COPD Meten is weten!!! Maar wat meten we dan??
Bij een patiënt kunnen verschillende longfunctie testen worden gedaan om te kijken of er sprake is van COPD. Je kunt met de testen de ernst van de COPD bepalen. We zullen deze verschillende testen met jullie doorlopen
Meten en wegen De normaalwaarden van de longfunctie worden bepaald aan de hand van lengte, gewicht, leeftijd en geslacht.
Stelling: De lengte en het gewicht vragen aan de patiënt is voldoende. Iedereen weet toch hoe lang en zwaar hij/zij is. Juist/Onjuist
Mannen liegen over hun lengte en vrouwen over hun gewicht. We meten dus altijd!!
Bio-impendantie meting
Bij dit onderzoek wordt de verhouding tussen de hoeveelheid spier- en vetweefsel gemeten. De patiënt ligt 10 minuten plat op een bed, dit om het lichaam volledig tot rust te brengen. De patiënt krijgt op de rechter voet en rechterhand 2 elektrodes geplakt. Hieraan wordt een apparaatje bevestigd. Dit apparaat meet de weerstand (impendantie) in het lichaam. De patiënt voelt hier niets van. Deze weerstand wordt samen met lengte en gewicht ingevoerd een formule en dat levert de vetvrije massa op. Door hem daarna in een andere formule in te voegen krijg je de VVM-index.
Stelling: Als de patiënt een pacemaker heeft mag hij het onderzoek ondergaan. Juist/onjuist Iemand met vocht in de benen mag het onderzoek niet ondergaan. Juist/onjuist Het onderzoek is belastend voor de patiënt. Juist/onjuist
Spirometrie Een onderzoek dat het functioneren van de longen meet. De patiënt krijgt hierbij een mondstuk in de mond, dit mondstuk is verbonden met een spirometer. Ook krijgt de patiënt een klem op zijn neus.
Een spirometrie test op de longfunctie in een ziekenhuis bestaat uit: VC vitale capaciteit meting; Hierbij ademt de patiënt rustig maximaal uit en rustig maximaal in. FVC/flow-volume meting vitale capaciteit meting maar dan geforceerd geblazen. Hierbij ademt de patiënt snel maximaal in en snel en krachtig maximaal uit. Een spirometrie test bij de huisarts bestaat uit: FVC/flow-volume meting vitale capaciteit meting maar dan geforceerd geblazen. Hierbij ademt de patiënt snel maximaal in en snel en krachtig maximaal uit.
VC FVC/flow-volume
Tiffeneau/ FER zijn waarden die de mate van obstructie weergeven. Tiffeaneau wordt gemeten in het ziekenhuis en de FER in de huisartsenpraktijk. FEV1 FEV1 Tiffeneau = VC FER = FVC Het langzame uitademen gaat bij de COPD-er makkelijker, waardoor de geblazen VC hoger is. Dit betekent dat de FER hoger uitvalt dan de tiffeneau en dat de obstructie minder erg lijkt. Hiermee moeten jullie rekening houden als je een uitslag van de huisarts krijgt.
Stelling: Bij een spirometrie onderzoek hoeft de patiënt niet actief mee te werken. Juist/onjuist Een Spirometrie is voor een COPD-er niet extra belastend als voor een niet COPD-er. Juist/onjuist
Bodybox
De patiënt neemt hierbij plaats in een cabine (bodybox), deze cabine wordt afgesloten. De patiënt krijgt weer een mondstuk in de mond en een knijper op de neus. Tijdens de bodybox meting meten we de weerstand in de luchtwegen en de totale hoeveelheid lucht in de longen. Het vervelende aan de bodybox meting is dat voor korte tijd het mondstuk afgesloten wordt.
Stelling: De bodybox bestaat volledig uit glas. Patiënten die claustrofobisch zijn vinden het onderzoek daarom niet erg. Juist/onjuist Iedereen kan in de bodybox. Juist/onjuist
Diffusie De uitwisseling van zuurstof tussen longen en bloed gebeurt in de longblaasjes d.m.v. diffusie. Bij een COPD patiënt ontstaat er schade aan de longblaasjes waardoor longblaasjes verdwijnen. De diffusie van zuurstof naar het bloed zal hierdoor minder zijn.
We doen de test als volgt: - Iemand ademt maximaal uit. - Ademt daarna maximaal in. (ademt dan een gasmengsel in met een kleine hoeveelheid CO) - Houdt ingeademd 10sec de adem vast En blaast volledig weer uit.
Stelling: Inspanning is van invloed op de diffusie. Juist/onjuist
Maximale monddrukmeting. Tijdens het MIP/MEP onderzoek wordt de kracht gemeten van de spieren die verantwoordelijk zijn voor de in en uitademing. De patiënt ademt hierbij zo hard mogelijk in en uit tegen een gesloten klep. Dit is een onderzoek wat belastend is voor de patiënt. Ook hierbij geldt hoe beter de inzet, hoe beter de resultaten.
VO 2 max. meting Met een VO 2 max meting wordt er gekeken tot welke lichamelijke inspanning een patiënt instaat is. Een patiënt kan door 3 factoren beperkt worden in de mate van inspanning: - Cardiaal - Longen - Conditie. Met de VO 2 max bekijken we welke factor belemmerend is.
De parameters die we tijdens de test meten zijn: - ECG - hartslag - arteriële bloedgas waarden. - Bloeddruk - saturatie - gegevens van de ademhaling De test bestaat uit de volgende fasen: Rust fase: hierin wordt gekeken naar de parameters in rust. Ook wordt er een arterieel bloedgas afgenomen om te kijken wat de zuurstof waarden zijn in rust. Fiets fase: de belasting van de fiets wordt per minuut hoger gezet. De test is ten einde als de patiënt aangeeft echt niet meer verder te kunnen, of als de test maximaal is. Er wordt dan eerst nog een bloedgas geprikt en daarna gaat de belasting van de fiets af. De patiënt fietst dan rustig uit. Het onderzoek is zeer belastend voor de patiënt omdat hij echt tot het uiterste moet gaan. Vooral bij de COPD patiënt zijn de longen vaak de beperkende factor.
Stelling: Het is fijn dat er bij de test gebruik wordt gemaakt van een masker i.p.v. een mondstuk om de ademhalingsgegevens te meten. Juist/onjuist. Er zit geen verschil tussen een hometrainer en een ligfiets. Juist/onjuist
Longfunctie afdeling St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein-Utrecht. Brigitte Veenhoven: b.veenhoven@antoniusziekenhuis.nl Linda Versloot: c.middelkoop1@antoniusziekenhuis.nl