/LDS-HS/lh OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE NV. EEG SLACHTHUIS MET BETREKKING TOT EEN INRICHTING, GELEGEN TE 2800 MECHELEN, SLACHTHUISLAAN 1, EN OVER DE MELDING VAN INRICHTINGEN VAN DE DERDE KLASSE. De bestendige deputatie van de provincieraad van Antwerpen Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij de decreten van 7 februari 1990, 12 december 1990, 21 december 1990, 22 december 1993, 21 december 1994, 8 juli 1996, 11 mei 1999 en 18 mei 1999; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem), zoals gewijzigd bij besluiten van 24 juli 1991, 27 februari 1992, 28 oktober 1992, 27 april 1994, 24 mei 1995, 1 juni 1995, 26 juni 1996, 12 januari 1999 en 15 juni 1999; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), zoals gewijzigd bij besluiten van 6 september 1995, 26 juni 1996, 24 maart 1998, 19 januari 1999 en 15 juni 1999; Gelet op de milieuvergunningsaanvraag, op 21 januari 2000 ingediend door de, gevestigd Slachthuislaan 1 te 2800 Mechelen, strekkende tot het bekomen van een milieuvergunning om een inrichting, gelegen te 2800 Mechelen, Slachthuislaan 1, kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer) 2-B-640m, te veranderen door wijziging en uitbreiding, omvattende: - aanpassing van de zuiveringsinstallatie van afvalwater met een lozingsdebiet van 30 m3/uur, 200 m3/dag en 30.000 m3/jaar (3.6.3.1.); - uitbreiding met een transformator met een nominaal vermogen van 1.250 kva (12.2.2.); - uitbreiding van het vermogen van koelinstallaties met 862 kw tot een totaal vermogen van 1.042 kw (16.3.1.2.); - uitbreiding met lasapparaten met een vermogen van 12,5 kw (29.5.3.2.); - uitbreiding van de waterinhoud van een stoomgenerator met 3.163 l tot een totale waterinhoud van 3.313 l (39.1.2.); - uitbreiding met stookinstallaties met een totaal warmtevermogen van 2.265 kw (43.1.2.); Vlaremrubricering: 3.6.3.1. - 12.2.2. - 16.3.1.2. - 29.5.3.2. - 39.1.2. - 43.1.2.; - 1 -
Gelet op het feit dat in voorliggend dossier tevens volgende klasse 3-inrichtingen worden gemeld: - een garage met schouwput (15.2.); - warmtewisselaars met een totale waterinhoud van 60 l (39.4.1.); - een wasbak voor ontvetter met een inhoud van 60 l (29.5.7.b.1.); Vlaremrubricering: 15.2. - 29.5.7.b.1.; Gelet op de volgende vergunningstoestand met betrekking tot de exploitatie van de inrichting op de datum van de indiening van de voormelde milieuvergunningsaanvraag: Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning (VLAREM): - besluit van de bestendige deputatie dd. 9 mei 1996, kenmerk MLAV1/94-456, waarbij de vergunning werd verleend tot het verder exploiteren en uitbreiden van het slachthuis voor een termijn verstrijkend op 9 mei 2016; - besluit van de bestendige deputatie dd. 29 oktober 1998, kenmerk MLVER/98-164, waarbij akte werd genomen, geldend als vergunning, van de uitbreiding van het slachthuis voor een termijn verstrijkend op 9 mei 2016; Gelet op het feit dat deze aanvraag voor de eerste maal werd ingediend op 20 december 1999 en vervolledigd werd op 21 januari 2000; op het feit dat op datum van 4 februari 2000 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van het Vlarem; Gelet op het proces-verbaal betreffende het openbaar onderzoek dd. 20 maart 2000 waaruit blijkt dat er noch schriftelijke, noch mondelinge bezwaren en/of opmerkingen werden ingediend; Gelet op het gunstig advies dd. 14 maart 2000 van het college van burgemeester en schepenen van Mechelen; Gelet op het gunstig subadvies van de gemeentelijke milieudienst die het volgende opmerkt: lasapparaten zijn niet ingedeeld onder rubriek 29.5.3.2. en de rubriek 29.5.7.b.1. wordt aangevraagd, maar in het aanvraagdossier is er nergens sprake van de opslag van ontvetters; Gelet op het gunstig advies d.d. 10 april 2000 (kenmerk AMV/A/VL1/6977) van de Afdeling Milieuvergunningen (AMV) van de Administratie voor Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer, op volgende elementen uit dit advies: 1. Het afvalwaterzuiveringsstation bevindt zich achter de stallen voor levende dieren, aan de kant van de Ring rond Mechelen en op ca. 110 m van de woningen in de Slachthuislaan. Eventuele - 2 -
