Premiekorting voor jongere werknemer

Vergelijkbare documenten
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2014)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën;

Percentages en maximumpremieloon werknemers- en volksverzekeringen

Wijziging van de Ziektewet i.v.m. harmonisatie van instrumenten ter bevordering van arbeidsdeelname van arbeidsbeperkten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling tegemoetkoming Wajongers wordt als volgt gewijzigd:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na Afdeling 1 van Hoofdstuk 3 wordt een afdeling ingevoegd, luidende:

In artikel 1.2, onderdeel A, wordt In het eerste lid vervangen door: In artikel

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Besluiten premievaststelling vrijwillige verzekering ZW, WW, WIA en WAO 2012

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

De Belastingdienst rondt het bedrag aan LKV per doelgroep af op hele euro s naar boven.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Artikel I, onderdelen A en B, treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

REGLEMENT WGA-HIAATREGELING

Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen Geldend van t/m heden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Gelijkstellingsregeling arbeidsuren wordt als volgt gewijzigd:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Tweede Kamer der Staten-Generaal

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Sociale Zaken,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

ARTIKEL II WET UITKERINGEN BURGER-OORLOGSSLACHTOFFERS

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

De subsidie Praktijkleren gaat buiten de loonberekening en de aangifte loonheffingen om. U vindt die regeling dan ook niet in Loon.

Premiekortingen en premievrijstelling 2013

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

2017 no. 63 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

(Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken ID-banen [Versie geldig vanaf: ])

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bovenwettelijke Werkloosheidsregeling Universitair Medische Centra (BWUMC)

PENSIOENREGLEMENT 2 Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE REGELING GEGEVENSUITWISSELING ONDERSTAND BES

WGA-hiaatreglement. Inhoudsopgave

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Overgangsrecht Wet inkomstenbelasting 2001

Wijziging van de Regeling Wfsv en enkele andere regelingen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Samenwerking Kempengemeenten;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Gelet op de artikelen 49 en 50 van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen;

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

De wetteksten huidig en nieuw Afdeling 3 Boek 7 Burgerlijk Wetboek: Vakantie en Verlof

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Transcriptie:

Regelingen en voorzieningen CODE 3.2.2.9 Premiekorting voor jongere werknemer bronnen http://www.antwoordvoorbedrijven.nl/wetswijziging/premiekorting-jongere-werknemer wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv), Belastingplan 2014; Staatsblad 2013 nr. 565 d.d. 18.12.2013 wijziging Regeling Wfsv i.v.m. uitvoering premiekorting jongeren; Staatscourant 2014 nr. 13268 d.d. 12.5.2014 inwerkingtreding artikel XIA Belastingplan 2014, onderdelen A, B en D treden in werking met ingang van 1 juli 2014. Antwoord voor bedrijven Wat is er veranderd? Neemt u tussen 1 januari 2014 en 31 december 2015 een jongere werknemer (van 18 tot en met 26 jaar) aan? Dan krijgt u een premiekorting als deze werknemer een WW- of bijstandsuitkering heeft. U moet hem minimaal een halfjaarcontract voor minimaal 32 uur per week geven. Hoogte premiekorting U krijgt een premiekorting van 3.500 per jaar. Voor jongeren die u aanneemt vanaf 1 januari 2014, ontvangt u de premiekorting vanaf 1 juli 2014. Van 1 juli 2014 tot 1 januari 2015 bedraagt de premiekorting dan 1.750. U ontvangt de premiekorting voor de duur van de dienstbetrekking, met een maximum van 2 jaar. Voorbeelden Neemt u een jongere werknemer aan op of na: 1 januari 2014 en voor 1 juli 2014? Dan ontvangt u de premiekorting vanaf 1 juli 2014 voor maximaal 2 jaar. 1 juli 2014 en voor 1 januari 2016? Dan ontvangt u de premiekorting vanaf indiensttreding voor maximaal 2 jaar. 1 januari 2014 en gaat de jongere werknemer uit dienst voor 1 juli 2014? Dan is uw werknemer op 1 juli 2014 niet meer bij u in dienst en krijgt u geen premiekorting. Wordt de jongere tijdens het dienstverband 27 jaar? Dan kunt u de premiekorting blijven toepassen. Doelgroepverklaring Uw werknemer heeft een doelgroepverklaring nodig van het UWV (WW-uitkering) of van de gemeente (bijstandsuitkering). Hierin staat dat hij een uitkering had op de dag vóór hij in dienst kwam. Uw werknemer vraagt de doelgroepverklaring UWV vanaf 1 mei 2014 aan via UWV Telefoon Werknemers. Informeer bij de gemeente naar de doelgroepverklaring voor de bijstand. Voor wie? Werkgevers Wanneer? De wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen gaat officieel in per 1 juli 2014, maar geldt voor jongere werknemers die u vanaf 1 januari 2014 aanneemt. De regeling is tijdelijk en duurt tot 1 januari 2016. 1

