tot wijziging van artikel 8 en 10 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten

Vergelijkbare documenten
MEMORIE VAN TOELICHTING

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Advies. Verplicht outplacement - Sanctie. Brussel, 30 oktober 2017

tot wijziging van artikel 10 en 17 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten

Advies. Activeringsstage. Brussel, 16 januari 2017

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

tot wijziging van artikel 8 en 10 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten

SALV _ ADV _ _2_ V1881AO _ heb-hhv

Advies. Instemming conventie gedwongen arbeid. Brussel, 19 december 2016

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

houdende de wijziging van artikel 339 van de programmawet (I) van 24 december 2002 Voorlopige versie

Ontwerp van decreet. houdende wijziging van het tarief op het recht op verdelingen en gelijkstaande overdrachten

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Advies. Zesde Staatshervorming & diverse bepalingen WSE. Brussel, 27 februari 2017

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Advies. Ervaringsfonds - aanvraagprocedures. Brussel, 6 juli 2015

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Ontwerp van decreet. Advies. van de Raad van State ( ) Nr maart 2014 ( ) stuk ingediend op

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

ONTWERP VAN DECREET. tot overname van personeelsleden van vzw Info-Toerisme naar het Intern Verzelfstandigd Agentschap Toerisme Vlaanderen

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

VR DOC.0360/2

Advies bij de wijziging van het uitvoeringsbesluit bij het decreet georganiseerde sportsector, inzake het integriteitsbeleid van de sportfederaties

Advies. Vrijstelling van beschikbaarheid. Brussel, 14 november 2016

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Advies. Wijzigingsbesluit strategisch basisonderzoek en FWO-Vlaanderen. Brussel, 29 januari 2018

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Adviesvraag: voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en van de Vlaamse Codex

VR DOC.1146/5

Advies. Aanpassing decreten aan Algemene Verordening Gegevensbescherming. Brussel, 12 februari 2018

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Advies. BVR kwaliteits- en registratiemodel. Brussel, 1 april 2019

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

MEMORIE VAN TOELICHTING

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Advies. EVA Toegankelijk Vlaanderen. Brussel, 29 januari 2018

RAAD VAN STATE. Gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State (artikelen 2, 3, 3bis, 4, 6bis, 84, 85, 85bis)

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

Advies. Ontwerpbesluit hinderpremie. Brussel, 30 januari 2017

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Advies. Conceptnota tripartite overlegstructuur voor het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid. Brussel, 26 mei 2015

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Advies. Transitiepremie van werkzoekenden naar ondernemerschap. Brussel, 2 januari 2018

Advies. Uitzendarbeid. Brussel, 21 maart 2016

Advies. Voorontwerp van Brusseldecreet. Brussel, 17 september 2018

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

639 ( ) Nr juli 2010 ( ) stuk ingediend op. Ontwerp van decreet

RAAD VAN STATE. afdeling Wetgeving. advies /1 van 6 december over. een voorontwerp van decreet 'houdende instemming met

Advies. Ontbinding IWT. Brussel, 19 oktober 2015

DECREET. houdende toekenning van een hinderpremie aan kleine ondernemingen die ernstige hinder ondervinden van openbare werken in het Vlaamse Gewest

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Advies van de Raad van State. over het voorstel van decreet. houdende wijziging van het Kunstendecreet van 13 december 2013

Advies. Onteigeningsdecreet. Brussel, 2 mei 2016

RAAD VAN STATE. afdeling Wetgeving. advies /1 van 6 december over

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE. afdeling Wetgeving. advies /1 van 6 december over

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE. afdeling Wetgeving. advies /3 van 22 februari over

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Advies. Decreet Vlaamse bestuursrechtcolleges. Brussel, 17 juni 2013

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Advies. Reparatiedecreet Vlaamse Codex Fiscaliteit. Brussel, 22 april 2015

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Advies BVR EVC-GKK. Brussel, 5 maart 2019

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Advies. Aanwervingsstimulans: perspectief voor langdurig werkzoekenden. Brussel, 12 december 2016

