1 RIJBEWIJS VOOR LANDBOUWVOERTUIGEN 1. Het rijbewijs categorie <G> Er is een specifiek rijbewijs noodzakelijk voor het besturen van land- en bosbouwvoertuigen en mobiel landbouwmateriaal. Het gaat over het rijbewijs 'categorie G'. Deze categorie omvat: land- en bosbouwvoertuigen1 en hun aanhangwagens, en ook de voertuigen ingeschreven als landbouwmateriaal, motorploeg of maaimachine. Onder de definitie 'land- en bosbouwvoertuigen' valt elk motorvoertuig op wielen of rupsbanden, met ten minste twee assen, voornamelijk bestemd voor tractiedoeleinden en in het bijzonder ontworpen voor het trekken, duwen, dragen of in beweging brengen van bepaalde werktuigen, machines of aanhangwagens die voor gebruik in de land- of bosbouw zijn bestemd, en die slechts bijkomstig voor personen- of goederenvervoer over de weg of voor het trekken van voertuigen van personen- of goederenvervoer over de weg worden gebruikt. Wanneer het landbouw-of bosbouwvoertuig niet gebruikt wordt voor landbouw of bosbouwactiviteiten, dient de bestuurder houder te zijn van een rijbewijs B, B+E, C, C1+E, C of C+E, naargelang de maximale toegelaten massa van het voertuig of van het samenstel. De categorie G wordt vermeld op de keerzijde van het rijbewijs onder de rubriek Categorieën van voertuigen waarvoor het rijbewijs in het nationale verkeer geldig is. 2. Wie moet houder zijn van een rijbewijs <G>? Iedere persoon die met een voertuig van de categorie G rijdt op de openbare weg, moet houder zijn van een geldig rijbewijs, gevalideerd voor categorie G, en het bij zich hebben,. Zijn evenwel vrijgesteld om houder te zijn van een rijbewijs G: 1. bestuurders die geboren zijn vóór 1 oktober 1982; deze mogen rijden met een voertuig van de categorie G zonder houder te zijn van enig rijbewijs; 2. bestuurders die niet ingeschreven zijn in het bevolkingsregister, in het vreemdelingenregister of het wachtregister van een Belgische gemeente (zoals bvb.seizoenarbeiders) 3. bestuurders van voertuigen van de categorie G die van de hoeve naar het veld rijden en omgekeerd, tot en met 31 december 2008, indien zij voldoen aan één van de volgende voorwaarden: * geboren zijn tussen 1 oktober 1982 en 31 augustus 1986; * houder zijn van een geldig rijbewijs van ten minste categorie B; * houder zijn van een rijgetuigschrift voor landbouwtractor. Opgelet! * Buiten het traject van de hoeve naar het veld moeten zij houder zijn van een rijbewijs G. * Vanaf 1 januari 2009 dienen deze bestuurders houder te zijn van een rijbewijs G. zelfs op het traject hoeve-veld.
2 OPMERKING: In bepaalde gevallen mag men een voertuig van de categorie G besturen met een ander rijbewijs: Het rijbewijs C + E machtigt het besturen van alle voertuigen van de categorie G; Het rijbewijs C machtigt het besturen van voertuigen van de categorie G; indien het gaat over een samenstel bestaande uit een land-of bosbouwvoertuig en een aanhangwagen, mag de maximale toegelaten massa van de aanhangwagen ten hoogste 750 kg bedragen; Het rijbewijs C1 + E machtigt het besturen van voertuigen van de categorie G waarvan de maximaal toegelaten massa ten hoogste 12.000 kg bedraagt. Het rijbewijs C1 machtigt het besturen van voertuigen van de categorie G waarvan de maximaal toegelaten massa ten hoogste 7.500 kg bedraagt; indien het gaat over een samenstel bestaande uit een land-of bosbouwvoertuig en een aanhangwagen mag de maximale toegelaten massa van de aanhangwagen ten hoogste 750 kg bedragen. De rijbewijzen B, B+E, C1, C1+E, C of C+E afgeleverd vóór 15 september 2006, machtigt het besturen van voertuigen van de categorie G met een gelijke maximale toegelaten massa. 3. Vereiste leeftijd voor het besturen van voertuigen van categorie G Voertuigen van categorie G waarvan de maximale toegelaten massa niet meer dan 20.000 kg bedraagt: 16 jaar. Voertuigen van categorie G waarvan de maximaal toegelaten massa meer dan 20.000 kg bedraagt: 18 jaar. 4. Afleveringsvoorwaarden voor het rijbewijs G Om een rijbewijs G te bekomen moet de kandidaat aan de volgende voorwaarden voldoen: Ten minste 16 jaar zijn; Geslaagd zijn voor het specifiek theoretisch examen G; Een praktisch onderricht gevolgd hebben; Geslaagd zijn voor het specifiek praktisch examen G; Voldoen aan de medische normen zoals voorzien voor de rijbewijzen van categorie A, B, B+E ; Niet vervallen verklaard zijn tot het recht van besturen van voertuigen van categorie G: Ingeschreven zijn in België en houder zijn van het vereiste identiteitsdocument. 5. Het theoretisch examen 5.1 Leeftijd Het theoretisch examen mag afgelegd worden vanaf de leeftijd van 15 jaar en 9 maanden. 5.2 Plaats Het theoretisch examen vindt plaats in het examencentrum dat bevoegd is om examens af te nemen voor het rijbewijs.
