Wilhelmus Thema: Bestaat vrede? Samenleving Nederland Het land Moeilijkheid; *** Tijd: * Juf Yvonne Doel: Na deze opdracht weet je meer over de geschiedenis van het Wilhelmus. Uitleg opdracht Je gaat een werkblad maken over het Wilhelmus. Tips en benodigde materialen; Werkblad
De geschiedenis van het Wilhelmus Het Wilhelmus is het oudste volkslied ter wereld. Het precieze jaar waarin het is geschreven is niet bekend. Maar er wordt vanuit gegaan dat het rond de zomer van 1570 is geschreven door Philips van Marnix. Dit was een vriend en dienaar van Willem van Oranje. De oudste tekst die bewaard is gebleven van het Wilhelmus is uit 1581. Het is het oudste volkslied als je vind dat de tekst en muziek rond dezelfde tijd geschreven moet zijn. De tekst van het Japanse volkslied is namelijk al veel ouders deze is geschreven in de 9 de eeuw alleen de muziek is er pas in 1880 bij gemaakt. Het Japanse volkslied wordt al veel langer gebruikt dan het Wilhelmus. Het Wilhelmus is pas sinds 10 mei 1932 het officiële Nederlandse volkslied daarvoor was Wien Neêrlands bloed. Het Wilhelmus is als nieuw volkslied gekozen omdat Wien Neêrlands bloed te racistische was. Over het Wilhelmus Het Wilhelmus is een naamdicht, dat betekend dat als je de eerste letter pakt van alle 15 coupletten en deze achter elkaar zet er zijn naam staat. Als je alle eerste letters van de coupletten van de originele versie achter elkaar zet staat er Willem van Nassov. (zo werd zijn naam vroeger geschreven) Nassau is de achternaam van Willem. Hij werd ook Willem van Oranje genoemd, dit kwam omdat hij als titel Prins van Oranje kreeg toen zijn oom overleden was. Meestal worden alleen het eerste en het zesde couplet van het Wilhelmus gezongen. Wanneer wordt het Wilhelmus gespeeld/gezongen. Er is geen officiële lijst waarop staat wanneer het Wilhelmus gespeeld moet of mag worden. Toch zijn er aantal gelegenheden waarbij het Wilhelmus niet mag ontbreken: Internationale sportwedstrijden of toernooien o Bij internationale wedstrijden tussen twee teams wordt het nationale volkslied van beide teams gespeeld voordat de wedstrijd begint. o Bij internationale toernooien tussen individuele sporters wordt alleen het nationale volkslied van de winnaar als afsluiting van de huldigingceremonie gespeeld. Officiële gelegenheden, op dagen waarop het Nederlandse volk iets te vieren of te herdenken heeft, wordt het Wilhelmus gespeeld. o Koninginnedag o Bevrijdingsdag o Dodenherdenking o Als een afgevaardigde van het Nederlands koningshuis op staatsbezoek is bij een ander land De televisie, elke dag aan het einde van de uitzending op het publieke net wordt het Wilhelmus gespeeld. Verjaardagen van leden van het koninklijk huis, als er daarvan iemand jarig is wordt het Wilhelmus gespeeld.
De tekst van het Wilhelmus Originele versie Ben ick van Duytschen bloet, Den Vaderlant getrouwe Blyf ick tot in den doot: Een Prince van Oraengien Ben ick vrij, onverveert, Den Coninck van Hispaengien Heb ick altijt gheeert. Zesde couplet Mijn Schilt ende betrouwen Sijt ghy, o Godt mijn Heer, Op u soo wil ick bouwen Verlaet mij nimmermeer: Dat ick doch vroom mach blijven V dienaer taller stondt, Die Tyranny verdrijven, Die my mijn hert doorwondt. Nieuwe versie ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij, onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd Zesde couplet Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik doch vroom mag blijven, uw dienaar t'aller stond, de tirannie verdrijven Die mijn hart doorwondt
1) Noem drie gelegenheden op waarbij het Wilhelmus gespeeld wordt 1) 2) 3) 2) Waarom is het Wilhelmus een naamdicht? a. Omdat als je de eerste letters van alle coupletten achter elkaar zet zijn naam staat. b. Omdat het over Willem van Nassau gaat. c. Omdat telkens in de tekst staat. 3) Sinds wanneer is het Wilhelmus het officiële volkslied? a. Rond de zomer van 1570 b. 1581 c. 10 mei 1932 4) Welke coupletten van het Wilhelmus worden meestal gezongen? 5) Wie heeft het Wilhelmus geschreven? 6) Waarom werd het Wilhelmus het nieuwe volkslied?
