Gemeenschappelijke Raadszitting van 24 juni

Vergelijkbare documenten
advies CRB De gevolgen van de plannen aangaande het nieuwe tarievenbeleid van de NMBS voor het sociaal overleg

advies CRB Het nieuwe tarievenbeleid van de NMBS

VAN DE WET VAN 27 JULI 1962

Gemeenschappelijke Raadszitting van 29 januari

Advies over de prijs van de treinkaarten vanaf 1 februari 2012

Gemeenschappelijke Raadszitting van 26 januari

Gemeenschappelijke Raadszitting van 29 januari

DE VERPLAATSINGSKOSTEN VAN DE WERKNEMERS

ADVIES OVER DE WERKGEVERSBIJDRAGE IN DE PRIJS VAN DE TREINKAARTEN VANAF 1 FEBRUARI

Hebben de navolgende interprofessionele organisaties van werkgevers en werknemers

NATIONALE ARBEIDSRAAD CENTRALE RAAD VOOR HET BEDRIJFSLEVEN. ADVIES Nr CRB CCR 10

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 19 OCTIES VAN 20 FEBRUARI 2009 BETREFFENDE DE FINANCIËLE BIJDRAGE VAN DE WERKGEVERS IN

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 19/

Gemeenschappelijke Raadszitting van 18 december

Gemeenschappelijke Raadszitting van 26 januari

Gemeenschappelijke Raadszitting van 25 september

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 19 SEPTIES

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 19 TER VAN 5 MAART 1991 TOT VERVAN- GING VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR.

Vakantiegeld... 2 Jaarlijkse gratificatie... 2 Jaarlijkse premie... 4 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten van het personeel...

Gemeenschappelijke Raadszitting van 18 december

Gemeenschappelijke Raadszitting van 19 juli Advies met het oog op de federale diagnostiek woon-werkverkeer x x x

Luchtvaartmaatschappijen

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 23 april

Gemeenschappelijke Raadszitting van woensdag 9 juli

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 9 november

Verschillende geldigheidsperiodes zijn hierbij mogelijk: 1 week, 1, 3 of 12 maanden voor traject- en nettreinkaarten. 15 dagen voor Railflex.

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 28 maart

ADVIES CRB

Textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers

Textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers

Relancestrategie Invoering van een globale verbintenis van de werkgevers inzake stageplaatsen Advies nr en rapport nr. 86

Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 maart 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het Glasbedrijf, betreffende de vervoerkosten

Paritair Comité voor de casinobedienden

CRB DEF CCR 10 NAR Advies over de werkgeversbijdrage in de prijs van de treinkaarten vanaf 1 februari 2010

Externe diensten voor bescherming en preventie op het werk. Voordelen in natura... 2

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 13 juli

Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het Glasbedrijf, betreffende de vervoerkosten

CENTRALE RAAD VOOR HET BEDRIJFSLEVEN NATIONALE ARBEIDSRAAD CRB DEF CCR 10. ADVIES Nr

Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking. Werkkleding... 2

advies CRB DEF

Gemeenschappelijke Raadszitting van 21 februari

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 26 september 2017

PARITAIR COMITE VOOR DE OPVOEDINGS- EN HUISVESTINGSINRICHTINGEN EN DIENSTEN VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP (PC )

Paritair Comité voor de wapensmederij met de hand

advies CRB-NAR

Paritair Comité voor de Franstalige en Duitstalige welzijns- en gezondheidssector

Gemeenschappelijke Raadszitting van 27 april

Gemeenschappelijke Raadszitting van woensdag 11 februari

A D V I E S Nr

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 21 maart

A D V I E S Nr Zitting van maandag 27 april

Paritair Comité voor de landbouw

Gemeenschappelijke Raadszitting van dinsdag 21 december

Ploegenpremie Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2007 (82.727) Premie van de patroonheilige Geschenkcheque...

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 36 QUATERDECIES

Paritair comité voor de uitzendarbeid en erkende ondernemingen die buurtwerken of diensten leveren

Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking. Werkkleding... 2

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

advies CRB De wijziging van de uitvoeringsbesluiten betreffende de verzameling van gegevens over de woon- werkverplaatsingen van werknemers

Aanvullend dubbel vakantiegeld CAO van 10 oktober 2007 (85.585) Eindejaarspremie... 3

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 15 december

Laatste aanpassing: 16/10/2012

Paritair Comité voor de ondernemingen waar teruggewonnen grondstoffen opnieuw ter waarde worden gebracht Terugwinning van allerlei producten

Gemeenschappelijke Raadszitting van 29 januari

WERKGEVERSAFVAARDIGING SECRETARIAAT : BIJ HET STUIVERSSTRAAT 8 AANVULLEND NATIONAAL PARITAIR COMITE VOOR BEDIENDEN TEL. 02/ (A.N.P.C.B.

