Inspectierapport Kleinkunst BSO in de Wolken (BSO) Hogeweide 6 3541BC UTRECHT Registratienummer 148018841 Toezichthouder: Gemeente Utrecht, Volksgezondheid In opdracht van gemeente: Utrecht Datum inspectie: 27-10-2016 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 12-12-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Inspectie-items... 8 Gegevens voorziening... 10 Gegevens toezicht... 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 11 2 van 11
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Kleinkunst BSO in de Wolken is gevestigd in een historische boerderij 'De Hoef' en biedt kinderen van 4 t/m 12 jaar op de maandag- dinsdag- en donderdagmiddag buitenschoolse opvang aan in een ontspannen en huiselijke sfeer waarbij zang-, dans- en theaterles en beeldende kunst centraal staan. De houder heeft een duidelijke visie voor ogen voor de opvang van kinderen vanaf 4 jaar oud welke gebaseerd is op de pedagogiek van Reggio Emilia. Er hangt een gezellige, energieke sfeer tijdens het inspectiebezoek en er wordt zichtbaar aandacht besteed aan creatieve activiteiten waar de kinderen veel plezier aan beleven. Vanaf september 2015 is het aantal kindplaatsen verhoogd naar 30 en zijn de basisgroepen ingedeeld op leeftijd. Verder geeft de houder aan dat de BSO in 2017 gaat verhuizen naar de naastgelegen schuur, zodra deze verbouwd is. Inspectiegeschiedenis Het vorige inspectie onderzoek op 1-6-2015 betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Hierbij is geconstateerd dat Kleinkunst BSO in de Wolken voldeed aan de eisen. Voortgang De huidige jaarlijkse inspectie heeft onaangekondigd plaatsgevonden op 27 oktober 2016. Naar aanleiding van de bevindingen uit de vorige inspectie is, conform het landelijk beleid m.b.t risicogestuurd toezicht, een beperkt aantal items getoetst. Deze items betreffen de pedagogische praktijk, de eisen die gelden voor personeel (verklaringen omtrent het gedrag en diploma's) en de opvang in groepen (o.a. groepsgrootte en personeelsinzet). Er heeft een observatie plaatsgevonden, een documentenonderzoek, gesprekken met de aanwezige beroepskrachten en de houder. Tijdens deze inspectie is geconcludeerd dat alle getoetste items voldoen aan de kwaliteitseisen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 11
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De observatie heeft in de middag plaatsgevonden, eerst heeft de toezichthouder buiten geobserveerd tijdens het eet- en drinkmoment. De kinderen zitten in hun basisgroep aan twee picknicktafels buiten. Daarna gaan de kinderen vrij spelen en uiteindelijk heeft de toezichthouder tijdens twee activiteiten geobserveerd: dans en beeldende kunst. Emotionele veiligheid De beroepskrachten communiceren met de kinderen: Respectvol contact De momenten van contact tussen beroepskracht en kind zijn ongedwongen, ontspannen en vriendelijk. Dit blijkt uit de korte gesprekjes die gevoerd worden en de assistentie tijdens de activiteit van de tafel. Dit draagt bij aan een gevoel van emotionele veiligheid van de kinderen. De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen: Individuele aandacht de beroepskrachten reageren op een warme en ondersteunende manier op de kinderen. Zij gaan op een ongedwongen manier om met ieder kind. Dit blijkt tijdens de observatie als een beroepskracht een kind op een andere plek aan de knutseltafel zet aangezien zij ziet dat het kind nergens bij kan. Er heerst een ontspannen open sfeer in de groep: Structuur en flexibiliteit Er is een programma met routines en activiteiten in een herkenbare en vertrouwde volgorde. Het biedt houvast voor kinderen. Na het eet-/drinkmoment mogen de kinderen kiezen wat zij gaan doen. Knutselen, binnen en buiten spelletjes spelen. Energie en sfeer Er is een aangename sfeer in de groep. De meeste kinderen tonen in hun gedrag dat ze zich op hun gemak voelen. Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen: Invalkrachten. Er is tijdens de inspectie een vaste invaller aanwezig die er tot aan de kerst is, verder zijn er vaste beroepskrachten aanwezig. Persoonlijke competentie De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van individuele kinderen: vrije tijd en ontspanning Kinderen hebben de mogelijkheid om zich te ontspannen. Zij kunnen voor activiteiten kiezen die passen bij hun eigen interesse en energieniveau. Sommige kinderen doen mee aan een dansactiviteit en anderen gaan tekenen. Er is wederzijdse interactie tussen beroepskracht en individuele kinderen: Aandacht De beroepskrachten tonen hun betrokkenheid door met aandacht naar individuele kinderen te luisteren en aan te sluiten op de inhoud en reikwijdte van wat een kind vertelt. Zij houden intussen contact met de rest van de groep, zonder dat de persoonlijke gerichtheid op het kind hieronder lijdt. Responsief De beroepskrachten herkennen de signalen van individuele kinderen, kunnen deze correct interpreteren en sluiten hier tijdig en op een gepaste manier op aan. Het kind voelt zich begrepen. Dit blijkt tijdens de inspectie als een kind niet weet wat zij moet doen, de beroepskracht ziet dit en vraagt het kind of ze haar kan helpen. Ze biedt meerdere keuzes aan om de opdracht af te krijgen. Hierdoor stimuleert de beroepskracht het kind weer vrolijk verder te tekenen. Normen en waarden Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast: Afspraken en regels In het beleidsplan staan aanwijzingen voor afspraken, regels en omgangsvormen. Beroepskrachten handelen hiernaar, met ruimte voor eigen inzicht. Zij passen deze consequent toe. 'Op je billen zitten' zegt een beroepskracht als een kind dit niet doet. Verder rennen een paar kinderen door de groepsruimte, ook hier worden de kinderen gewezen op de huisregels. Aan de hand van bovengenoemde bevindingen concludeert de toezichthouder dat in voldoende mate wordt zorg gedragen voor het waarborgen van de emotionele veiligheid, de mogelijkheid tot het ontwikkelen van persoonlijke- en sociale competentie en de overdracht van normen en waarden. 4 van 11
