VAARDIGHEID HOOFSTUK 4 PROEF C VAARDIGHEID

Vergelijkbare documenten
Bijlagen. Tijd: 11 minuten. 8 EKAP Arbeidsdraf. Buiging, regelmaat, overgang naar arbeidsdraf, drang naar voren... 9 PBX X XES

Agenda. 1. Belangrijkste reglementswijzigingen. 2. Online inschrijven. 3. Dressuurproeven B t/m ZZ

DRESSUUR HOOFDSTUK 2 - PROEF A - DRESSUUR

Wedstrijdreglement Mennen

Reglement Flanders Indoor Mencup

BELGISCHE AANPASSINGEN 2010 Aan het FEI-reglement 10de editie Uitgave 2009 Gereviseerd in November 2009

BELGISCHE AANPASSINGEN 2014 Aan het FEI-reglement Uitgave 2014 Gereviseerd in Januari 2014

BELGISCHE AANPASSINGEN 2015 Aan het FEI-reglement Uitgave 2015 Gereviseerd in februari 2015

SPECIFIEK REGLEMENT VOOR TREKPAARDEN 2013

FEI reglementen 10 de editie

WEDSTRIJDREGLEMENT VAARDIGHEID & MENNEN DRESSUUR

MEN TREC Hindernis beschrijvingen

MINIMARATHON 1 juli 2018

Reglement Flanders Indoor Mencup VLP-LRV

MINIMARATHON 2 juli 2017

Wijzigingen FEI voor 2006 Toepassing in alle wedstrijden in België

K.B.R.S.F. F.R.S.B.E.

TREC club Nederland. TREC club Nederland Men TREC Reglement maart 2015 definitief Pagina 1

PTV hindernis beschrijvingen basis -TREC

F.E.I. REGLEMENT JUMPING

KORTE INHOUD VAN DE REGLEMENTEN VAN EEN 20 mei 2015 SAMENGESTELDE MENWEDSTRIJD:

Koninklijke Vereniging Het Nederlandse Trekpaard en de Haflinger Reglementen gebruiksrubrieken Nationale Tentoonstelling

Belgisch reglement traditie-en elegantiemennen

Koninklijke Vereniging Het Nederlandse Trekpaard en de Haflinger

Reglement Flanders Indoor Mencup

Wedstrijdreglement Mennen

TREC club Nederland. Reglementen Men TREC. TREC club Nederland Men TREC Reglement februari 2017 definitief Pagina 1

VOORPROGRAMMA MENWEDSTRIJD

Instructies hinderniscontroleur Eventing

Versie maart 2015 definitief TREC club Nederland TREC Hindernis beschrijvingen

Wedstrijdvormen voor het spel AGILITYCOMPETITIE BOXERS

1. Reglement Wijzigingen reglement Mededelingen ruiters Buiten wedstrijd in de klasse 3 welke licentie. 5.

SPONSOR INFO MAP. Samengestelde Menwedstrijd 23 en 24 september Locatie: Moerenburg in Tilburg. Menvereniging de Postkoets Berkel-Enschot

Instructies hindernisjury samengestelde wedstrijden

Voorwoord: U hebt zojuist de vertaling van de Rules for international combined driving events, 9 e edition gedownload.

Agenda. 1. De sportfora. 2. Het proces richting besluitvorming. 3. De hervormingsplannen. 4. Belangrijke data

Wedstrijdreglement Springen

OEFENMARATHON BIEN VENUE D.D. 28 oktober 2012

Koninklijke Vereniging Het Nederlandse Trekpaard en de Haflinger

BELGISCHE AANPASSINGEN

BELGISCHE AANPASSINGEN

6 en 7 april 2013 Samengestelde Menwedstrijd Heukelom

RIJVAARDIGHEID CATEGORIE A

BELGISCHE AANPASSINGEN

Wedstrijdreglement Springen

Wedstrijdreglement Springen

Reglement Concours Traditionele Aanspanningen PLUS

SPONSOR INFO MAP. Samengestelde Menwedstrijd 11 en 12 juni Locatie: Moerenburg in Tilburg

1. SPRINGPARCOURS AAN HET HALSTER

REGLEMENT JEUGD CUP DRESSUUR 2010

Stichting Samengestelde Wedstrijd Friesland

Voorblad Vraagprogramma

Januari Springwedstrijd. E. Kerkstra Wedstrijdsecretariaat RSC de Schimmelkroft

Reglement Communautaire eventingwedstrijden 2011

Vertaling van het FEI Reglement voor aangespannen rijden.

