Europees Parlement 2014-2019 Commissie buitenlandse zaken 2016/2031(INI) 2.3.2017 ADVIES van de Commissie buitenlandse zaken aan de Commissie internationale handel inzake "Naar een nieuw handelskader tussen de EU en Turkije en de modernisering van de douane-unie" (2016/2031(INI)) Rapporteur voor advies: Kati Piri AD\1118622.docx PE597.544v02-00 In verscheidenheid verenigd
PA_NonLeg PE597.544v02-00 2/6 AD\1118622.docx
SUGGESTIES De Commissie buitenlandse zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie internationale handel onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen: 1. merkt op dat de douane-unie tussen Turkije en de Europese Unie in 1995 in werking is getreden en sindsdien niet is gewijzigd, terwijl veranderingen in de wereldeconomie en de technologische vooruitgang de wereldhandel ingrijpend hebben gewijzigd; 2. is daarom ingenomen met het initiatief om de douane-unie te actualiseren zodat deze veranderingen tot uiting komen door het toepassingsgebied naar andere sectoren uit te breiden, zoals diensten en landbouwproducten, en om huidige tekortkomingen in de douane-unie aan te pakken door nieuwe regels voor bijvoorbeeld handel en duurzame ontwikkeling, energie en grondstoffen, en geschillenbeslechting in te voeren; 3. is verheugd over de toegenomen transparantie in de Commissie en de grotere betrokkenheid van het Europees Parlement met betrekking tot de onderhandelingen over internationale overeenkomsten, en steunt het initiatief van de Commissie inzake transparantie, met name wat handelsovereenkomsten betreft; 4. benadrukt dat dankzij de modernisering en doeltreffende tenuitvoerlegging van de douane-unie de reeds sterke economische banden tussen Turkije en de Europese Unie (EU) verder worden aangehaald, en Turkije economisch met de EU verbonden zal blijven; onderstreept dat Turkije nog steeds geen Cypriotische schepen in Turkse havens toelaat en het aan de overeenkomst van Ankara gehechte aanvullende protocol niet toepast op Cyprus; betreurt het feit dat Turkije zijn door de EU gevraagde verplichtingen niet volledig nakomt en herinnert eraan dat de douane-unie haar volledige potentieel slechts kan bereiken als Turkije het aanvullend protocol volledig toepast ten aanzien van alle lidstaten; is van mening dat het aanhalen van de handelsbetrekkingen concrete voordelen aan de burgers in Turkije en de lidstaten van de EU kan bieden, zoals blijkt uit studies en effectbeoordelingen, en ook ertoe kan bijdragen dat beide zijden zich inzetten voor een positieve hervormingsagenda en tegelijkertijd de politieke spanningen met Ankara over de verslechterende situatie wat betreft de rechtstaat en fundamentele vrijheden in het land kan verlichten; 5. herinnert eraan dat het buitenlands beleid, waaronder het handelsbeleid, moet bijdragen aan de bescherming en bevordering van de waarden van de Unie zoals vastgelegd in artikel 2 VEU, zoals de democratie, de rechtsstaat, de eerbiediging van de mensenrechten, de grondrechten en de fundamentele vrijheden; onderstreept dat de handelsbetrekkingen tussen de EU en Turkije gebaseerd zijn op wederzijds respect voor de mensenrechten en fundamentele vrijheden, en dat dit zo moet blijven; toont zich andermaal bezorgd over de algemene toestand van de democratie en de mensenrechten in Turkije; 6. benadrukt in dit verband dat de Europese Unie een tweeledige benadering moet kiezen waarin de onderhandeling over de modernisering van de douane-unie niet ten koste gaat van het aanpakken van de bestaande bezorgdheid over de achteruitgang van de rechtstaat en de ondermijning van de fundamentele vrijheden in Turkije; onderstreept tevens dat de douane-unie niet mag worden beschouwd als een directe of indirecte vervanging van toetredingsonderhandelingen; AD\1118622.docx 3/6 PE597.544v02-00
7. merkt op dat de opwaardering van de handelsbetrekkingen EU-Turkije een essentieel onderdeel vormt van de inspanningen van de EU en Turkije om hun betrekkingen te verdiepen op de cruciale gebieden van gemeenschappelijk belang die zijn vastgesteld op de EU-Turkije-top van 29 november 2015 en in de verklaring EU-Turkije van 18 maart 2016; verklaart dat dit des te belangrijker is nu de toetredingsonderhandelingen tot staan zijn gekomen ondanks de aanzienlijke strategische korte- en langetermijnbelangen van zowel de EU als Turkije; 8. neemt kennis van de recente toenadering van Turkije tot Rusland en de verklaringen van de Turkse regering inzake de mogelijke toetreding van het land tot de Shanghaisamenwerkingsorganisatie; herhaalt dat de EU de belangrijkste handelspartner van Turkije is en dat twee derde van de directe buitenlandse investeringen in Turkije afkomstig