CODE 3.2.2.9 Regelingen en voorzieningen Belastingplan 2014 ARTIKEL XIA De Wet financiering sociale verzekeringen wordt als volgt gewijzigd: A Na artikel 48 worden twee artikelen ingevoegd, luidende: Artikel 48a Premiekorting jongere werknemer 1. De werkgever past een korting toe op het totaal van de door hem op grond van de afdelingen 2, 3 en 4 verschuldigde premies bij een dienstbetrekking met een werknemer die: a. onmiddellijk voorafgaand aan de aanvang van de dienstbetrekking recht heeft op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet of de Wet werk en bijstand; b. op of na 1 januari 2014 bij die werkgever in dienst is getreden maar vóór 1 januari 2016; c. op het moment van in dienst treden bij die werkgever 18 jaar of ouder is maar nog niet de leeftijd heeft bereikt van 27 jaar, end. een dienstbetrekking heeft met een overeengekomen duur van minimaal zes maanden en een arbeidsduur van ten minste 32 uren per week. 2. De korting wordt toegepast voor zolang de dienstbetrekking met de werknemer, bedoeld in het eerste lid, duurt met dien verstande: a. dat voor dienstbetrekkingen die zijn aangevangen op of na 1 januari 2014 maar vóór 1 juli 2014 de korting kan worden toegepast voor de duur van de dienstbetrekking maar ten hoogste gedurende twee jaar vanaf 1 juli 2014; b. dat voor dienstbetrekkingen die zijn aangevangen op of na 1 juli 2014 maar vóór 1 januari 2016 de korting kan worden toegepast voor de duur van de diensbetrekking maar ten hoogste gedurende twee jaar vanaf de aanvang van die dienstbetrekking; c. dat de korting niet langer wordt toegepast dan tot en met het aangiftetijdvak dat eindigt op 31 december 2017. 3. De korting wordt niet meer toegepast zodra niet meer wordt voldaan aan het eerste lid, onderdeel d. 4. De werkgever bewaart bij de loonadministratie:a. de schriftelijke arbeidsovereenkomst of de schriftelijke publiekrechtelijke aanstelling met de werknemer waaruit blijkt dat wordt voldaan aan het eerste lid, onderdeel d;b. een verklaring van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen of het college van burgemeester en wethouders dat de werknemer, bedoeld in het eerste lid, voorafgaande aan de datum van aanvang van de dienstbetrekking recht had op een uitkering als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a. 5. Artikel 50a is van overeenkomstige toepassing. Artikel 48b Omvang bonus jongere werknemer 1. De korting, bedoeld in artikel 48a, bedraagt 3.500 per jaar, met dien verstande dat de korting in de periode 1 juli 2014 tot 1 januari 2015 1.750 bedraagt. 2. Artikel 50b, derde lid, is van overeenkomstige toepassing. B In artikel 115, eerste lid, wordt na onderdeel k een onderdeel ingevoegd, luidende: l. de bedragen van de kortingen jongere werknemer, bedoeld in artikel 48b, eerste lid;. C Na artikel 122c wordt een artikel ingevoegd, luidende:. Artikel 122ca. Gedeeltelijke teruggaaf basispremie Arbeidsongeschiktheidsfonds 1. In afwijking in zoverre van de hoofdstukken 3 en 4 verleent de inspecteur, al dan niet op verzoek, bij voor bezwaar vatbare beschikking aan een werkgever een gedeeltelijke teruggaaf van de ten behoeve van het Arbeidsongeschiktheidsfonds verschuldigde basispremie, bedoeld in artikel 34, eerste lid. Voor de toepassing van artikel 20 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt de teruggaaf, bedoeld in de eerste volzin, aangemerkt als een naar aanleiding van een verzoek gedane teruggaaf. 2

