Statistiek rooms-katholieke theologische opleidingen 2003



Vergelijkbare documenten
Statistiek rooms-katholieke theologische opleidingen 2001

Statistiek rooms-katholieke theologische opleidingen 2005

Statistiek rooms-katholieke theologische opleidingen 2007

Kerncijfers uit de kerkelijke statistiek van het Rooms-Katholiek Kerkgenootschap in Nederland. Memorandum no februari 2002

Kerkbezoek met Pasen 2004

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs

Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2010

Studenten aan lerarenopleidingen

Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden

Instroom en inschrijvingen

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

Kerncijfers uit de kerkelijke statistiek van het Rooms-Katholiek Kerkgenootschap in Nederland. Rapport nr. 561 oktober 2007

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie

Kerncijfers uit de kerkelijke statistiek van het Rooms-Katholiek Kerkgenootschap in Nederland. Memorandum nr. 325 september 2002

Kerncijfers Rooms-Katholieke Kerk 2011

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs,

Kerncijfers Rooms-Katholieke Kerk 2014

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. April 2016

Kerncijfers Rooms-Katholieke Kerk 2016

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2009

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Kerncijfers uit de kerkelijke statistiek van het Rooms-Katholiek Kerkgenootschap in Nederland. Rapport nr. 581 november 2008

céáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013

Aartsbisdom Utrecht Prognose van de ontwikkeling van de personele bezetting van het parochiepastoraat, voor de jaren 2005 en 2010

5. Onderwijs en schoolkleur

Kerncijfers uit de kerkelijke statistiek van het Rooms-Katholiek Kerkgenootschap in Nederland. Memorandum nr. 327 september 2003

Factsheet. Instroom hbo toegenomen, lichte groei aantal inschrijvingen en aantal gediplomeerden neemt gestaag toe.

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s.

1,4% ten opzichte van studiejaar

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2014: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. April 2015

Instroom en Inschrijvingen

Factsheet. Samenvatting

Curriculum voor het behalen van canonieke graden in de Sacra Theologia

Kerncijfers Rooms-Katholieke Kerk 2017

Erratum. In dit artikel zijn helaas enkele onnauwkeurigheden geslopen.

Factsheet Toelatingstoets PABO

Kerncijfers Rooms-Katholieke Kerk 2013

Kerncijfers uit de kerkelijke statistiek van het Rooms-Katholiek Kerkgenootschap in Nederland. Rapport nr. 590 augustus 2009

Veranderen van opleiding

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2013: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juni 2014

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. juni 2008

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. juni 2008

*Inkomende post 3368 %PAGE%

Verkort bachelorprogramma Certificaat voor het godsdienstonderwijs

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Aantal instromende studenten tussen gedaald. Figuur 1: Ontwikkeling instroom lerarenopleidingen

Ontwikkeling van de zorgbehoefte van de Regio Nederland van de Zusters Franciscanessen van de H. Familie

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. Mei 2015

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant HBO

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. juni 2011

Studentenhuisvesting Feiten en trends 2010

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs

Kerncijfers uit de kerkelijke statistiek van het Rooms-Katholiek Kerkgenootschap in Nederland

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. mei 2010

Ontwikkelingen in de instroom in het hoger onderwijs

uit de kerkelijke statistiek van het Rooms- Katholieke Kerkgenootschap in Nederland

Het hbo ontcijferd 2005

Theologie op HBO-niveau Opleiding tot leraar godsdienst of (kerkelijk) pastoraal werker, of gewoon interesse in theologie?

Factsheet. Samenvatting

Curriculum voor het behalen van canonieke graden in de Sacra Theologia en Scientiae Religiosae

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2015: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. Juni 2016

Van de 293 Wageningse respondenten zijn er 109 man (37%) en 184 vrouw (63%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 28 jaar.

Curriculum voor het behalen van canonieke graden in de Sacra Theologia

Cijfers. Kerkbalans 2014

KWANTITATIEVE REGIOANALYSE TECHNISCH BEROEPSONDERWIJS

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN

Katholiek anno Religiositeit, identiteit en houding ten aanzien van de KRO. Rapport nr. 544 december drs. Joris Kregting dr.

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

Documentatierapport Jaarcohort geslaagden uit het Hoger Onderwijs (AFSTUHOTAB)

Toelating tot de opleiding

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2011: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juli 2012

Onderwijs- en examenregeling

Factsheet. Totale hbo-instroom, inschrijvingen en diploma s

Ontwikkeling van de zorgbehoefte van de Zusters van het Heilig Hart

Aanbod van opleidingen

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2010: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juli 2011

Bron Definities Onderwerpen

Aandeel meisjes in de bètatechniek VMBO

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Studieprogramma instroom

Aanvraagformulier toelatingsprocedure Faculteit Theologie en Religiewetenschappen

Theologie in deeltijd studeren

Cijfers. Kerkbalans 2015

Van de 367 Wageningse respondenten zijn er 156 man (43%) en 211 vrouw (57%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 27 jaar.

Figuur 1: aandeel mannelijke studenten in instroom bij de pabo s in 2010 (bron: HBO-Raad, bewerking sbo)

Inschrijvingen en Instroom

3. Onderwijs. 3.1 Het basisonderwijs

Arbeidsmarkt in Beeld 2019: Onderwijsontwikkelingen in mbo en hbo

Arbeidsmarkt in Beeld 2019: Onderwijsontwikkelingen in mbo en hbo

Opleidingsspecifiek deel MA Religie en theologie. toelatingseisen opleiding

Transcriptie:

Statistiek rooms-katholieke theologische opleidingen 2003 De studentenaantallen van de priester- en diakenopleidingen, de theologische universiteiten en faculteiten en de hogere beroepsopleidingen in het studiejaar 2002/2003 Memorandum nr. 328 september 2003 Jolanda Massaar-Remmerswaal dr. Ton Bernts KASKI onderzoek en advies over religie en samenleving Toernooiveld 5 6525 ED Nijmegen Postbus 6656 6503 GD Nijmegen tel. 024-365 35 31 fax 024-365 34 85 www.ru.nl/kaski info@kaski.ru.nl

2 KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003

Inhoud Inleiding... 5 Samenvatting... 7 1 De priester- en diakenopleidingen... 11 1.1 De seminaries... 11 1.2 De convicten... 14 1.3 De diakenopleidingen... 17 2 De wetenschappelijke opleidingen theologie... 21 2.1 De Katholieke Theologische Universiteit te Utrecht... 21 2.1.1 Opleidingen die voorbereiden op het doctoraal... 22 2.1.2 Overige opleidingen... 26 2.1.3 Samenvattende overzichten... 26 2.2 De Faculteit der Theologie van de Katholieke Universiteit Nijmegen... 28 2.3 De Theologische Faculteit Tilburg... 33 2.4 Samenvattende overzichten... 38 3 De hogere beroepsopleidingen theologie... 43 KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003 3

4 KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003

Inleiding In dit memorandum wordt een overzicht gegeven van het aantal studenten op de verschillende rooms-katholieke theologische opleidingen in het studiejaar 2002/2003. Het is een vervolg in de reeks opleidingenstatistieken van het KASKI. In de onderhavige publikatie ligt de nadruk vooral op een beschrijving van de ontwikkelingen in de laatste twee jaar. Sinds de laatste publicatie in deze reeks heeft zich de volgende wijziging betreffende de opleidingsinstituten voorgedaan. Van de KTU is de lesplaats Amsterdam opgeheven. Vanaf 2001 wordt alleen in Utrecht lesgegeven. Vanaf 2002 is bij de KTU, de KUN en de TFT de opleidingstructuur veranderd in een bachelor- en masteropleiding. Alleen van de TFT is de informatie over deze nieuwe opleiding-structuur op de peildatum bekend. Van de Fontys Hogeschool lesplaats Sittard zijn geen gegevens ontvangen. Wij zijn de overige instituten zeer erkentelijk voor hun medewerking om deze publikatie tot stand te brengen. De waarde van statistieken ligt vooral in het opeenvolgende karakter. Deze opleidingenstatistiek wordt eens in de twee jaar uitgebracht. De volgende statistiek zal betrekking hebben op de studentenaantallen in het studiejaar 2004/2005. In het onderhavige memorandum wordt de situatie in het studiejaar 2002/2003 beschreven. Als peildatum voor het studiejaar 2002/2003 is 1 december 2002 gehanteerd. De opbouw van het verslag is als volgt. Vooraf gaat een samenvatting van de belangrijkste resultaten. In het eerste hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de priester- en diakenopleidingen. In het tweede hoofdstuk komen de wetenschappelijke theologische opleidingen aan de orde. De hogere beroepsopleidingen theologie ten slotte worden besproken in het derde hoofdstuk. Tenslotte zien wij in de soms zeer geringe aantallen bij bepaalde categorieën gegevens aanleiding de lezer erop attent te maken dat uit kleine verschillen met voorgaande jaren meestal geen verdergaande conclusies inzake de ontwikkeling getrokken kunnen worden. KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003 5

