ORATORIUM JOZEF Muziek: Marco den Toom Teksten: Bert Noteboom & Judith Verwaard-van Beelen

Vergelijkbare documenten
Jozef, de liefste zoon van Jacob

GOD EERT JOZEF, DE SLAAF

GOD EERT JOZEF, DE SLAAF

Welke opdracht gaf Jakob aan zijn zonen vanwege de hongersnood?

Hoeveel tijd zat er tussen de droom van farao en de belofte van de schenker aan Jozef?

Maand 5 week 1: Jozef droomt en wordt naar Egypte verkocht

Filippenzen 1. Begin van de brief

Thema: Ik ben Christen, jij niet?

Liturgie zondagmorgen 8 januari 2017 Jeugddienst 12-

Wat ontdekten de broers op de terugweg naar Kanaän?

EEN FAVORIETE ZOON WORDT EEN SLAAF

LES 9 DE BELOFTEWEG WIJKT AF DOOR EGYPTE. Genesis 37-50

2 U geeft mij moed, God! Ik wil muziek maken en zingen, met heel mijn hart.

Orde van dienst Hervormde Gemeente te Sellingen

En ik kom tot U Opwekking 612

Liturgie. zondag 11 juni :30 uur Ds H D Bondt. 14:15 uur Ds R Prins

De ZWO-commissie werkt mee, we vieren in deze dienst het Avondmaal en zullen stilstaan bij de dankdag voor gewas en arbeid.

Liturgie voor de Startdienst op Zondagochtend 25 September 2016

Wij belijden één geloof en één Heer ; zijn geroepen tot één hoop, tot Uw eer. Heer, geef vrede die ons samenbindt. Vader, maak ons één!

Jozef..de geloofsgetuige.

Heer ik kom tot u Heer, ik kom tot U, hoor naar mijn gebed. Vergeef mijn zonden nu, en reinig mijn hart.

Jeugddienst 1 oktober 9.30 uur Vrouw met de kruik

Jozef. maar God heeft dit ten goede gedacht

Vandaag is er kinderdienst voor groepen 1-8

Liturgie Votum en Groet. Hemelhoog 561 Ik ben zo dankbaar

1 En het geschiedde ten einde van twee volle jaren, dat Farao droomde,

Thema: Deel je leven. 25 september uur. Medewerking: Jeugdkoor OP WEG met combo uit Hardinxveld-Giessendam o.l.v. Bastiaan van der Pijl

10 december uur AA Kramer orgel: Jannes Munneke schriftlezing: Diny van Dijk

Vraag 6 Moeder van de dode baby zegt: dat is goed Moeder van de levende baby zegt: nee, geef hem dan maar aan haar

Familie naar Psalm 133 Tekst & muziek: Marcel Zimmer 2012 Celmar Music

Orde van dienst Hervormde Gemeente te Sellingen

k wil even bij U komen (U bent mijn vriend) Tekst: Arend Jansen Muziek: Marcel Zimmer 2005 Celmar Music / Eagle Music

INHOUD - 1. Wat voor boek is de Bijbel? Hoe kun je de Bijbel lezen? Tips bij het gebruik van de Bijbel in Gewone Taal 17

Liederen voor zondag 3 december 2017

Jozef - Jozef maakt zich bekend Ontmoetingsdienst - 8 mei 2016 Evangelist Jan Verkerk - Huizen

Wat God zegt, gebeurt ook echt Abraham

Liturgie ochtenddienst NGK Langerak, 11 september Welkom Openingsgebed Openingslied Opwekking 518 Heer, U bent altijd bij mij

Ontsteken Tafelkaarsen onder het zingen van: Vlis-singers (samenzang) 64 Psalm 139

Bij wie vroeg Jakob hulp toen zijn zonen de tweede reis naar Egypte gingen maken?

De bijbelgedeelten zijn een samenvatting van het hele verhaal, de nummers in de vakjes komen overeen met Jozef s leeftijd. Veel speel plezier!

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. P. Molenaar

Datum Voorganger Kerkgebouw 14 juni 2015, uur ds. Rein den Hertog Maranathakerk

Met open armen Schrijvers voor gerechtigheid

Opwekking 763 Ik heb U nodig

Liturgie voor de ochtenddienst van zondag 26 november

VERZAMELEN EN UITDELEN

Wat vertelde Jozef zijn broers over de hongersnood? Dankzij wie had Jozef de positie van onderkoning van Egypte bereikt?

