor de hardware. HP RP5 Retailsysteem

Controlelijst bij het uitpakken

HP Compaq Business PC Handleiding voor de hardware. Pro 6300 Series Microtower Pro 6300 Series Small Form Factor

Schijfeenheden Gebruikershandleiding

Handleiding voor upgrades en service

Externe apparatuur. Gebruikershandleiding

Handleiding voor de hardware Evo D500 Ultra-Slim Desktop

Externe apparatuur. Handleiding

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION T3000

netwerkcommunicatie hp workstation xw4000 hp workstation xw6000

Naslaggids voor de hardware. HP EliteDesk 705 G2 SFF zakelijke pc

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ PRESARIO SR5000

Externe apparatuur Gebruikershandleiding

HP 2700 Ultra-Slim dockingstation Gebruikershandleiding

Naslaggids voor de hardware. HP Pro 2000 en 3000 serie Microtower zakelijke computers

UW COMPUTER UPGRADEN

Naslaggids voor de hardware. HP ProDesk 490 G3 MT Business PC

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION ELITE M9000

Externe apparatuur. Handleiding

Externe apparatuur Gebruikershandleiding

Externe apparatuur. Artikelnummer van document: In deze handleiding wordt het gebruik van optionele externe apparaten beschreven.

Naslaggids voor de hardware. HP ProDesk 490 G2 Microtower

Schijfeenheden Gebruikershandleiding

UW COMPUTER UPGRADEN

Naslaggids voor de hardware HP rp3000

Naslaggids voor de hardware. HP ProDesk 600 G1 Tower HP ProDesk 600 G1 Small Form Factor

Naslaggids voor de hardware

Uw gebruiksaanwijzing. HP XW4000

ATA-kabel. Opmerking: U kunt instructies op het internet vinden op

Schijfeenheden Gebruikershandleiding

Handleiding netwerkcommunicatie Evo Desktop serie, Evo Workstation serie

ThinkCentre. Gids voor het vervangen van hardware Typen 8424, 8425, 8428 Typen 8171, 8172, 8173

Handleiding Upgrade en Service

Externe apparatuur Gebruikershandleiding

Klep van systeemkaart verwijderen

Handleiding Upgrade en Service

Naslaggids voor de hardware. HP Compaq 8100 Elite Small Form Factor zakelijke pc en HP Z200 Small Form Factor werkstation

Harde schijf. Opmerking: U kunt instructies op het internet vinden op

Transcriptie:

Handleiding voor de hardware HP Compaq zakelijke desktopcomputers d330 Slim Tower-model Artikelnummer van document: 317676-332 September 2003 Deze handleiding bevat algemene informatie voor het upgraden van dit model computer.

Å WAARSCHUWING: Ä VOORZICHTIG: Copyright 2003 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden verwijderd. Microsoft, MS-DOS, Windows en Windows NT zijn handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Intel, Pentium, Intel Inside en Celeron zijn handelsmerken van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Adobe, Acrobat en Acrobat Reader zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. De garanties op HP producten en diensten worden beschreven in de garantieverklaringen behorende bij deze producten en diensten. Niets in deze handleiding kan worden opgevat als een aanvullende garantie. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie. De informatie in dit document valt onder het auteursrecht. Dit document of een gedeelte hiervan mag niet worden gekopieerd, vermenigvuldigd of vertaald in een andere taal, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard Company. Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar. Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens tot gevolg hebben. Handleiding voor de hardware HP Compaq zakelijke desktopcomputers d330 Slim Tower-model Tweede editie, september 2003 Eerste editie, mei 2003 Artikelnummer van document: 317676-332

Inhoudsopgave 1 Productkenmerken Voorzieningen van de standaardconfiguratie................................ 1 1 Onderdelen aan de voorkant............................................. 1 2 Onderdelen aan de achterkant............................................ 1 3 Easy Access toetsenbord................................................ 1 4 Easy Access knoppen aanpassen...................................... 1 5 Windows-logotoets................................................. 1 6 Speciale muisfuncties.................................................. 1 7 Locatie van het serienummer............................................ 1 7 2 Hardware-upgrades Voorzieningen voor onderhoud........................................... 2 1 Waarschuwingen en instructies........................................... 2 1 Smart Cover Lock ontgrendelen.......................................... 2 2 Smart Cover FailSafe-sleutel......................................... 2 2 Toegangspaneel en voorpaneel verwijderen................................. 2 4 Extra geheugen installeren.............................................. 2 8 DIMM s......................................................... 2 8 DDR-SDRAM DIMM s............................................. 2 8 DIMM-voetjes.................................................... 2 9 Uitbreidingskaarten installeren.......................................... 2 14 Extra schijfeenheden installeren......................................... 2 18 Locaties van schijfeenheden......................................... 2 19 Optische-schijfeenheden en diskettedrives verwijderen.................... 2 20 Optionele optische-schijfeenheid installeren............................ 2 22 Vaste schijf vervangen............................................. 2 25 Handleiding voor de hardware www.hp.com iii

Inhoudsopgave A Specificaties B C Richtlijnen voor het installeren van PATA vaste schijven Kabelselectievoorziening bij parallelle ATA (PATA)-eenheden................. B 1 Richtlijnen voor het installeren van PATA-schijfeenheden.................. B 2 Batterij vervangen D Beveiligingssloten Beveiligingssloten bevestigen............................................ D 1 E F Beveiligingskapje voor connectoren Beveiligingskapje voor connectoren installeren.............................. E 1 Beveiligingskapje voor connectoren verwijderen............................. E 5 Elektrostatische ontlading Elektrostatische ontlading voorkomen..................................... F 1 Aardingsmethoden..................................................... F 2 G Regelmatig onderhoud en voorbereiding voor transport Regelmatig onderhoud van de computer.................................... G 1 Voorzorgsmaatregelen voor optische-schijfeenheden.......................... G 2 Gebruik.......................................................... G 2 Schoonhouden..................................................... G 2 Veiligheid........................................................ G 2 Computer voorbereiden op transport....................................... G 3 Index iv www.hp.com Handleiding voor de hardware

1 Productkenmerken Voorzieningen van de standaardconfiguratie De voorzieningen van HP Compaq Slim Tower-computers kunnen per model verschillen. Voer het hulpprogramma Diagnostics for Windows (Diagnose voor Windows) uit voor een compleet overzicht van de in de computer geïnstalleerde hardware en software. De handleiding Problemen oplossen op de documentatie-cd Documentation Library bevat instructies voor het gebruik van dit hulpprogramma. Configuratie van de d330 Slim Tower Handleiding voor de hardware www.hp.com 1 1

Productkenmerken Onderdelen aan de voorkant De configuratie van schijfeenheden kan per model verschillen. Onderdelen aan de voorkant 1 Optische-schijfeenheid (cd-rom-, cd-r/rw-, dvd-rom- of dvd-r/rw-drive of cd-rw/dvd-combodrive) 2 Ejectknop van de (optionele) diskettedrive 7 Aan/uit-lampje 8 Lampje van de vaste schijf 3 Diskettedrive (optionele) 9 USB-poorten 4 Lampje van de (optionele) diskettedrive - Hoofdtelefoonconnector 5 Ejectknop van de optische-schijfeenheid q Microfoonconnector 6 Aan/uit-knop 1 2 www.hp.com Handleiding voor de hardware

