Amputatie ledemaat. Chirurgie

Vergelijkbare documenten
Amputatie. Chirurgie. Beter voor elkaar

Amputatie van arm of been

Amputatie van been of arm

Het is in uw eigen belang dat u de folder goed doorleest en de adviezen nauwkeurig opvolgt. Dit om een spoedig herstel te bevorderen.

AMPUTATIE VAN EEN BEEN OF ARM

Amputatie van been of arm. Chirurgie

PATIËNTEN INFORMATIE. Amputatie van een ledemaat

Vaatcentrum/Revalidatie Amputatie van het (een deel van) been of arm

AMPUTATIE VAN EEN BEEN OF ARM

> Amputatie van een lidmaat Informatiebrochure

Amputatie van arm of been

Amputatie van een ledemaat

Chirurgie. Amputatie

Amputatie van het been

Amputatie van een ledemaat

patienteninformatie adviezen amputatie van een onderste na een ledenmaat hernia-operatie fysiotherapie ZorgSaam

Stoma operatie. Chirurgie

Amputatie van het been

Schildklieroperatie. (strumectomie) Chirurgie

Algemene informatie rond de operatie. Chirurgie

De amputatie van een ledemaat

Chirurgie. Kijkoperatie in een gewricht. (Arthroscopie)

Orthopedie. De amputatie van een ledemaat

Amputatie van het onderbeen

Stoma operatie. Chirurgie

Amputatie van (een deel van) het been

Een beenamputatie, medische informatie

Verwijdering van de milt

VATS ingreep. Chirurgie

Ziekte van Dupuytren. Chirurgie

Leefregels na een vaatoperatie

Voordat tot een operatie wordt overgegaan bekijkt de arts zorgvuldig wat het optimale amputatieniveau is.

Sleutelbeenbreuk. (Claviculafractuur) Chirurgie

Leefregels na een vaatoperatie

Chirurgie. Operatieve behandeling van aambeien

Chronische alvleesklierontsteking. Chirurgie/ MDL

Standscorrectie knie. Tibiakoposteotomie. Orthopedie

Fracturen. (Gebroken botten) Chirurgie

Een beenamputatie, medische informatie

Revalidatie geneeskunde. Beenprothese

Anuskloofje. (Fissura ani) Chirurgie

Informatie medicijngebruik. Biologicals. Reumatologie

H Amputatie van een teen, voet of (deel van een) been

Vernauwing of afsluiting van de buik en/of bekkenslagader

Orthopedie. Carpaal tunnel syndroom

Amputatie van (een deel van) het been

Plastische chirurgie. Carpaal tunnel syndroom

Instabiele schouder. Orthopedie

Knieaandoening. Chirurgie

Chirurgie. Acute blindedarm ontsteking. (Appendicitis Acuta)

Arthroscopie. Orthopedie

Besnijdenis (circumcisie)

Gipsverbanden. Chirurgie

Longoperatie. Chirurgie

Inleiding. Het gipsverband

Dagverpleging. Algemeen

Speekselklieroperatie. Chirurgie

Beenamputatie, Paramedische afdeling

Besnijdenis (circumcisie)

De breuk. De behandeling

Poliklinische ingreep Plastische chirurgie. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Poliklinische operatiekamer

PATIËNTEN INFORMATIE. Amputatie. van een been Informatie over de procedure bij de amputatie van een (deel van een) been

Rotator cuff scheur. Orthopedie

Liesbreukoperatie Uit & Thuis. Chirurgie

Chirurgie. Aambeien. En aambeien spreekuur (Procto spreekuur)

Mediastinoscopie. Chirurgie. Beter voor elkaar

Poliklinische ingrepen

chronische alvleesklierontsteking

Methotrexaat (MTX) bij de ziekte van Crohn MDL

Te kort tongriempje. Ankyloglossie

Algemeen. Patiëntenrechten. Recht op informatie;toestemmingsvereiste

Arthroscopische neerplastiek. Orthopedie

Sulcus nervi ulnaris syndroom. Neurologie

Revalidatie geneeskunde. Revalidatiedagbehandeling

Dikke darm operatie. Chirurgie

Chirurgie. Buikwandbreuken. Afdeling: Onderwerp:

Voorste kruisband reconstructie. Orthopedie

Afsluiting of vernauwing beenslagaders Femoro-popliteale/-crurale bypass

Fractuur behandeling. Chirurgie. Beter voor elkaar

Operatie wegens een vernauwing of afsluiting van een buik en/of bekkenslagader

Liesbreukoperatie bij volwassenen

Urologie. Verwijderen van een nier

Patiënteninformatiedossier (PID) PROSTAATKANKER. onderdeel ALGEMEEN. PROSTAATKANKER Algemeen

Verwijderen van de sternumdraden

Beenamputatie. Vaatchirurgie. Patiënten Informatie Map (PIM) Eigendom van Adres Postcode en woonplaats Telefoon. PI versie 2.