Transcriptie:

ingediend op 1037 (2016-2017) Nr. 1 4 januari 2017 (2016-2017) Ontwerp van decreet tot wijziging van artikel 8 en 10 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten verzendcode: ECO

2 1037 (2016-2017) Nr. 1 INHOUD Memorie van toelichting... 3 Voorontwerp van decreet... 7 Advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen... 11 Advies van de Raad van State... 17 Ontwerp van decreet... 23 1011 Brussel 02/552.11.11 www.vlaamsparlement.be

1037 (2016-2017) Nr. 1 3 1. Samenvatting MEMORIE VAN TOELICHTING In het kader van de zesde staatshervorming zijn een aantal bevoegdheden overgedragen aan het Vlaamse Gewest, waaronder de bevoegdheden inzake ambulante handel en kermisactiviteiten, vastgelegd in de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten en het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten. De doelstelling van het ontwerp van decreet en besluit van de Vlaamse Regering is de wetgeving op de ambulante activiteiten te actualiseren en af te stemmen op de gewijzigde en steeds evoluerende socio-economische realiteit en de noden van een modern beheer van handelsactiviteiten. De inzet voor de wijzigingen van de wet zijn administratieve vereenvoudiging en verhoogde autonomie aan de steden en gemeenten. 2. Algemene bespreking 2.1. Probleemstelling 2.1.1. Definitieve opheffing Artikel 8, 2, van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten legt bij definitieve opheffing van een marktplaats een minimum opzeggingstermijn van 1 jaar op. Deze minimum opzeggingstermijn is een hinderpaal voor de gemeenten om snel in te spelen op de natuurlijke ontwikkelingen van de ambulante handel op haar grondgebied. 2.1.2. Autonomie gemeentelijke overheden Markten spelen een belangrijke rol in de economische dynamiek van steden en gemeenten. Naast hun economische rol brengen zij ook een sociale meerwaarde mee. Het hele marktgebeuren is onderhevig aan een stijgende creativiteit, nieuwe initiatieven, wijzigende noden van de klanten, socio-economische verschuivingen en nieuwe markttendensen. Geen markt of stad is dezelfde. Ambulante handel is een zeer plaatsgebonden aangelegenheid die maatwerk behoeft. In artikel 10, 1, van de wet van 25 juni 1993 behoudt de huidige wetgeving een aantal uitvoerende maatregelen voor aan de bevoegdheid van de Koning, zijnde de toekenning en inname van staanplaatsen op de openbare markten en kermissen en het openbaar domein, de betalingswijze alsook de voorwaarden inzake stopzetting, onderverhuring of opschorting van de bezetting van de standplaats. Hierdoor ontbreekt het de gemeente aan de nodige autonomie om snel en efficiënt antwoord te kunnen bieden op de gewijzigde situatie en noden.