Productkenmerken Onderdelen aan de achterkant Onderdelen aan de achterkant 1 Netsnoerconnector 7 n RJ-45-netwerkconnector 2 Spanningsschakelaar 8 l Parallelle poort 3 b PS/2-muisconnector 9 c Monitorconnector 4 a PS/2-toetsenbordconnector - h Hoofdtelefoon/audio-uitgang 5 o Universal Serial Bus (USB) q j Audio-ingang 6 m Seriële poort w g Microfoonconnector Aantal en indeling van de connectoren kunnen per model verschillen. De monitorconnector op de systeemkaart is niet actief wanneer er een AGP-uitbreidingskaart in de computer is geïnstalleerd of wanneer er zowel een AGP grafische kaart als een PCI grafische kaart is geïnstalleerd. Als er alleen een PCI grafische kaart is geïnstalleerd, kunnen de connectoren op deze kaart en op de systeemkaart tegelijkertijd worden gebruikt. Als u beide connectoren wilt gebruiken, kan het noodzakelijk zijn eerst bepaalde instellingen in Computer Setup (Computerinstellingen) te wijzigen. Meer informatie over de opstartvolgorde vindt u in de Handleiding Computerinstellingen op de documentatie-cd Documentation Library. Als er zowel een AGP grafische kaart als een PCI grafische kaart is geïnstalleerd, zijn de connectoren op beide kaarten actief. Beide connectoren kunnen dan gelijktijdig worden gebruikt. Handleiding voor de hardware www.hp.com 1 3

Productkenmerken Easy Access toetsenbord Onderdelen van het Easy Access toetsenbord 1 Functietoetsen Met de functietoetsen kunt u speciale functies uitvoeren, afhankelijk van de gebruikte applicatie. 2 Easy Access knoppen Deze bieden rechtstreekse toegang tot bepaalde Internet-adressen. 3 Bewerkingstoetsen Dit zijn de volgende toetsen: Insert, Home, Page Up, Delete, End en Page Down. 4 Statuslampjes Deze geven de status van de computer en de toetsenbordinstellingen aan (Num Lock, Caps Lock en Scroll Lock). 5 Numerieke toetsen Deze toetsen gebruikt u als de toetsen op een rekenmachine. 6 Pijltoetsen De pijltoetsen worden gebruikt om te navigeren in documenten of websites. Met deze toetsen kunt u naar links, rechts, boven of beneden bewegen zonder dat u de muis hoeft te gebruiken. 1 4 www.hp.com Handleiding voor de hardware

Productkenmerken Onderdelen van het Easy Access toetsenbord (vervolg) 7 Applicatietoets* Wordt gebruikt om popupmenu s te openen in Microsoft Office-applicaties (net als de rechtermuisknop). Heeft in andere applicaties mogelijk andere functies. 8 Windows-logotoets* Met deze toets opent u het menu Start in Microsoft Windows. Wordt in combinatie met andere toetsen gebruikt voor andere functies. 9 Ctrl-toets Deze toets wordt in combinatie met een andere toets gebruikt. De functie ervan wordt bepaald door de gebruikte applicatie. *Deze toetsen zijn alleen beschikbaar in bepaalde landen. Easy Access knoppen aanpassen Alle Easy Access knoppen kunnen opnieuw worden geprogrammeerd om er een willekeurige softwareapplicatie, een gegevensbestand op de vaste schijf of een Internet-adres mee te openen. U programmeert de Easy Access knoppen als volgt: 1. Dubbelklik op het toetsenbordpictogram in het systeemvak rechtsonder op de Taakbalk van Windows. Het dialoogvenster Eigenschappen voor toetsenbord wordt weergegeven. 2. Klik in dit dialoogvenster op de knop Help voor instructies. Handleiding voor de hardware www.hp.com 1 5

Productkenmerken Windows-logotoets Functies van de Windows Logo-toets U gebruikt de Windows-logotoets in combinatie met andere toetsen om bepaalde functies in het Windows-besturingssysteem uit te voeren. Zie het gedeelte Easy Access toetsenbord voor meer informatie over de Windows-logotoets. Windows-logotoets Windows-logotoets + d Windows-logotoets + m Shift + Windows-logotoets + m Windows-logotoets + e Windows-logotoets + f Windows-logotoets + Ctrl + f Windows-logotoets + F1 Windows-logotoets + l Windows-logotoets + r Windows-logotoets + u Windows-logotoets + Tab Het menu Start openen of verbergen. Het bureaublad tonen. Alle geopende applicaties minimaliseren. Het formaat van alle geminimaliseerde applicaties herstellen. Deze computer starten. Document zoeken starten. Computer zoeken starten. Windows Help starten. Hiermee vergrendelt u de computer als u verbinding heeft met een netwerkdomein. Als er geen verbinding met een netwerkdomein is, kunt u hiermee op een andere gebruiker overschakelen. Het dialoogvenster Uitvoeren openen. Hulpprogrammabeheer starten. De volgende knop op de taakbalk activeren. 1 6 www.hp.com Handleiding voor de hardware

Productkenmerken Speciale muisfuncties De meeste applicaties ondersteunen het gebruik van een muis. De functie van de muisknoppen is afhankelijk van de applicatie waarmee u werkt. Locatie van het serienummer Elke computer beschikt over een uniek serienummer dat u vindt aan de bovenkant of aan de achterkant van de computer. Houd dit nummer bij de hand wanneer u contact opneemt met de klantenondersteuning. Locatie van het serienummer Handleiding voor de hardware www.hp.com 1 7

2 Hardware-upgrades Voorzieningen voor onderhoud Deze computer beschikt over voorzieningen die het uitvoeren van upgrades en onderhoud aan de computer vergemakkelijken. Voor de meeste installatieprocedures die in dit hoofdstuk worden beschreven, heeft u geen gereedschap nodig. Als de computer een desktopconfiguratie heeft, moet u ervoor zorgen dat er ten minste 10 cm ruimte aan alle kanten vrij blijft, zonder obstakels. Waarschuwingen en instructies Å WAARSCHUWING: Å WAARSCHUWING: Ä VOORZICHTIG: Ä VOORZICHTIG: Lees zorgvuldig alle instructies en waarschuwingen in deze handleiding door voordat u een upgrade uitvoert. Beperk het risico van persoonlijk letsel door een elektrische schok of hete oppervlakken door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen en de interne onderdelen van het systeem te laten afkoelen voordat u deze aanraakt. Steek geen telefoon- of telecommunicatieconnectoren in de netwerkaansluiting, om het risico van brand, schade aan apparatuur of letsel door elektrische schokken te beperken. Een ontlading van statische elektriciteit kan de elektronische onderdelen van de computer of optionele apparatuur beschadigen. Zorg ervoor dat u niet statisch geladen bent. Raak een geaard metalen voorwerp aan voordat u deze handelingen uitvoert. Raadpleeg Appendix F, Elektrostatische ontlading in deze handleiding voor meer informatie over het voorkomen van elektrostatische ontlading. Controleer of de computer is uitgeschakeld en of het netsnoer uit het stopcontact is gehaald voordat u het toegangspaneel van de computer verwijdert. Handleiding voor de hardware www.hp.com 2 1