geurhinder van de waterzuivering is weinig waarschijnlijk gelet op deze situering en de betere beluchting. Voor wat betreft het afvalwaterdebiet wordt een verhoging van 50% op uurbasis, 100% op dagbasis en 0% op jaarbasis gevraagd. Ondanks de grote toename blijft het referentiedebiet ver onder de waarde zoals opgenomen in bijage 5.3.2., sector 37, b (1,4 m3 afvalwater per ton karkas t.o.v. 3 m3). Het voorstel van de exploitant i.v.m. lozingsvoorwaarden kan weerhouden worden, doch voor fosfor dient een daggemiddelde van 5 mg/l opgelegd te worden. Ten behoeve van de waterzuivering wordt een bijkomende luchtcompressor van 2,2 kw geïnstalleerd. 2. Bij nazicht van de vergunningstoestand blijkt dat er tevens een transformator van 800 kva vergund is. Deze transfo werd kort na zijn ingebruikname vervangen door deze van 1.250 kva. Het voorstel wordt in die zin aangepast. De transformator is niet-pcb-houdend. 3. De garage met schouwput is bedoeld als onderhoudswerkplaats voor eigen voertuigen. 4. De compressoren van de koelinstallaties die buiten opgesteld staan, worden omkast. De grootste uitbreiding van het vermogen aan koelinstallaties situeert zich in blok D (658 kw), die vrij ver van de zijde van de woningen gelegen is. 5. De lastoestellen zijn niet als hinderlijk ingedeeld. De wasbak voor het ontvetten van materialen bevindt zich in het onderhoudslokaal in blok B. Het gebruikte ontvettingsmiddel is schadelijk en heeft een vlampunt van ca. 62 C. 6. In verband met de stookinstallaties gaat de exploitant er verkeerdelijk van uit dat de installatie van 465 kw reeds vergund is. In 1999 werd de brander vervangen en werd er overgeschakeld van stookolie op aardgas. Deze installatie is duidelijk in de eindtoestand vermeld en maakt derhalve deel uit van het voorwerp van de aanvraag. Emissiegegevens van deze installatie worden nog bezorgd, doch er wordt aangenomen dat deze installatie zal voldoen aan de normen voor nieuwe kleine stookinstallaties. De installatie van 1.800 kw dateert eveneens van 1999 en is ook aardgas gestookt. Het jaarverslag bevat emissiegegevens waaruit blijkt dat aan de toepasselijke voorwaarden voldaan is; Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van de Cel Ruimtelijke Ordening van de Afdeling ROHM van de Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen (AROHM); Gelet op het gunstig advies dd. 4 april 2000 (kenmerk JVDM/AKBE/P16839/00/3984) van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM); op volgende elementen uit dit advies : De uitbreiding van de zuiveringsinstallatie en de verhoging van het lozingsdebiet van het bedrijfsafvalwater tot maximum 30 m3/uur en 200 m³/dag wordt gevraagd. De lozing gebeurt in de Vrouwvliet, een waterloop met bestemming basiskwaliteit. - 3 -