4 1037 (2016-2017) Nr. 1 2.1.3. Administratieve vereenvoudiging Artikel 10, 2, van bovenvermelde wet verplicht de gemeentelijke overheden hun ontwerpen van reglementen van organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, vóór goedkeuring door de gemeenteraad, over te maken aan de minister. Dezelfde verplichting geldt voor de wijzigingen aan deze reglementen, voor zover deze betrekking hebben op de voorwaarden bedoeld in artikel 10, 1. Vervolgens beschikt de minister over een termijn van vijftien dagen om zijn opmerkingen te delen. Bij ontstentenis van een antwoord binnen deze termijn, wordt het advies van de minister geacht zonder opmerkingen te zijn. Het advies van de minister is geen bindend advies. De gemeentelijke overheid is niet verplicht het advies te verwerken in haar reglement. Gelet op het voorgaande zijn er ook geen handhavingsmodaliteiten vastgelegd bij niet-naleving van het advies. De verplichting is dus een administratieve last voor zowel de gemeentelijke administraties als de betrokken administraties op Vlaams niveau. 2.2. Doelstelling De uitgangspunten in de beleidsbrief Werk, Economie, Wetenschap en Innovatie 2015-2016 van de heer minister Philippe Muyters zijn vraaggericht en marktgedreven ondersteunen, vereenvoudiging van instrumenten, verlagen van drempels en verantwoordelijkheid en autonomie geven. Vertrekkend vanuit deze beleidsvisie en na structureel overleg met de verschillende stakeholders worden volgende wijzigingen voorgesteld. 2.2.1. Definitieve opheffing Vanuit de voortdurende zorg een evenwicht te behouden tussen de bezorgdheden en bescherming van de beroepssector en het creëren van de nodige beleidsruimte van de gemeenten, is de decreetgever van mening dat een minimum opzeggingstermijn van 6 maand bij definitieve opzegging een redelijkere en meer proportionele termijn is dan 1 jaar. Een opzegtermijn bij definitieve opzegging van 6 maanden biedt enerzijds de nodige bescherming aan de ambulante handelaar om indien gewenst op zoek te gaan naar andere alternatieven en anderzijds de nodige soepelheid aan de gemeentelijke overheden welke onontbeerlijk is voor een modern beheer van de handelsactiviteiten. 2.2.2. Autonomie gemeentelijke overheden Aangezien markt- en kermisactiviteiten een lokale aangelegenheid zijn, dienen steden en gemeenten een grotere autonomie te krijgen teneinde het beleid beter en sneller te kunnen afstemmen op de lokale noden ter bevordering van het markten kermisgebeuren. Aangezien de lokale overheid de meest nabije overheid is en tevens betrokken partner is, is het evident dat de organisatie van het terrein en de activiteiten daar waar mogelijk aan de gemeente wordt toevertrouwd. De huidige decreetgever wenst in artikel 10, 1, niet langer deze bevoegdheid uitsluitend voor te behouden aan de Vlaamse Regering. Wanneer de Vlaamse Regering haar bevoegdheid in deze niet wenst op te nemen, kan deze in het kader van de gemeentelijke autonomie worden opgenomen door de gemeenten.

1037 (2016-2017) Nr. 1 5 In uitvoering van het huidige artikel 10, 1, van de wet van 20 juni 1993, zijn bij koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten, de voorwaarden inzake toekenning en inname van staanplaatsen op de openbare markten en kermissen en het openbaar domein, de betalingswijze alsook van de voorwaarden inzake stopzetting, onderverhuring of opschorting van de bezetting van de standplaats gedetailleerd uitgewerkt. Voornoemd koninklijk besluit wordt aangepast. Vanuit dezelfde beleidsvisie zullen de daarin opgenomen voorwaarden worden herleid tot een noodzakelijk minimum om zo meer ruimte te creëren voor de gemeentelijke autoriteiten. 2.2.3. Administratieve vereenvoudiging Krachtens artikel 10, 2, dient de gemeentelijke overheid haar ontwerpen van reglementen van de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten en alle wijzigingen vóór de goedkeuring in de gemeenteraad, voor te leggen aan de minister. Vervolgens dient de gemeente het reglement na goedkeuring door de gemeenteraad te bezorgen aan de minister. In het kader van administratieve vereenvoudiging worden deze verplichtingen bij het ontwerp van decreet geschrapt. Niettegenstaande de afschaffing van deze verplichting, staat het de gemeente nog steeds vrij vrijblijvend advies te vragen aan de Vlaamse administratie. In het kader van openbaarheid van het bestuur staat het de Vlaamse overheid vrij indien gewenst het reglement bij de betrokkene gemeentelijk autoriteit op te vragen. De schrapping van artikel 10, 2, houdt niet alleen een administratieve vereenvoudiging in voor de gemeentelijke administraties maar ook voor de administraties van de Vlaamse overheid die de adviezen verzorgen. 2.3. Overgangsbepaling De besluiten genomen bij toepassing van de wet van 25 juni 1993, behouden hun rechtskracht tot zij overeenkomstig dit decreet worden gewijzigd of opgeheven. De minister-president van de Vlaamse Regering, Geert BOURGEOIS De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, Philippe MUYTERS