De Rivier - Opwekking 459

Lezen : Deuteronomium 6: 4-18 Zondag 47 Opwekking 25 Opwekking 277 Opwekking 354 Psalm 86 : 2, 3 en 4 (NPB) Geloofsbelijdenis Onze Vader Opwekking 708

Welke 4 beloften had God aan Israël gegeven?

Liturgie voor zondagochtend 21 augustus in de Westerkerk te Veenendaal

Overdenking zondag 30 oktober 2016 in de Terskflier Gen. 41: 8-28 De dromen van Farao Ds. A.J. Wouda. Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Hartelijk Welkom bij

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. I. Pauw (Eindhoven)

ONZE HEMELSE VADER ZORGT VOOR ALLE DINGEN

Ik ben gewoon gaan zitten en luisterde naar zijn stem. En in de liefdevolle woorden herkende ik Hem.

Ik wil bij jou zijn Zondag 24 maart, 19uur Oude Kerk te Borne

Samen met Jezus op weg

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht. (Deze gelijkenis kun je lezen in : Mattheüs 18:21-35 )

Lied op de drempel: Welkom mensen (tekst: Piet Schelling; melodie: ELB, lied 218 = Samen in de naam van Jezus )

Liturgie 30 april 2017

Welkom in de Hoeksteen. Voorganger: ds. Tonny Nap

Iiturgie voor de -12 jeugddienst van zondagmorgen 28 Juni in de Westerkerk te Veenendaal

4 Heer, u hebt aan de mensen uw regels gegeven. Zo weet ik wat ik moet doen. 5 Ik wil leven volgens uw wetten, en dat volhouden, elke dag weer.

Liturgie voor de biddag op woensdag 14 maart 2018

God, laat ons uw liefde zien en maak ons gelukkig.

Liturgie zondagmorgen 16 oktober - Jeugddienst DROOM, DURF, DOE, DEEL

1. Bij een nieuw begin

Thema: Staan op de schouders van je ouders

Lied 02 Titel: Psalm 98 Eerste componist: Traditional (Nederlandse) Tekst: Traditional Uitvoering: Samenzang Opname: Deventer - Lebuïnuskerk, Tekst

U bent welkom - opwekking 573. We zijn hier bij elkaar om de Koning te ontmoeten. We zijn hier bij elkaar om te eren onze Heer.

December-januari Weekthema: Op reis naar de eeuwigheid. Maandag 28 december. Gedane zaken nemen geen keer. Lezen: Hebreeën 9: 23-28

Roept uit aan alle stranden, verbreidt van oord tot oord, verkondigt alle landen het evangeliewoord, het evangeliewoord!

Liturgie 13 mei 2018: Thema : God én mens

EEN PRINS WORDT EEN HERDER

Laat het feest zijn in de huizen, mensen dansen op de straat, als het onrecht buigt voor Jezus en het volk weer bidden gaat.

Voor David, de liefde van mijn leven

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen

Liedboekje kinderkoor de Bubbel. september t/m december 2017

E.B Zing met ons mee uit alle macht, zing met ons mee te middernacht;

Stilte vooraf. Wees stil voor het aangezicht van God, want heilig is de Heer. Uitleg

Orde van de overstapdienst Protestantse Gemeente De Wijngaard zondag 7 juli 2019 Hervormde kerk te Geesteren

Toen ik op pelgrimstocht ging en in mijn reisgenoten de Ander ontmoette.

Welkom. Opwekking 771. Gebed. Opwekking 630. Voor de dienst speelt de band: Breng ons samen (Sela)

Orde van de dienst op. Zondag 4 november 2018

MIKEETZ (aan het eind) Beresjiet 41:1-44:17

Zondag 7 februari 2016, uur Stadswijk - Kerk School Gezinsdienst thema: Jaloezie

wegen beschikt, Hem hebt gij niet verheerlijkt. Jozef, deel 1 Zijn naam betekent: (Jahwé) voege er bij.

Thema: Jij telt mee!