3 De kandidaat mag zelf het examencentrum kiezen. 5.3 Inhoud 1. Het verkeersreglement Woordenschat, definities, bepalingen Bindende kracht van verkeerstekens Waarde van de bevelen van bevoegde personen, verkeerstekens en verkeersregels Verkeersborden Plaats op de openbare weg Stilstaan en parkeren Kruisen Inhalen Inhaalverbod Veranderen van richting Een manoeuvre uitvoeren Kruispunten Voorrang verlenen Verkeerslichten Bevelen van bevoegde personen Snelheid en verkeersinzicht Snelheidsbeperking Verkeersrisico's onder verschillende omstandigheden van de weg Verkeersrisico's overdag en 's nachts en bij veranderende weersomstandigheden Wettelijke voorschriften op verschillende categorieën van wegen Oplettendheid en houding tegenover andere weggebruikers Gedrag tegenover onervaren en kwetsbare weggebruikers Verplichte boorddocumenten Reactietijd en gedragsveranderingen bij de bestuurder Gedrag bij defect en bij ongeval Veiligheidsinrichtingen, passagiers Bediening van het voertuig Controle van veiligheidsonderdelen en voorkomen van abnormale slijtage of defecten Milieuvriendelijk gebruik van het voertuig Voorzorgsmaatregelen bij het wisselen van wielen Basiskennis over gebruik, preventie, functie, onderhoud, enz Methoden voor het opsporen van oorzaken en defecten Begrippen uit het technisch reglement Gebruik, werking en aanwezigheid van de signalisatie op het voertuig Bijzondere uitrustingen Lading van het de voertuigen Slepen
4 2. Wet op het rijbewijs Inleveren van het rijbewijs bij verval van het recht op sturen en bij lichamelijke ongeschiktheid Tijdelijk rijverbod Onmiddellijke intrekking van het rijbewijs Onmiddellijke inning Vluchtmisdrijf Alcoholopname en dronkenschap, ademtest, ademanalyse en bloedproef Andere stoffen die de rijvaardigheid beïnvloeden: drugs, geneesmiddelen Kennis van de 'zware' overtredingen 5.4 Hoe verloopt het theoretisch examen? Het theoretisch examen bevat 40 vragen en handelt over de materies die hierboven opgesomd zijn. De kandidaat dient 33 punten te behalen om te slagen. Bij niet slagen mag hij zich zo vaak als nodig melden zonder theoretische lessen te moeten volgen. Er is geen beroep mogelijk bij het niet slagen voor het theoretisch examen. De kandidaat dient geen attest voor te leggen dat hij theoretische lessen gevolgd heeft om toegelaten te worden tot het theoretisch examen. Na het slagen in het theoretisch examen dient de kandidaat een ogentest te ondergaan. Indien hij hierin niet voldoet, dient hij een attest van een oogarts voor te leggen alvorens hij kan deelnemen aan het praktisch examen. Tot en met 31 augustus 2007 zal het examencentrum, bij wijze van overgangsmaatregel, na het slagen voor het theoretisch examen een rijgetuigschrift voor landbouwtractor (bijlage 4) en een aanvraag om een rijbewijs afleveren. Na deze datum wordt het rijbewijs bekomen volgens de bepalingen voorzien in de wettelijke teksten. 5.5 Voor te leggen documenten om toegelaten te worden tot het theoretisch examen. De kandidaat dient bij het examencentrum de volgende documenten voor te leggen: Eén van de volgende identiteitsdocumenten: - ofwel het attest van immatriculatie, de identiteitskaart van Belg of voor vreemdeling, het bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister, de verblijfskaart van onderdaan van een lidstaat van de Europese gemeenschap, de diplomatieke identiteitskaart, de consulaire identiteitskaart, de bijzondere identiteitskaart; - ofwel het geldige verblijfsdocument bedoeld in bijlage 33 van het Koninklijk Besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen; - ofwel de identiteitskaart afgegeven aan in het buitenland verblijvende Belgen. Het bewijs van betaling van de retributie (! 15).