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan 5 van 11
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Medewerkers in de kinderopvang dienen in het bezit te zijn van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). Een VOG toont aan dat hun gedrag in het verleden geen bezwaar is voor het werken met kinderen. Deze vereiste geldt zowel voor de beroepskrachten, als voor het kantoorpersoneel, stagiairs en eventuele vrijwilligers. De VOG moet worden overgelegd aan de houder van het kindercentrum en mag niet ouder zijn dan twee maanden vóórdat met de werkzaamheden wordt begonnen. De houder is ervan bewust dat als er een tijdelijke docente een cursus bij hen aanbiedt, er ook een VOG aangevraagd moet worden. Aangezien de docent regelmatig met de kinderen alleen is. Kleinkunst BSO In de Wolken Bij het onderzoek zijn de verklaringen omtrent het gedrag getoetst van de houder en de beroepskrachten. Hierbij is gebleken dat de VOG's voldoen aan de wettelijke eisen. Passende beroepskwalificatie Om te mogen werken in de kinderopvang als beroepskracht, dient de medewerker in het bezit te zijn van een kwalificerend diploma. Deze diploma's hebben een pedagogische component. In de CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening staan de diploma's beschreven die voldoen aan deze eis. Kleinkunst BSO In de Wolken Bij het onderzoek zijn de diploma's getoetst van de beroepskrachten die ingezet worden op deze locatie. Hierbij is gebleken dat deze medewerkers in het bezit zijn van een passende beroepskwalificatie conform de geldende CAO Kinderopvang. Opvang in groepen Een basisgroep is een vaste groep kinderen. Een basisgroep mag maximaal bestaan uit 20 tegelijkertijd aanwezige kinderen in de leeftijd van 4 tot 8 jaar. Voor kinderen van 8 jaar en ouder mag de basisgroep bestaan uit 30 kinderen. Kleinkunst BSO In de Wolken Kleinkunst BSO in de Wolken bestaat op dit moment uit drie basisgroepen op de maandag, dinsdag en donderdag in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar. Er zijn drie basisgroepen gevormd van 10 kinderen verdeeld op leeftijd. Er is een groep 4 tot 6 jarigen, een groep van 7 en 8 jaar en een groep 9 +. Zo worden de activiteiten ook per leeftijd ingedeeld. Conclusie Het gevoerde beleid van de houder omtrent de opvang in groepen voldoet aan de gestelde eisen. Beroepskracht-kindratio Algemeen Er zijn duidelijke regels voor het maximaal aantal kinderen dat één beroepskracht mag opvangen; het gaat dan om het aantal gelijktijdig aanwezige kinderen. Het aantal kinderen in verhouding tot het aantal beroepskrachten wordt de beroepskracht-kindratio genoemd. De verhouding tussen het 6 van 11
aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt in de buitenschoolse opvang tenminste 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen. Kleinkunst BSO In de Wolken Tijdens de inspectie zijn er 24 kinderen met 3 beroepskrachten aanwezig. Verder is er een kok aanwezig en later een media docente voor de 9+ groep. Tijdens het inspectiebezoek en uit de uitgevoerde steekproef is gebleken dat er wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio. Houder heeft geregeld dat er een andere volwassene aanwezig is, dan wel telefonisch bereikbaar is volgens de geldende regels als slechts één beroepskracht op de locatie aanwezig is. Conclusie Het gevoerde beleid van de houder omtrent de beroepskracht-kindratio voldoet aan de gestelde eisen. Gebruikte bronnen: Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten Presentielijsten Personeelsrooster 7 van 11
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 11
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en 9 van 11
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kleinkunst BSO in de Wolken Website : http://www.bsoindewolken.nl Aantal kindplaatsen : 30 Gegevens houder Naam houder : H. Luijendijk KvK nummer : 32088901 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Adres : Postbus 16200 Postcode en plaats : 3500CE Utrecht Telefoonnummer : 030-2863 227 Onderzoek uitgevoerd door : S. Kam Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Utrecht Adres : Postbus 16200 Postcode en plaats : 3500CE Utrecht Planning Datum inspectie : 27-10-2016 Opstellen concept inspectierapport : 09-12-2016 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 12-12-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 14-12-2016 Verzenden inspectierapport naar : Niet van toepassing gemeente Openbaar maken inspectierapport : 14-12-2016 10 van 11
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 11 van 11