Infectiepreventie. Maatregelen bij isolatie

Chronische ontsteking

Plastische chirurgie. Bovenooglidcorrectie

Chirurgie. Thoracoscopische ingrepen

Complex Regionaal Pijnsyndroom (CRPS) Chirurgie

CHIRURGIE. Gescheurde achillespees Achillespeesruptuur

Operatie wegens een vernauwing of afsluiting van één of meerdere beenslagaders

Etalagebenen. Chirurgie. Beter voor elkaar

Te kort tongriempje. (Ankyloglossie) Chirurgie

Voorste kruisband reconstructie

EVAR procedure bij verwijding van de grote buikslagader

Aanleggen van een darmstoma

Patiënteninformatiedossier (PID) COLONCARE. onderdeel. Algemeen. COLONCARE Algemeen deel

Transcriptie:

Amputatie ledemaat Chirurgie

Inhoudsopgave Inleiding...4 Een amputatie...4 De operatie...5 Mogelijke complicaties...6 Na de operatie...7 Het ontslag...7 Vragen...8 Meer informatie...9 Tot slot...9 3

Inleiding Dit boekje geeft u een globaal overzicht van de procedure rond een amputatie van een ledemaat. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan beschreven. Een amputatie Onder een amputatie wordt verstaan het afzetten van een deel van het menselijk lichaam, bijvoorbeeld een teen, voet, been of onderbeen, vinger, hand etc., of een deel ervan. Duidelijk is dat een amputatie een ingrijpende gebeurtenis is voor patiënt, familie, omgeving, maar ook voor de arts. Daarom zal pas na zeer zorgvuldig afwegen een dergelijke operatie worden voorgesteld. De redenen om een amputatie te adviseren kunnen verschillend zijn. Toch komen ze in feite allemaal op hetzelfde neer: er is een zodanige weefselschade (beschadiging of versterf), dat het niet amputeren ernstige gevolgen heeft voor het verdere leven. Meestal betreft het patiënten met ernstige vaatproblemen, die niet meer met een bloedvatoperatie geholpen kunnen worden. Bij ernstige weefselschade is de kans op een voortschrijdende infectie erg groot, zeker bij patiënten die daarbij ook nog suikerziekte hebben. Een amputatie zal dan de enige kans zijn om het leven te behouden. 4

Ook kunnen ondraaglijke pijnklachten, veroorzaakt door een ernstige zenuw- of vaatschade, aanleiding zijn om een aangedaan been te amputeren. Bij een ongeval kan er een zodanige weefselschade optreden, dat slechts met een amputatie het leven gered kan worden. De operatie Levensbedreigende situaties, waarbij vóór de operatie vaak geen of onvoldoende overleg heeft kunnen plaatsvinden, worden hier buiten beschouwing gelaten. Onder normale omstandigheden neemt de arts de procedure rond de amputatie met u door. Het gebruik van bloedverdunnende medicijnen moet vaak één dag of een aantal dagen voor de operatie/onderzoek/ingreep gestaakt worden. Dit moet echter altijd gebeuren in overleg met een arts. Meldt daarom het gebruik van bloedverdunners altijd aan degene die de operatie uitvoert. Indien u op aanraden van uw arts moet stoppen met de bloedverdunners en u bent onder behandeling bij een trombosedienst, dient u contact op te nemen met de trombosedienst binnen uw regio. Voor de operatie wordt het amputatieniveau besproken, veelal in overleg met de revalidatiearts. Bij een amputatie van een deel van het been wordt het amputatieniveau niet alleen bepaald door het niveau van de weefselschade, maar ook door de prothesemogelijkheden. In het algemeen wordt de wond gesloten, maar bij een groot risico op infectie kan het verstandig zijn de wond later te sluiten. In dat geval wordt pas na een paar dagen, wanneer de 5