5 5.6 Vrijstelling van het theoretisch examen De houders van een rijgetuigschrift voor landbouwtractor zijn vrijgesteld van het theoretisch examen. De rijbewijzen van andere categorieën geven geen aanleiding tot vrijstelling van het theoretische examen. 6. Het praktisch examen 6.1 De scholing Elke kandidaat voor een rijbewijs G moet een praktische scholing volgen : ofwel in een erkende rijschool (minimum 8 uren praktijkles); ofwel in een landbouwschool of in een landbouwvormingscentrum waarvan het programma goedgekeurd werd door de Minister tot wiens bevoegdheid het wegverkeer behoort. De scholing onder dekking van een voorlopig rijbewijs werd niet voorzien omwille van de verkeersveiligheid. Uitzondering : Tot en met 31 augustus 2007 zijn de kandidaten die voldoen aan één van de volgende voorwaarden vrijgesteld van de scholing: * geboren zijn tussen 1 oktober 1982 en 31 augustus 1986; * houder zijn van een geldig rijbewijs van ten minste categorie B; * houder zijn van een rijgetuigschrift voor landbouwtractor. Ze moeten slagen voor een theoretisch examen (behalve de houders van een rijgetuigschrift voor landbouwtractor) en een praktisch examen. 6.2 Leeftijd Het praktisch examen mag afgelegd worden vanaf de leeftijd van 16 jaar. 6.3 Plaats Het praktisch examen vindt ofwel plaats in het examencentrum dat bevoegd is om examens af te nemen voor het rijbewijs, ofwel in de landbouwschool, het landbouwvormingscentrum of in een erkende rijschool. Het examen wordt afgelegd voor erkende examinatoren. 6.4 Voor te leggen documenten om toegelaten te worden tot het praktisch examen. De kandidaat dient bij het examencentrum de volgende documenten voor te leggen: één van de identiteitsdocumenten zoals bij het theoretisch examen (zie boven); een getuigschrift van onderricht afgeleverd door een erkende rijschool of een attest dat de vorming gevolgd werd, afgeleverd door een landbouwschool of een landbouwvormingscentrum of het bewijs van vrijstelling van de scholing.
6 6.5 Examengeld Indien het praktisch examen in het examencentrum plaats heeft, dient de kandidaat de volgende retributies te betalen: - Volledig praktisch examen: 45 EUR - Praktisch examen enkel op de openbare weg: 37,5 EUR Indien het praktisch examen plaats heeft in de rijschool, de landbouwschool, of het landbouwvormingscentrum, dient de kandidaat de volgende retributies te betalen - Volledig praktisch examen: 65 EUR - Praktisch examen enkel op de openbare weg: 57,5 EUR 6.6 Examenvoertuig a) Het voertuig Het praktisch examen vindt plaats aan boord van een voertuig dat voldoet aan de volgende voorwaarden: - samenstel van een landbouwtrekker of bosbouwtrekker met een maximaal toegelaten massa van ten minste 6.000 kg en een aanhangwagen met een maximaal toegelaten massa van ten minste 18.000 kg; - samenstel dat ten minste 9 m lang is en op een horizontale weg een snelheid van ten minste 30 km/u bereikt; - de cabine van het trekkend voertuig is gesloten en uitgerust met een passagierszetel voor de examinator; - de aanhangwagen moet zo opgebouwd zijn dat de kandidaat verplicht is de buitenspiegels te gebruiken om het verkeer van achteren, aan de linkerkant en aan de rechterkant in het oog te houden; - het voertuig mag niet geladen zijn; - het voertuig moet voorzien zijn van een bord RIJSCHOOL, gevolgd door het erkenningsnummer van de rijschool indien het om een erkende rijschool gaat of een bord SCHOLING indien het gaat om en voertuig van een landbouwschool of een vormingscentrum voor de landbouw. Het bord is niet verplicht indien de kandidaat vrijgesteld is van de scholing. - brandblusser mag niet meer dan 6 maanden vervallen zijn - snelheidsplaat op de aanhangwagen (40 km/u of 30 km/u) - wielkeggen (2) - tijdens het examen moeten de onafhankelijke rempedalen altijd gekoppeld zijn. De laadbak van de aanhangwagen mag tijdens de manoeuvres niet gelift worden. Een voertuig dat niet beantwoordt aan de vereiste normen zal door de examinator geweigerd worden. b) De documenten De originele documenten van het voertuig (keuringsbewijs, inschrijvingsbewijs, verzekeringsbewijs van het trekkend voertuig, technische fiche of identificatierapport) moeten voorgelegd worden.