6 KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003

Samenvatting In tabel A is een samenvattend overzicht opgenomen van de studentenaantallen van de priesteropleidingen, de wetenschappelijke opleidingen en de hogere beroepsopleidingen in de studiejaren 2000/2001 en 2002/2003. Deze cijfers kunnen niet bij elkaar worden opgeteld. Het grootste deel van de studenten van de convicten volgt één van de wetenschappelijke opleidingen, hogere beroepsopleidingen of de opleiding op het seminarie Bovendonk. Van de Fontys Hogeschool lesplaats Sittard zijn geen gegevens ontvangen. In deze samenvatting zijn voor een vergelijking van de gegeven met voorgaande jaren de cijfers van lesplaats Sittard niet meegeteld. Tabel A: Het aantal studenten (exclusief extraneï en auditoren) inclusief dubbeltellingen naar opleiding, opleidingsplaats en geslacht, in de studiejaren 2000/2001 en 2002/2003 2000/2001 2002/2003 totaal man vrouw totaal man vrouw priesteropleidingen seminaries Rolduc Kerkrade 24 24-18 18 - St. Janscentrum s-hertogenbosch 26 26-22 22 - Bovendonk Hoeven 22 22-14 14 - Het Willibrordhuis Vogelenzang 32 32-32 32 - convicten Ariënsconvict Utrecht 26 26-17 17 - Vronesteyn Voorburg 11 11-11 11 - Frenckenhuis Breda 6 6-4 4 - wetenschappelijke opleidingen KTU Utrecht 250 117 133 230 113 117 KUN Nijmegen 206 85 121 291 150 141 TFT Tilburg 261 103 158 258 97 161 hogere beroepsopleidingen Fontys Hogescholen* 440 189 251 404 137 267 * exclusief lesplaats Sittard KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003 7

In tabel B is een overzicht opgenomen, waaruit de dubbeltellingen zijn verwijderd. Het totaal aantal studenten aan de theologische opleidingen is tussen 2000/2001 en 2002/2003 gestegen van 1.264 naar 1.271, een kleine toename van 0,6%. Deze toename is de resultante van de daling van het aantal KTU studenten met -8%, de stijging van het aantal studenten aan de theologische faculteit van de KUN met 41%, de daling van het aantal studenten aan de TFT met 1%, de daling van het aantal studenten aan de Fontys Hogescholen met -8% en de daling bij de seminaries en convicten van het aantal studenten dat uitsluitend de priesteropleiding volgt met -19%. Tabel B: Het aantal studenten (exclusief extraneï en auditoren) exclusief dubbeltellingen naar opleiding, opleidingsplaats en geslacht, in de studiejaren 2000/2001 en 2002/2003 2000/2001 2002/2003 totaal man vrouw totaal man vrouw wetenschappelijke opleidingen KTU Utrecht 250 117 133 230 113 117 KUN Nijmegen 206 85 121 291 150 141 TFT Tilburg 261 103 158 258 97 161 hogere beroepsopleidingen Fontys Hogeschool* 439 188 251 404 137 267 priesteropleidingen seminaries Rolduc Kerkrade 24 24-18 18 - St. Janscentrum 's-hertogenbosch 26 26-22 22 - Bovendonk Hoeven 22 22-14 14 - Het Willibrordhuis Vogelenzang 32 32-32 32 - convicten 1) Ariënskonvikt Utrecht 1 1-1 1 - Vronesteyn Voorburg 3 3-1 1 - Frenckenhuis/Maria ter Engelen Breda - - - - - - totaal 1.264 601 663 1.271 585 686 1) Exclusief ingeschrevenen bij de wetenschappelijke opleidingen, het seminarie Bovendonk en de hogere beroepsopleidingen. * exclusief lesplaats Sittard 8 KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003

In tabel C zijn de totale aantallen studenten aan de diverse typen opleiding opgenomen voor de jaren 1992/1993 tot 2002/2003. Tabel C: Het aantal studenten (exclusief extraneï en auditoren) exclusief dubbeltellingen naar type opleiding, in de studiejaren 1992/1993 tot 2002/2003 1992/ 1994/ 1996/ 1998/ 2000/ 2002/ 1993 1995 1997 1999 2001 2003 wetenschappelijke opleidingen 937 905 807 710 716 779 hogere beroepsopleidingen* 273 307 364 449 479 *404 seminaries 129 127 108 126 108 88 * het studiejaar 2002/2003 exclusief lesplaats Sittard totaal 1.339 1.339 1.279 1.285 1.303 1.271 Het aantal vrouwelijke studenten is nagenoeg gelijk gebleven, er zijn: 686 vrouwen en 585 mannen (inclusief 107 mannelijke priesterstudenten). De grootste daling vanaf 1992/1993 heeft plaatsgevonden bij de seminaries. In tien jaar daalde het aantal studenten met 32%. Vooral de laatste vier jaar daalde het aantal studenten aan de seminaries sterk. In de zes jaar tot 1998/1999 daalde de deelname aan het rooms-katholiek wetenschappelijk theologisch onderwijs met 227 personen (gemiddeld per jaar 37,8). In de afgelopen vier jaar is het aantal studenten aan het wetenschappelijk onderwijs gestegen met 69 personen tot 779 studenten in het studiejaar 2002/2003. Het aantal eerstejaars studenten bij het wetenschappelijk onderwijs is de laatste twee jaar gestegen. In 1993/1994 waren er 137 eerstejaars, in 1994/1995 was het aantal eerstejaars 176, in 1996/1997 waren er 161 eerstejaars, in 1998/1999 waren er 154 eerstejaars, in 2000/2001 waren er 203 eerstejaars en in 2002/2003 waren er 188 eerstejaars. Het aantal eerstejaars studenten aan de KTU en de TFT daalde de afgelopen twee jaar met respectievelijk -23% en -20%. Aan de KUN deed zich een stijging voor van 8%. Twee jaar geleden was er aan de KUN nog een grote stijging van het aantal eerstejaars van 197%. KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003 9

10 KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003

1 De priester- en diakenopleidingen Ieder bisdom heeft ten behoeve van de priesteropleiding ofwel een seminarie, ofwel een convict. De priesterstudenten van de convicten volgen hun opleiding geheel of grotendeels aan één van de katholieke theologische universiteiten. Nederland kent vier instituten die de opleiding tot priester geheel zèlf verzorgen. Het gaat om het Groot-Seminarie Rolduc (priesteropleiding voor het bisdom Roermond), het St. Janscentrum (priesteropleiding voor het bisdom Den Bosch), het Groot-Seminarie Het Willibordhuis (priesteropleiding voor het bisdom Haarlem) en de priesteropleiding Bovendonk (een parttime opleiding voor late roepingen). De seminaries komen aan de orde in de eerste paragraaf van dit hoofdstuk. In de tweede paragraaf besteden we aandacht aan de convicten. In de derde paragraaf ten slotte staan de diakenopleidingen centraal. 1.1 De seminaries Tabel 1 geeft een overzicht van het aantal priesterstudenten aan de seminaries. De gegevens hebben betrekking op de studiejaren 1992/1993 tot 2002/2003. De grootste daling in de afgelopen twee jaar doet zich voor op Bovendonk. Het aantal seminaristen op het Willibrordhuis is gelijk gebleven. Momenteel zijn er op de seminaries in totaal 86 studenten. Dit is een daling van 17% in vergelijking met 2000/2001. Tabel 1: Het aantal priesterstudenten aan de seminaries, in de studiejaren 1992/1993 tot 2002/2003 1992/ 1993 1994/ 1995 1996/ 1997 1998/ 1999 2000/ 2001 2002/ 2003 Rolduc 36 28 30 32 24 18 St. Janscentrum 41 50 48 31 26 22 Bovendonk 42 44 29 22 22 14 Willibrordhuis* - - - 41 32 32 totaal 119 122 107 126 104 86 * Inclusief studenten van Redemptoris Mater, Huis voor priesterstudenten van het Neo-Katechumenaat te Nieuwe-Niedorp. KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003 11

