provincie Lr--,.-.- > ZUID HOLLAND Voordracht aan Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten Vergadering Februari 201 1 Nummer 6321 onderwerp Regeling financiële compensatie ruimte voor ruimte en lintbebouwing 201 1 l Ontwerpbeslult Provinciale Staten van Zuid-Holland, Gelet op: artikel 2, heede lid, onderdelen a en j, Verordening ruimte en artikel 4.1 van de Wet ruimtelijke ordening Besluiten: vast te stellen de Regeling financiële compensatie ruimte voor ruimte en lintbebouwing 201 1. Den Haag, 23 februari 201 1 Provinciale Staten van Zuid-Holland, griffier, voorritter,
Besluit van Provinciale Staten van datum houdende regels over de uitvoering van artikel 2 van de Verordening ruimte (Regeling financiële compensatie Ruimte voor ruimte en lintbebouwing 201 1) Provinciale Staten van Zuid-Holland; Gelezen het voorstel van Gedeputeerde staten van (datum); Gelet op artikel 2, tweede lid, onderdelen a en j, Verordening ruimte en artikel 4.1 van de Wet ruimtelijke ordening; Besluiten: Artikel 1 Begripsbepaling In deze regeling wordt verstaan onder: - Compensatiefonds: (inter)gemeentelijk compensatiefonds Ruimte voor ruimte en lintbebouwing, als bedoeld in art. 2, lid 2 sub a en j van de Verordening ruimte. Artikel 2 Compensatiefonds 1. Een compensatiefonds kan worden ingesteld door een gemeente of samenwerkende gemeenten, ten behoeve van financiering van sloop. 2. De instelling van een compensatiefonds is vormvrij. 3. Bij het instellen van het compensatiefonds wordt in ieder geval bepaald: a. een normbedrag dat wordt gehanteerd voor de bijdrage die in het fonds wordt gestort met daarbij de marge, die vanwege de hanteerbaarheid van de regeling noodzakelijk is; b. hoe sloop en bouwen zich tot elkaar verhouden; c. de administratieve organisatie inhoudende regels ten aanzien van de besluitvorming over de aanwending van de middelen uit het fonds; d. regels ten aanzien van het beheer van het fonds en de fondsstand. 4. De wijze van instelling van een compensatiefonds wordt ter instemming voorgelegd aan gedeputeerde staten van Zuid-Holland. Artikel 3 Financiële bepalingen 1. Een compensatiefonds wordt gevormd door de bijdragen die moeten worden betaald als bedoeld in artikel 2, onderdelen a en j, van de Verordening ruimte. 2. De financiën van het compensatiefonds dienen gescheiden te blijven van eventuele bestaande fondsen en uitsluitend te worden ingezet voor het doel, bepaald in deze regeling. 3. De hoogte van de bijdrage bedoeld in het eerste lid wordt bepaald door de waarde van de te bouwen woning. 4. Uit het compensatiefonds worden bijdragen verstrekt voor de sloop van verspreid liggende overbodige bebouwing, terwijl daar niet of niet geheel de bouw van een compensatiewoning tegenover staat, een en ander als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdelen a en j, van de Verordening ruimte. De bijdrage die wordt verleend mag niet hoger zijn dan de reële sloopkosten. 5. De hoogte van de bijdrage bedoeld in het derde lid kan door de gemeente of samenwerkende gemeenten worden bepaald. Artikel 4 Toepassing 'ruimte voor ruimte' regeling en lintbebouwing
l. Artikel 2, tweede lid, onderdelen a en j, van de Verordening ruimte kan slechts toegepast worden om één compensatiewoning waarvoor niet voldoende gesloopt kan worden, toch te kunnen bouwen. 2. Toepassing van artikel 2, tweede lid, onderdelen a en j, van de Verordening ruimte leidt niet tot verhandelbare rechten of een situatie dat er gebouwd wordt zonder dat daar sloop tegenover staat. Artikel 5 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van bekendmaking van deze regeling in het provinciaal blad. Artikel 6 - Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling financiële compensatie ruimte voor ruimte en lintbebouwing 201 1. Ondertekening
Toelichting. 1. Basis. De eerste herziening van de verordening Ruimte geeft in artikel 4 aanvullende bepalingen voor de bestaande 'ruimte voor ruimte1-regeling. De huidige regeling biedt de mogelijkheid om voor de sloop van iedere 1.000m2 gebouwen of iedere 5.000 m2 kassen één compensatiewoning terug te bouwen. Als er onvoldoende te saneren bebouwing op een perceel aanwezig is wordt het mogelijk om sloop te combineren met een bijdrage aan een compensatiefonds. Daaraan is de voorwaarde verbonden dat ten minste 50 % fysieke sanering moet plaatsvinden. Verder is ruimte voor ruimte uitgebreid met een regeling inzake woningen in linten. Dat was een samenstel van de regelingen daarvoor uit de verschillende streekplannen, maar is nu een regeling die voor de hele provincie vergelijkbare mogelijkheden biedt voor toevoeging van bebouwing in bebouwingslinten. De voorliggende regeling heeft betrekking op de vervanging van bestaande bebouwing door woningen en op toevoeging van nieuwe woningen op 'lege' plekken in linten. In beide gevallen geldt als aanvullende eis, dat een financiële compensatie aan een fonds moet plaatsvinden. 