Gemeenschappelijke Raadszitting van 21 februari

Instellingen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 5 oktober

Competentiecentrum Werk & Sociale Zekerheid S. 2016/004 VBO

PC 152 Flexibiliteit, vervoerskosten & vormingsinspanning

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 10 oktober

Paritair Comité voor de Franstalige en Duitstalige welzijns- en gezondheidssector Instellingen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 1 april

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 12 februari

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR

Groententeelt

nationale arbeidsraad

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 15 december

Woon-werkverkeer bedienden Werkgeverstussenkomst op 1 februari 2019

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 13 juli

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 9 november

MOBILITEIT EN VERPLAATSINGSKOSTEN VOOR DE BOUWVAKARBEIDERS NIEUWE REGELING VANAF 1 OKTOBER 2007

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 30 oktober

Paritair Comité voor de ondernemingen waar teruggewonnen grondstoffen opnieuw ter waarde worden gebracht Terugwinning van allerlei producten

Paritair comité voor de ondernemingen waar teruggewonnen grondstoffen opnieuw ter waarde worden gebracht Terugwinning van lompen

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 14 februari

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 24 april

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 20 december

WERKGEVERSTEGEMOETKOMINGEN IN DE REISKOSTEN VAN BOUWVAKARBEIDERS EN BEDIENDEN (bijgewerkt tot en met 1 februari 2012)

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR

CAO van 26 juni 2015 ( ) Eindejaarspremie in 2015 en 2016 Alle artikels. Geldigheidsduur: 1 januari 2015 tot en met 31 december 2016.

WERKGEVERSTEGEMOETKOMINGEN IN DE REISKOSTEN VAN BOUWVAKARBEIDERS EN BEDIENDEN (bijgewerkt tot en met 1 juli 2014)

Jaarlijkse premie... 1 Eindejaarspremie... 1 Anciënniteit... 2 Ecocheques... 2 Tussenkomst in de vervoerskosten... 2 Werkkledij...

Autocarondernemingen

A A N B E V E L I N G Nr AANBEVELING AAN DE PARITAIRE COMITES OVER DE INVOERING VAN

Paritair comité van het cementbedrijf Vezelcement

Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 20 december

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 24 april

Transcriptie:

NATIONALE ARBEIDSRAAD CENTRALE RAAD VOOR HET BEDRIJFSLEVEN ADVIES Nr. 1.942 CRB 2015-1260 DEF Gemeenschappelijke Raadszitting van 24 juni 2015 -------------------------------------------------------------------- Initiatiefadvies over de gevolgen van de plannen aangaande het nieuwe tarievenbeleid van de NMBS voor het sociaal overleg ------------------ 2.744-2 Blijde Inkomstlaan, 17-21 - 1040 Brussel, Av. de la Joyeuse Entrée, 17-21 - 1040 Bruxelles Tel: 02 233 88 11 - Fax CRB/CCE: 02 233 89 12 Fax NAR/CNT: 02 233 89 38