Tabel 2 geeft een overzicht van het huidige aantal priesterstudenten aan de seminaries naar studiefase. Het aantal studenten in de beginfase van hun studie is op het seminarie Het Willibrordhuis het hoogst. Tabel 2: Het aantal priesterstudenten aan de seminaries naar studiefase, in het studiejaar 2002/2003 Rolduc St. Janscentrum Bovendonk Willibrordhuis leerjaar I *5 ***7 2 11 leerjaar II 3 2 1 7 leerjaar III 1 3 3 4 leerjaar IV 2 3 4 3 leerjaar V 3 3 3 3 leerjaar VI 2 4 1 2 leerjaar VII **2 0 0 2 totaal 18 22 14 32 * incl. V.P.O. (verkorte priesteropleiding voor oudere kandidaten) ** is diaconale jaar *** incl. bijzondere leerroute De leeftijdsverdeling van de priesterstudenten is weergegeven in tabel 3. Op het Groot-Seminarie Het Willibrordhuis is driekwart van de studenten jonger dan 30 jaar. Op het St. Janscentrum valt meer dan tweederde (68%) van de studenten in die leeftijdscategorie. Op Rolduc is 61% van de studenten jonger dan 30 jaar. Op Bovendonk is slechts één priesterstudent jonger dan 30 jaar (7%). Tabel 3: Het aantal priesterstudenten aan de seminaries naar leeftijdsgroep, in het studiejaar 2002/2003 Rolduc St. Janscentrum Bovendonk Willibordhuis jonger dan 20 jaar 0 0 0 2 20 tot 25 jaar 7 7 0 14 25 tot 30 jaar 4 8 1 8 30 tot 35 jaar 2 3 4 4 35 tot 40 jaar 1 1 6 2 40 tot 45 jaar 4 1 2 1 45 tot 50 jaar 0 1 0 0 50 tot 55 jaar 0 1 1 1 55 jaar e.o. 0 0 0 0 totaal 18 22 14 32 12 KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003

De priesteropleiding Bovendonk staat open voor kandidaten uit alle bisdommen, orden en congregaties. In tabel 4 geven wij een overzicht van de herkomst van de studenten. 14% Van de priesterstudenten is afkomstig uit de thuishaven, het bisdom Breda. Uit één van de andere bisdommen komt 64% van de studenten, behalve de bisdommen Den Bosch en Roermond. Opvallend is de terugloop van de studenten afkomstig van de diverse religieuze orden en congregaties. Tabel 4: Het aantal priesterstudenten aan het seminarie Bovendonk naar herkomst, in het studiejaar 1992/1993 tot 2002/2003 1992/ 1993 1994/ 1995 1996/ 1997 1998/ 1999 2000/ 2001 2002/ 2003 bisdom Groningen 3 3 2 2 3 3 aartsbisdom Utrecht 6 9 3 2 1 1 bisdom Haarlem 4 7 5 3 3 1 bisdom Rotterdam 7 6 5 2 4 4 bisdom Breda 12 9 7 5 4 2 bisdom Den Bosch 0 0 0 0 0 0 bisdom Roermond 0 0 0 0 0 0 diverse orden en congregaties 8 7 7 8 5 2 bisdom Antwerpen 0 0 0 0 2 1 onbekend 1) 2 3 0 0 0 0 totaal 42 44 29 22 22 14 1) Nog niet beslist voor een bisdom, orde of congregatie, maar met de steun van de bisschop van Breda begonnen. In tabel 5 is een overzicht opgenomen van de vooropleiding van de eerstejaars priesterstudenten aan de vier seminaries. Meer dan éénderde van de eerstejaars studenten heeft VWO/gymnasium/atheneum als vooropleiding, de overigen hebben universiteit, HBO, MBO, HAVO of een andere opleiding gedaan voor men aan de priesteropleiding begon. Tabel 5: Het aantal eerstejaars studenten naar hoogste vooropleiding in het studiejaar 2002/2003 Rolduc St. Janscentrum Bovendonk Willibrordhuis universiteit 0 2 0 2 hoger beroepsonderwijs 3 2 1 0 VWO/gymnasium/atheneum 1 0 1 6 MBO 0 2 0 0 HAVO 1 0 0 0 overig 0 1 0 0 totaal 5 7 2 8 In tabel 6 is een overzicht opgenomen van het aantal eerstejaars studenten aan de seminaries in de studiejaren 1992/1993 tot 2002/2003. Het aantal eerstejaars studen- KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003 13

ten aan de seminaries is toegenomen in vergelijking met het studiejaar 2000/2001 en weer even groot als vier jaar geleden. Het aantal eerstejaars studenten is alleen op het Seminarie Bovendonk gedaald. Tabel 6: Het aantal eerstejaars studenten aan de seminaries, in de studiejaren 1992/1993 tot 2002/2003 1992/ 1993 1994/ 1995 1996/ 1997 1998/ 1999 2000/ 2001 2002/ 2003 Rolduc 3 9 6 5 2 5 St. Janscentrum 11 10 5 *6 5 7 Bovendonk 7 3 3 4 3 2 Willibrordhuis - - - 7 5 8 totaal 21 22 14 22 15 22 * incl. één ouderejaars 1.2 De convicten Tabel 7 geeft een overzicht van het aantal priesterstudenten van de convicten in de studiejaren 1992/1993 tot 2002/2003. Het aantal priesterstudenten op het Convict Vronesteyn is gelijk gebleven. Op het Ariënsconvikt en het Convict Frenckenhuis zijn het aantal priesterstudenten met ongeveer éénderde gedaald. Ten opzichte van twee jaar geleden is het totaal aantal priesterstudenten aan de convicten met een kwart gedaald, van 43 naar 32. Tabel 7: Het aantal priesterstudenten van de convicten, in de studiejaren 1992/1993 tot 2002/2003 1992/ 1993 1993/ 1994 1996/ 1997 1998/ 1999 2000/ 2001 2002/ 2003 Ariënsconvikt te Utrecht 39 40 25 23 26 17 Convict Willibrordhuis te Vogelenzang** 15 15 18 - - - Convict Vronesteyn te Voorburg 28 22 13 11 11 11 Convict Frenckenhuis te Breda* 17 12 8 8 6 4 totaal 99 89 64 42 43 32 * voorheen convict Maria ter Engelen ** voorheen te Amsterdam 14 KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003

In tabel 8 is de leeftijdsverdeling van de priesterstudenten van de convicten weergegeven. Van de 32 priesterstudenten is 53% jonger dan 30 jaar. Er zijn twee studenten ouder dan 45 jaar. Tabel 8: Het aantal priesterstudenten van de convicten naar leeftijdsgroep, in het studiejaar 2002/2003 Ariënskonvikt Vronesteyn Frenckenhuis jonger dan 20 jaar 0 0 0 20 tot 25 jaar 5 4 0 25 tot 30 jaar 4 1 3 30 tot 35 jaar 3 2 0 35 tot 40 jaar 3 1 1 40 tot 45 jaar 1 2 0 45 tot 50 jaar 0 0 0 50 tot 55 jaar 1 1 0 55 jaar e.o. 0 0 0 totaal 17 11 4 Van de huidige 17 priesterstudenten van het Ariënskonvikt staan er 13 ingeschreven bij voltijd- en deeltijdopleidingen van de Katholieke Theologische Universiteit te Utrecht (KTU). Van hen volgen er vier de Route A, twee de Route B en de overige zeven studenten volgen de GPOA, de Geïntegreerde Priesteropleiding Ariënskonvikt. Dit is een eigen leerroute van het Ariënskonvikt. Bij de realisering van deze leerroute wordt heel nauw met de KTU samengewerkt. Van vier studenten die niet bij de KTU staan ingeschreven, volgen er drie de priesteropleiding van Bovendonk. Één student is reeds een pastoraal werker en volgt een aangepast programma. Van de huidige 11 priesterstudenten van Vronesteyn staan er vijf ingeschreven bij de KTU. Eén student volgt er de Route A, twee de Route B en twee de GPO. Van de zes studenten die niet bij een universiteit staan ingeschreven, volgen vier de priesteropleiding van Bovendonk en studeert één student in Rome, Pontificia Universita Gregoriana. Eén student is al een pastoraal werker en volgt een aangepast programma. Van de huidige vier priesterstudenten van het Frenckenhuis staat er één ingeschreven bij de Theologische Faculteit Tilburg (klassieke studierichting) en één bij de KTU en volgt de Route A. De overige twee studenten volgen allen de priesteropleiding van Bovendonk. KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003 15