6 1037 (2016-2017) Nr. 1

1037 (2016-2017) Nr. 1 7 VOORONTWERP VAN DECREET

8 1037 (2016-2017) Nr. 1

1037 (2016-2017) Nr. 1 9 Ontwerp van decreet tot wijziging van artikel 8 en 10 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport; Na beraadslaging, BESLUIT: De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport is ermee belast, in naam van de Vlaamse Regering, bij het het ontwerp van decreet in te dienen, waarvan de tekst volgt: Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. Art. 2. In artikel 8, 2, eerste lid, van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, vervangen bij de wet van 4 juli 2005, wordt het derde streepje vervangen door wat volgt: - de termijn van de vooropzegging die gegeven moet worden aan de houder van een standplaats die wordt opgeheven. In geval van een definitieve opheffing mag de termijn niet korter zijn dan zes maanden, behalve in geval van absolute noodzakelijkheid en in andere gevallen die de Vlaamse Regering vastlegt.. Art. 3. In artikel 10 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 4 juli 2005 en gewijzigd bij het decreet van 4 maart 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1 paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt: 1. De Vlaamse Regering kan de voorwaarden bepalen voor de toekenning en inname van de standplaatsen op de openbare markten en kermissen en op het openbaar domein, alsook de betalingswijze ervoor. De Vlaamse Regering kan de voorwaarden bepalen waaraan de stopzetting, de overdracht, de onderverhuring of de opschorting van bezetting van de standplaats onderworpen zijn. ; 2 paragraaf 2 wordt opgeheven.

10 1037 (2016-2017) Nr. 1 Art. 4. De besluiten, genomen ter uitvoering van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, behouden hun rechtskracht tot ze overeenkomstig dit decreet worden gewijzigd of opgeheven. Brussel,... (datum). De minister-president van de Vlaamse Regering, Geert BOURGEOIS De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, Philippe MUYTERS

1037 (2016-2017) Nr. 1 11 ADVIES VAN DE SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD VAN VLAANDEREN

12 1037 (2016-2017) Nr. 1

1037 (2016-2017) Nr. 1 13 Advies Ambulante handel Brussel, 29 augustus 2016 SERV_Raad_20160829_ambulante_handel_ADV Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 info@serv.be www.serv.be

14 1037 (2016-2017) Nr. 1. Adviesvraag: Ontwerp van decreet tot wijziging van de artikelen 8, 10 en 18 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten; Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het Koninklijk Besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en organisatie van ambulante activiteiten Adviesvrager: Philippe Muyters - Vlaams minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport Ontvangst adviesvraag: 25 juli 2016 Adviestermijn: Tot 5 september 2016 Decretale opdracht: SERV-decreet 7 mei 2004 art. 20 (SAR-functie) Goedkeuring raad: 29 augustus 2016 Contactpersoon: Wim Knaepen - wknaepen@serv.be

1037 (2016-2017) Nr. 1 15 De heer Philippe Muyters Vlaams minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport Martelaarsplein 7 B-1000 Brussel contactpersoon ons kenmerk Brussel Wim Knaepen SERV_20160829_ambulante_handel_BR_wk 29 augustus 2016 wknaepen@serv.be Ontwerpdecreet tot wijziging van de artikelen 8, 10 en 18 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en organisatie van ambulante en kermisactiviteiten en ontwerp van Besluit tot wijziging van het KB van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en organisatie van ambulante activiteiten Mijnheer de minister U heeft de SERV om advies gevraagd over boven vernoemd ontwerp van decreet en ontwerp van besluit betreffende de uitoefing en organisatie van ambulante en kermisactiviteiten respectievelijk de uitoefening en organisatie van ambumlante activiteiten. In het kader van de 6 staatshervorming zijn een aantal bevoegdheden overgedragen aan Het Vlaams Gewest, waaronder de bevoegdheden inzake ambulante handel en kermisactiviteiten, vastgelegd in de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten en het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten. De doelstelling van het ontwerp van decreet en besluit van de Vlaamse regering is de wetgeving op de ambulante activiteiten te actualiseren en af te stemmen op de gewijzigde en steeds evoluerende socio-economische realiteit en de noden van een modern beheer van handelsactiviteiten. Conform de uitgangspunten in uw beleidsbrief Werk, Economie, Wetenschap en Innovatie 2015-2016 - namelijk vraaggericht en marktgedreven ondersteunen, vereenvoudiging van instrumenten, werd geconcludeerd een aantal uniforme basisregels op niveau van het Vlaams Gewest te behouden. Hierdoor wordt de ambulante handelaar beschermd tegen te uiteenlopende reglementen in verschillende gemeenten. De ervaring en praktijk toont aan dat socio-economische noden voortdurend wijzigen en zich ontwikkelen. Geen markt of stad is dezelfde. Ambulante handel is een zeer plaatsgebonden aangelegenheid die maatwerk behoeft. De inzet voor de wijzigingen van de wet zijn administratieve vereenvoudiging en verhoogde autonomie aan de steden en gemeenten. De wijzigingen aan het koninklijk besluit liggen in het verlengde.