7 c) Het praktisch examen vindt plaats aan boord van een voertuig dat aangeboden wordt door de instantie die de opleiding verzekerd heeft of aan boord van een voertuig dat aangeboden is door de kandidaat indien hij vrijgesteld is van de scholing. 6.7 Verloop van het examen Het praktisch examen omvat een proef op een privé-terrein en een proef op de openbare weg. Slagen voor de proef op een privéterrein (één jaar geldig) is een voorwaarde om de proef op de openbare weg af te leggen. De examinator neemt plaats op de tractor, naast de kandidaat. De instructeur van de erkende rijschool of van de landbouwschool of van het vormingscentrum voor de landbouw moet aanwezig zijn bij het examen op het privéterrein. Indien de kandidaat vrijgesteld is van scholing mag hij zich alleen aanbieden op het praktisch examen (vrijstelling van rijbewijs om naar het examencentrum te gaan en om het praktisch examen af te leggen). 6.7.1 Praktijkexamen op een privéterrein Het examen duurt minimum 15 minuten en bestaat uit vier onderdelen of 'manoeuvres': 1. Voorafgaande controle 2. In rechte lijn achteruitrijden 3. In achteruit een garage indraaien 4. Ontkoppelen en aankoppelen 6.7.1.1 MANOEUVRE 1 : VOORAFGAANDE CONTROLES Bedieningshandelingen en technische controle van de tractor en van de aanhangwagen: De examinator zal aan de kandidaat vragen om volgende bedieningshandelingen systematisch één na één te gebruiken. Tegelijk zal de examinator een technische controle van het voertuig uitvoeren. Technische controle van de tractor vooraan: Dimlichten Grootlichten Oranje gele knipperlichten, 1 of 2 Richtingaanwijzers Ruitenwisser (voorruit) claxon Technische controle van de tractor achteraan: Standlichten Stoplichten Achtermistlicht (indien aanwezig) Richtingaanwijzers Ruitenwisser (achterruit) Technische controle van de aanhangwagen vooraan: 2 standlichten of 2 witte reflectoren
8 Technische controle van de aanhangwagen aan de zijkanten: Oranje zijreflectoren Omtreklichten (indien verplicht) Aanhangwagens waarvan de totale lengte, dissel inbegrepen, meer dan 3 meter bedraagt, moeten aan elke zijkant tenminste één oranje reflector hebben. De technische controle van de aanhangwagen achteraan, zal pas gebeuren na het beëindigen van het laatste manoeuvre Ontkoppelen en koppelen. Standlichten Stoplichten Achtermistlicht (indien aanwezig) Richtingaanwijzers 2 rode driehoekige reflectoren De examinator zal aan de kandidaat vragen alle lichten te doven, de handrem op te zetten, indien nodig de motor stil te leggen en uit het voertuig te stappen. De kandidaat moet de hierna vernoemde controles uit het hoofd kennen en ze kunnen uitvoeren. Controle van de hydraulicaslangen van de stuurinrichting. Controle van de veilig gekoppelde aanhangwagen (koppelmechanisme). Controle van de remslang (en luchtdrukslangen bij luchtdrukgeremde tractor). Controle van de stuurhydraulicaslangen tractor-aanhangwagen. Controle van de staat van de banden. Aanduiden waar de brandblusser zich bevindt. Controle van het niveaupeil van de vloeistoffen: motorolie, vloeistof motorkoeling, remvloeistof (niet bij luchtdrukremmen), vloeistof stuurhydraulica en vloeistof ruitenwisser. Er wordt eveneens van de kandidaat verwacht dat hij aanduidt waar de respectievelijke vloeistoffen kunnen bijgevuld worden. (Indien het voertuig uitgerust is met elektronische verklikkerlichten om het niveau van de vloeistoffen af te lezen verwacht men van de kandidaat dat hij deze aanduidt op het dashboard). Dashboardcontrole Daarna vraagt de examinator terug plaats te nemen in het voertuig en op het dashboard de controlelampen aan te duiden voor: Brandstofvoorraad Laadstroomcontrole Voorgloeicontrole Motortemperatuur Toerenteller Snelheidsmeter Bedrijfsurenteller Drukluchtvoorraad (bij luchtdruk geremde tractor) Indien de kandidaat één van de verwachte punten tijdens het manoeuvre niet uitvoert, of wanneer hij dit niet correct uitvoert, dan weerhoudt de examinator de fout op het examenprotocol. Vooraleer de bewegende manoeuvres aan te vatten zal de kandidaat indien nodig de zitplaats en / of de achteruitkijkspiegels verstellen.