Hardware-upgrades Smart Cover Lock ontgrendelen Smart Cover FailSafe-sleutel Ä VOORZICHTIG: Smart Cover Lock is een optionele voorziening op bepaalde modellen. Het Smart Cover Lock is een slot op de computerkap, dat softwarematig kan worden bestuurd. Het slot is beveiligd met het instelwachtwoord. Hiermee wordt voorkomen dat onbevoegden toegang krijgen tot de interne onderdelen. Bij levering van de computer is het Smart Cover Lock niet vergrendeld. Raadpleeg de Handleiding Desktop Management voor meer informatie over het vergrendelen van het Smart Cover Lock. Als u het Smart Cover Lock heeft ingeschakeld maar het wachtwoord niet kunt invoeren om het slot uit te schakelen, heeft u een Smart Cover FailSafe-sleutel nodig om de behuizing van de computer te openen. U gebruikt deze sleutel in de volgende situaties: Bij een stroomonderbreking. Bij een opstartstoring. Bij storing in een computeronderdeel, zoals de processor of de voedingseenheid. Als u het wachtwoord bent vergeten. De Smart Cover FailSafe-sleutel is bij HP verkrijgbaar. Zorg ervoor dat u deze sleutel in uw bezit heeft voor het geval u deze ooit nodig heeft. 2 2 www.hp.com Handleiding voor de hardware

Hardware-upgrades U kunt de FailSafe-sleutel als volgt in uw bezit krijgen: Neem contact op met een HP Business Partner. Bestel artikelnummer 166527-001 voor de moersleutelvariant; artikelnummer 166527-002 voor een sleutel in de vorm van een schroevendraaierbit. Raadpleeg de HP website (www.hp.com) voor bestelinformatie. Bel het telefoonnummer dat in de garantie wordt genoemd. U opent de kap van de computer als volgt: 1. Zet de computer en alle externe apparatuur uit. Schroeven van het Smart Cover Lock verwijderen 2. Verwijder het Smart Cover Lock. Plaats het Smart Cover Lock weer terug en bevestig het met de speciale schroeven. Handleiding voor de hardware www.hp.com 2 3

Hardware-upgrades Toegangspaneel en voorpaneel verwijderen U verwijdert het toegangspaneel als volgt: 1. Als u het Smart Cover Lock heeft vergrendeld, gebruikt u Computer Setup (Computerinstellingen) om het Smart Cover Lock te ontgrendelen. 2. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet alle externe apparatuur uit. 3. Haal de stekker uit het stopcontact, verwijder het netsnoer uit de computer en koppel eventuele externe apparaten los. Ä VOORZICHTIG: Controleer voordat u het toegangspaneel van de computer verwijdert of de computer uitgeschakeld is en of de stekker niet in het stopcontact zit. Leg de computer op de zijkant met het toegangspaneel naar boven voordat u het toegangspaneel verwijdert en hardware installeert. 2 4 www.hp.com Handleiding voor de hardware

Hardware-upgrades 4. Verwijder de schroef aan de achterkant van de computervoet 1. 5. Til de computer van de voet 2 en leg de computer op de zijkant. Computer van de computervoet verwijderen Handleiding voor de hardware www.hp.com 2 5

Hardware-upgrades 6. Trek de vergrendeling van het toegangspaneel omhoog 1 om het toegangspaneel van de computer te ontgrendelen. 7. Schuif het toegangspaneel ongeveer 1,25 cm naar achteren 2 en til het toegangspaneel vervolgens op om het van het chassis te verwijderen. Toegangspaneel van de computer verwijderen 2 6 www.hp.com Handleiding voor de hardware

Hardware-upgrades 8. Als u het voorpaneel wilt verwijderen, beweegt u alle drie de lipjes aan de bovenkant van het voorpaneel voorzichtig omhoog 1 en vervolgens verwijdert u het voorpaneel van het chassis 2. Voorpaneel verwijderen U voert de bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde uit om de computer weer in elkaar te zetten. Duw naar beneden terwijl u het toegangspaneel terugplaatst. Raadpleeg het label aan de binnenkant van het toegangspaneel voor meer informatie. Als u het voorpaneel wilt terugplaatsen, plaatst u eerst de twee lipjes aan de onderkant van het voorpaneel in de uitsparingen en vervolgens scharniert u het voorpaneel naar achteren om de drie lipjes aan de bovenkant van het voorpaneel vast te klikken. Handleiding voor de hardware www.hp.com 2 7

Hardware-upgrades Extra geheugen installeren De computer wordt geleverd met DDR-SDRAM (Double Data Rate Synchronous Dynamic Random Access Memory) DIMM s (Dual-Inline Memory Modules). DIMM s De systeemkaart bevat voldoende geheugenmodulevoetjes voor maximaal vier industriestandaard DIMM s. In deze geheugenvoetjes is ten minste één vooraf geïnstalleerde DIMM geplaatst. Voor een optimale geheugencapaciteit kunt u maximaal 4 GB aan geheugen in de snelle tweekanaalmodus op de systeemkaart plaatsen. DDR-SDRAM DIMM s Als de computer DDR-SDRAM DIMM s ondersteunt, moeten de DIMM s voor een juiste werking van het systeem voldoen aan het volgende: industriestandaard 184-pins compatibel met niet-gebufferd PC2100 266 MHz, PC2700 333 MHz of PC3200 400 MHz 2,5-volt DDR-SDRAM DIMM s De DDR-SDRAM DIMM s moeten bovendien: CAS-wachttijd 2 of 2,5 (CL = 2 of CL = 2,5) ondersteunen voorzien zijn van de voorgeschreven JEDEC SPD-informatie Daarnaast ondersteunt de computer: 128-Mbit, 256-Mbit en 512-Mbit niet-ecc geheugen enkelzijdige en dubbelzijdige DIMM s DIMM s met x8 en x16 DDR-elementen. DIMM s met x4 SDRAM worden daarentegen niet ondersteund 2 8 www.hp.com Handleiding voor de hardware

Hardware-upgrades De volgende processorbusfrequenties zijn vereist om de computer te laten werken op de ondersteunde geheugenfrequenties. Geheugenfrequentie Vereiste processorbusfrequentie 266 MHz 400 MHz, 533 MHz of 800 MHz 333 MHz 533 MHz of 800 MHz 400 MHz 800 MHz Wanneer een geheugenfrequentie wordt gekoppeld aan een nietondersteunde processorbusfrequentie, zal het systeem werken op de hoogste geheugenfrequentie die wel wordt ondersteund. Wanneer bijvoorbeeld een 333-MHz DIMM wordt gekoppeld aan een 400-MHz processorbus, zal het systeem werken op de hoogste ondersteunde geheugenfrequentie, te weten 266 MHz. Het systeem kan niet opstarten wanneer er niet-ondersteunde DIMM s zijn geïnstalleerd. DIMM-voetjes Het systeem werkt automatisch in enkelkanaalmodus of in de snellere tweekanaalmodus, afhankelijk van de manier waarop de DIMM s zijn geïnstalleerd. In de enkelkanaalmodus wordt de maximale snelheid bepaald door de traagste DIMM in het systeem. Wanneer er bijvoorbeeld een DIMM van 266 MHz en een tweede DIMM van 333 MHz zijn geïnstalleerd, zal het systeem werken op de langzaamste van deze twee snelheden. In de tweekanaalmodus moeten de DIMM s onderling met elkaar overeenkomen. De DIMM s in de zwarte geheugenvoetjes XMM1 en XMM3 moeten identiek zijn en de DIMM s in de blauwe voetjes XMM2 en XMM4 moeten eveneens identiek zijn. Als er een voorgeïnstalleerde DIMM in voetje XMM1 aanwezig is en u een tweede DIMM wilt toevoegen, is het daarom aan te raden dat u een identieke DIMM in geheugenvoetje XMM3 plaatst. Als u alle vier de DIMM-voetjes gebruikt, kunt u het best in alle geheugenvoetjes identieke DIMM s installeren. Anders kan het systeem niet in de tweekanaalmodus werken. Handleiding voor de hardware www.hp.com 2 9