Het bedrijf werd bij besluit van de bestendige deputatie d.d. 09/05/1996 voor o.a. de lozing van maximum 20 m3/uur, 100 m3/dag en 30.000 m3/jaar bedrijfsafvalwater met gevaarlijke stoffen via een waterzuiveringsinstallatie in de Vrouwvliet aan algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden. In functie van de debietverhoging zal de waterzuiveringsinstallatie worden uitgebreid en worden vergroot tot een zeer laag belast systeem. Daarvoor zal een dubbele batch biologie geïnstalleerd worden. Hiervoor wordt naast de bestaande biologietank met oppervlaktebeluchting een tweede, nieuwe biologietank met bodembeluchting geplaatst. Deze tanks zullen alternerend gevoed worden. Door afwisselend gedurende bepaalde periodes wel en niet te beluchten zal nitrificatie plaatsgrijpen, zodat ook de aanwezige stikstof verwijderd wordt. Na ingebruikname van de vernieuwe waterzuivering zal het afvalwater gezuiverd worden tot normen oppervlaktewater, met uitzondering van de paramater totaal P. Een gedeelte van het gezuiverde afvalwater kan gebruikt worden voor reiniging van de vuile zone en de aanmaak van polyelektrolyt. Een vermindering van de nutriëntenvracht is nodig om de kwaliteitsobjectieven te bereiken en om tegemoet te komen aan de afspraken van de Derde en Vierde Noordzeeconferentie, waarin gesteld werd dat er significante reductie (50% of meer) moet bereikt worden in de inbreng van de nutriënten N en P. Dat van de industrie eenzelfde saneringsinspanning inzake nutriëntverwijdering verwacht wordt als van de rioolwaterzuiveringsinstallatie's (RWZI's). Tevens moet rekening gehouden worden met art. 5.3.2.1. van Vlarem II, dat stelt dat voedingsbedrijven met een influentbelasting van meer dan 4.000 inwonersequivalenten (I.E.) aan dezelfde voorwaarden moeten voldoen als de RWZI's. Het niet-verontreinigd regenwater wordt rechtstreeks geloosd in de Vrouwvliet. De VMM adviseert gunstig voor de uitbreiding van de waterzuivering en het verhogen van het lozingsdebiet en stelt bijzondere voorwaarden voor. De geplande verandering bestaat uit een uitbreiding van o.a. de koelinstallaties en de stookinstallaties (1.800 kw). De bijkomende stookinstallatie zal gestookt worden met aardgas. Gelet op het gebruik van een milieuvriendelijke brandstof en mits een goede afstelling en regelmatig onderhoud van de brander kan men stellen dat de impact op de heersende luchtkwaliteit miniem zal zijn. Door de uitbreiding van de koelinstallaties zal de mogelijkheid voor opslag in gekoelde ruimten vergroten en zal het optreden van geurhinder verder beperkt kunnen worden; Gelet op het gunstig advies dd. 2 mei 2000 van de Provinciale Milieuvergunningscommissie (PMVC); op volgende elementen uit dit advies: 1. Omschrijving en rubrieken: het voorstel van AMV werd overgenomen behalve m.b.t. volgende punten: - 4 -
- de klasse 3-rubrieken worden afzonderlijk vermeld; - voor rubriek 43.1.2. werd het vermogen van de niet-ingedeelde stookinstallatie samengeteld met het vermogen van de nieuwe stookinstallatie; - de waterinhoud van de wasbak voor ontvetting werd vermeld en het rubrieknummer werd aangepast : het door AMV voorgestelde 29.5.7.1. werd vervangen door 29.5.7.b.1.; - de totale waterinhoud van de warmtewisselaars werd vermeld. De opmerking van de milieudienst van de stad Mechelen i.v.m. het ontbreken van gegevens over de opslag van ontvetters is terecht. Volgens de veiligheidsfiche is het product schadelijk. Het bedrijf heeft een vergunning voor 1.000 kg corrosieve en irriterende stoffen (MLVER/98-164). De bijkomende opslag van de ontvetter geeft een verhoging voor rubriek 17.3.3. van 3e klasse naar 2e klasse tot gevolg. 2. De inrichting is stedenbouwkundig verenigbaar. 3. Er werden geen bezwaren ingediend. 4. De PMVC volgt de gunstige adviezen. 