9 6.7.1.2 MANOEUVRE 2 : IN RECHTE LIJN ACHTERUITRIJDEN Rijd vanaf het vertrekpunt achteruit in rechte lijn tot aan de 2 geel zwarte kegels. Opgepast, u mag de kegels noch de baken raken. Met de wielen tussen de kegels rijden wordt niet als fout beschouwd. Indien u afwijkt mag u opnieuw vooruitrijden om de juiste richting te vinden. Eénmaal vooruitrijden wordt niet als fout aangerekend. Eerder gemaakte fouten blijven daarentegen gelden. 6.7.1.3 MANOEUVRE 3 : DRAAIEN IN ACHTERUIT IN EEN GARAGE Vanuit de eindpositie van het eerste manoeuvre rijdt u terug vooruit tot de plaats die u het best geschikt lijkt om het volgende manoeuvre aan te vangen, namelijk Draaien in achteruit in een garage. De garage bevindt zich achter de baken aan uw rechterzijde. De ingang ervan wordt gevormd door 2 geel zwarte kegels en de achterzijde van de garage wordt gevormd door 3 geel zwarte kegels. De zijkanten van de garage worden aangeduid door wit oranjerode kegels. Met de wielen tussen de kegels rijden wordt niet als fout beschouwd. Indien u afwijkt mag u opnieuw vooruitrijden om de juiste richting te vinden. Eénmaal vooruitrijden wordt niet als fout aangerekend. Eerder gemaakte fouten blijven daarentegen gelden.
10 De opstelling in de garage is volbracht indien u tussen de geel zwarte kegels staat. Geef op dat ogenblik een teken (claxon). 6.7.1.4 MANOEUVRE 4 : ONTKOPPELEN EN AANKOPPELEN De handelingen bij het ontkoppelen en koppelen moeten in volgorde per groep uitgevoerd worden. De volgorde binnen de groep mag verwisseld worden. A. Ontkoppelen Groep A: - Wielkeggen plaatsen - Handrem aanhangwagen opzetten - Loskoppelen van de hydraulische remleiding (bij pneumatische remleidingen eerst rood remvoorraad, dan geel - remcommando) - Loskoppelen van de leidingen voor de stuurhydrauliek - Loskoppelen elektrische leiding - Steunpoot plaatsen Groep B: - Borgpen verwijderen - Trekhaakpal openen - Disseloog opheffen bij middel van steunpoot Groep C: - Langzaam vooruit rijden na ontkoppeling Ontkoppel daarna de aanhangwagen en rijd met de tractor vooruit en vervolgens achteruit om u naast de aanhangwagen op te stellen. B. Aankoppelen Groep A: - Langzaam achteruit rijden naar de aanhangwagen en centreren van de tractor Groep B: - Disseloog neerlaten op de trekhaak bij middel van de steunpoot - Trekhaakpal sluiten
11 - Borgpen aanbrengen Groep C: - Steunpoot volledig omhoog plaatsen - Aankoppelen van de leidingen voor de stuurhydrauliek - Aankoppelen van de hydraulische remleiding (bij pneumatische remleidingen eerst rood remvoorraad, dan geel - remcommando) - Aankoppelen elektrische leiding - Handrem aanhangwagen afzetten - Wielkeggen verwijderen - Controle van de lichten (standlichten, stoplichten, achtermistlicht, richtingaanwijzers, 2 rode driehoekige reflectoren) De kandidaat is niet geslaagd wanneer: - een manoeuvre wordt beoordeeld met slecht ; - twee manoeuvres worden beoordeeld met onvoldoende ; - een manoeuvre wordt beoordeeld met onvoldoende en twee met voorbehoud ; - vier manoeuvres worden beoordeeld met voorbehoud. 6.7.2 Praktijkexamen op de openbare weg Het examen op de openbare weg duurt minimum 40 minuten en gaat over de volgende punten: Wegrijden na een stop in het verkeer, verlaten van een oprit; Rijden op rechte wegen, tegenliggers kruisen, ook bij wegversmallingen; Rijden door bochten; Inhalen en voorbijrijden: inhalen van andere voertuigen, obstakels voorbijrijden, ingehaald worden; Speciale verkeerselementen, waaronder: rotondes, overwegen, tram- of bushaltes, voetgangersoversteekplaatsen, stijgende of dalende weg over een lange afstand; Beheersing van het voertuig: correct gebruik van de achteruitkijkspiegels en de lichten, correct gebruik van de koppeling, versnellingsbak, gaspedaal, reminrichting; Zuinig en milieuvriendelijk rijden: letten op het motorregime en het schakelen, remmen en versnellen;