September 2017 / Ik hef mijn ogen op naar de bergen / OTH 2015 nr 56 / Opwekking 640

Orde van dienst voor zondag 19 februari Zuiderkerk.

Genesis 42. Heusden, ochtenddienst 23 oktober 2016.

8 april uur AO Reitsema orgel: Peter Sneep schriftlezing: Alida Larooy

Orde II Schrift, zegen en gebed

MORGENGEBED. in de morgen van de achtste dag. Volheid der dagen. Gereformeerde Kerk Nieuwe Pekela 1 januari Welkom

Orde van dienst voor Trinitatis + overstapdienst Voor het begin van de dienst Welkom door ouderling van dienst Stilte Voorbereiding

Eredienst 06 mei :00 Voorganger: ds. H. van den Berg

Bethelkerk, 17:00 25 september 2011 Voorganger Ds. Hellinga

Welkom in de Hoeksteen. Voorganger: ds. H.J.J. Pomp

de zon schijnt altijd

Transcriptie:

ORATORIUM JOZEF Muziek: Marco den Toom Teksten: Bert Noteboom & Judith Verwaard-van Beelen Onder de verschillende voorafschaduwingen van Christus neemt Jozef een bijzondere plaats in. Geen enkele oudtestamentische geschiedenis geeft zo n mooi en duidelijk beeld van Christus als die van Jozef. Zijn leven valt uiteen in twee fasen: zijn verwerping en vernedering enerzijds en zijn verhoging anderzijds. Bij de eerste komst van Christus zien we ook vernedering terwijl Zijn tweede komst vol heerlijkheid zal zijn. De rode draad in het leven van Jozef is Gods aanwezigheid in mooie én moeilijke tijden. God was met hem toen hij door zijn bloedeigen broers zo erg werd gehaat dat ze hem wilden vermoorden. En God was met hem toen hij als slaaf werd verkocht naar een vreemd en ver land, Egypte. Daar wordt zijn ellende nog groter als hij weerstand moet bieden tegen verleiding in het huis van zijn meester Potifar. Ook als hij jarenlang in de gevangenis zit, lezen we, als een steeds terugkerend refrein: God was met hem. Net als toen behoren jaloezie, huiselijk geweld, verleiding tot overspel, gevangenschap en honger nog steeds tot de orde van de dag. En hoevelen van ons worstelen er niet met afwijzing, depressiviteit, uitzichtloze situaties, verdriet of eenzaamheid? Dit oratorium over het leven van Jozef zal veel herkenning oproepen. Maar hopelijk blijft het daar niet bij. In alle tegenspoed bleef Jozef zien op zijn Schepper. En belangrijker nog: zijn Schepper bleef zien op hem! En dat geldt niet alleen voor Jozef, maar voor iedereen. Wie je ook bent, wat anderen ook van je vinden, je bent op aarde met een reden: je leeft omdat God van je houdt. En in welke omstandigheden je ook verkeert, je bent nooit alleen, want God zegt: Ik ben met je! Judith Verwaard-van Beelen, Bert Noteboom, Marco den Toom. 1. Proloog Hosanna voor de Heer; de Koning van t heelal! Voor God Die was en is; voor God Die komen zal! Hosanna voor de Heer; de Koning van t heelal! Voor God Die was; voor God Die is; voor Hem Die komen zal! Hij nam de schande weg, heeft het gesmeek gehoord; Hij gaf aan mij een zoon; heeft ons gebed verhoord! Ja, Jozef is zijn naam! Ja, Jozef is zijn naam! Alle eer aan God, de Schepper, voor dit wonder van bestaan! Hosanna voor de Heer; de Koning van t heelal! Voor God Die was en is; voor God Die komen zal! Hosanna voor de Heer; de Koning van t heelal!

