Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Vergelijkbare documenten
Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Eindexamen geschiedenis vwo 2007-II

Eindexamen geschiedenis havo 2007-I

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Eindexamen geschiedenis vwo 2008-II

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Eindexamen geschiedenis vwo 2007-I

Eindexamen geschiedenis havo 2008-I

Eindexamen geschiedenis havo 2007-II

Examen HAVO. Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Correctievoorschrift HAVO

geschiedenis geschiedenis

Eindexamen geschiedenis havo 2008-II

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Examen HAVO. geschiedenis

geschiedenis geschiedenis

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) en geschiedenis (nieuwe stijl)

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

geschiedenis geschiedenis

Examen VWO. geschiedenis

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

Geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) en geschiedenis (nieuwe stijl)

Eindexamen geschiedenis vwo 2008-I

Examen VMBO-GL en TL 2006

Eindexamen geschiedenis vwo 2007-II

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003

Samenvatting Geschiedenis Onafhankelijkheid Indonesie

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 donderdag 21 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

geschiedenis geschiedenis

Examen VWO Grieks. tijdvak 2 woensdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. geschiedenis (nieuwe stijl)

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 donderdag 27 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

Examen VWO Arabisch. tijdvak 1 donderdag 16 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. geschiedenis

Examen HAVO. aardrijkskunde Compex. Vragen 1 tot en met 23. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.

Eindexamen geschiedenis vwo I

Examen HAVO Arabisch. tijdvak 1 dinsdag 27 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Eindexamen geschiedenis vwo II

geschiedenis (nieuwe stijl)

geschiedenis (nieuwe stijl)

Eindexamen geschiedenis havo II

geschiedenis geschiedenis

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 2 maandag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

verrijking a Familiegeschiedenis Bekijk het fragment en beantwoord de vraag. Wat vind je van zijn verhaal?

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 donderdag 12 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I GESCHIEDENIS

De koloniale relatie Indonesië Nederland kerndeel antwoorden

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

Examen VBO-MAVO-C. Geschiedenis en staatsinrichting

Examenopgaven VMBO-KB 2003

Eindexamen geschiedenis vwo 2007-I

Examen HAVO maatschappijwetenschappen. tijdvak 1 woensdag mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO Arabisch. tijdvak 1 vrijdag 27 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. geschiedenis

Toetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen

Examenopgaven VMBO-BB 2003

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 woensdag 30 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

Examen VWO Arabisch. Arabisch. tijdvak 1 donderdag 20 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Indonesian Times blz. 4 toch niet vrij? en spotprent

Examen VMBO-KB geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1 maandag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO Arabisch. tijdvak 1 dinsdag 27 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Examen HAVO Arabisch. tijdvak 1 woensdag 24 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een antwoordblad.

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Examen HAVO Arabisch. tijdvak 1 vrijdag 27 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

Achter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift opgenomen.

Webquest Indonesië. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Vragen voorzien van een * zijn nieuwe voorbeeldvragen.

Examen VWO. Grieks. tijdvak 1 dinsdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Eindexamen geschiedenis havo I

Eindexamen geschiedenis havo 2007-I

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 2 dinsdag 16 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Schoolonderzoek II Geschiedenis Staat en Natie Tijdvak I

Eindexamen geschiedenis havo II

Examen HAVO. Maatschappijleer (nieuwe stijl en oude stijl)

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage

Transcriptie:

Examen HAVO 2007 tijdvak 2 woensdag 20 juni 9.00-12.00 uur geschiedenis Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 29 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 78 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld. 700047-2-048o