Een samenvattend overzicht van de huidige opleidingsplaatsen van de studenten van de convicten is opgenomen in tabel 9. Van de in totaal 32 studenten van de convicten staan er 20 ingeschreven bij een katholieke theologische universitaire opleiding, waarvan negen bij de geïntegreerde priesteropleiding aan de KTU. Van de studenten van de convicten volgen er negen de priesteropleiding van seminarie Bovendonk. Eén student studeert in Rome aan de PUG en twee studenten zijn al pastoraal werker en volgen een aangepast programma. In het studiejaar 2000/2001 stonden van de in totaal 43 studenten van de convicten er 27 ingeschreven bij een katholieke theologische universiteit, waarvan acht bij de geïntegreerde priesteropleiding aan de KTU. Tabel 9: Het aantal studenten van de convicten naar huidige opleidingsplaats, in het studiejaar 2002/2003 Ariënskonvikt Vronesteyn Frenckenhuis universiteit (*) 13 (7) 5 (2) 2 (0) hogere beroepsopleiding (Fontys) 0 0 0 seminarie Bovendonk 3 4 2 elders/onbekend 1 2 0 totaal 17 11 4 * waarvan geïntegreerde priesteropleiding In tabel 10 is een overzicht opgenomen van het aantal eerstejaars studenten van de convicten in de studiejaren 1992/1993 tot 2002/2003. Het totaal aantal eerstejaars studenten is in de laatste twee jaar gehalveerd, namelijk van 8 naar 4. Tabel 10: Het aantal eerstejaars studenten van de convicten, in de studiejaren 1992/1993 tot 2002/2003 1992/ 1993 1994/ 1995 1996/ 1997 1998/ 1999 2000/ 2001 2002/ 2003 Ariënskonvikt te Utrecht 10 4 1 4 6 1 Convict Willibrordhuis te Vogelenzang** 6 3 4 0 0 0 Convict Vronesteyn te Voorburg 6 1 2 5 2 2 Convict Frenckenhuis te Breda* 3 0 2 2 0 1 totaal 25 8 9 11 8 4 * voorheen convict Maria ter Engelen ** voorheen te Amsterdam 16 KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003

In tabel 11 is een overzicht opgenomen van de vooropleidingen van de eerstejaars studenten van de convicten in het studiejaar 2002/2003. Tabel 11: Het aantal eerstejaars studenten van de convicten naar vooropleiding, in het studiejaar 2002/2003 Ariënskonvict Vronesteyn Frenckenhuis universiteit 1 1 0 hoger beroepsonderwijs 0 0 1 VWO/gymnasium/atheneum 0 0 0 HAVO 0 0 0 MBO 0 0 0 overig 0 1 0 totaal 1 2 1 In het studiejaar 2002/2003 waren er op alle convicten in totaal vier eerstejaars studenten. Van deze studenten waren er twee op Vronesteijn en op het Ariënskonvict en het Frenckenhuis elk één. Twee studenten hadden een universitaire opleiding. Aan de convicten is tenslotte de vraag gesteld hoeveel studenten aan het einde van het studiejaar 2001/2002 de studie met goed gevolg hebben beëindigd door het behalen van een diploma of certificaat. Het betreft in totaal vier studenten van het Ariënskonvikt en één student van Vronesteyn. Het Frenckenhuis had in dat studiejaar geen afstuderenden. 1.3 De diakenopleidingen Voor het bezoldigd diaconaat is een volledige theologische opleiding vereist. Voor het onbezoldigd diaconaat is door een aantal bisdommen een deeltijdopleiding voorzien, die qua niveau vergelijkbaar is met de vierjarige deeltijdopleiding tweedegraads bij het HBO. Het gaat om de volgende diakenopleidingen: 1. de diakenopleiding Dijnselburg (voorheen Utrecht) van het aartsbisdom Utrecht; 2. de diakenopleiding Rotterdam van het bisdom Rotterdam; 3. de diakenopleiding Rolduc van het bisdom Roermond; 4. de diakenopleiding in het St. Janscentrum van het bisdom Den Bosch; 5. de diakenopleiding Het Willibrordhuis van het bisdom Haarlem; 6. de diakenopleiding Bovendonk van het bisdom Breda. In tabel 12 is een overzicht opgenomen van het aantal studenten aan de diakenopleidingen in de studiejaren 1992/1993 tot 2002/2003. In het Willibrordhuis studeren het grootste aantal studenten, namelijk 18. In de diakenopleiding Bovendonk is het aantal studenten de afgelopen twee jaar verdubbeld naar vier studenten. Hiervan komen er drie uit het bisdom Rotterdam. Van de diakenopleiding Rotterdam staan er drie studenten ingeschreven bij de diakenopleiding Bovendonk. Het totaal aantal studenten op de diakenopleidingen, zonder dubbeltellingen, komt hiermee op 60 in plaats van 63. KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003 17

Verder staan van de diakenopleiding Rotterdam twee studenten ingeschreven bij de KTU, twee studenten volgen een eigen programma bij het bisdom en één student is niet bij een andere instelling ingeschreven. Tabel 12: Het aantal ingeschreven studenten aan de diakenopleidingen, in de studiejaren 1992/1993 tot 2002/2003 incl. dubbeltellingen 1992/ 1993 1994/ 1995 1996/ 1997 1998/ 1999 2000/ 2001 2002/ 2003 diakenopleiding Dijnselburg/Utrecht 12 14 17 17 14 16 diakenopleiding Rotterdam 9 5 2-3 8 diakenopleiding Rolduc 17 12 17 15 10 12 diakenopleiding St. Janscentrum 19 19 13 15 14 5 diakenopleiding Het Willibrordhuis - - - * 14 18 diakenopleiding Bovendonk - - - - 2 4 * onbekend totaal 57 50 49 47 57 63 Tabel 13 geeft een overzicht van de studenten aan de diakenopleidingen naar leerjaar. Bijna een kwart van de studenten (24%) zit in het eerste leerjaar. Vooral de diakenopleiding Rolduc heeft veel eerstejaars studenten. Tabel 13: Het aantal studenten aan de diakenopleidingen naar studiefase, in het studiejaar 2002/2003 Dijnselburg Rotterdam Rolduc St. Janscentrum Willibrordhuis Bovendonk leerjaar I 2 2 5 2 3 1 leerjaar II 4 4 3 0 5 3 leerjaar III 2 2 2 3 4 0 leerjaar IV 2 0 2 0 3 0 leerjaar V 6 0 0 0 3 0 totaal 16 8 12 5 18 4 18 KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003