infectieverschijnselen onder controle zijn, de stomp gecorrigeerd en de wond gesloten. Mogelijke complicaties Geen enkele operatie is zonder risico s. Zo is ook bij amputaties een kans op complicaties aanwezig, zoals nabloeding, wondinfectie, trombose of longontsteking. Als gevolg van het vaak grote wondoppervlak en het feit dat veelal weefselschade de reden is voor een amputatie, kunnen nabloedingen en met name infecties vaker voorkomen. Het is goed u te realiseren dat de mate van weefselschade voor de operatie aan de buitenkant niet betrouwbaar is vast te stellen. Het komt daarom wel eens voor, dat de arts tijdens de operatie moet besluiten een groter deel te amputeren dan in eerste instantie gedacht werd en met u besproken is. Ook kan het voorkomen, dat bij nader inzien wordt vastgesteld dat bij de operatie te weinig is geamputeerd. De wond wil dan niet genezen, de weefselschade kan doorgaan en er is een nieuwe operatie nodig. Een veelvoorkomend en hinderlijk fenomeen is de fantoomsensatie of fantoompijn. De bij de amputatie doorgesneden zenuwen blijven vooral in de wondgenezingsfase prikkels doorgeven naar de hersenen alsof het geamputeerde lichaamsdeel er nog is, wat daarbij vreemd aan kan voelen of pijn kan doen. Hinderlijke fantoomverschijnselen zijn tegenwoordig met medicijnen of injecties redelijk te controleren. 6

Na de operatie De amputatiestomp wordt na de operatie vaak verbonden met gips, voor rust, en later een zogenaamd stompverband. Dat verband wordt stevig aangebracht om de stomp goed te kunnen modelleren voor een eventuele prothese. Het verbinden van de stomp is in het begin vanzelfsprekend gevoelig. De eerste periode na de operatie is gericht op herstel van de wond en op de ontwikkeling en/of het onderhouden van de functie in het restant van het geamputeerde lichaamsdeel. Daarna kan de revalidatie starten onder leiding van de revalidatiearts. De revalidatiearts bekijkt welke revalidatieen prothesevoorzieningen er in uw nieuwe situatie mogelijk zijn. De mogelijkheden daarvan zullen sterk afhangen van uw lichamelijke conditie, bijkomende ziekte of gebreken, het amputatieniveau en de amputatiestomp. Ook de duur van uw verblijf in het ziekenhuis is ondermeer afhankelijk van deze factoren. U krijgt begeleiding bij het leren omgaan met de nieuwe situatie. Het ontslag Afhankelijk van de situatie is het mogelijk dat na ontslag uit het ziekenhuis de revalidatie wordt voortgezet in een verzorgings- of verpleegtehuis of een revalidatiecentrum. Vanuit de thuissituatie is verdere revalidatie mogelijk bij de Revalidatie Dagbehandeling in het St Jansdal. Wanneer speciale thuishulp (gezinszorg of wijkverpleging) nodig is, wordt die vanuit het ziekenhuis geregeld. 7

Vragen Heeft u nog vragen, stel ze gerust aan uw behandelend arts of huisarts. Bij dringende vragen of problemen vóór uw behandeling kunt u zich het beste wenden tot de afdeling, waar de behandeling plaats moet vinden. Heeft u na uw bezoek aan het ziekenhuis vragen? De eerste vijf dagen na het bezoek kunt u contact met ons opnemen via het algemene nummer van het ziekenhuis: 0341-463911. De receptioniste zal u doorverbinden met de afdeling waar u uw vraag kunt stellen. Is het langer dan vijf dagen geleden? Neem dan contact op met uw eigen huisarts of buiten kantoortijden met de Huisartsenpost via 0900 341 0 341 8

Meer informatie Wanneer u een prothese gaat gebruiken, heeft u wellicht behoefte aan meer informatie en lotgenotencontact. U kunt hiervoor terecht bij de patiëntenvereniging: Landelijke Werkgroep van Geamputeerden, Nieuwegein, telefoon (030) 6039773 Regionale Werkgroep van Geamputeerden, Hengelo, telefoon (074) 8501774 Tot slot Bent u van mening dat bepaalde informatie ontbreekt of onduidelijk is, dan vernemen wij dat graag van u. 9

Uitgave: Patiëntencommunicatie Harderwijk, september 2016 CAZ CH 02.09.16

Ziekenhuis St Jansdal Wethouder Jansenlaan 90 3844 DG Harderwijk Postbus 138 3840 AC Harderwijk Telefoon (0341) 463911 www.stjansdal.nl