2. Doel. De bedoeling van de regeling is om de instelling van fondsen mogelijkheden te maken die kunnen worden ingezet om verrommeling tegen te gaan en kwaliteitsverbetering te realiseren. Hiertoe wordt de ruimte voor ruimte regeling geoperationaliseerd. Dit wordt bereikt door, ter afronding daarvan, de mogelijkheid te bieden een bijdrage te storten in een fonds wanneer onvoldoende gesaneerd kan worden om een compensatiewoning te bouwen. Daarnaast is het mogelijk dat in bepaalde gevallen een bijdrage uit het fonds kan worden verleend, als tegemoetkoming in sloopkosten. De regeling faciliteert daarmee de mogelijkheden tot ruimtelijke kwaliteitsverbetering.. 3. Hoe werkt het: enkele voorbeelden. Voorbeeld I. Voorzien wordt een sloop van oude bebouwing met een omvang van 1700 m2. Hiervoor kan volgens de ruimte voor ruimte-regeling in elk geval 1 woning worden teruggebouwd. Om bouw van een 2e woning mogelijk te maken kan voor de 300 m2 die men tekort komt een bedrag worden gestort in het fonds. In dit geval zou de aanvrager 2 woningen kunnen bouwen, door storting van een bedrag in het fonds. Voorbeeld 2. In dit geval wordt sloop van oude bebouwing voorzien met een omvang van 1400 m2. Op grond daarvan kan 1 woning worden teruggebouwd. De resterende 400 m2 voldoet niet aan de eisen voor terugbouw van een woning: er is niet voldaan aan de eis dat ten minste 50% fysieke sanering moet plaatsvinden. Om toch de sloop van de bebouwing te stimuleren kan voor de resterende 400 m2 een bijdrage uit het fonds worden gegeven. In dit geval zou de aanvrager dus 1 woning kunnen bouwen en een tegemoetkoming uit het fonds ontvangen. Voorbeeld 3. Het is ook mogelijk dat een aanvrager alleen wil slopen en geen woning daarvoor in de plaats wil bouwen. Ook in zo'n geval kan een bijdrage uit het fonds worden verleend. 4. Artikelsgewijze toelichting. Artikel 1. Hierin is een definitie opgenomen van het begrip 'compensatiefonds'.
Artikel 2. Lid 1 regelt de mogelijkheid tot instelling van een compensatiefonds door de gemeente. Afhankelijk van de verdeling van de bevoegdheden zal dat de gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders zijn. Lid 2 bepaalt dat de instelling van het compensatiefonds vormvrij is. De gemeente kan kiezen voor een publiekrechtelijke of een privaatrechtelijke vorm, bijvoorbeeld een gemeenschappelijke regeling of een stichting. Lid 3 bepaalt onder a, dat de gemeente bij instelling van het fonds een normbedrag vaststelt, op basis waarvan de bijdrage wordt bepaald die in het fonds moet worden gestort ter compensatie van het onvoldoende aantal vierkante meters. Voor de hanteerbaarheid van de regeling zal een marge moeten worden aangegeven, die kan worden aangehouden. Daarmee wordt de gemeente de mogelijkheid geboden om in specifieke gevallen meer of minder te laten storten. Door de marge in de regeling op te nemen wordt een reële bijdrage gegarandeerd. Onder b is opgenomen dat de gemeente moet bepalen hoe sloop en bouwen zich tot elkaar verhouden. Bedoeling is dat wordt aangegeven hoe het evenwicht wordt bewaard en bewaakt tussen sloop en bouwen, zodat niet ofwel grote spaarpotten ontstaan, ofwel het fonds voortdurend leeg is. De leden c en d geven aan dat administratieve organisatie en het beheer van het fonds moeten worden geregeld. Lid 4 regelt dat gedeputeerde staten van Zuid-Holland met de wijze van instelling van een fonds moeten instemmen. Artikel 3 Lid 1 geeft de grondslag voor betalingen in. het fonds. Lid 2 geeft aan dat de financiën van een ingesteld compensatiefonds niet mogen worden samengevoegd met de financiën van andere fondsen en dat ze alleen mogen worden ingezet voor het doel, aangegeven in deze regeling. Voor niet-financiële zaken kan wel aansluiting worden gezocht bij eventuele bestaande fondsen, zodat bijvoorbeeld beheer kan worden gedeeld. Lid 3 bepaalt dat de waarde van de te bouwen woning bepalend is voor de hoogte van de bijdrage. Gemeenten moeten bij de instellingsregels van het fonds een toelichting geven op het normbedrag dat daarvoor op grond van artikel 2, lid 3 sub a is gekozen, waarbij het begrip waarde is gedefinieerd. Lid 4 regelt dat bijdragen uit het fonds worden verstrekt ter compensatie van de sloop van bebouwing, terwijl daar geen woning tegenover staat. Verwezen wordt naar het hierboven onder 3 opgenomen 2' voorbeeld. Geregeld is dat de bijdrage voor sloop niet hoger mag zijn dan de reële sloopkosten. De hoogte van deze bijdrage kan de gemeente op grond van lid 5 van dit artikel zelf bepalen. Artikel 4. In lid 1 is de eis opgenomen dat slechts toepassing kan worden gegeven aan de regeling, wanneer het gaat om één compensatiewoning waarvoor niet voldoende kan worden gesloopt. Lid 2 bepaalt dat rechten die ontstaan door toepassing van de regeling niet kunnen worden ge- of verkocht. Ook mogen er geen situaties ontstaan waarbij wordt gebouwd zonder dat ook wordt gesloopt. Artikel 5. Regelt de inwerkingtreding van de regeling, Artikel 6. Geeft de citeertitel van de regeling.