Voor God Die was; voor God Die is; voor Hem Die komen zal! 2. Jozef, meesterdromer Jozef, herdersjongen, kind van zeventien, Rachels eerstgeboorne en zijn vaders lieveling. Elke dag helpt hij zijn broers met weiden van het kleinvee in het veld. Maar elk kwaad gerucht, dat hij opvangt, wordt door hem thuis doorverteld. Jozef, herdersjongen, kind van zeventien, Rachels eerstgeboorne en zijn vaders lieveling, krijgt een prachtig mooi gewaad vol kleuren; maakt zo anderen jaloers. Vader houdt veel meer van Jozef, dat wekt haat op bij zijn broers. Jozef, meesterdromer, kind van zeventien, zegt zijn broers dat hij hen in zijn dromen heeft gezien. Allen bogen zich voor hem neer in ontzag voor al zijn heerlijkheid. Woedend zijn de broers op Jozef. Weg met hem! denkt elk vol nijd. 3. Broederliefde (Oorspronkelijke melodie: Louis Bourgeois 1558) Een broer hoort een geschenk te zijn, een zegen. Familie heb je uit Gods hand gekregen. Wat is het goed om één te zijn, te delen alle vreugde, alle pijn. De liefde is het allerhoogst gebod. Waar liefde woont, daar woont ook God. Die liefde is uit Jakobs huis vervlogen. Er wordt gehaat; zelfs moord wordt overwogen. Er klinkt geen enkel vriend lijk woord. De vrede is door jaloezie verstoord. Verbitterd zijn de broers; door haat verblind. Ondanks een bloedband die hen bindt. 4. Hier ben ik Op een dag zegt Jakob tegen Jozef: Weiden je broers het vee niet bij Sichem? Ga, ik stuur je naar hen toe. En Jozef zegt: Vader, hier ben ik; tot uw dienst bereid. Beschikbaar, geheel aan u toegewijd.

Zie mij hier voor u staan. Vader, hier ben ik; tot uw dienst bereid. Zoals elke dag, aan u toegewijd. Zend mij en ik zal gaan. Kijk, daar komt die meesterdromer. Moet je zien, daar komt hij aan. Ver van huis en ver van onze vader vandaan. Kijk, daar komt die meesterdromer. Onze kans, we slaan hem dood! Dan zullen de dromen met Jozef vergaan. Nee, mijn broers, geen bloed vergieten. Moord is een te zware straf. In de put leert hij het dromen ook wel af. Nee, wij zullen hem verkopen, ik zie daar een karavaan. Ook dan is het met onze dromer gedaan! Als slaaf wordt Jozef meegesleurd, op weg naar Egypteland. Gedwongen is het afscheid van vader en vaderland. De broers zijn zeer tevreden, want hun opzet is geslaagd. Die Jozef, met zijn fantasie, is nu voorgoed verjaagd. De broers, zij hebben Jozefs jas, met geitenbloed bevlekt, naar vader toegezonden. Hun onschuld wordt zo gewekt. Is deze jas niet van Jozef? Dit gewaad, met bloed besmeurd? Nu breekt het oude vaderhart. Mijn zoon! Hij is verscheurd! 5. Bij Potifar Als Jozef in Egypte komt, als slaaf in een vreemd land, weet hij zich toch gedragen en gezegend door Gods hand. Maar zie, de vrouw van Potifar, kijkt op een kwade dag begerig naar haar mooie slaaf; wenste dat hij bij haar lag. Mjin meester heeft mij alles toevertrouwd. Niets dat hij mij onthoudt.

Behalve dan zijn vrouw. Dag in, dag uit spreekt zij hem aan; probeert het telkens weer. Maar Jozef gaat er niet op in; hij luistert naar God, zijn Heer. Nee! Ik wil geen kwaad doen tegen God. Ik houd mij aan Zijn wet, deel niet met u het bed. De vrouw, zij laat hem niet met rust en ze pakt hem stevig beet. Maar Jozef gaat er snel vandoor en de vrouw heeft nu zijn kleed. Zij roept haar dienaren bijeen, vertelt aan hen dan, heel gemeen, hoe Jozef, die Hebreeuwse slaaf, altijd keurig leek en braaf. De vrouw, zij laat hem niet met rust en ze pakt hem stevig beet. Maar Jozef gaat er snel vandoor en de vrouw heeft nu zijn kleed. Zij roept haar dienaren bijeen, vertelt aan hen dan, heel gemeen, hoe hij in oneer bij haar kwam; op haar schreeuw de benen nam. De vrouw laat het kleed van Jozef bij zich liggen, totdat Potifar thuiskomt. Dan vertelt ze aan hem hetzelfde verhaal. Potifar wordt woedend, grijpt Jozef en laat hem in de gevangenis gooien. 6. In de gevangenis Als misdadiger veroordeeld, gepakt om zijn geloof, zit Jozef nu gevangen, maar God houdt zich niet doof. God zegent hem en maakt het bitter zoet. Leidt zijn weg in alles wat hij doet. En Jozef krijgt de leiding in de gevangenis. Hij mag het toezicht houden, omdat God met hem is. God zegent hem en maakt het bitter zoet. Leidt zijn weg in alles wat hij doet. Twee dienaars van de koning zitten ook in hechtenis.