Regelingen en voorzieningen CODE 3.2.2.9 2. De teruggaaf, bedoeld in het eerste lid, bedraagt 28,82% van de door de werkgever ten behoeve van het Arbeidsongeschiktheidsfonds over de periode van 1 januari 2013 tot en met 30 juni 2013 aangegeven basispremie. De voor de toepassing van de eerste volzin in aanmerking te nemen premie wordt vastgesteld op grond van de aangiften die uiterlijk op 30 september 2013 zijn ingediend alsmede de aanvullingen daarop die uiterlijk op die datum hebben plaatsgevonden. 3. Ingeval het eerste aangiftetijdvak van de periode, genoemd in het tweede lid, niet aanvangt op 1 januari 2013 of ingeval het laatste aangiftetijdvak van de periode, genoemd in het tweede lid, niet eindigt op 30 juni 2013, wordt het bedrag van de voor de toepassing van het tweede lid in aanmerking te nemen premie door herleiding bepaald. 4. De teruggaaf, bedoeld in het eerste lid, komt ten laste van het Arbeidsongeschiktheidsfonds. 5. Bij regeling van Onze Minister van Financiën, in overeenstemming met Onze Minister, kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de toepassing van dit artikel. 6. Dit artikel vervalt met ingang van 1 januari 2015. D Na artikel 122g wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 122ga Beëindiging premiekorting jongere werknemer De artikelen 48a, 48b en 115, eerste lid, onderdeel l, vervallen met ingang van 1 januari 2018. 3

STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13268 12 mei 2014 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 6 mei 2014, 2014-0000058664, tot wijziging van de Regeling Wfsv in verband met de uitvoering van de premiekorting jongeren en enige andere wijzigingen De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën; Gelet op de artikelen 34, tweede lid, en 50c van de Wet financiering sociale verzekeringen; Besluit: ARTIKEL I De Regeling Wfsv wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 3.18 wordt of WGA-lasten flexibele dienstbetrekkingen vervangen door: en WGA-lasten flexibele dienstbetrekkingen. B Aan artikel 3.19 wordt een zin toegevoegd, luidende: C De premiekorting, bedoeld in artikel 47, eerste of tweede lid, en 49, eerste lid, van de Wfsv, wordt berekend en toegepast per aangiftetijdvak. Aan artikel 3.24 wordt een lid toegevoegd, luidende: D 3. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing in het aangiftetijdvak waarin de maximale duur voor de toepassing van de premiekorting is bereikt, dan wel indien de betrokkene niet langer werknemer is als bedoeld in artikel 1 van de Wfsv. In hoofdstuk 3 worden na afdeling 5 een afdeling met opschrift ingevoegd, luidende: Afdeling 6 Premiekorting jongere werknemer Artikel 3.26 Nieuwe dienstbetrekking bij dezelfde werkgever Voor de toepassing van artikel 48a van de Wfsv wordt een dienstbetrekking die is aangevangen vóór 1 januari 2014 en wordt beëindigd vóór, op of na die datum maar binnen drie maanden wordt opgevolgd door een dienstbetrekking bij dezelfde werkgever geacht niet te zijn onderbroken. Artikel 3.27 Nieuwe dienstbetrekking bij dezelfde werkgever na niet volledig genoten premiekortingsperiode 1. Indien een werkgever niet gedurende een periode van in totaal twee jaar premiekorting als bedoeld in artikel 48a, tweede lid, van de Wfsv heeft toegepast: a. worden dienstbetrekkingen bij dezelfde werkgever die elkaar met tussenpozen van minder dan drie maanden opvolgen, geacht niet te zijn onderbroken en worden de perioden waarin de premiekorting kan worden toegepast opgeteld totdat in totaal twee jaar premiekorting is toegepast, met inachtneming van artikel 48a, tweede lid, onderdeel c, van de Wfsv; b. kan indien dienstbetrekkingen bij dezelfde werkgever elkaar met tussenpozen van drie maanden of meer doch ten hoogste zes maanden opvolgen, de premiekorting niet opnieuw worden toegepast en beslaat de premiekortingsperiode de periode vanaf het moment dat de eerdere premiekortingsperiode een aanvang nam totdat twee jaar zijn verstreken, 1 Staatscourant 2014 nr. 13268 12 mei 2014

zonder dat over de tussenliggende periode premiekorting is toegepast, met inachtneming van artikel 48a, tweede lid, onderdeel c, van de Wfsv. 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing indien de dienstbetrekking in de periode, bedoeld in de onderdelen a of b, van dat lid, niet is onderbroken maar in de genoemde periode geen premiekorting kon worden toegepast. Artikel 3.28 Afwijkend aangiftetijdvak Voor de toepassing van artikel 48b van de Wfsv wordt bij de vaststelling van de door een werkgever met een ander aangiftetijdvak dan een maand de premiekorting voor het jaar 2014 als volgt berekend: bij een aangiftetijdvak van vier aaneengesloten weken wordt van de over het zevende aangiftetijdvak toe te passen premiekorting 13/28 in aanmerking genomen. Artikel 3.29 Overige Uitvoeringsbepalingen Ten aanzien van de toepassing van de artikelen 48a en 48b van de Wfsv: a. zijn de artikelen 3.19, 3.22 en 3.24, eerste en derde lid, van overeenkomstige toepassing; b. is artikel 3.24a van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat voor het kalenderjaar 2014 geldt dat de premiekorting, bedoeld in artikel 48a van de Wfsv, door de werkgever verrekend kan worden in de aangiftetijdvakken die betrekking hebben op de periode vanaf 1 juli 2014. ARTIKEL II Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2014, met uitzondering van Artikel I, onderdeel A, dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en terug werkt tot en met 1 januari 2014. Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. Den Haag, 6 mei 2014 De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher. 2 Staatscourant 2014 nr. 13268 12 mei 2014