Hardware-upgrades De systeemkaart bevat vier DIMM-voetjes; twee voetjes per kanaal. De voetjes worden aangeduid met XMM1, XMM2, XMM3 en XMM4. De voetjes XMM1 en XMM2 werken in geheugenkanaal A. De voetjes XMM3 en XMM4 werken in geheugenkanaal B. Locatie van DIMM-voetjes Onderdeel Beschrijving Kleur van het voetje 1 DIMM-voetje XMM1, kanaal A Zwart 2 DIMM-voetje XMM2, kanaal A Blauw 3 DIMM-voetje XMM3, kanaal B Zwart 4 DIMM-voetje XMM4, kanaal B Blauw 2 10 www.hp.com Handleiding voor de hardware

Hardware-upgrades DDR-SDRAM DIMM s installeren Ä VOORZICHTIG: Ä VOORZICHTIG: Ä VOORZICHTIG: Ä VOORZICHTIG: De geheugenvoetjes hebben vergulde contacten. Als u het geheugen uitbreidt, is het belangrijk dat u DIMM s met gouden contactpunten gebruikt om te voorkomen dat er corrosie en/of oxidatie ontstaat doordat reactieve metalen met elkaar in contact komen. Een ontlading van statische elektriciteit kan de elektronische onderdelen van de computer of optionele kaarten beschadigen. Zorg ervoor dat u niet statisch geladen bent. Raak een geaard metalen voorwerp aan voordat u deze handelingen uitvoert. Zie Appendix F, Elektrostatische ontlading voor meer informatie. Voorkom dat u de contactpunten aanraakt als u een geheugenmodule hanteert. Als u dit toch doet, kan de module beschadigd raken. 1. Als u het Smart Cover Lock heeft vergrendeld, gebruikt u Computer Setup (Computerinstellingen) om het Smart Cover Lock te ontgrendelen. 2. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet alle externe apparatuur uit. 3. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten. 4. Verwijder het toegangspaneel en het voorpaneel. Om beschadiging te voorkomen, controleert u waar alle kabels en draden zich bevinden voordat u de schijfpositie omhoog of omlaag beweegt. Handleiding voor de hardware www.hp.com 2 11

Hardware-upgrades 5. Kantel de Easy Access schijfpositie omhoog. Å WAARSCHUWING: Schijfpositie wegdraaien 6. Zoek de geheugenmodulevoetjes op de systeemkaart. Laat interne systeemonderdelen afkoelen voordat u ze aanraakt, om het risico van brandwonden te beperken. 2 12 www.hp.com Handleiding voor de hardware

Hardware-upgrades 7. Open beide vergrendelingen van het geheugenvoetje 1 en plaats vervolgens de module in het voetje 2. DIMM installeren Een geheugenmodule kan slechts op één manier worden geïnstalleerd. Houd de module zo vast dat de uitsparing zich boven het lipje op het geheugenvoetje bevindt. Als er een voorgeïnstalleerde DIMM in voetje XMM1 aanwezig is en u een tweede DIMM wilt toevoegen, is het aan te raden dat u een identieke DIMM in geheugenvoetje XMM3 plaatst. Als u alle vier de DIMM-voetjes gebruikt, kunt u het best in alle geheugenvoetjes identieke DIMM s installeren. Anders kan de computer niet in de tweekanaalmodus werken. 8. Duw de module in het voetje zodat de module goed op zijn plaats zit. Zorg ervoor dat de vergrendelingen gesloten zijn 3. Handleiding voor de hardware www.hp.com 2 13

Hardware-upgrades 9. Herhaal de stappen 7 en 8 voor elke extra module die u wilt installeren. 10. Kantel de Easy Access schijfpositie omlaag. Let erop dat de kabels niet in het chassis bekneld raken wanneer u de schijfpositie beweegt. 11. Plaats het voorpaneel en het toegangspaneel van de computer terug. 12. Vergrendel desgewenst via Computer Setup (Computerinstellingen) het Smart Cover Lock opnieuw en schakel de Smart Cover Sensor in. Het extra geheugen wordt automatisch herkend wanneer u de computer weer inschakelt. Uitbreidingskaarten installeren De computer is voorzien van drie PCI-uitbreidingsslots en een AGP-uitbreidingsslot. U kunt in elk slot een uitbreidingskaart plaatsen met een lengte van maximaal 17,46 cm. U installeert een uitbreidingskaart als volgt: 1. Als u het Smart Cover Lock heeft vergrendeld, gebruikt u Computer Setup (Computerinstellingen) om het Smart Cover Lock te ontgrendelen. 2. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet alle externe apparatuur uit. 3. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten. 4. Verwijder het toegangspaneel van de computer. 2 14 www.hp.com Handleiding voor de hardware

Hardware-upgrades 5. Bepaal in welk uitbreidingsslot u de uitbreidingskaart wilt installeren. 6. Ontgrendel de borgbeugel waarmee de afdekplaatjes van de uitbreidingsslots op hun plaats worden gehouden, door de beugel omhoog te trekken 1. 7. Verwijder het afdekplaatje door het afdekplaatje omhoog te schuiven en het vervolgens naar het midden van het chassis te bewegen 2. Afdekplaatje van uitbreidingsslot verwijderen Handleiding voor de hardware www.hp.com 2 15

Hardware-upgrades 8. Installeer de uitbreidingskaart door de kaart voorzichtig onder de borgbeugel voor de uitbreidingsslots te plaatsen 1 en de uitbreidingskaart vervolgens stevig in de connector te drukken 2. Zorg ervoor dat de uitbreidingskaart stevig vastzit op de goede plek in het uitbreidingsslot. Let erop dat u niet tegen andere onderdelen in de computer aanstoot terwijl u een uitbreidingskaart installeert. Uitbreidingskaart installeren 9. Beweeg de borgbeugel voor de uitbreidingsslots omlaag 3 om de uitbreidingskaart te vergrendelen. 2 16 www.hp.com Handleiding voor de hardware

Hardware-upgrades 10. Als u een AGP-kaart verwijdert uit een AGP-uitbreidingsslot met een borgmechanisme, beweegt u de borgbeugel van het uitbreidingsslot af en vervolgens beweegt u de kaart voorzichtig heen en weer totdat de kaart loskomt uit het slot. Beweeg de kaart recht omhoog en vervolgens naar het midden van het chassis, zodat u de kaart uit het chassis kunt verwijderen. Pas op dat de kaart niet langs andere onderdelen schuurt. Ä VOORZICHTIG: AGP-kaart verwijderen uit een slot met een borgmechanisme 11. Als u de oude kaart niet door een nieuwe vervangt, installeert u een afdekplaatje om het open slot af te dekken. Plaats het metalen afdekplaatje in het geopende slot en duw de borgbeugel omlaag om het afdekplaatje vast te zetten. Nadat u een uitbreidingskaart heeft verwijderd, moet u deze door een nieuwe kaart vervangen of het open slot afdekken (bijvoorbeeld met een metalen afdekplaatje of met een stuk tape), zodat een goede koeling van de interne componenten mogelijk blijft. Handleiding voor de hardware www.hp.com 2 17