16 1037 (2016-2017) Nr. 1 Gelet op de inhoudelijke draagwijdte en de beoogde doelstellingen van de legistieke wijzigingsinitiatieven heeft de SERV hierbij geen bemerkingen vanuit sociaaleconomische invalshoek. Hoogachtend Pieter Kerremans administrateur-generaal Karel Van Eetvelt voorzitter

1037 (2016-2017) Nr. 1 17 ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE

18 1037 (2016-2017) Nr. 1

1037 (2016-2017) Nr. 1 19 RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.408/1 van 1 december 2016 over een voorontwerp van decreet tot wijziging van artikel 8 en 10 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten

20 1037 (2016-2017) Nr. 1 Op 7 november 2016 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een voorontwerp van decreet tot wijziging van artikel 8 en 10 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten. Het voorontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 1 december 2016. De kamer was samengesteld uit Marnix VAN DAMME, kamervoorzitter, Wouter PAS en Patricia DE SOMERE, staatsraden, Marc RIGAUX en Michel TISON, assessoren, en Wim GEURTS, griffier. Het verslag is uitgebracht door Paul DEPUYDT, eerste auditeur-afdelingshoofd. Het advies is gegeven op 1 december 2016. *

1037 (2016-2017) Nr. 1 21 Met toepassing van artikel 84, 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich beperkt tot het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond 1, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. Dat onderzoek geeft geen aanleiding tot opmerkingen. DE GRIFFIER DE VOORZITTER Wim GEURTS Marnix VAN DAMME 1 Aangezien het om een voorontwerp van decreet gaat, wordt onder rechtsgrond de overeenstemming met de hogere rechtsnormen verstaan.

22 1037 (2016-2017) Nr. 1

1037 (2016-2017) Nr. 1 23 ONTWERP VAN DECREET

24 1037 (2016-2017) Nr. 1

1037 (2016-2017) Nr. 1 25 ONTWERP VAN DECREET DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport; Na beraadslaging, BESLUIT: De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport is ermee belast, in naam van de Vlaamse Regering, bij het het ontwerp van decreet in te dienen, waarvan de tekst volgt: Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. Art. 2. In artikel 8, 2, eerste lid, van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, vervangen bij de wet van 4 juli 2005, wordt het derde streepje vervangen door wat volgt: de termijn van de vooropzegging die moet gegeven worden aan de houder van een standplaats die wordt opgeheven. In geval van een definitieve opheffing mag de termijn niet korter zijn dan zes maanden, behalve in geval van absolute noodzakelijkheid en in andere gevallen die de Vlaamse Regering vastlegt.. Art. 3. In artikel 10 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 4 juli 2005 en gewijzigd bij het decreet van 4 maart 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1 paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt: 1. De Vlaamse Regering kan de voorwaarden bepalen voor de toekenning en inname van de standplaatsen op de openbare markten en kermissen en op het openbaar domein, alsook de betalingswijze ervoor. De Vlaamse Regering kan de voorwaarden bepalen waaraan de stopzetting, de overdracht, de onderverhuring of de opschorting van bezetting van de standplaats onderworpen zijn. ; 2 paragraaf 2 wordt opgeheven.

26 1037 (2016-2017) Nr. 1 Art. 4. De besluiten, genomen ter uitvoering van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, behouden hun rechtskracht tot ze overeenkomstig dit decreet worden gewijzigd of opgeheven. Brussel, 16 december 2016. De minister-president van de Vlaamse Regering, Geert BOURGEOIS De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, Philippe MUYTERS