5. De vergunning kan verleend worden voor een termijn verstrijkend op 5 mei 2016, met een termijn voorafgaand aan ingebruikname van 3 jaar. 6. Algemene en sectorale voorwaarden, voorgesteld door AMV, worden weerhouden. De bijzondere voorwaarden i.v.m. de lozing van bedrijfsafvalwater, die door AMV en VMM worden voorgesteld, worden weerhouden. De op te leggen norm voor fosfor is verschillend in beide adviezen. De PMVC weerhoudt een norm voor fosfor van 5 mg/dag die ogenblikkelijk nageleefd moet worden en legt aan de exploitant m.b.t. deze fosfornorm een haalbaarheidsstudie op, binnen 2 jaar in te dienen bij de vergunningverlenende overheid, met het oog op het halen van 2 mg/dag binnen 3 jaar. De VMM neemt hier een minderheidsstandpunt in; Gelet op de ligging van de inrichting in een gebied van het gewestplan Mechelen, waarvoor volgende voorschriften van toepassing zijn: industriegebied; Overwegende dat gesteld kan worden dat de verandering van de inrichting, die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt, verenigbaar is met voormelde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften; Overwegende dat in het advies van de PMVC de bijkomende opslag van ontvetter niet werd opgenomen in de omschrijving en rubrieken; dat deze bijkomende opslag van 40 l ontvetter in het aanvraagdossier was opgenomen d.m.v. een veiligheidsfiche en dus wel aan het voorwerp van de aanvraag kan toegevoegd worden; Overwegende dat de norm voor P die de PMVC voorstelt (5 mg/dag) wellicht moet gelezen worden als daggemiddelde 5 mg/l; dat dit ook geldt voor de streefwaarde van 2 mg/l; - 5 -
Overwegende dat gesteld kan worden dat de risico's voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde verandering mits naleving van de in onderhavig besluit opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt; Overwegende dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de gevraagde vergunning volledig toe te staan voor een termijn verstrijkend op 9 mei 2016; ARTIKEL 1. - Voorwerp B E S L U I T : 1 Aan de, gevestigd Slachthuislaan 1 te 2800 Mechelen, wordt onder de voorwaarden bepaald in onderhavig besluit vergunning verleend om een slachthuis, gelegen te 2800 Mechelen, Slachthuislaan 1, kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer) 2-B-640m, te veranderen door wijziging en uitbreiding, omvattende: - een uitbreiding van de biologische waterzuivering en een verhoging van het lozingsdebiet tot 30 m3/uur, 200 m3/dag en 30.000 m3/jaar (3.6.3.1.); - de vervanging van een transformator van 800 kva door een transformator van 1.250 kva (12.2.2.); - de uitbreiding van het vermogen van de koelinstallaties, luchtbehandeling en luchtcompressoren tot een totaal vermogen van resp. 1.041 kw, 20 kw en 71 kw (16.3.1.2.); - de uitbreiding met de opslag van 40 l ontvetter tot een totale opslag van 1.040 kg schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen (17.3.3.2.); - de vervanging van een stoomketel met een waterinhoud van 150 l door een ketel met een waterinhoud van 3.313 l (39.1.2.); - de uitbreiding met een stookinstallatie met een warmtevermogen van 1.800 kw tot een totaal van 2.265 kw (43.1.2.). Vlaremrubricering: 3.6.3.1. - 12.2.2. - 16.3.1.2. - 17.3.3.2.- 39.1.2. - 43.1.2.; 2 Akte wordt genomen van de volgende klasse 3-inrichtingen: - een garage met één schouwput (15.2.); - een wasbak voor het ontvetten met een inhoud van 60 l (29.5.7.b.1.); - warmtewisselaars met een waterinhoud van 60 l (39.4.1.). Vlaremrubricering: 15.2. - 29.5.7.B.1-39.4.1 - ARTIKEL 2. - Koppeling aan de bouwvergunning 1 Deze milieuvergunning is geschorst indien voor de verandering - 6 -