Daar krijgen ze een droom, elk met betekenis. De schenker en de bakker begrijpen hun dromen niet. Tot Jozef ze verklaart hoe God hun toekomst ziet: Schenker, binnen drie dagen is uw straf voorbij. De lekkerste wijnen zult u weer schenken, maar denk dan ook aan mij. Bakker, binnen drie dagen wordt ook u gehaald. Bakker! U wordt opgehangen; door vogels opgegeten. Zo is het bepaald. 7. De dromen van de farao De dromen komen uit; zoals Jozef had voorspeld: de bakker ziet zijn einde, de schenker eerherstel. Maar Jozef wordt vergeten; aan hem wordt niet gedacht. De dagen worden weken, tot hij niets meer verwacht. De jaren gaan voorbij; tijd van onzekerheid. Maar Jozef blijft vertrouwen dat God zijn leven leidt. De farao krijgt dromen, die hij maar niet doorgrondt. Hij laat zijn wijzen komen, maar allen zijn verstomd. Aan de oever van de Nijl, stond ik en ik zag zeven koeien die daar graasden; mooi en weldoorvoed. En zeven and re koeien, zwak en lelijk van gedaante, verslonden dat wat vet was. Wie kan mij dit verklaren? En ik droomde nog zo n droom, nu van een korenveld. Zie, ik zag daar zeven aren, mooi en vol van vorm.

Daarachter zeven dunne, door de wind verschroeide aren. Het volle werd verslonden. Wie kan mij dit verklaren? Plots zegt de schenker: Jozef! Ja, Jozef weet het wel! Hij heeft ook mij geholpen, maar hij zit in de cel. 8. Onderkoning Dan laat farao Jozef roepen en vertelt hem van zijn dromen. Jozef verklaart namens God dat de twee dromen dezelfde betekenis hebben. De zeven mooie koeien en de zeven volle aren zijn zeven jaren van welvaart en overvloed. Die worden gevolgd door zeven jaren van honger. Dat de farao twee dromen met dezelfde betekenis heeft gehad is omdat de zaak bij God vaststaat en God Zich haast om die uit te voeren. Jozef adviseert de farao uit te zien naar een verstandige en wijze man die het land door deze jaren heen kan leiden. Waar is een man als Jozef? Zo verstandig en zo wijs? Zo iemand vind ik nergens; nergens in mijn paleis. Want in jou is de Geest van God. Daarom leg ik het levenslot van dit volk en van dit land met vertrouwen in jouw hand. God heeft jou bekendgemaakt, je vervuld, geopenbaard. Voor het inzicht dat jij ons bracht geef ik aan jou de macht. Aan je hand mijn zegelring; om je hals een gouden band. Op mijn wagen mag je rijden, als je rondtrekt door dit land. Ook geef ik je een nieuwe naam, want jij hebt Gods stem gehoord: De behouder van het leven; hij die luistert naar Gods Woord. 9. Egyptisch kroningslied Instrumentaal intermezzo 10. Wie ben je?