In tabel 14 is de leeftijdsverdeling van de studenten aan de diakenopleidingen weergegeven. Er zijn twee studenten jonger dan 35 jaar. 70% Van de studenten is 45 jaar of ouder. Tabel 14: Het aantal studenten aan de diakenopleidingen naar leeftijdsgroep, in het studiejaar 2002/2003 Dijnselburg Rotterdam Rolduc St.Janscentrum Willibrordhuis Bovendonk jonger dan 30 jaar 0 0 0 0 0 0 30 tot 35 jaar 1 0 0 0 1 0 35 tot 40 jaar 5 2 3 0 1 2 40 tot 45 jaar 2 1 1 0 0 0 45 tot 50 jaar 2 1 2 2 2 1 50 tot 55 jaar 6 4 3 3 5 1 55 jaar e.o. 0 0 3 0 9 0 totaal 16 8 12 5 18 4 De vooropleiding van de eerstejaarsstudenten in weergegeven in tabel 15. Tweevijfde van de 15 eerstejaars studenten heeft een hogere vooropleiding dan VWO. Tabel 15: Het aantal eerstejaars studenten aan de diakenopleidingen naar vooropleiding, in het studiejaar 2000/2001 Dijnselburg Rotterdam Rolduc St.Janscentrum Willibrordhuis Bovendonk universiteit 1 1 0 0 0 0 HBO 1 1 1 1 3 0 VWO/gymnasium 0 0 0 0 0 1 HAVO/MMS 0 0 0 0 0 0 MBO 0 0 4 1 0 0 MAVO/MULO 0 0 0 0 0 0 LBO 0 0 0 0 0 0 anders 0 0 0 0 0 0 totaal 2 2 5 2 3 1 Aan de diakenopleidingen is de vraag gesteld hoeveel studenten aan het einde van het studiejaar 2001/2002 de studie met goed gevolg hebben beëindigd door het behalen van een diploma of certificaat. Het betreft in totaal tien afgestudeerden, waarvan van de diakenopleiding Dijnselburg en het St. Janscentrum elk vijf. Op de diakenopleidingen Rotterdam, Het Willibrordhuis, Rolduc en Bovendonk waren geen afgestudeerden. In het studiejaar 1999/2000 waren er in totaal 12 afgestudeerden. KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003 19

20 KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003

2 De wetenschappelijke opleidingen theologie In dit hoofdstuk staan de katholieke wetenschappelijke opleidingen theologie centraal. Het gaat achtereenvolgens om: 1. de Katholieke Theologische Universiteit te Utrecht; 2. de Faculteit der Theologie van de Katholieke Universiteit Nijmegen; 3. de Theologische Faculteit Tilburg. Naar de aard van de opleiding kon tot op heden onderscheid gemaakt worden tussen de zesjarige klassieke opleiding, die bepaald werd door de omschrijving in het Academisch Statuut, en de vrije studierichting (VS) die daarvan afwijkt 1. Vanaf 2002 is bij de KTU, de KUN en de TFT de opleidingenstructuur veranderd in een bachelor- en masteropleiding. Alleen van de TFT is de informatie over deze nieuwe opleidingstructuur op de peildatum bekend. Van de KTU en de KUN is de informatie over de studenten op de peildatum nog over de oude opleiding. Alle wetenschap-pelijke opleidingen zijn op de peildatum in een overgangsfase naar een bachelor-opleiding. Tenzij anders aangegeven zijn de studentenaantallen exclusief extraneï 2, auditoren 3 en toehoorders 4. 2.1 De Katholieke Theologische Universiteit te Utrecht De Katholieke Theologische Universiteit te Utrecht (KTU) komt voort uit een concentratie in 1992 van de Katholieke Theologische Universiteit Amsterdam (KTUA) en de Katholieke Theologische Universiteit Utrecht (KTUU). De locatie Amsterdam is opgeheven, zodat alle studenten in Utrecht zijn gevestigd. 1 Voor een beschrijving van de diverse studieprogramma's en studie uitgangen met de betreffende vooropleidingseisen en inhoudelijke doelstellingen verwijzen wij naar de studiegidsen van de verschillende instellingen. 2 Extraneï: zij die zijn ingeschreven voor het uitsluitend afleggen van één of meer academische examens of onderdelen daarvan. 3 Auditoren: zij die zijn ingeschreven om geheel of gedeeltelijk deel te nemen aan het onderwijs van de eerste fase (tot aan het doctoraal examen), ter voorbereiding van één of meer academische examens of onderdelen daarvan. Het gaat hier om studenten die de maximale inschrijvingsduur voor de doctorale fase hebben overschreden en geen verlenging van inschrijvingsduur hebben verkregen. 4 Toehoorders: zij die zijn ingeschreven om geheel of gedeeltelijk deel te nemen aan het onderwijs, doch niet ter voorbereiding op een academisch examen. KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003 21

De KTU verzorgt de volgende opleidingen: a. Route A (voorheen de doctoraal leerroute), een voltijdse opleiding die voorbereidt op het klassieke doctoraal examen theologie (vooropleiding VWO) duurt 6 6½ jaar. b. Route B, een opleiding die voorbereidt op het klassieke doctoraal examen theologie (vooropleiding HBO/Universiteit), zowel in een voltijdse (4-4½ jaar) als in een deeltijdse ( 7 8 jaar) variant. Door de hogere vooropleiding is dit een verkorte Route. De vrije studierichting is niet meer mogelijk. Daarnaast verleent de KTU nog medewerking aan de Priesteropleidingen van het Ariënskonvikt en Vronesteyn. Voorts bestaan voor studenten, wier vooropleiding niet toereikend is om toegelaten te worden tot een academisch examen, individuele opleidingsmogelijkheden ter voorbereiding op het zogenaamde pastor-examen. 2.1.1 Opleidingen die voorbereiden op het doctoraal In deze paragraaf wordt alleen aandacht besteed aan de opleidingen die met een doctoraal examen worden afgesloten. Het gaat om de klassieke doctoraalopleiding theologie/route A en de verkorte klassieke doctoraalopleiding/route B. Tabel 16 geeft een overzicht van het aantal studenten, dat zich voorbereidt op een doctoraal examen. De studentenaantallen zijn uitgesplitst naar opleiding en studiefase. De aantallen zijn exclusief extraneï, auditoren en toehoorders. Het betreft per 1 december 2002 in totaal 14 extraneï (2 bij de Route A, 12 voltijds bij de Route B) en drie toehoorders. De opleiding in Amsterdam is opgeheven in 2001. Aan de KTU studeren in totaal 230 studenten voor het doctoraal theologie, 19 (8%) minder dan in het studiejaar 2000/2001. Meer dan drie vierde van hen (77%) staat ingeschreven bij de Route B. Het aandeel deeltijdstudenten is in twee jaar gestegen van 50% naar 55%. Van alle studenten aan de doctoraalopleidingen bevindt 26% zich in de propaedeutische fase, 28% in de doctoraal-i fase en 46% in de doctoraal-ii fase. 22 KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003

Tabel 16: Het aantal KTU-studenten doctoraal naar locatie, opleiding en studiefase, in de studiejaren 2000/2001 en 2002/2003 propedeuse doctoraal-i doctoraal-ii totaal studiejaar 2000/2001 Route A/klassiek doctoraal 10 17 33 60 Route B voltijd 12 23 28 63 Route B deeltijd 36 41 42 119 doctoraal vrije studierichting voltijd - - 1 1 (doctoraal) vrije studierichting deeltijd - 1 5 7 totaal 58 82 109 250 studiejaar 2002/2003 Route A 5 9 39 53 Route B voltijd 13 16 21 50 Route B deeltijd 42 40 45 127 totaal 60 65 105 230 In tabel 17 is het bovenstaande overzicht van de KTU-studenten nader uitgesplitst naar geslacht. Het aandeel vrouwen daalde de laatste twee jaar iets van 53% naar 51%. De (voltijdse) opleiding Route A/klassieke doctoraal theologie wordt relatief sterk bevolkt door mannen (66%). De opleiding Route B deeltijd wordt naar verhouding sterker bezet door vrouwen (56%). Tabel 17: Het aantal KTU-studenten doctoraal naar opleiding, studiefase en geslacht, in de studiejaren 2000/2001 en 2002/2003 propedeuse doctoraal-i doctoraal-ii totaal man vrouw man vrouw man vrouw man vrouw studiejaar 2000/2001 Route A/klassiek doctoraal 8 2 10 7 20 13 38 22 Route B voltijd 8 4 9 14 13 15 30 33 Route B deeltijd 15 21 16 25 16 26 47 72 doctoraal vrije studierichting voltijd - - - - - 1-1 (doctoraal) vrije studierichting deeltijd - - - 1 1 4 2 5 totaal 31 27 35 47 50 59 117 133 studiejaar 2002/2003 Route A 3 2 6 3 26 13 35 18 Route B voltijd 6 7 10 6 10 11 26 24 Route B deeltijd 16 26 18 22 18 27 52 75 totaal 25 35 34 31 54 51 113 117 KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003 23