12 Goed kijken: rondom kijken, correct gebruik van de achteruitkijkspiegels; dichtbij, verder weg, ver kijken; Voorrang verlenen op kruispunten en overwegen, bij het veranderen van richting of rijstrook en bij manoeuvres; naderen en oversteken van kruispunten; Juiste positie op de weg, de rijstroken, de rotondes en door bochten, volgens het type en de eigenschappen van het voertuig; voorsorteren; Veilige afstand: voldoende afstand bewaren voor en naast het voertuig, voldoende afstand bewaren ten opzichte van de andere weggebruikers; Snelheidsbeperkingen; Verkeerstekens en instructies van verkeersagenten; Het geven van signalen: signalen geven op de juiste momenten; correct reageren op signalen van andere weggebruikers; Remmen en stoppen: tijdig gas minderen, afremmen of stoppen, waarbij rekening moet worden gehouden met de omstandigheden; anticipatievermogen. De proef wordt volgens de volgende rubrieken beoordeeld: 1. bediening van het voertuig 2. plaats op de openbare weg 3. bochten 4. kruisen en inhalen 5. richtingsverandering 6. voorrang 7. verkeerslichten en bevelen 8. snelheid en verkeersinzicht 9. gedrag ten overstaan van andere weggebruikers 10. defensief rijden De rubrieken worden beoordeeld met goed, voorbehoud, onvoldoende of slecht. De kandidaat is niet geslaagd wanneer: - een rubriek beoordeeld wordt met slecht ; - twee rubrieken beoordeeld worden met onvoldoende ; - een rubriek beoordeeld wordt met onvoldoende en twee met voorbehoud ; - vier rubrieken beoordeeld worden met voorbehoud ; - rijfouten of gevaarlijk rijgedrag die de veiligheid van het examenvoertuig, de passagiers of de andere weggebruikers direct in gevaar brengen. Indien de kandidaat niet geslaagd is voor het praktisch examen, kan hij zich zo vaak als nodig terug aandienen voor het examen. Hij dient geen aanvullende vorming te volgen. Na het slagen van het praktisch examen levert het examencentrum een aanvraag van rijbewijs af. De aanvraag om een rijbewijs te bekomen is drie jaar geldig te rekenen vanaf de datum van het slagen voor het praktisch examen om een rijbewijs G te bekomen. Indien de termijn van drie jaar verstreken is, moet de kandidaat de ganse procedure herbeginnen. Het rijbewijs G kan bekomen worden vanaf de leeftijd van 16 jaar. Indien de kandidaat echter jonger is dan 18 jaar mag hij enkel voertuigen besturen waarvan de maximaal toegelaten massa de 20.000 kg niet overschrijdt.
13 Wanneer de bestuurder de leeftijd van 18 jaar bereikt, zal hij alle voertuigen van de categorie G kunnen besturen zonder dat hij een nieuw rijbewijs moet aanvragen. Overgangsmaatregel De houders van een rijbewijs B en van een rijgetuigschrift voor landbouwtractor, afgeleverd vóór 15 september 2006, kunnen een rijbewijs G bekomen zonder scholing te volgen noch theoretische of praktische examens af te leggen. Deze vrijstelling is niet beperkt in tijd. Zij dienen zich hiervoor te melden bij de gemeente waar ze verblijven. Deze zal een aanvraag voor een rijbewijs leveren en hem een nieuw rijbewijs, dat ook geldig is voor categorie G, afleveren.