TOELICHTING Algemeen Met ingang van 1 juli 2014 wordt een premiekorting ingevoerd voor werkgevers die jongere uitkeringsgerechtigden in dienst nemen. Het betreft een tijdelijke regeling die gericht is op nieuwe banen in de periode 1 januari 2014 tot 1 januari 2016. De premiekorting is voor het eerst toe te passen vanaf 1 juli 2014. Werkgevers ontvangen voor elke nieuwe indiensttreding en zolang de betreffende jongere in dienst is twee jaar premiekorting (uiterlijk t/m 31 december 2017). Met deze regeling ontvangt een werkgever een korting op de door hem af te dragen premies werknemersverzekeringen als hij een werknemer in de leeftijd van 18 tot 27 jaar aanneemt vanuit de Werkloosheidswet of Wet werk en bijstand, waarbij het moet gaan om een baan van ten minste 32 uur per week en ten minste een halfjaarcontract. In deze wijzigingsregeling worden wijzigingen opgenomen in verband met de toepassing van de premiekorting bij opeenvolgende dienstbetrekkingen van werknemers en bevat ook overige uitvoeringsbepalingen. Tevens wordt een omissie hersteld in een bepaling over de mogelijkheid tot verhaal van de WGAlasten op werknemers. Onderdeelsgewijze toelichting Artikel I, onderdeel A (artikel 3.18) Bij ministeriële regeling van 30 september 2013, tot wijziging van de Regeling Wfsv in verband met wijzigingen in de premievaststelling werknemersverzekeringen (Stcrt. 27771) is een nieuw artikel 3.18 in de Regeling Wfsv ingevoegd. Ter uitvoering van artikel 34, tweede lid, van de Wfsv is in artikel 3.18 geregeld dat verhaal op het netto loon van de werknemer mogelijk is tot ten hoogste de helft van de WGA-premie die betrekking heeft op de premiecomponent WGA-lasten vaste dienstbetrekkingen of de premiecomponent WGA-lasten flexibele dienstbetrekkingen, bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, onderdeel g, onderscheidenlijk h, van het Besluit Wfsv. Bedoeld is echter dat een werkgever de mogelijkheid heeft om zowel de premiecomponent WGA-lasten vaste dienstbetrekkingen en de premiecomponent WGA-lasten flexibele dienstbetrekkingen tot ten hoogste de helft te kunnen verhalen op het netto loon van zijn werknemers. Deze omissie is bij deze wijziging hersteld en werkt terug tot en met 1 januari 2014. Artikel I, onderdeel B (artikel 3.19) De premiekortingen worden berekend en toegepast per aangiftetijdvak. Teneinde misverstanden te voorkomen is dit expliciet bepaald. Artikel I, onderdeel C (artikel 3.24) In artikel 3.24, eerste lid, is een regeling gegeven over evenredige vermindering van de premiekorting wanneer de dienstbetrekking met de werknemer niet aanvangt respectievelijk eindigt op de eerste dag respectievelijk laatste dag van het aangiftetijdvak. In het nieuwe derde lid is geregeld dat deze regeling ook van toepassing is in het aangiftetijdvak waarin de maximale duur van de premiekorting is bereikt en voorts is deze regeling van toepassing indien een betrokkene niet langer als werknemer beschouwd kan worden. Voorbeeld is het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd, hetgeen vaak niet samenvalt met de eerste of laatste dag van een aangiftetijdvak. Artikel I, onderdeel D (artikel 3.26) Dit artikel geeft regels voor een nieuwe dienstbetrekking bij dezelfde werkgever. In de situatie dat er vóór 1 januari 2014 al eerder een dienstbetrekking bij dezelfde werkgever is geweest maar deze is of wordt beëindigd vóór, op of na 1 januari 2014 (tot de datum waarop de premiekorting niet meer kan worden toegepast; 1 januari 2018), vervolgens aan betrokkene een uitkering is toegekend op grond van de Werkloosheidswet of de Wet werk en bijstand, maar betrokkene binnen drie maanden na de beëindiging bij dezelfde werkgever opnieuw in dienst treedt, dan worden deze dienstbetrekkingen geacht niet te zijn onderbroken. Dit betekent dat ten aanzien van de tweede dienstbetrekking geen premiekorting kan worden toegepast omdat de eerdere dienstbetrekking is aangevangen vóór 1 januari 2014.Hiermee wordt voorkomen dat een bestaande dienstbetrekking wordt beëindigd en na een korte tijd uitkering wederom een dienstbetrekking wordt aangegaan met het kennelijke oogmerk om aan de voorwaarden voor premiekorting te kunnen voldoen. 3 Staatscourant 2014 nr. 13268 12 mei 2014