De leeftijdsverdeling van de mannelijke en vrouwelijke voltijd- en deeltijdstudenten is weergegeven in tabel 18. Er bestaat een groot verschil in leeftijdsopbouw tussen voltijd- en deeltijdstudenten. Van alle voltijdstudenten is 47% jonger dan 35 jaar. Van alle deeltijdstudenten is slechts 13% jonger dan 35 jaar. Tabel 18: Het aantal KTU-studenten doctoraal naar leeftijdsgroep en soort inschrijving, in het studiejaar 2002/2003 totaal voltijd deeltijd abs. in % abs. in % abs. in % - jonger dan 20 jaar 3 1 3 3-20 tot 25 jaar 20 9 20 19 - - 25 tot 30 jaar 17 7 14 14 3 2 30 tot 35 jaar 25 11 11 11 14 11 35 tot 40 jaar 28 12 11 11 17 13 40 tot 45 jaar 37 16 6 6 31 24 45 tot 50 jaar 33 14 10 10 23 18 50 tot 55 jaar 38 17 13 13 25 20 55 jaar e.o. 29 13 15 14 14 11 totaal 230 100 103 100 127 100 In vergelijking met twee jaar geleden is het aandeel studenten van 40 jaar en ouder gestegen van 55% naar 60%. 24 KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003

In tabel 19 is een overzicht opgenomen van het aantal mannelijke en vrouwelijke studenten dat in de loop van het studiejaar 2000/2001 de doctoraalstudie met goed gevolg heeft afgesloten naar specialisatie. In het studiejaar 2001/2002 betreft het in totaal 26 afgestudeerden. In het studiejaar 1999/2000 waren er 33 afgestudeerden aan de KTU. Tabel 19: Het aantal afgestudeerden studierichting, specialisatie en geslacht, in het studiejaar 2001/2002 locatie, studierichting 2001/2002 en specialisme totaal man vrouw Route A systematische theologie 1 1 0 praktische theologie 1 0 1 kerkgeschiedenis 0 0 0 sociale wetenschappen 0 0 0 wijsbegeerte 1 1 0 bijbelwetenschappen 3 2 1 Route B theologie en samenleving 4 2 2 theologie en catechese 5 2 3 theologie en pastoraat 11 7 4 totaal 26 15 11 KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003 25

2.1.2 Overige opleidingen Naast de reeds genoemde theologie-opleidingen kent de KTU nog een opleidingsmogelijkheid: de priesteropleiding (PO). De KTU verzorgt de priesteropleiding in samenwerking met de verschillende convicten. De priesteropleiding wordt gevolgd door zeven studenten. Het grootste deel van de studenten is afkomstig van het Ariënskonvikt. 2.1.3 Samenvattende overzichten In tabel 20 is een overzicht opgenomen van de ontwikkeling van de aantallen studenten aan de KTU tussen de studiejaren 1992/1993 en 2002/2003. Het betreft hier alleen de opleidingen die voorbereiden op het doctoraalexamen en, in Amsterdam, de opleidingen die voorbereiden op het universiteitsexamen. Tabel 20: Het aantal KTU-studenten naar locatie en opleiding, in de studiejaren 1992/1993 tot 2002/2003 1992 1993/ 1994/ 1995 1996/ 1997 1998/ 1999 2000/ 2001 2002/ 2003 Utrecht Route A/klassiek doctoraal 113 89 75 62 58 53 doctoraal vrije studierichting voltijd 97 84 83 80 - - doctoraal vrije studierichting deeltijd 16 36 60 102 - - Route B voltijd - - - - 63 50 Route B deeltijd - - - - 119 127 subtotaal 226 209 218 244 240 230 Amsterdam klassiek doctoraal 25 14-3 2 - doctoraal vrije studierichting voltijd 46 31 24 4 1 - doctoraal vrije studierichting deeltijd 109 86 45 25 6 - vrije studierichting voltijd 6 5 - - - - vrije studierichting deeltijd 9 16 26 1 1 - subtotaal 195 152 95 33 10 - totaal KTU Route A/klassiek doctoraal 138 103 75 65 60 53 Route B voltijd - - - - 63 50 Route B deeltijd - - - - 119 127 doctoraal vrije studierichting voltijd 143 115 107 84 1 - doctoraal vrije studierichting deeltijd 125 122 105 127 6 - vrije studierichting voltijd 6 5 - - - - vrije studierichting deeltijd 9 16 26 1 1 - totaal 421 361 313 277 250 230 26 KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003

Tussen 1992/1993 en 2002/2003 is het totaal aantal studenten met 45% gedaald. Deze daling wordt vooral veroorzaakt door afname van het aantal studenten aan de Route A/klassieke doctoraalopleiding van 138 naar 53, een daling van bijna 62%. Het aantal studenten dat de priesteropleiding (HBO-P/PO) volgt, is de afgelopen twee jaar met één gedaald naar zeven in het studiejaar 2002/2003. Deze student is in het studiejaar 2001/2002 afgestudeerd. De zeven priesterstudenten zijn niet in tabel 20 opgenomen maar in paragraaf 1.2. In tabel 21 is een overzicht opgenomen van het aantal nieuwe inschrijvingen aan de KTU in de studiejaren 1992/1993 tot 2002/2003. Het totaal aantal nieuwe inschrijvingen is in deze periode gedaald van 94 naar 40. Ten opzichte van twee jaar geleden is het aantal eerstejaars studenten met 23% gedaald. Tabel 21: Het aantal eerstejaars KTU-studenten naar opleiding, in de studiejaren 1992/1993 tot 2002/2003 opleiding 1992/ 1993 1994/ 1995 1996/ 1997 1998/ 1999 2000/ 2001 2002/ 2003 Route A/klassiek doctoraal 32 11 12 14 10 8 Route B (voltijd en deeltijd) - - - - 42 32 doctoraal vrije studierichting (voltijd en deeltijd) 52 44 43 41 - - vrije studierichting voltijd - - - - - - vrije studierichting deeltijd - 4 2 - - - priesteropleiding 9 2 1 - - - overig 1 1 - - - - totaal 94 62 58 55 52 40 KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003 27

2.2 De Faculteit der Theologie van de Katholieke Universiteit Nijmegen Per 1 maart 1992 zijn de theologische faculteit van de Katholieke Universiteit Nijmegen (KUN) en de Universiteit voor Theologie en Pastoraat (UTP) te Heerlen gefuseerd en vormen nu tezamen de Faculteit der Theologie van de Katholieke Universiteit Nijmegen. In de Faculteit der Theologie wordt theologie in een voltijdse en deeltijdse opleiding gegeven. Daarnaast is de faculteit intensief betrokken bij de opleiding religiestudies, die in 1990 van start is gegaan. Deze opleiding is om kerkelijke redenen in een apart instituut ondergebracht, maar de studenten tellen voor de rijksbekostiging mee. De gegevens die in deze paragraaf worden gerapporteerd, hebben evenals in de rapportage over het jaar 2000/2001 betrekking op de beide opleidingen, theologie én religiestudies. Aan de KUN studeren in het studiejaar 2002/2003 in totaal 291 studenten voor het doctoraal theologie c.q. religiestudies. Tabel 22 geeft een overzicht van de studenten naar studiefase. De aantallen zijn exclusief extraneï, auditoren en toehoorders. Per 1 december 2002 waren er geen extraneï en toehoorders. Van alle studenten aan de opleiding van de KUN bevindt 30% zich in de propaedeutische fase, 13% in de doctoraal-i fase en 57% in de doctoraal-ii fase. De studierichting theologie heeft iets minder studenten in de propaedeutische fase (49%) dan religiestudies (51%). In vergelijking met 2000/2001 is het aantal doctoraal-ii studenten bijna verdubbelt. Het aandeel van deze studenten is in twee jaar gestegen van 42% naar 57%. Dit komt met name door een grote stijging van het aantal doctoraal-ii religiestudies studenten. Hierin zijn inbegrepen de studenten van de master Interreligieuze Spiritualiteitsstudies (binnen het instituut der religiestudies). Tabel 22: Het aantal KUN-studenten naar opleiding en studiefase, in de studiejaren 2000/2001 en 2002/2003 propedeuse doctoraal-i doctoraal-ii totaal studiejaar 2000/2001 theologie 36 15 64 115 religiestudies 46 22 23 91 totaal 82 37 87 206 studiejaar 2002/2003 theologie 43 13 84 140 religiestudies 45 25 81 151 totaal 88 38 165 291 28 KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003