die er het voorwerp van uitmaakt ook een bouwvergunning vereist is krachtens de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedenbouw, en deze bouwvergunning niet definitief is verleend. Deze schorsing duurt tot de bouwvergunning definitief is verleend of is geweigerd in laatste aanleg. De vergunninghouder dient het definitief verkrijgen van de bouwvergunning te melden aan de bestendige deputatie bij ter post aangetekende zending. 2 De geschorste milieuvergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de bouwvergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden. 3 De bouwvergunning die verkregen is voor de verandering die het voorwerp is van de voormelde milieuvergunningsaanvraag wordt geschorst zolang de milieuvergunning niet definitief is verleend. 4 Deze geschorste bouwvergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de milieuvergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden. ARTIKEL 3. - Voorwaarden De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden (in bijlage) : 1. Algemene: V01 - V02 - V03 2. Sectorale: V26 (37b ) - V37 - V38 - V40 - V61 - V 67 - V81 3. Bijzondere: - De lozingsvoorwaarden bij vergunning MLAV/94-456 d.d. 9 mei 1996 worden vervangen door de sectorale lozingsvoorwaarden van sector 37 b voor lozing in oppervlaktewater, aangevuld met volgende voorwaarden: CZV 125 mg/l 17,5 kg/dag BZV 25 mg/l 3,5 kg/dag ZS 60 mg/l 8 kg/dag totaal N 15 mg/l 2,1 kg/dag totaal P 5 mg/l (daggemiddelde) - Binnen een termijn van 2 jaar dient aan de vergunningverlenende overheid een haalbaarheidsstudie bezorgd te worden met het oog op het behalen van een fosfornorm van 2 mg/l (daggemiddelde) binnen een termijn van 3 jaar. ARTIKEL 4. - Termijn voorafgaand aan ingebruikname De in artikel 1 vergunde verandering dient in gebruik genomen te worden binnen de 3 jaar vanaf de datum van deze vergunning, dus uiterlijk op 18 mei 2003, zoniet vervalt deze vergunning van - 7 -
rechtswege. ARTIKEL 5. - Vergunningstermijn De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor een termijn : 1. die aanvangt op de datum van dit besluit, behoudens wanneer : a) deze milieuvergunning is geschorst omdat de bouwvergunning voor de verandering op datum van deze milieuvergunning niet definitief is verleend; in dat geval vangt de vergunningstermijn aan op de datum waarop de bouwvergunning definitief is verleend; de exploitant dient deze datum bij aangetekende brief te melden aan de bestendige deputatie; b) Onderhavige milieuvergunning overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, 2 van rechtswege vervalt; in dat geval is geen enkele vergunningstermijn toegestaan; 2. die eindigt op 9 mei 2016, samenvallend met de einddatum van de termijn van de eerder verleende lopende vergunningen. ARTIKEL 6. - Onderhavige vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden. ARTIKEL 7. - 1 Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van hoofdstuk III-bis van titel I van het Vlarem. 2 Elke overname van de inrichting door een andere exploitant dient vóór de datum van inwerkingtreding van de overname gemeld aan de vergunningverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlarem. 3 Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd overeenkomstig de bepalingen van het Vlarem uiterlijk tussen de 18de en de 12de maand vóór het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning. ARTIKEL 8. - Tegen de beslissing m.b.t. de vergunningsaanvraag kan beroep worden aangetekend bij de Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Graaf de Ferraris-gebouw, Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel, overeenkomstig artikel 51 van het Vlarem. - 8 -
Tot staving van de ontvankelijkheid van het eventuele beroep dient bij het beroepschrift het hierbij gevoegde attest van betekening evenals het bewijs van betaling van de voorgeschreven dossiertaks gevoegd te worden. Antwerpen, 18 mei 2000. Aanwezig : de heer C. Paulus, Gouverneur-Voorzitter, de heren V. Van Eetvelt, J. Geuens, L. Helsen en Ch. De Weze, leden en de heer K. De Raedemaecker, Provinciegriffier. Verslaggever : L. Helsen In opdracht: De Provinciegriffier, De Voorzitter, K. De Raedemaecker C. Paulus. Besluit uitgevoerd op... De Directeur, MINUUT. - 9 -