Artikel I, onderdeel D (artikel 3.27) In artikel 3.27 is een regeling getroffen voor situaties waarin sprake is van een nieuwe dienstbetrekking bij dezelfde werkgever na een niet volledig genoten premiekortingsperiode. Deze regeling komt qua structuur en inhoud voor een belangrijk deel overeen met artikel 3.21 ten aanzien van de andere premiekortingsregelingen. Wanneer de dienstbetrekking niet wordt onderbroken maar de premiekorting niet meer kan worden toegepast is op grond van het tweede lid de regeling van overeenkomstige toepassing. Indien bijvoorbeeld de overeengekomen contractsduur van een half jaar of de arbeidsduur van 32 uur wordt gekort dan bestaat op grond van artikel 48a, derde lid, van de Wfsv geen recht meer op premiekorting. Wanneer daarna wordt overeengekomen dat de contractsduur en de arbeidsduur weer voldoen aan de minimale vereisten, dan brengt het tweede lid met zich mee dat de tussenliggende periode waarin niet werd voldaan aan de voorwaarden, wanneer die periode minder dan drie maanden bedraagt, de maximale duur van de premiekorting met de duur van de onderbreking wordt verlengd. En voorts dat wanneer de tussenliggende periode drie maanden maar niet meer dan zes maanden bedraagt waarin niet werd voldaan aan de voorwaarden, niet opnieuw een premiekortingsperiode van twee jaar aanvangt. De premiekortingsperiode beslaat dan de periode vanaf het moment dat de eerdere premiekortingsperiode een aanvang nam totdat twee jaar zijn verstreken. Uiteraard geldt hierbij dat op grond van artikel 48a, tweede lid, onderdeel c, van de Wfsv de korting niet langer wordt toegepast dan tot en met het aangiftetijdvak dat eindigt op 31 december 2017. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat wanneer de tussenliggende periode meer dan zes maanden bedraagt er een nieuwe periode van premiekorting kan starten voor zover aan de voorwaarden wordt voldaan. Er wordt niet voldaan aan de voorwaarden in de situatie dat de arbeidsduur van 32 uur wordt gekort en deze verkorting langer dan zes maanden duurt en daarna het aantal uren wordt uitgebreid naar 32 uur of meer. Immers, de werknemer komt dan niet uit een uitkeringssituatie en er is geen sprake van een nieuwe dienstbetrekking. Artikel I, onderdeel D (artikel 3.28) In dit artikel is een regeling gegeven voor de toepassing van de premiekorting wanneer een werkgever een ander aangiftetijdvak dan een maand hanteert. Deze regeling geldt alleen voor het jaar 2014 omdat in dat jaar sprake is van een gebroken jaar: de premiekorting wordt per 1 juli 2014 ingevoerd, waardoor voor het zevende vierwekentijdvak de berekening van de premiekorting geregeld moet worden. Artikel I, onderdeel D (artikel 3.29) De premiekorting jongere werknemer treedt in werking met ingang van 1 juli 2014. In onderdeel b is geregeld dat de premiekorting vanaf dat moment door de werkgever verrekend kan worden in de aangiftetijdvakken die betrekking hebben op de periode vanaf 1 juli 2014 tot einde van het kalenderjaar 2014 en niet met de aangiftetijdvakken die betrekking hebben op de periode voor 1 juli 2014 in dat kalenderjaar. Artikel II De bepalingen ten behoeve van de uitvoering van de premiekorting jongere werknemer, alsmede de overige wijzigingen van de uitvoeringsbepalingen van de premiekortingen, treden in werking met ingang van 1 juli 2014. Onderdeel A, met betrekking tot de correctie van een omissie in artikel 3.18, werkt terug tot en met 1 januari 2014. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher. 4 Staatscourant 2014 nr. 13268 12 mei 2014