In tabel 23 is een overzicht opgenomen van de mannelijke en vrouwelijke studenten naar studiefase. Op het totaal aantal studenten is 48% vrouw. Twee jaar geleden was dit aandeel 59%. Er is echter een duidelijk verschil tussen de studierichtingen. Bij theologie zijn er 61% mannen en 39% vrouwen, bij religiestudies zijn er 43% mannen en 57% vrouwen. Tabel 23: Het aantal KUN-studenten naar opleiding, studiefase en geslacht, in de studiejaren 2000/2001 en 2002/2003 propedeuse doctoraal-i doctoraal-ii totaal man vrouw man vrouw man vrouw man vrouw studiejaar 2000/2001 theologie 23 13 7 8 27 37 57 58 religiestudies 19 27 6 16 3 20 28 63 totaal 42 40 13 24 30 57 85 121 studiejaar 2002/2003 theologie 23 20 7 6 55 29 85 55 religiestudies 19 26 9 16 37 44 65 86 totaal 42 46 16 22 92 73 150 141 De leeftijdsverdeling van de mannelijke en vrouwelijke studenten bij theologie en bij religiestudies is weergegeven in tabel 24. Het aandeel studenten jonger dan 30 jaar is bij de opleidingen theologie en religiestudies bijna even groot, resp. 31% en 29%. Bij de theologiestudenten is 36% 40 jaar en ouder, terwijl bij religiestudies het om 58% studenten van 40 jaar en ouder gaat. Tabel 24: Het aantal KUN-studenten naar opleiding en leeftijdsgroep, in het studiejaar 2002/2003 totaal theologie religiestudies abs. in % abs. in % abs. in % jonger dan 20 jaar 3 1 0 0 3 2 20 tot 25 jaar 37 13 16 11 21 14 25 tot 30 jaar 48 16 28 20 20 13 30 tot 35 jaar 41 14 31 22 10 7 35 tot 40 jaar 23 8 14 10 9 6 40 tot 45 jaar 31 11 14 10 17 11 45 tot 50 jaar 30 10 14 10 16 11 50 tot 55 jaar 35 12 10 7 25 17 55 jaar e.o. 43 15 13 9 30 20 totaal 291 100 140 100 151 100 Een overzicht van het aantal afstudeerrichtingen is opgenomen in tabel 25. Het betreft hier de studenten in de doctoraal-ii fase. Uit deze tabel blijkt dat spiritualiteit, kerkgescheidenis en patrologie en pastoraaltheologie de grootste afstudeerrichtingen KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003 29

zijn. Bij religiestudies is het aantal studenten dat bij afstuderen gekozen heeft voor de filosofisch/systematisch-theologische variant, literair-historische variant en de praktisch-theologische variant bijna even groot. In tabel 25 is eveneens een overzicht opgenomen van het aantal studenten dat in de loop van het studiejaar 2001/2002 de doctoraalstudie met goed gevolg heeft afgesloten. Het betreft in totaal 32 afgestudeerden. Van de afgestudeerden zijn er 21 vrouw. Twee jaar eerder, in het studiejaar 1999/2000, waren er in totaal 22 afgestudeerden. Tabel 25: Het aantal doctoraal-ii studenten naar opleiding in het studiejaar 2002/2003 en het aantal afgestudeerden naar geslacht en afstudeerrichting, in het studiejaar 2001/2002 studenten afgestudeerden totaal man vrouw totaal man vrouw theologie dogmatische theologie 0 0 0 2 1 1 moraaltheologie 0 0 0 2 2 0 theologie van het maatschappelijk handelen 0 0 0 0 0 0 missiologie 1 0 1 1 1 0 spiritualiteit 10 7 3 7 3 4 feministische theologie 0 0 0 0 0 0 godsdienstwetenschappen 1 0 1 0 0 0 exegese OT/NT 3 0 3 1 1 0 kerkgeschiedenis en patrologie 7 5 2 2 1 1 pastoraaltheologie 31 24 7 0 0 0 liturgie 1 1 0 0 0 0 kerkelijk recht 0 0 0 0 0 0 systematische theologie algemeen 7 6 1 2 1 1 oosters christendom 5 4 1 3 0 3 nog niet bekend 18 8 10 - - - subtotaal 84 55 29 20 10 10 religiestudies filosofisch/systematisch-theologische variant 5 3 2 5 1 4 literair-historische variant 4 1 3 5 0 5 praktisch-theologische variant 4 2 2 2 0 2 nog niet bekend 68 31 37 - - - subtotaal 81 37 44 12 1 11 totaal 165 92 73 32 11 21 Binnen de doctoraal-ii fase bestaan er twee beroepsvoorbereidende opleidingen: de beroepsvoorbereidende vorming pastoraat (BVP) die opleidt tot pastor in het basispastoraat en in de categoriale pastorale zorg, en de opleiding tot beroepsvoorbereidende vorming leraar Godsdienst/Levensbeschouwing (BVGL). 30 KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003

Tabel 26 geeft een overzicht van de studentenaantallen op deze beroepsvoorbereidende opleidingen in de studiejaren 2000/2001 en 2002/2003. In de tabel is tevens het aantal studenten weergegeven, dat in de studiejaren 1999/2000 en 2001/2002 deze opleidingen met goed gevolg heeft afgesloten. Tabel 26: Het aantal studenten van de beroepsvoorbereidende opleidingen naar geslacht, in de studiejaren 2000/2001 en 2002/2003 en het aantal afgestudeerden in het voorgaande studiejaar studenten afgestudeerden totaal man vrouw totaal man vrouw studiejaar 2000/2001 Beroepsvorming pastoraat 14 8 6 4 1 3 Beroepsvorming godsdienst leraar 0 0 0 2 0 2 totaal 14 8 6 6 1 5 studiejaar 2002/2003 Beroepsvorming pastoraat 20 14 6 5 2 3 Beroepsvorming godsdienst leraar 0 0 0 0 0 0 totaal 20 14 6 5 2 3 In tabel 27 is een overzicht opgenomen van de ontwikkeling van de aantallen studenten aan de theologie-opleidingen in Nijmegen tussen het studiejaar 1992/1993 en het studiejaar 2002/2003. In het jaar 1992/1993 zijn geen cijfers over de studenten religiestudies bekend. In de jaren sinds 1994/1995 is het aantal studenten aan de theologische faculteit van de KUN gestegen met 25%. Het aantal studenten aan de opleiding theologie is de afgelopen vier jaar flink gestegen. De opleiding religiestudies laat in de afgelopen twee jaar een zeer sterke stijging zien. Tabel 27: Het aantal KUN-studenten naar opleiding, in de studiejaren 1992/1993 tot 2002/2003 1992/ 1994/ 1996/ 1998/ 2000/ 2002/ opleiding 1993 1995 1997 1999 2001 2003 theologie 209 159 113 92 115 140 religiestudies * 74 82 77 91 151 * onbekend totaal * 233 195 169 206 291 In tabel 28 is een overzicht opgenomen van het aantal nieuwe inschrijvingen aan de KUN in het studiejaar 1992/1993 (eerste jaar van inschrijving 1992), 1994/1995 (eerste jaar van inschrijving 1994), 1996/1997 (eerste jaar van inschrijving 1996), 1998/1999 (eerste jaar van inschrijving 1998), 2000/2001 (eerste jaar van inschrijving 2000) en 2002/2003 (eerste jaar van inschrijving 2002). Het aantal nieuwe inschrijvingen is tussen 1994 en 2002 meer dan verdubbeld van 47 naar 103. Het dieptepunt was het studiejaar 1996/1997 met 28 nieuwe inschrijvingen. Het aantal eerstejaars KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003 31

theologie is in vergelijking met twee jaar geleden flink gedaald. Het aantal eerstejaars religiestudies is meer dan verdubbeld. Tabel 28: Het aantal eerstejaars KUN-studenten naar opleiding, in de studiejaren 1992/1993 tot 2002/2003 opleiding 1992/ 1993 1994/ 1995 1996/ 1997 1998/ 1999 2000/ 2001 2002/ 2003 theologie 15 21 12 20 65 36 religiestudies * 26 16 12 30 67 * onbekend totaal * 47 28 32 95 103 32 KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003