Hardware-upgrades Extra schijfeenheden installeren Ä VOORZICHTIG: De computer is voorzien van twee externe schijfposities. Houd rekening met de volgende richtlijnen als u extra schijfeenheden installeert: Voor optimale prestaties sluit u vaste schijven aan op de primaire controller. Sluit andere apparaten, zoals optische-schijfeenheden, IDE-tapedrives en diskettedrives aan op de secundaire controller met een 80-aderige IDE-kabel. Gebruik geleideschroeven om de schijfeenheid in de juiste stand in de schijfhouder vast te zetten. De computer wordt geleverd met extra geleideschroeven (vier 6 32 schroeven en vier M3 metrische schroeven), die u vindt achter het voorpaneel. Voor vaste schijven worden 6 32 schroeven gebruikt. Voor alle andere schijfeenheden worden M3 metrische schroeven gebruikt. De meegeleverde metrische schroeven zijn zwart. De meegeleverde 6 32 schroeven zijn zilverkleurig. U voorkomt als volgt gegevensverlies of schade aan de computer of aan schijfeenheden: Wanneer u een vaste schijf wilt plaatsen of verwijderen, sluit u eerst het besturingssysteem op de normale manier af en schakelt u vervolgens de computer uit. Verwijder nooit een vaste schijf terwijl de computer aan staat of de standbystand is geactiveerd. Zorg dat u geen statische elektriciteit geleidt wanneer u een schijfeenheid aanraakt. Raak de connector van de schijfeenheid niet aan. Meer informatie over het voorkomen van elektrostatische ontlading vindt u in Appendix F, Elektrostatische ontlading. Ga voorzichtig om met schijfeenheden en laat ze niet vallen. Gebruik niet te veel kracht wanneer u een schijfeenheid plaatst. Stel vaste schijven niet bloot aan vloeistoffen, extreme temperaturen of producten met magnetische velden, zoals een monitor of luidsprekers. Als een schijfeenheid moet worden verzonden, plaatst u deze in een schokdempende envelop of een andere geschikte beschermende verpakking voorzien van het opschrift Breekbaar: voorzichtig behandelen. 2 18 www.hp.com Handleiding voor de hardware

Hardware-upgrades Locaties van schijfeenheden Schijfposities van de desktopcomputer 1 5,25-inch schijfpositie voor optionele schijfeenheden 2 3,5-inch schijfpositie (1,44-MB diskettedrive afgebeeld)* 3 Standaard 3,5-inch interne vaste-schijfpositie * Als er een 1,44-MB diskettedrive in de computer is geïnstalleerd, is deze voorzien van een paneel voor de diskettedrive, zoals in de illustratie is weergegeven. Als de computer beschikt over een lege 3,5-inch schijfpositie, is er in plaats hiervan een afdekplaatje gemonteerd. Als er geen schijfeenheid in deze schijfpositie is geïnstalleerd, kunt u later desgewenst een 3,5-inch schijfeenheid installeren (bijvoorbeeld een diskettedrive, een vaste schijf of een Zip-drive). Als u een 3,5-inch apparaat anders dan een diskettedrive of een vaste schijf wilt installeren, moet u het 3,5-inch apparaatpaneel bestellen (artikelnummer 316008-001). Start Computer Setup (Computerinstellingen) om het type, de grootte en de capaciteit van de geïnstalleerde schijfeenheden te controleren. Raadpleeg de Handleiding Computerinstellingen voor meer informatie over Computer Setup (Computerinstellingen). Handleiding voor de hardware www.hp.com 2 19

Hardware-upgrades Optische-schijfeenheden en diskettedrives verwijderen Ä VOORZICHTIG: Verwijder alle verwisselbare media uit de drive voordat u de drive uit de computer verwijdert. Een optische-schijfeenheid is een cd-rom-, cd-rw- of dvd-rom-drive. 1. Als u het Smart Cover Lock heeft vergrendeld, gebruikt u Computer Setup (Computerinstellingen) om het Smart Cover Lock te ontgrendelen. 2. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet alle externe apparatuur uit. 3. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten. 4. Verwijder het toegangspaneel en het voorpaneel. 5. Kantel de Easy Access schijfpositie omhoog. 6. Koppel de geluids-, data- en voedingskabels los van de schijfeenheid. Het andere uiteinde van de geluidskabel moet aangesloten blijven op de audioconnector van de systeemkaart. 7. Kantel de Easy Access schijfpositie omlaag. 2 20 www.hp.com Handleiding voor de hardware

Hardware-upgrades 8. Beweeg de schijfvergrendeling 1 naar achteren. 9. Schuif de schijfeenheid naar voren 2 en til de schijfeenheid vervolgens uit de computer. Optische-schijfeenheid of diskettedrive verwijderen Als u de schijfeenheid weer wilt terugplaatsen, voert u deze procedure in omgekeerde volgorde uit. Als u de schijfeenheid vervangt, zet u de vier schroeven van de oude schijfeenheid over op de nieuwe schijfeenheid. De schroeven worden gebruikt in plaats van geleiderails. Handleiding voor de hardware www.hp.com 2 21

Hardware-upgrades Optionele optische-schijfeenheid installeren U installeert als volgt een optionele optische-schijfeenheid: 1. Als er een optische-schijfeenheid is geïnstalleerd, verwijdert u deze. 2. Plaats twee geleideschroeven in de onderste schroefgaten aan iedere kant van de drive. Ä VOORZICHTIG: Gebruik alleen schroeven met een lengte van 5 mm als geleideschroeven. Met langere schroeven kunt u onderdelen in de schijfeenheid beschadigen. Als u de schijfeenheid vervangt, zet u de vier schroeven van de oude schijfeenheid over op de nieuwe schijfeenheid. De schroeven worden gebruikt in plaats van geleiderails. Geleideschroeven in de optische-schijfeenheid monteren 2 22 www.hp.com Handleiding voor de hardware

Hardware-upgrades 3. Plaats de geleideschroeven op de schijfeenheid in de J-sleuven van de schijfhouder 1. Schuif de schijfeenheid vervolgens naar achteren 2. Optische-schijfeenheid installeren De schijfvergrendeling klikt automatisch vast wanneer u een schijfeenheid installeert. Handleiding voor de hardware www.hp.com 2 23

Hardware-upgrades 4. Kantel de Easy Access schijfpositie omhoog en sluit de platte lintkabel en de geluidskabel aan op de systeemkaart. Ä VOORZICHTIG: Lintkabel en geluidskabel aansluiten 5. Sluit de voedingskabel, de lintkabel en de geluidskabel aan op de achterzijde van de optische-schijfeenheid. 6. Kantel de Easy Access schijfpositie omlaag. Let erop dat de kabels niet in het chassis bekneld raken wanneer u de schijfpositie beweegt. 7. Plaats het voorpaneel en het toegangspaneel van de computer terug. De schijfeenheid wordt automatisch door het besturingssysteem herkend en de configuratie van de computer wordt automatisch aangepast. Als u onderhoud aan de computer pleegt, is het belangrijk ervoor te zorgen dat u de kabels correct aansluit bij het terugplaatsen van de verschillende onderdelen. Als de kabels onjuist zijn aangesloten, kan schade worden toegebracht aan de computer. 2 24 www.hp.com Handleiding voor de hardware