is uit lidstaten van de EU; benadrukt dat de douane-unie vereist dat Turkije zijn wetgeving aan het acquis communautaire aanpast; herinnert aan de conclusies van het verslag van 2016 over Turkije waaruit blijkt dat de vrijstelling van douanerechten, rechtenvrije zones, toezichtmaatregelen en het beheer van tariefcontingenten niet volledig in overeenstemming zijn met het acquis; neemt kennis van de conclusie van de Commissie dat verdere handelsintegratie met de EU zou worden gestimuleerd wanneer Turkije de belemmeringen voor de werking van de douane-unie zou wegnemen; denkt dat de aanpassing van de wetgeving ten goede komt aan de bedrijven van de EU die investeren in of handel drijven met Turkije, hetgeen weer leidt tot groei en banen in zowel de EU als Turkije; 9. onderstreept de toenemende geopolitieke en economische uitdagingen waar Turkije zich voor gesteld ziet als gevolg van de instabiliteit in zijn buurlanden, terrorisme en de nasleep van de mislukte couppoging op 15 juli 2016; benadrukt dat, hoewel de chaos en instabiliteit in het Midden-Oosten en de Russische annexatie van de Krim en interventie in Oekraïne de handel van Turkije met zijn buurlanden negatief beïnvloeden, een opgewaardeerde douane-unie Turkije kan helpen de uitdagingen waarvoor het zich gesteld ziet, te overwinnen en ertoe kan bijdragen Turkije te stabiliseren en groei te bieden aan zijn burgers, indien de regering de noodzakelijke hervormingen doorvoert en Turkije terugkeert op het pad van democratie en herstel van de rechtsstaat; 10. constateert dat de handel tussen Turkije en de EU is toegenomen dankzij de aanpassing van de Turkse regelgeving aan de EU-normen ten gevolge van de totstandkoming van de douane-unie; is van mening dat de modernisering van de douane-unie aan Turkije de mogelijkheid biedt zijn groeimodel te herzien en aan de "valstrik van een middeninkomensland" te ontkomen; hoopt dat de verdieping van de douane-unie een positieve invloed kan hebben op het economisch bestuur van Turkije en de onafhankelijke regelgevende instellingen van Turkije kan versterken; 11. benadrukt dat de EU is opgericht op basis van de waarden inzake de democratie, de rechtsstaat en de grondrechten; doet een beroep op de Commissie om een clausule inzake de mensenrechten en fundamentele vrijheden op te nemen in de opgewaardeerde douaneunie tussen Turkije en de EU, opdat van mensenrechten en fundamentele vrijheden een basisvoorwaarde wordt gemaakt. PE597.544v02-00 4/6 AD\1118622.docx
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE Datum goedkeuring 28.2.2017 Uitslag eindstemming +: : 0: 31 16 2 Bij de eindstemming aanwezige leden Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers Lars Adaktusson, Nikos Androulakis, Francisco Assis, Amjad Bashir, Mario Borghezio, Victor Boştinaru, Elmar Brok, Klaus Buchner, James Carver, Lorenzo Cesa, Javier Couso Permuy, Andi Cristea, Georgios Epitideios, Knut Fleckenstein, Anna Elżbieta Fotyga, Iveta Grigule, Sandra Kalniete, Tunne Kelam, Andrey Kovatchev, Eduard Kukan, Ryszard Antoni Legutko, Arne Lietz, Barbara Lochbihler, Sabine Lösing, David McAllister, Francisco José Millán Mon, Pier Antonio Panzeri, Demetris Papadakis, Ioan Mircea Paşcu, Alojz Peterle, Tonino Picula, Kati Piri, Cristian Dan Preda, Jozo Radoš, Sofia Sakorafa, Alyn Smith, Jordi Solé, Dubravka Šuica, Charles Tannock, Ivo Vajgl, Hilde Vautmans, Anders Primdahl Vistisen Angel Dzhambazki, Takis Hadjigeorgiou, Urmas Paet, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Igor Šoltes, Eleni Theocharous, Bodil Valero AD\1118622.docx 5/6 PE597.544v02-00
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE 31 + ALDE ECR EPP S&D Iveta Grigule, Urmas Paet, Jozo Radoš, Ivo Vajgl, Hilde Vautmans Amjad Bashir, Anna Elżbieta Fotyga, Ryszard Antoni Legutko, Charles Tannock Lars Adaktusson, Elmar Brok, Lorenzo Cesa, Sandra Kalniete, Tunne Kelam, Andrey Kovatchev, Eduard Kukan, David McAllister, Francisco José Millán Mon, Alojz Peterle, Cristian Dan Preda, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Dubravka Šuica Francisco Assis, Victor Boştinaru, Andi Cristea, Knut Fleckenstein, Arne Lietz, Pier Antonio Panzeri, Ioan Mircea Paşcu, Tonino Picula, Kati Piri 16 - ECR EFDD ENF GUE/NGL NI S&D Verts/ALE Angel Dzhambazki, Eleni Theocharous, Anders Primdahl Vistisen James Carver Mario Borghezio Sofia Sakorafa, Sabine Lösing Georgios Epitideios Nikos Androulakis, Demetris Papadakis Klaus Buchner, Barbara Lochbihler, Alyn Smith, Jordi Solé, Igor Šoltes, Bodil Valero, 2 0 GUE/NGL Javier Couso Permuy, Takis Hadjigeorgiou Verklaring van de gebruikte tekens: + : voor - : tegen 0 : onthouding PE597.544v02-00 6/6 AD\1118622.docx