2.3 De Theologische Faculteit Tilburg De Theologische Faculteit Tilburg (TFT) is door het Rijk aangewezen als bijzondere theologische universiteit. De TFT biedt voltijd- en deeltijdstudenten een bacheloropleiding Theologie aan, met de varianten BA Theologie (inclusief Latijn en Grieks) en BA Religie en Cultuur (inclusief vakken op gebied van Religie en Cultuur). Na de Bacheloropleiding kunnen de studenten kiezen tussen de masteropleiding Theologie, Zorg, ethiek en beleid, Christendom en Cultuur en Christendom en Islam. De Klassieke en Vrije Studierichting Theologie worden afgebouwd. De masteropleiding Theologie voldoet, in combinatie met de voorafgaande bacheloropleiding Theologie, volledig aan de eisen die worden gesteld aan de opleiding voor het ambt en voor kerkelijk-pastorale functies in de katholieke kerk in Nederland. Aan de TFT studeren in totaal 258 studenten theologie. Dit zijn er drie minder dan twee jaar geleden. Er zijn bovendien negen toehoorders. In tabel 29 is een overzicht opgenomen van de mannelijke en vrouwelijke studenten naar studierichting en soort inschrijving. Van de 258 studenten is drievijfde (62%) vrouw. Zowel bij de voltijdse als deeltijdse opleidingen zijn vrouwen in de meerderheid, resp. 59% en 63%. Meer dan 76% van de studenten staat ingeschreven voor een deeltijdse opleiding. Het aandeel deeltijders ligt hoger bij de vrouwen (78%) dan bij de mannen (74%). Ten opzichte van twee jaar geleden daalt het aandeel mannelijke deeltijders. KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003 33

Tabel 29: Het aantal TFT-studenten naar studierichting, soort inschrijving en geslacht, in de studiejaren 2000/2001 en 2002/2003 voltijd deeltijd totaal studiejaar 2000/2001 klassieke studierichting 31 100 131 vrije studierichting 14 116 130 totaal 45 216 261 waarvan mannen 20 83 103 waarvan vrouwen 25 133 158 studiejaar 2002/2003 bachelor 19 49 68 klassieke studierichting 8 42 50 vrije studierichting 6 60 66 master christendom en islam 0 46 46 universitaire pastorale opleiding (unipa) 3 0 3 universitaire pastorale opleiding-fontys 11 0 11 universitaire lerarenopleiding (unilo) 2 0 2 bijvak 12 0 12 totaal 61 197 258 waarvan mannen 25 72 97 waarvan vrouwen 36 125 161 34 KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003

De leeftijdsverdeling van de mannelijke en vrouwelijke voltijd- en deeltijdstudenten is weergegeven in tabel 30. Er bestaat een groot verschil in leeftijdsopbouw tussen voltijd- en deeltijdstudenten. Van alle voltijdstudenten is 64% jonger dan 35 jaar. Van alle deeltijdstudenten is slechts 13% jonger dan 35 jaar. Tabel 30: Het aantal TFT-studenten naar leeftijdsgroep en soort inschrijving, in het studiejaar 2002/2003 totaal voltijd deeltijd abs. in % abs. in % abs. in % jonger dan 20 jaar 1 0 1 2 0 0 20 tot 25 jaar 19 7 16 26 3 2 25 tot 30 jaar 26 10 19 31 7 4 30 tot 35 jaar 18 7 3 5 15 8 35 tot 40 jaar 23 9 3 5 20 10 40 tot 45 jaar 35 14 4 7 31 16 45 tot 50 jaar 45 17 6 10 39 20 50 tot 55 jaar 38 15 4 7 34 17 55 jaar e.o. 53 21 5 8 48 24 totaal 258 100 61 100 197 100 Tabel 31 geeft een overzicht het aantal afgestudeerden in het studiejaar 2001/2002 naar specialisatie. Het betreft in totaal negen geslaagden voor het klassiek doctoraal theologie. De vrije studierichting leverde 8 geslaagden af. In het studiejaar 1999/2000 bracht de Theologische Faculteit Tilburg in totaal 14 afgestudeerden voort. KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003 35

Tabel 31: Het aantal afgestudeerden aan de TFT in het studiejaar 2001/2002 naar specialisatie en geslacht afgestudeerden totaal man vrouw klassieke studierichting Oude Testament 0 0 0 Nieuwe Testament 0 0 0 geschiedenis van kerk en theologie 1 0 1 dogmatische theologie 0 0 0 moraaltheologie 2 0 2 liturgie 2 0 2 pastoraaltheologie 4 3 1 theologie en maatschappelijk handelen - - - catechetiek - - - godsdienstwijsbegeerte 0 0 0 vrije studierichting zingeving en hulpverlening 1 0 1 sociale en politieke ethiek 7 4 3 totaal 17 7 10 Binnen de klassieke doctoraalopleiding (en ook post-doctoraal) bestaan er mogelijkheden tot het volgen van een praktische vorming: praktische vorming pastoraat (PVP), een algemene beroepsvoorbereiding op functies in het pastoraat, de praktische vorming onderwijs eerstegraads godsdienstleraar en de praktische vorming theologisch-maatschappelijke dienstverlening. Tabel 32 geeft een overzicht van de afgestudeerden bij deze praktische vorming in de studiejaren 1999/2000 en 2001/2002. 36 KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003

Tabel 32: Het aantal studenten van de praktische vorming naar geslacht, in de studiejaren 2000/2001 en 2002/2003 en het aantal afgestudeerden in het voorgaande studiejaar studenten afgestudeerden totaal man vrouw totaal man vrouw studiejaar 2000/2001 pastoraat 5 1 4 7 4 3 eerstegraads godsdienstleraar 3 3 - - - - theologisch-maatschappelijke dienstverlening - - - - - - 8 4 4 7 4 3 totaal studiejaar 2002/2003 praktische vormingpastoraat 6 2 4 2 1 1 praktische vorming pastoraat in kader HBO-fontys 11 2 9 5 0 5 praktische vorming eerstegraads godsdienst leraar 6 1 5 0 0 0 totaal 23 5 18 7 1 6 In tabel 33 is een overzicht opgenomen van de ontwikkeling van de aantallen studenten tussen de studiejaren 1992/1993 en 2002/2003. Binnen de klassieke studierichting heeft zich een duidelijke verschuiving voorgedaan van de voltijdopleiding naar de deeltijdopleiding. Tussen de studiejaren 1992/1993 en 2000/2001 is het totaal aantal studenten van de klassieke studierichting afgenomen van 201 naar 131, ofwel een daling met 35%. In het studiejaar 2002/2003 waren er 68 studenten ingeschreven bij de Bacheloropleiding waarvan 72% in deeltijd. Tabel 33: Het aantal TFT-studenten naar studierichting in de studiejaren 1992/1993 t/m 2002/2003 1992/ 1994/ 1996/ 1998/ 2000/ 2002/ studierichting 1993 1995 1997 1999 2001 2003 bachelor voltijd 19 bachelor deeltijd 49 klassieke studierichting voltijd 64 76 47 40 31 8 klassieke studierichting deeltijd 137 106 104 92 100 42 vrije studierichting voltijd 14 21 22 16 14 6 vrije studierichting deeltijd 65 84 110 117 116 60 master christendom en islam deeltijd 46 universitaire pastorale opl. (unipa) voltijd 3 universitaire pastorale opleiding-fontys voltijd 11 universitaire lerarenopleiding (unilo) voltijd 2 bijvak voltijd 12 totaal 280 287 283 265 261 258 In tabel 34 is een overzicht opgenomen van het aantal nieuwe inschrijvingen aan de TFT in de studiejaren 1992/1993 (eerste jaar van inschrijving 1992) tot en met KASKI memorandum 328 Theologische opleidingen 2003 37