Na zeven jaren van grote welvaart breken de zeven jaren van hongersnood aan. Uit alle landen komen mensen in Egypte koren kopen. Ook in Kanaän, waar vader Jakob woont, heerst hongersnood. Jakob stuurt zijn zonen naar Egypte om voedsel te kopen voor hun gezinnen. Alleen Benjamin laat hij niet meegaan, omdat hij bang is dat hem iets overkomt. Als de broers bij Jozef komen herkennen ze hem niet meer. Jozef herkent zijn broers wel, maar laat daar niets van merken. Wie ben je? Waar kom je vandaan? Ben je echt wie je zegt te zijn? Laat me zien, bewijs me maar wat waarheid is; geen schone schijn. Laat me zien, bewijs me maar dat jullie oprecht, eerlijk zijn. Ga naar huis en haal je broer. Breng hem hier als het bewijs van jullie eerlijkheid. Ga naar huis en haal je broer. Ik vrees God; ik doe geen kwaad als je broer hier voor me staat. De broers beloven dat ze terug zullen komen met Benjamin. Ze zeggen tegen elkaar: Werk lijk, wij zijn schuldig! Vanwege Jozef onze broer. We hoorden hem wel smeken, maar gaven geen gehoor. Werk lijk, werk lijk, werk lijk, wij zijn schuldig! Werk lijk, wij zijn schuldig! Vanwege Jozef onze broer. Wij zagen zijn benauwdheid, maar zetten ons plan door. Werk lijk, werk lijk, werk lijk, wij zijn schuldig! 11. Juda staat borg Om er zeker van te zijn dat de broers zullen terugkomen, houdt Jozef Simeon gevangen. Zo komen de broers, zonder Simeon, bij vader terug en vertellen ze hem wat er is gebeurd: De onderkoning van het land beheert daar al het graan; hield ons voor spionnen en liet ons daarom niet gaan. Wij zijn, zo hebben wij verteld, twaalf broers uit één gezin. Één is niet meer onder ons

en thuis is Benjamin. De onderkoning van het land, hij vroeg om het bewijs: Breng dan nu je jongste broer, bij mij, in mijn paleis. Eerst raakte Jakob Jozef kwijt, verscheurd door een wild dier; nu Simeon gevangen. Nee, Benjamin blijft hier! Vader, laat de jongen met mij meegaan. Wij zullen anders sterven; van honger vergaan. Vader, laat de jongen met mij meegaan. Ik zelf zal voor hem zorgen; borg voor hem staan. 12. Beproeving Omdat Juda borg staat voor Benjamin, laat Jakob de jongen meegaan naar Egypte. Jozef ontvangt hen hartelijk en zet een maaltijd voor. Na de maaltijd vertrekken de broers met het koren dat ze hebben gekocht. Ze zijn nog maar net de stad uit als ze achterna worden gezeten door een dienaar van Jozef die hen beschuldigt van diefstal. De schrik is groot als de zilveren beker van Jozef bij Benjamin in de tas wordt gevonden. De broers scheuren hun kleren en gaan terug naar Jozef. Ach, zie, de angst straalt uit hun ogen. Wat kunnen zij, tot hun verweer, nog zeggen dan: Hier zijn wij, heer, wij liggen voor u neergebogen. Geen zonde is voor God verborgen. Elk kwaad brengt Hij eens aan het licht. En niets dat voor Zijn aangezicht, bedekt kan worden, weggeborgen. Wij zullen allen mijn meester dienen; vanaf vandaag uw slaven zijn, spreekt Juda, vol berouw en pijn. Maar Jozef zegt: Er is geen sprake van dat ik zoiets zou doen! De man bij wie de beker gevonden is zal mijn slaaf zijn. Maar u, trek in vrede naar uw vader. Daarop treedt Juda weer naar voren en pleit voor vrijheid van zijn broer; vertelt dat Jakob van verdriet zal sterven als hij Benjamin niet ziet. Ik heb beloofd mij borg te stellen, dus smeek ik: laat de jongen gaan, spreekt Juda, vol berouw en pijn,

want hij wil plaatsvervanger zijn. 13. Ik ben Jozef Als Jozef hoort hoe Juda smeekt en pleit voor zijn broer, kan hij zich niet meer bedwingen en vraagt hij al zijn bedienden hem met zijn broers alleen te laten. Ik ben Jozef! Leeft mijn vader nog? Kom toch dichterbij. Ik ben Jozef, jullie broer, die jullie hebben verkocht. Het waren niet mijn dromen en het was niet jullie plan; het was God Die dit heeft bepaald; Die mij leidde door Zijn hand. God, de Heer, heeft redding gegeven. Hij bracht mij hierheen tot behoud van jullie leven. Wacht niet langer; blijf niet staan. In dit land is plaats genoeg voor een ieder; kom bij mij, want ik wil voor je zorgen. Wacht niet langer; blijf niet staan; er is plaats, je mag hier wonen om te zijn daar waar ik ben en ik zal voor je zorgen. Twee jaren was er honger; nog vijf jaar zal dit zo zijn. Daarom zeg ik: kom bij mij; hier zal voedsel voor je zijn. Laat mijn vader dit alles weten en breng hem hierheen, dan zal ik hem welkom heten. 14. Hereniging vader en zoon De broers gaan terug naar hun vader Jakob en vertellen hem: Wees blij, want Jozef leeft! Onze broer, uw zoon. Hij is niet dood, maar leeft en regeert; zit op de troon! Hij heerst over heel Egypte en redt in de nood, een volk van de hongerdood.