Hardware-upgrades Vaste schijf vervangen Vaste schijf verwijderen en vervangen Zowel PATA (Parallel Advanced Technology Attachment) als SATA (Serial Advanced Technology Attachment) vaste schijven kunnen op deze computer worden geïnstalleerd. Als u voor het eerst een SATA-schijfeenheid in uw computer installeert, is het nuttig de white paper Implementation of Serial ATA on HP Business Desktops te raadplegen voor meer informatie. U kunt deze white paper vinden op www.hp.com/support. Zorg ervoor dat u van tevoren een backup maakt van de gegevens op de oude vaste schijf, zodat u de gegevens later op de nieuwe vaste schijf kunt installeren. De voorgeïnstalleerde 3,5-inch vaste schijf bevindt zich aan de rechterkant van de computer. Ga als volgt te werk om de vaste schijf te verwijderen en te vervangen: 1. Als u het Smart Cover Lock heeft vergrendeld, gebruikt u Computer Setup (Computerinstellingen) om het Smart Cover Lock te ontgrendelen. 2. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet alle externe apparatuur uit. 3. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten. 4. Verwijder het toegangspaneel en het voorpaneel. 5. Kantel de Easy Access schijfpositie omhoog. 6. Ontkoppel de voedingskabel en de datakabel aan de achterkant van de schijfeenheid. Handleiding voor de hardware www.hp.com 2 25

Hardware-upgrades 7. Houd de schijfvergrendeling ingedrukt 1. 8. Schuif de schijfeenheid naar de rechterkant van de schijfpositie 2 en neem de schijfeenheid uit de schijfpositie 3. Vaste schijf verwijderen (de connectoren kunnen verschillen) 9. Als u een vaste schijf wilt installeren, voert u de bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde uit. 2 26 www.hp.com Handleiding voor de hardware

Hardware-upgrades 10. Sluit de voedingskabel 1 en de gegevenskabel 2 aan op de vaste schijf. Gegevenskabel en voedingskabel aansluiten (PATA vaste schijf) Gegevenskabel en voedingskabel aansluiten (SATA vaste schijf) Handleiding voor de hardware www.hp.com 2 27

Hardware-upgrades 11. Sluit het andere uiteinde van de gegevenskabel aan op de overeenkomstige connector op de systeemkaart. Als de computer slechts over één SATA vaste schijf beschikt, moet u de vaste schijf eerst aansluiten op de connector met het opschrift SATA 0, om eventuele prestatieproblemen met de vaste schijf te voorkomen. Locaties van vaste-schijfconnectoren 1 Connector voor SATA vaste schijf 2 Connector voor PATA vaste schijf Als u de vaste schijf vervangt, moet u de vier schroeven van de oude schijf overzetten op de nieuwe vaste schijf. De schroeven worden gebruikt in plaats van geleiderails. U heeft een Torx T-15 schroevendraaier nodig om de geleideschroeven te verwijderen en te monteren. 2 28 www.hp.com Handleiding voor de hardware

Hardware-upgrades Als de geïnstalleerde PATA vaste schijf niet automatisch door de computer wordt herkend, raadpleegt u Appendix B, Richtlijnen voor het installeren van PATA vaste schijven. Als de geïnstalleerde SATA vaste schijf niet automatisch door de computer wordt herkend, raadpleegt u de white paper Implementation of Serial ATA on HP Business Desktops voor instructies voor het besturingssysteem. U kunt deze white paper vinden op www.hp.com/support. Als u de vaste schijf heeft vervangen, plaatst u de cd Restore Plus! in de cd-rom-drive om het besturingssysteem, de stuurprogramma s en/of alle eventuele applicaties te herstellen die vooraf op de computer waren geïnstalleerd. Volg de instructies in de handleiding die u bij de cd Restore Plus! heeft gekregen. Wanneer het herstelproces is voltooid, zet u alle persoonlijke bestanden terug waarvan u een backup heeft gemaakt voordat u de vaste schijf verving. Schijfeenheid in de 3,5-inch schijfpositie plaatsen Afhankelijk van de configuratie van de computer is de 3,5-inch schijfpositie aan de linkerkant van de computer voorzien van een diskettedrive, of leeg. Met welk paneel de schijfpositie is afgedekt, is afhankelijk van de oorspronkelijke configuratie van de computer. Als de computer niet is voorzien van de optionele diskettedrive, kunt u desgewenst een 3,5-inch apparaat zoals een diskettedrive of een vaste schijf in de schijfpositie installeren. Het type paneel dat u hierbij nodig heeft, hangt af van het type apparaat dat u wilt installeren. Als u een diskettedrive installeert, moet u een paneel voor een diskettedrive monteren (artikelnummer 316002-001). Als u een vaste schijf installeert, moet u een afdekplaatje monteren (artikelnummer 316006-001). Als u een 3,5-inch apparaat anders dan een diskettedrive of een vaste schijf wilt installeren, gebruikt u het 3,5-inch apparaatpaneel (artikelnummer 316008-001). Neem contact op met een geautoriseerde HP Business Partner om het juiste paneel te bestellen wanneer u een andere schijfeenheid installeert. Als u een secundaire PATA vaste schijf wilt installeren, heeft u een kabel met een dubbel uiteinde nodig (artikelnummer 108950-051). Handleiding voor de hardware www.hp.com 2 29

Hardware-upgrades Locatie van de geleideschroeven De geleideschroeven op een 3,5-inch diskettedrive 1 staan dichter op elkaar dan bij een vaste schijf 2. U installeert als volgt een schijfeenheid in de schijfpositie: 1. Als u het Smart Cover Lock heeft vergrendeld, gebruikt u Computer Setup (Computerinstellingen) om het Smart Cover Lock te ontgrendelen. 2. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet alle externe apparatuur uit. 3. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten. 4. Verwijder het toegangspaneel en het voorpaneel. 2 30 www.hp.com Handleiding voor de hardware

Hardware-upgrades 5. Verwijder het paneel van de diskettedrive door het lipje in te drukken 1 en het paneel weg te trekken van het voorpaneel van de computer 2. Het type paneel is afhankelijk van de configuratie van de computer. Paneel van de diskettedrive verwijderen Handleiding voor de hardware www.hp.com 2 31

Hardware-upgrades 6. Plaats de achterste schroeven van de vaste schijf 1 in de achterste J-sleuven. Schuif de schijfeenheid 2 in de richting van de achterkant van de schijfpositie, totdat de voorste schroeven aansluiten op de voorste J-sleuven. Beweeg vervolgens de voorkant van de schijfeenheid omlaag. Schuif de schijfeenheid helemaal naar achteren, totdat deze in de juiste positie vastklikt. Wanneer u een diskettedrive installeert, sluiten de voorste en achterste geleideschroeven precies aan op de J-sleuven. Plaats de geleideschroeven in de J-sleuven en schuif de diskettedrive in de richting van de achterkant van de schijfhouder totdat de diskettedrive in de juiste positie vastklikt. Vaste schijf in de 3,5-inch schijfpositie installeren 2 32 www.hp.com Handleiding voor de hardware