Tegenwoordige tekst: ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij, onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd. Tweede couplet In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment. Derde couplet Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag. Originele tekst: Ben ick van Duytschen bloet, Den Vaderlant getrouwe Blyf ick tot in den doot: Een Prince van Oraengien Ben ick vrij, onverveert, Den Coninck van Hispaengien Heb ick altijt gheeert. Tweede couplet In Godes vrees te leven Heb ick altyt betracht, Daerom ben ick verdreven Om Landt om Luyd ghebracht: Maer God sal mij regeren Als een goet Instrument, Dat ick zal wederkeeren In mijnen Regiment. Derde couplet Lydt u myn Ondersaten Die oprecht zyn van aert, Godt sal u niet verlaten Al zijt ghy nu beswaert: Die vroom begheert te leven Bidt Godt nacht ende dach, Dat hy my cracht wil gheven Dat ick u helpen mach. Vierde couplet Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben 't u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in 't eeuwig leven verwacht den jongsten dag. Vierde couplet Lyf en goet al te samen Heb ick u niet verschoont, Mijn broeders hooch van Namen Hebbent u oock vertoont: Graef Adolff is ghebleven In Vriesland in den slaech, Syn Siel int ewich Leven Verwacht den Jongsten dach. Vijfde couplet Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd. Vijfde couplet Edel en Hooch gheboren Van Keyserlicken Stam: Een Vorst des Rijcks vercoren Als een vroom christen man, Voor Godes Woort ghepreesen Heb ick vrij onversaecht, Als een Helt sonder vreesen Mijn edel bloet ghewaecht.
Zesde couplet Zesde couplet Mijn schild ende betrouwen Mijn Schilt ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, Sijt ghy, o Godt mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Op u soo wil ick bouwen Verlaat mij nimmermeer. Verlaet mij nimmermeer: Dat ik doch vroom mag blijven, Dat ick doch vroom mach blijven uw dienaar t'aller stond, V dienaer taller stondt, de tirannie verdrijven Die Tyranny verdrijven, die mij mijn hart doorwondt. Die my mijn hert doorwondt. Zevende couplet Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed. Zevende couplet Van al die my beswaren, End mijn Vervolghers zijn, Mijn Godt wilt doch bewaren Den trouwen dienaer dijn: Dat sy my niet verrasschen In haren boosen moet, Haer handen niet en wasschen In mijn onschuldich bloet. Achtste couplet Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot. Achtste couplet Als David moeste vluchten Voor Saul den Tyran: Soo heb ick moeten suchten Met menich Edelman: Maer Godt heeft hem verheven Verlost uit alder noot, Een Coninckrijk ghegheven In Israel seer groot. Negende couplet Na 't zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held. Tiende couplet Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt. Negende couplet Na tsuer sal ick ontfanghen Van Godt mijn Heer dat soet, Daer na so doet verlanghen Mijn Vorstelick ghemoet: Dat is dat ick mach sterven Met eeren in dat Velt, Een eewich Rijck verwerven Als een ghetrouwe Helt. Tiende couplet Niet doet my meer erbarmen In mijnen wederspoet, Dan dat men siet verarmen Des Conincks Landen goet, Dat v de Spaengiaerts crencken O Edel Neerlandt soet, Als ick daer aen ghedencke Mijn Edel hert dat bloet.
Elfde couplet Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld. Twaalfde couplet Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd. Dertiende couplet Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond. Elfde couplet Als een Prins op gheseten Met mijner Heyres cracht, Van den Tyran vermeten Heb ick den Slach verwacht, Die by Maestricht begraven Bevreesde mijn ghewelt, Mijn ruyters sach men draven. Seer moedich door dat Velt. Twaalfde couplet Soo het den wille des Heeren Op die tyt had gheweest, Had ick gheern willen keeren Van v dit swaer tempeest: Maer de Heer van hier boven Die alle dinck regeert. Diemen altijd moet loven En heeftet niet begheert. Dertiende couplet Seer Prinslick was ghedreven Mijn Princelick ghemoet, Stantvastich is ghebleven Mijn hert in teghenspoet, Den Heer heb ick ghebeden Van mijnes herten gront, Dat hy mijn saeck wil reden, Mijn onschult doen bekant. Veertiende couplet Veertiende couplet Oorlof, mijn arme schapen Oorlof mijn arme Schapen die zijt in groten nood, Die zijt in grooten noot, uw herder zal niet slapen, V Herder sal niet slapen al zijt gij nu verstrooid. Al zijt ghy nu verstroyt: Tot God wilt u begeven, Tot Godt wilt v begheven, zijn heilzaam woord neemt aan, Syn heylsaem Woort neemt aen, als vrome christen leven,- Als vrome christen leven, 't zal hier haast zijn gedaan. Tsal hier haest zijn ghedaen. Vijftiende couplet Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid. Vijftiende couplet Voor Godt wil ick belijden End zijner grooter Macht, Dat ick tot gheenen tijden Den Coninck heb veracht: Dan dat ick Godt den Heere Der hoochster Maiesteyt, Heb moeten obedieren, Inder gherechticheyt. http://nl.wikisource.org/wiki/wilhelmus