2 CRB 2015-1260 DEF Inbehandelingneming Op 21 januari 2015 brachten de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en de Nationale Arbeidsraad een unaniem advies uit waarin ze de principes uiteenzetten waarop het nieuwe tarievenbeleid van de NMBS volgens hen zou moeten steunen, m.n. dit tarievenbeleid: - mag de tarieven van de treinabonnementen voor het woon-werkverkeer (d.i. de trajecttreinkaarten en de halftijdse treinkaarten) niet differentiëren in functie van het uur van de dag en/of de bezettingsgraad van de spoorlijn; - moet rekening houden met de behoefte aan stabiliteit in de werknemers- en werkgeversbijdragen aan de kosten van het gemeenschappelijk openbaar vervoer; - mag geen afbreuk doen aan de geest van de CAO n 19 octies en van de wet van 27 juli 1962. In dit verband herinneren de Raden aan de algemene filosofie die aan de genoemde wet en cao ten grondslag ligt, nl. dat de kostprijs van de woon-werkverplaatsingen: - de werknemers niet mag ontmoedigen om heen en weer te pendelen tussen hun woon-en werkplaats ; - voor werknemers geen reden mag zijn om een job die bij hun profiel past, op te zeggen; - voor werkzoekenden geen beletsel mag vormen om een job te aanvaarden of het werk te hervatten. - moet erop gericht zijn mensen, in het bijzonder de jongeren, aan te moedigen om zich met de trein te verplaatsen; - moet zo worden opgevat dat het de werking van de arbeidsmarkt niet verstoort; - moet voldoende dynamisch zijn, eenvoudig te begrijpen en administratief beheersbaar zijn voor alle betrokken partijen, m.n. de NMBS, de werkgevers, de werknemers en andere treinreizigers; - moet het principe van de gelijke behandeling inzake tarifering van de trajecttreinkaarten en de halftijdse treinkaarten respecteren. De Raden voeren de volgende argumenten aan: - beide treinkaarten worden gebruikt voor het woon-werkverkeer; - een tariefverhoging van de halftijdse treinkaarten kan, zoals voor de trajecttreinkaarten, gevolgen hebben voor de werknemers en/of werkgevers; - als de NMBS de tarieven van de halftijdse treinkaarten meer verhoogt dan die van de trajecttreinkaarten, zullen de halftijdse werknemers die al minder financiële middelen en atypische werkuren hebben worden ontmoedigd of niet worden gestimuleerd om voor hun woon-werkverkeer de trein te nemen, terwijl dit een duurzame vorm van mobiliteit is; - mag geen belemmering vormen voor de concretisering van de door de verschillende beleidsniveaus nagestreefde modal shift ten voordele van de duurzamere modi (waaronder de trein); - moet ervoor zorgen dat alle jongeren die alternerend leren en werken voor hun woonschoolverplaatsingen de schooltarieven van de NMBS (d.i. zowel de campuskaart als de schooltreinkaart) kunnen genieten.

3 CRB 2015-1260 DEF Volgens verschillende bronnen onderzoekt de NMBS momenteel kennelijk een piste die erop gericht is de vervoerbewijzen duurder te maken tijdens de spitsuren (d.w.z. van 6 tot 9 uur s morgens en van 15 tot 19 uur s avonds), wat volledig in tegenspraak zou zijn met het hierboven vermelde advies dat werd uitgebracht door de Raden. In het voorliggende initiatiefadvies, dat door de plenaire vergadering van de Raden van 24 juni 2015 werd goedgekeurd, leggen de Raden gedetailleerd uit waarom het belangrijk is hun unaniem advies van 21 januari 2015 op te volgen en de genoemde piste dus niet toe te passen op de treinabonnementen voor het woon-werkverkeer (d.i. de trajecttreinkaarten en de halftijdse treinkaarten). 1 CAO nr. 19 octies Advies In uitvoering van het interprofessioneel akkoord (IPA) dat werd gesloten op 22 december 2008 voor de periode 2009-2010, bepaalt CAO nr. 19 octies 1, sinds 1 februari 2009, het bedrag van de bijdrage van de werkgever in de vervoerskosten die worden gedragen door zijn personeelsleden die een openbaar vervoermiddel (trein, tram, metro, bus) gebruiken om zich van hun woonplaats naar hun werkplaats te begeven en omgekeerd. Voorheen werden die bedragen vastgesteld 2 overeenkomstig artikel 1 van de wet van 27 juli 1962 3, bij een in ministerraad overlegd koninklijk besluit 4 en na advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven. Omdat ze meer betrokken willen worden bij het tarievenbeleid van de NMBS, hebben de sociale partners, in het kader van het bovengenoemde IPA, besloten om CAO nr. 19 te wijzigen teneinde de maximale werkgeversbijdrage in de prijs van het openbaar vervoer (trein, metro, tram, bus) te verhogen tot gemiddeld 75% (i.p.v. gemiddeld 60%), enerzijds, en om terzelfder tijd die aldus verhoogde bijdrage om te zetten in een tabel met forfaitaire bedragen, anderzijds. Deze forfaitaire bedragen, die vermeld worden in artikel 3 van CAO nr. 19 octies, worden berekend in functie van het aantal afgelegde kilometers, zonder rekening te houden met het tijdstip van de dag waarop het traject wordt afgelegd. 1 Die bedragen zijn van toepassing op de werkgevers en de werknemers die in het toepassingsgebied vallen van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités (tenzij een sector-cao op hen van toepassing is). 2 Die bij koninklijk besluit vastgestelde bedragen zijn nog steeds van toepassing op de werkgevers en de werknemers die niet in het toepassingsgebied van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités vallen. 3 Wet van 27 juli 1962 tot vaststelling van een werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de NMBS ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden 4 Koninklijk besluit van 28 juli 1962 tot vaststelling van het bedrag en de wijze van betaling van de werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden

4 CRB 2015-1260 DEF De invoering van gedifferentieerde tarieven voor de trajecttreinkaarten en de halftijdse treinkaarten in functie van het uur van de dag waarop het traject wordt afgelegd, zou dus indruisen tegen de onderliggende filosofie van CAO nr. 19 octies en zou ook de verschillende evenwichten, waarover akkoorden werden bereikt in het kader van IPA s die sinds 1975 werden gesloten, op de helling zetten. Aangezien CAO nr. 19 octies bovendien een suppletief karakter heeft, is deze niet van toepassing op de werkgevers en de werknemers die tot een paritair comité (of onderneming) behoren waarin de bijdrage in de vervoerskosten werd geregeld d.m.v. een sector-cao (of ondernemings-cao) die minstens in gelijkwaardige voordelen voorziet. Deze wijziging in het tarievenbeleid van de NMBS zou bijgevolg een weerslag kunnen hebben op de CAO s die ter zake op sectorniveau (of ondernemingsniveau) werden gesloten. De Raden wensen ook te wijzen op het vraagstuk met betrekking tot de tenlasteneming van de bijkomende kosten die, volgens de sector-cao s of ondernemings-cao s, zouden moeten worden gedragen door sommige werknemers en/of werkgevers die niet onder het toepassingsgebied van de huidige CAO nr. 19 octies vallen. De Raden wensen bovendien te beklemtonen dat de toepassing van dit verschil op het vlak van tarieven een bron zou vormen van ongelijke behandeling tussen werknemers op basis van hun arbeidstijdregeling. Deze kan vanuit het oogpunt van de wettelijkheid, de objectiviteit en de proportionaliteit niet worden gerechtvaardigd. Bovendien zou ze voor de gezamenlijke belanghebbende partijen tot rechtsonzekerheid kunnen leiden. Voorts zou de toepassing van een dergelijke differentiatie van de tarieven de werknemers die de langste woon-werkverplaatsingen maken zwaarder treffen (de werknemers die langere trajecten afleggen, maken immers een grotere kans om zich in de tariefspitsuren te bevinden). 2 Wijziging van de wet van 27 juli 1962 CAO nr. 19 octies hangt samen met de wet van 27 juli 1962 tot vaststelling van een werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden. Volgens de wens die om harmonisatieredenen werd geuit in het bovenvermelde IPA voor de periode 2009-2010, werd de tabel van artikel 3 van CAO nr. 19 octies, waarin de forfaitaire bedragen van de werkgeversbijdragen zijn vastgelegd, ook opgenomen in de bijlage van het koninklijk besluit van 27 juli 1962 5 dat werd genomen in uitvoering van artikel 1 van de bovengenoemde wet. De hierboven gemaakte bedenkingen met betrekking tot de afbreuk die zou worden gedaan aan de geest van CAO nr. 19 octies en aan de evenwichten die daaraan ten grondslag liggen, zijn in dit kader dus eveneens pertinent. 5 Koninklijk besluit van 28 juli 1962 tot vaststelling van het bedrag en de wijze van betaling van de werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bediendenverlies geleden door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden

5 CRB 2015-1260 DEF De Raden herinneren er voorts aan dat de huidige versie van artikel 1 van de wet van 27 juli 1962 nog steeds voorschrijft dat de Koning het bedrag 6 en de wijze van betaling van deze bijdrage bepaalt bij een in ministerraad overgelegd besluit, na advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven te hebben ingewonnen. Op het vlak van de wettelijke basis is er dan ook sprake van een onverenigbaarbheid tussen de huidige formulering van artikel 1 van de wet van 27 juli 1962 en CAO nr. 19 octies. De Raden herinneren eraan dat ze, teneinde deze onverenigbaarheid op te lossen, in een eensluidend advies dd. 23 juni 2010, een tekstvoorstel formuleerden teneinde de wet van 27 juli 1962 te wijzigen. De Raden herhalen hun verzoek om dat advies ten uitvoer gelegd te zien en vestigen tevens de aandacht op het feit dat het betrekking heeft op verschillende beleidsbevoegheden. 3 Derdebetalerssysteem De Raden herinneren eraan dat de Groep van 10 pleit voor de verlenging van de financiering en de verduurzaming van de overheidstussenkomst in het kader van het 80/20-systeem (tussenkomst werkgever in de kosten voor openbaar vervoer in het woon-werkverkeer via een derdebetalersovereenkomst ), met een open enveloppe. Ze vragen met aandrang erop toe te zien dat het in overweging genomen tarievenbeleid er niet toe leidt dat de toepassing van het derdebetalerssysteem op de helling wordt gezet en/of complexer wordt gemaakt. 4 Extra administratieve kosten en lasten In de hedendaagse context, die gekenmerkt wordt door een groeiende flexibiliteit van de tewerkstellingsmodaliteiten van de werknemers (glijdende uurregelingen, terbeschikking-stellingen, uitzendarbeid, ploegensystemen, telewerken enz.) heeft een differentiatie van de tarieven van de treinabonnementen voor het woon-werkverkeer een bijkomende complexiteit voor gevolg in de toepassing van het systeem van tussenkomst van de werkgever in de kosten van het woonwerkverkeer van de werknemers. De Raden vestigen er de aandacht op dat een dergelijk tarievenbeleid indruist tegen de tendens naar administratieve vereenvoudiging en in voorkomend geval extra kosten meebrengt voor de sociale secretariaten en de (HR-diensten van de) bedrijven. De administratieve opvolging van een dergelijk tarievenbeleid is immers niet alleen bijzonder complex en tijdrovend, maar ook duur want maakt het ontwikkelen en gebruiken van nieuwe toepassingen noodzakelijk : zowel bij de grote ondernemingen als bij de kmo s moeten er toepassingen ontwikkeld worden om dit alles (technologisch of manueel) te noteren en te controleren ; de sociale secretariaten hebben daarvoor een nieuwe verwerkingswijze van de informatiegegevens nodig enz. 6 Pro memorie: de bij koninklijk besluit vastgestelde bedragen zijn nog steeds van toepassing op de werkgevers en de werknemers die niet onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.

6 CRB 2015-1260 DEF 5 Het treingebruik ontmoedigen De Raden wijzen er ook op dat een differentiatie van de tarieven van de treinabonnementen voor het woon-werkverkeer op basis van het tijdstip van de dag werkgevers en werknemers omwille van o.m. de in punt 4 uiteengezette redenen zou kunnen ontmoedigen om de trein te gebruiken voor het woonwerkverkeer. De Raden zijn van oordeel dat een hogere tarifering van de treinkaarten tijdens de spitsuren verdedigbaar is in het kader van een bedrijfseconomische logica van de NMBS, maar dat die logica niet de bovenhand mag halen in de huidige maatschappelijke context, die wordt gekenmerkt door steeds nijpender wordende problemen met de afstemming tussen het aanbod van en de vraag naar mobiliteit, die nefaste gevolgen hebben voor zowel (het structureel concurrentievermogen van) de economie als de werking van de arbeidsmarkt, het leefmilieu en de volksgezondheid. Om het hoofd te bieden aan de problemen met het afstemmen van vraag en aanbod inzake mobiliteit, overwegen de gewesten de invoering van een slimme kilometerheffing (rekeningrijden) voor personenwagens. Als de treinkaarten duurder worden tijdens de spitsuren en de gewesten tegelijk een slimme kilometerheffing (rekeningrijden) voor personenwagens invoeren, zal de verhouding tussen de vervoersmodi ongewijzigd blijven en zal de modal shift ten voordele van de duurzamere vervoersmodi (waaronder de trein), die door de verschillende bevoegdheidsniveaus wordt nagestreefd, niet worden verwezenlijkt. Bijgevolg zal geen soelaas worden geboden aan de steeds nijpender wordende problemen met de afstemming van vraag en aanbod inzake mobiliteit en aan de nefaste gevolgen die eruit voortvloeien. X X X Ten slotte drukken de Raden de wens uit dat ze worden betrokken bij de uitstippeling van het toekomstige tarievenbeleid van de NMBS en achten ze het in dat verband noodzakelijk een ontmoeting te hebben met de voogdijminister van de NMBS.