Hardware-upgrades 7. Breng het benodigde paneel aan door dit op zijn plaats te drukken. Het type paneel dat u hierbij nodig heeft, hangt af van het type apparaat dat u installeert. Als u een diskettedrive installeert, moet u een paneel voor een diskettedrive monteren (artikelnummer 316002-001). Als u een vaste schijf installeert, moet u een afdekplaatje monteren (artikelnummer 316006-001), zoals weergegeven in de onderstaande illustratie. Als u een 3,5-inch apparaat anders dan een diskettedrive of een vaste schijf wilt installeren, gebruikt u het 3,5-inch apparaatpaneel (artikelnummer 316008-001). Neem contact op met een geautoriseerde HP Business Partner om het juiste paneel te bestellen wanneer u een andere schijfeenheid installeert. 8. Sluit de voedingskabel en de datakabel aan. 9. Plaats het voorpaneel en het toegangspaneel van de computer terug. Handleiding voor de hardware www.hp.com 2 33

Hardware-upgrades Als de geïnstalleerde PATA vaste schijf niet automatisch door de computer wordt herkend, raadpleegt u Appendix B, Richtlijnen voor het installeren van PATA vaste schijven. Als de geïnstalleerde SATA vaste schijf niet automatisch door de computer wordt herkend, raadpleegt u de white paper Implementation of Serial ATA on HP Business Desktops voor instructies voor het besturingssysteem. U kunt deze white paper vinden op www.hp.com/support. 2 34 www.hp.com Handleiding voor de hardware

A Specificaties Als de computer een desktopconfiguratie heeft, moet u ervoor zorgen dat er ten minste 10 cm ruimte aan alle kanten vrij blijft, zonder obstakels. HP Compaq d330 Slim Tower Afmetingen van de desktopconfiguratie Hoogte 36,57 cm 14,4 inch Breedte 10,3 cm 3,95 inch Diepte (de diepte neemt toe wanneer de computer is voorzien van een beveiligingskapje voor de connectoren) 38,35 cm 15,1 inch Gewicht (ongeveer) 9,53 kg 21 lb Temperatuurbereik In bedrijf 10 tot 35 C 50 tot 95 F Buiten bedrijf 30 tot 60 C 22 tot 140 F Relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie) In bedrijf 10 90% 10 90% Buiten bedrijf (maximale natteboltemperatuur: 38,7 C) 5 95% 5 95% Handleiding voor de hardware www.hp.com A 1

Specificaties HP Compaq d330 Slim Tower (vervolg) Maximale hoogte (niet in drukcabine) In bedrijf 3048 m 10.000 ft Buiten bedrijf 9144 m 30.000 ft De temperatuur in bedrijf wordt 1,0 C lager per 300 m (1000 ft) tot 3000 m (10.000 ft) boven zeeniveau, zonder blootstelling aan direct zonlicht. De maximaal toegestane temperatuurverandering is 10 C/uur. Deze limieten kunnen worden beperkt door aard en aantal van de geïnstalleerde opties. Voedingseenheid Bedrijfsspanningsbereik Nominale netspanning 90 132 V wisselspanning 100 127 V wisselspanning 180 264 V wisselspanning 200 240 V wisselspanning Nominale frequentie 50 60 Hz 50 60 Hz Dit systeem maakt in de 230 V-stand gebruik van een passieve spanningsfactor-gecorrigeerde voedingseenheid. Hierdoor voldoet het systeem aan de vereisten voor het CE-keurmerk voor de landen in de Europese Unie. Uitgangsvermogen 185 W 185 W Invoerspecificaties (maximum) Warmteafgifte 5 A bij 100 V wisselspanning 2,5 A bij 200 V wisselspanning Maximaal 971 BTU/uur 245 kg-cal/uur Normaal (niet actief) 256 BTU/uur 65 kg-cal/uur A 2 www.hp.com Handleiding voor de hardware

B Richtlijnen voor het installeren van PATA vaste schijven Raadpleeg de white paper Implementation of Serial ATA on HP Business Desktops voor meer informatie over seriële ATA (SATA) apparaten. U kunt deze white paper vinden op www.hp.com/support. Kabelselectievoorziening bij parallelle ATA (PATA)-eenheden Optionele schijfeenheden zijn bij HP verkrijgbaar in pakketten met een extra kabel voor de schijfeenheid. Bij de configuratie van de schijfeenheid wordt een kabelselectievoorziening gebruikt, die de schijfeenheid als eenheid 0 (primaire eenheid) of eenheid 1 (secundaire eenheid) identificeert. Eenheid 1 is de schijfeenheid die is aangesloten op de middelste connector van de kabel. Eenheid 0 is de schijfeenheid die is aangesloten op de eindconnector van de kabel (dit geldt alleen voor 80-aderige ATA-kabels). Zie Richtlijnen voor het installeren van PATA-schijfeenheden in deze appendix voor een voorbeeld van een PATA-kabel. De vaste schijven van HP worden geleverd met jumpers die zijn ingesteld op de kabelselectiemodus. U hoeft bij deze vaste schijven dan ook geen jumperinstellingen op bestaande of toegevoegde vaste schijven te wijzigen. Als u een vaste schijf van een andere leverancier installeert, raadpleegt u de bijbehorende documentatie voor informatie over de juiste installatie en configuratie van de kabels. Als u een tweede apparaat op de primaire controller installeert, heeft u voor optimale prestaties een 80-aderige PATA-kabel nodig. Deze kabel is standaard op bepaalde modellen. Handleiding voor de hardware www.hp.com B 1

Richtlijnen voor het installeren van PATA vaste schijven Richtlijnen voor het installeren van PATA-schijfeenheden Houd rekening met de volgende richtlijnen als u extra schijfeenheden installeert: Bij gebruik van meerdere eenheden wordt aanbevolen de eenheden te verdelen over het primaire en secundaire kanaal, om de prestaties te optimaliseren. Gebruik een extra kabel om de extra eenheid of eenheden op de systeemkaart aan te sluiten. PATA-kabel, 80-aderig: Maximale lengte in totaal 45,7 cm (18 inch), 80-aderig en een maximale afstand van 15,2 cm (6 inch) tussen eenheid 0 en eenheid 1. PATA-kabel, 80-aderig 1 Connector voor eenheid 0 (primaire schijfeenheid) 2 Connector voor eenheid 1 (secundaire schijfeenheid) 3 Connector voor systeemkaart Voor optimale prestaties sluit u vaste schijven aan op de primaire controller. Sluit andere apparaten, zoals ATA optische-schijfeenheden en tapedrives, aan op de secondaire controller. In een halfhoge schijfpositie kunt u een schijfeenheid van een halve of van eenderde hoogte installeren. B 2 www.hp.com Handleiding voor de hardware

Richtlijnen voor het installeren van PATA vaste schijven Gebruik geleideschroeven om de schijfeenheid in de juiste stand te monteren. Voor vaste schijven worden 6 32 geleideschroeven gebruikt. Er zijn vier extra geleideschroeven gemonteerd op de schijfhouder voor de vaste schijf onder het toegangspaneel. De door HP geleverde 6 32 schroeven zijn zilverkleurig. Indien er slechts één eenheid op de kabel aanwezig is, moet deze eenheid op de eindconnector (eenheid 0) worden aangesloten. Als er slechts één apparaat aanwezig is, moet u dit op de connector voor eenheid 0 aansluiten. Als u de schijfeenheid op de connector voor eenheid 1 aansluit, kan het besturingssysteem de schijfeenheid niet herkennen, waardoor er mogelijk een foutbericht over een ontbrekende vaste schijf wordt weergegeven. Handleiding voor de hardware www.hp.com B 3