Van kind tot burger: Volksopvoeding in Nederland (1780-1901) Gebruik bron 1. Op grond van deze bron kan Hermanus Johannes Krom gezien worden als een voorbeeld van een Nederlandse patriot. 2p 1 Leg dit uit door aan te geven dat zijn ideeën kenmerkend zijn voor: de patriotten en de Nederlandse Verlichting. Rond 1800 kwamen sommige patriotten met voorstellen om het onderwijs te verbeteren. 4p 2 Noem twee economische ontwikkelingen die voor hen reden waren deze voorstellen te doen en leg uit wat zij verwachtten van verbetering van het onderwijs. De Schoolwet van 1806 bracht, vergeleken met de situatie in de Republiek, zowel verandering als continuïteit. 2p 3 Geef van beide een voorbeeld. Gebruik bron 2. Elke schoolwet in de negentiende eeuw bevat de bepaling dat de leerlingen opgeleid moeten worden tot alle christelijke en maatschappelijke deugden. Om dit beleid uit te voeren verschijnt er bij de Schoolwet van 1806 een verplichte boekenlijst waarin de Bijbel ontbreekt. 4p 4 Leg uit: (zonder bron) waarom in 1806 het gebruik van de Bijbel in de les verboden wordt en (met bron) of dit beleid op de scholen in de praktijk gebracht wordt. Zowel aanhangers als tegenstanders van de Verlichting konden zich vinden in de Schoolwet van 1806. 2p 5 Leg, telkens met een reden, uit: wat Nederlandse aanhangers van de Verlichting aansprak in deze schoolwet en waarom tegenstanders van de Verlichting toch achter deze schoolwet konden staan. Gebruik bron 3. Het onderwijs in de negentiende eeuw is sterk moraliserend. 2p 6 Leg met een voorbeeld uit de bron uit, dat dit ook voor het rekenonderwijs geldt. Sinds het begin van de negentiende eeuw is het gebruik van het ABN, het algemeen beschaafd Nederlands, op school voorgeschreven. 3p 7 Noem: het probleem dat de overheid hiermee wilde oplossen en het politieke doel dat zij hiermee wilde bereiken en een reden waarom deze oplossing in de praktijk vaak niet werkte. 700047-2-048o 2 lees verder

Gebruik bron 4. Een onderzoeker komt op grond van deze bron tot de volgende uitspraken: 1 Het leven van de schrijver van het boek is een voorbeeld van sociale mobiliteit. 2 De ideeën van Kousemaker over onderwijs sluiten aan bij denkbeelden van de Verlichting. 4p 8 Ondersteun elke uitspraak met de bron. Gebruik bron 4. Volgens Kousemaker wordt het hoge schoolverzuim veroorzaakt door sociaaleconomische én mentale factoren. 2p 9 Geef van beide een voorbeeld uit de bron. In 1874 wordt de Kinderwet van Van Houten aangenomen. 2p 10 Leg uit of deze wet het schoolverzuim zoals dat door Kousemaker in bron 4 wordt beschreven, kon tegengaan. Gebruik bron 5. Een interpretatie: In deze prent geeft de tekenaar een conservatief-liberale mening over de nieuwe kieswet, die door de grondwetswijziging van 1887 nodig is geworden. 3p 11 Licht dit toe door: eerst aan te geven wat de grondwetswijziging van 1887 verandert aan het kiesrecht en daarna uit te leggen dat hier een conservatief-liberale mening wordt uitgebeeld. De grondwetswijziging van 1887 zorgde voor een grote uitbreiding van het aantal kiezers. Toch mocht meer dan de helft van de volwassen inwoners van Nederland nog niet stemmen. 1p 12 Noem hiervoor een oorzaak. Gebruik bron 6. Bij deze bron komt een onderzoeker tot de volgende uitspraken: 1 In deze bron komt een gevolg van de Schoolwet van 1878 naar voren. 2 De Schoolstrijd versterkt de saamhorigheid onder de protestanten. 4p 13 Ondersteun elke uitspraak met een argument. Doordat het in bron 6 om een gedenkboek gaat, kan deze bron betrouwbare gegevens opleveren voor een onderzoek naar de Schoolstrijd. 2p 14 Leg uit waarover deze bron betrouwbare gegevens kan opleveren. Gebruik bron 7. Jan Ligthart geeft in deze tekst kritiek op het onderwijs uit zijn jeugd. 2p 15 Noem zo n kritiekpunt en geef aan (zonder de bron) wat Jan Ligthart daaraan wilde veranderen. 700047-2-048o 3 lees verder