En hij wil u graag ontmoeten, ga met ons op reis; begroet hem in zijn paleis. Zo komt Jakob in Egypte. Een heerlijk moment! Als vader zijn zoon ontmoet, hem begroet, is de vreugde ongekend! 15. Zegen voor Jozef Als Jakob zeventien jaar in Egypte woont voelt hij dat zijn levenseinde dichtbij komt. Hij roept zijn zonen bij zich om hen nog een laatste keer toe te spreken. Tegen Jozef zegt hij: Jozef, vruchtbare, jonge boom, groeiend bij een levende bron, elk van je takken spreidt zich uit, draagt veel vrucht door de warme zon. Schutters hebben jou aangevallen, fel vervolgd met pijlen en bogen. Maar, je hield met soepele handen steeds jouw boog vast, onbewogen. Door de hulp van de Machtige van Jakob, de Herder, de rots van Israël! Door de God, Die zegenen zal; de Almachtige van t heelal. Met zegen uit de hoge, (vanuit de hemel) met zegen uit de diepte, (vanuit het water) met zegen door Efraïm, met zegen door Manasse, met zegening overal! 16. Verzoening Nu hun vader er niet meer is zijn de broers bang dat Jozef zich alsnog tegen hen zal keren en wraak zal nemen. Ze sturen iemand naar Jozef die de volgende woorden moet zeggen: Jozef, Jozef, vergeef ons, vergeef ons alle kwaad. Jozef, Jozef vergeef ons, vergeef ons onze haat. Dat wij door razernij verblind, je nooit meer wilden zien. We waren niet als echte broers

voor het kind van zeventien. Je werd gebonden meegesleurd en nergens kon je heen. We hebben jouw gesmeek gehoord, maar we lieten je alleen. Wees niet bang! Kom bij mij! Kom dicht bij mij staan. Ik vergeef je alle kwaad. Al wat je hebt misdaan, ik vergeef het allemaal. Want jullie hebben kwaad gedacht, maar Gods hand was met mij. Ik mocht dicht bij Hem leven, God Zelf was erbij. Want jullie hebben kwaad gedacht, maar God keerde het tij. Een groot volk blijft in leven, dankzij Gods plan met mij. Wat is het goed, wat heerlijk wanneer zonen uit één gezin, in vrede samen wonen. Daar daalt de zegen van de Heer als milde regen uit de hemel neer. Want liefde is het allerhoogst gebod. Waar liefde woont, daar woont ook God. 17. Finale Geloofd zij onze God; geprezen zij Zijn Naam. Loof Hem om Wie Hij is; om wat Hij heeft gedaan. Geloofd zij onze God; Hem zij de heerlijkheid, de lof, de eer; van nu af aan tot in de eeuwigheid. Gezegend is de mens die op de Heere bouwt; die altijd met Hem leeft; zich aan Hem toevertrouwt. Aan God zij alle eer; aan God zij alle eer. Hij alleen geeft ware vreugde. Hij alleen is onze Heer. Laat ons tot zegen zijn voor mensen om ons heen; getuigen van de hoop die is in God alleen. Heer, houd ons dicht bij U en leid ons aan Uw hand totdat wij bij U zullen zijn in het hemels Vaderland. Geloofd zij onze God; geprezen zij Zijn Naam. Loof Hem om Wie Hij is; om wat Hij heeft gedaan. Geloofd zij onze God; Hem zij de heerlijkheid, de lof, de eer; van nu af aan tot in de eeuwigheid. Halleluja! Amen!