C Batterij vervangen De met de computer meegeleverde batterij voorziet de real-timeklok van elektriciteit. Gebruik bij vervanging een batterij die gelijkwaardig is aan de oorspronkelijke batterij. De computer wordt geleverd met een 3-volt lithiumknoopcelbatterij. U verlengt de levensduur van de lithiumbatterij door de computer aan te sluiten op een stopcontact. De lithiumbatterij wordt alleen gebruikt wanneer de computer NIET is aangesloten op een stopcontact. Å WAARSCHUWING: Ä VOORZICHTIG: De computer bevat een lithium-mangaandioxidebatterij. Als u niet op de juiste manier omgaat met de batterij, kan er brand ontstaan en kunt u brandwonden oplopen. U beperkt als volgt het risico van lichamelijk letsel: Probeer niet de batterij op te laden. Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven 60 C. Probeer niet om de batterij uit elkaar te halen, te pletten of te doorboren. Zorg dat u geen kortsluiting veroorzaakt tussen de externe contactpunten en laat de batterij niet in aanraking komen met water of vuur. Laat de batterij alleen vervangen door een HP batterij die voor dit product wordt aanbevolen. Het is belangrijk dat u vóór vervanging van de batterij een backup maakt van de CMOS-instellingen van de computer. Als u de batterij verwijdert of vervangt, worden de CMOS-instellingen gewist. Raadpleeg de Handleiding Problemen oplossen op de documentatie-cd Documentation Library voor meer informatie over de manier waarop u een backup maakt van de CMOS-instellingen. N Batterijen, accu s en accumulators mogen niet worden gedeponeerd bij het normale huishoudelijke afval. Als u de batterijen/accu s wilt inleveren voor hergebruik of afvalverwerking, kunt u gebruik maken van het openbare inzamelingssysteem voor klein chemisch afval of de batterijen/accu s terugsturen naar HP of een geautoriseerde HP Business Partner. Handleiding voor de hardware www.hp.com C 1

Batterij vervangen Ä VOORZICHTIG: Een ontlading van statische elektriciteit kan de elektronische onderdelen van de computer of optionele apparatuur beschadigen. Zorg ervoor dat u niet statisch geladen bent. Raak een geaard metalen voorwerp aan voordat u deze handelingen uitvoert. 1. Ontgrendel via Computer Setup (Computerinstellingen) het Smart Cover Lock als u dit heeft vergrendeld en schakel de Smart Cover Sensor uit. 2. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet alle externe apparatuur uit. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten. Verwijder de kap van de computer. Het kan nodig zijn een uitbreidingskaart te verwijderen om bij de batterij te kunnen komen. 3. Zoek de batterij en de batterijhouder op de systeemkaart. 4. Kijk welk type batterijhouder zich op de systeemkaart bevindt en volg de bijbehorende instructies voor het vervangen van de batterij. Type 1 a. Til de batterij uit de houder. Knoopcelbatterij verwijderen (Type 1) b. Schuif de nieuwe batterij in de juiste positie, met de positieve kant boven. De houder vergrendelt de batterij automatisch in de juiste positie. C 2 www.hp.com Handleiding voor de hardware

Batterij vervangen Type 2 a. Knijp de metalen klem die boven de ene kant van de batterij uitsteekt, iets samen om de batterij uit de houder te halen. b. Haal de batterij eruit als deze omhoog komt. Knoopcelbatterij verwijderen (Type 2) Handleiding voor de hardware www.hp.com C 3

Batterij vervangen c. Schuif één kant van de nieuwe batterij onder het palletje van de houder, met de positieve kant naar boven. Duw de andere kant van de batterij omlaag totdat de klem vastklikt. Knoopcelbatterij vervangen (Type 2) Voer na vervanging van de batterij de volgende stappen uit om de procedure te voltooien. 5. Plaats het toegangspaneel terug. 6. Steek de stekker weer in het stopcontact en zet de computer aan. 7. Stel de datum en tijd, uw wachtwoorden en eventuele andere speciale systeeminstellingen opnieuw in met behulp van Computer Setup (Computerinstellingen). Raadpleeg hiervoor de Handleiding Computerinstellingen. 8. Vergrendel desgewenst via Computer Setup (Computerinstellingen) het Smart Cover Lock opnieuw en schakel de Smart Cover Sensor in. C 4 www.hp.com Handleiding voor de hardware

D Beveiligingssloten Beveiligingssloten bevestigen De beveiligingssloten die hieronder en op de volgende pagina zijn afgebeeld, kunnen worden gebruikt om de computer te beveiligen. Breng zo mogelijk het kabelslot aan op de locatie die hieronder wordt aangegeven. Het kabelslot kan ook in de hieronder aangegeven secundaire uitsparing worden gestoken. Kabelslot aanbrengen Handleiding voor de hardware www.hp.com D 1

Beveiligingssloten Hangslot aanbrengen D 2 www.hp.com Handleiding voor de hardware

Beveiligingskapje voor connectoren E Beveiligingskapje voor connectoren installeren 1. Steek de lipjes aan het onderste gedeelte van het beveiligingskapje voor connectoren in de uitsparingen aan de achterkant van het chassis 1 en draai het kapje in de richting van het chassis 2. Handleiding voor de hardware www.hp.com E 1

Beveiligingskapje voor connectoren 2. Sluit de kabels aan op de computer. E 2 www.hp.com Handleiding voor de hardware

Beveiligingskapje voor connectoren 3. Zoek de vergrendeling van de computerkap aan de bovenkant van de computer. Trek de vergrendeling omhoog en houd deze omhoog 1 om het toegangspaneel van de computer te ontgrendelen. 4. Schuif het toegangspaneel ongeveer 1,25 cm naar achteren 2 en til het toegangspaneel vervolgens op om het van het chassis te verwijderen. Handleiding voor de hardware www.hp.com E 3

Beveiligingskapje voor connectoren 5. Plaats het bovenste gedeelte van het beveiligingskapje over de kabels 1 en draai het kapje op zijn plaats 2. 6. Plaats het toegangspaneel terug. E 4 www.hp.com Handleiding voor de hardware

Beveiligingskapje voor connectoren Beveiligingskapje voor connectoren verwijderen 1. Zoek de vergrendeling van de computerkap aan de bovenkant van de computer. Trek de vergrendeling omhoog en houd deze omhoog 1 om het toegangspaneel van de computer te ontgrendelen. 2. Schuif het toegangspaneel ongeveer 1,25 cm naar achteren 2 en til het toegangspaneel vervolgens op om het van het chassis te verwijderen. Handleiding voor de hardware www.hp.com E 5

Beveiligingskapje voor connectoren 3. Draai het bovenste gedeelte van het beveiligingskapje van het chassis af. 4. Koppel de kabels los van de computer. E 6 www.hp.com Handleiding voor de hardware

Beveiligingskapje voor connectoren 5. Duw op de lipjes om het onderste gedeelte van het beveiligingskapje los te maken van het chassis 1. Draai het kapje weg van het chassis 2. Handleiding voor de hardware www.hp.com E 7