De koloniale relatie tussen Nederland(ers) en Nederlands-Indië Gouverneur-generaal Daendels werd door de omstandigheden gedwongen een meer zelfstandig beleid in Indië te voeren dan koning Lodewijk Napoleon had gewild. 2p 16 Leg uit waardoor dat kwam. Gebruik bron 8. In de bron komt het dualistische bestuursstelsel van Nederlands-Indië naar voren. 2p 17 Leg dit uit door: eerst aan te geven wat het dualistisch bestuursstelsel inhoudt en daarna aan te geven hoe dit dualistisch bestuursstelsel in de bron naar voren komt. Gebruik bron 8. De kritiek op het Cultuurstelsel zoals in de bron leidt na 1845 tot aanpassingen. 2p 18 Leg dit uit door: met een gegeven uit de bron aan te geven dat Steyn Parvé de situatie rond 1845 op Java weergeeft en zonder de bron een oorzaak voor deze situatie rond 1845 te noemen. De invoering van de Agrarische Wet betekende: 1 een overwinning voor het liberalisme; 2 meer contacten tussen de Indonesische bevolking en Europeanen; 3 een daling op de sociale ladder voor veel Javaanse boeren. 6p 19 Leg bij elk punt uit waarom dit een gevolg was van de invoering van de Agrarische Wet. Gebruik bron 9 en 10. Bij een vergelijking van beide fragmenten uit de troonredes blijkt dat er sprake is van verandering van het koloniale beleid. 2p 20 Toon dat aan. Gebruik bron 10. De troonrede van 1901 wordt beschouwd als een beginpunt van de Ethische Politiek. 2p 21 Leg dit uit. In 1919 werd het Indo-Europees Verbond opgericht. De voorzitter van dit verbond verklaarde in 1937: Ons Verbond is de meest Indisch georiënteerde onder de Europese groep en de meest Nederlands georiënteerde onder de Indonesische groepen. 3p 22 Leg uit: dat met deze uitspraak de sociale positie van de Indo-Europeanen treffend wordt geïllustreerd en waardoor de sociale positie van de Indo-Europeanen rond 1900 bedreigd werd. 700047-2-048o 4 lees verder

De Japanse bezetting heeft het Indonesisch nationalisme versterkt. 2p 23 Verklaar dit aan de hand van twee voorbeelden. Gebruik bron 11. Deze foto is gemaakt voor een Japanse campagne om romusha s te werven en is later gebruikt door de Nederlandse propaganda. 4p 24 Leg dit uit door: eerst uit te leggen wat romusha s zijn en daarna een reden te noemen waarom de Japanners in deze campagne gebruik maken van Soekarno en vervolgens een reden te noemen voor Soekarno om met deze Japanse campagne mee te doen en ten slotte aan te geven op welke manier de Nederlandse propaganda van deze foto gebruik kan maken. De volgende gebeurtenissen staan in willekeurige volgorde: 1 Nederlands-Indië wordt bezet door Japan. 2 Soekarno nationaliseert de Nederlandse bedrijven in Indonesië. 3 Soekarno roept de Republiek Indonesië uit. 4 Soekarno en Hatta richten de Partai Nasional Indonesia (PNI) op. 5 De Sarekat Islam wordt opgericht. 6 De eerste Politionele Actie gaat van start. 7 Gouverneur-generaal De Jonge laat de leiders van de PNI arresteren. 2p 25 Zet deze gebeurtenissen in de juiste tijdvolgorde, van vroeger naar later. Noteer alleen de nummers. Gebruik bron 12. In deze prent laat tekenaar Opland zien dat hij tegen de Politionele Actie is. 4p 26 Geef, telkens met een element uit de prent, aan welk commentaar de tekenaar geeft op: het koloniale beleid van de Nederlandse regering en het resultaat dat hij van het regeringsbeleid verwacht. Gebruik bron 12. 2p 27 Leg uit of deze prent de mening van de meerderheid van de Nederlandse bevolking op dat moment weergeeft. Op 15 augustus 1950 komt er een einde aan de federale staatsvorm van Indonesië. Het land wordt een eenheidsstaat. 4p 28 Leg uit waarom deze gebeurtenis verontrustend was voor: veel Molukkers en de Nederlandse regering. Na 1945 komen er verschillende golven emigranten vanuit Indonesië naar Nederland. 2p 29 Noem er twee en geef per golf aan om welke reden deze ontstond. Bronvermelding Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd. 700047-2-048o* 5 lees verder einde