Reglement Communautaire eventingwedstrijden 2012

WIJZIGINGEN IN DE REGLEMENTEN 2018

Hippo Revue. Reglement Communautaire Eventingwedstrijden Reglement communautaire eventingwedstrijden VLP

Bankrelatie Rabo Bank Iban.nr. NL35RABO Ere voorzitter F.W. Wijnen. Ere-lid Th. A.H. Visser H.W. Plooij. Werkgroepen

Koets n Keerls organiseren weer een CTA PLUS in 2016.

Z2 pony s 20x60m Lichtheid, harmonie, gehoorzaamheid Regelmaat van de gangen en losheid van de beweging. Afdelingsdressuur 22 23

eventing middenbeemster

Reglement Communautaire eventingwedstrijden 2015

Rolstoelkarakteristieken

Reglement Communautaire eventingwedstrijden 2013

Vertaling van het FEI Reglement voor aangespannen rijden.

Klasse B. In de klasse B-springen wordt het eerste parcours altijd verreden volgens artikel 280 Rijstijlwedstrijden.

FHN Reglementen Behendigheid 2019

POWER HORSE COMPETITION 2019 Versie: 1 januari 2019

Wedstrijdreglement Mennen

Reglement rc-pionniers championship 2018

Beknopt reglement 2018 voor de wedstrijden JONGE PAARDEN LRV

Beknopt reglement 2019 voor de wedstrijden JONGE PAARDEN LRV

Aan de secretariaten van de kringen regio Noord-Brabant Ter kennisgeving aan de kringvoorzitters en DA s. Someren, 5 juni Geachte secretaris,

Programmaboekje. Menvereniging Haarlemmermeer organiseert 24 september 2017

OPSTELLEN VAN HET PARCOURS DE OEFENINGEN TIPS OM AAN DE SLAG TE GAAN. oefening 4: slalom. oefening 5: over de schouder kijken.

Samengestelde Menwedstrijd Ysselsteyn

NMPRS klassenlijst 2014

VAN MOSSEL AUTOMOTIVE CUP 2018

Reglement Team penning 2016 Belgian Team Penning Association

PROEF. Cycling Vlaanderen Proef

Programmaboekje. Menvereniging Haarlemmermeer organiseert 25 september 2016

Vaardigheid- en Springwedstrijd

Herziene versie d.d UNIFORM SELECTIESYSTEEM IN KRINGEN KNHS REGIO NOORD-BRABANT Ingangsdatum: Algemeen

Handleiding STEWARDING

Reglementen Crossbaan Boerenrockfestival

Reglement Subli Competitie 2017

Beknopt reglement 2018 voor de wedstrijden jonge pony s LRV

FVT_UM Fysieke Vaardigheids Toets Beschrijving/instructie parcours

Reglement. Algemene begrippen:

SLAGINGSCRITERIA A-& B-BREVET (ruiterbrevetten) A-BREVET

SLAGINGSCRITERIA A-& B-BREVET (ruiterbrevetten) ALGEMEEN

Beknopt reglement 2016 voor de wedstrijden jonge paarden LRV

Trial reglement Land Rover Club Holland (2015)

INHOUDSTAFEL. Triatlon. Hoofdstuk 1 : algemeen reglement 2. Hoofdstuk 2 : Zwemmen 3. Hoofdstuk 3 : Wielrennen 3. Hoofdstuk 4 : Lopen 5

Hippiade Mennen 2015 Versie 2 juni 2015

Reglement Subli Competitie Jonge Dressuurpaarden 2019

Bijscholing parcoursbouwers2014

Transcriptie:

HOOFSTUK 4 PROEF C VAARDIGHEID ALGEMEEN Art. 959 De bedoeling van proef C is om de conditie, gehoorzaamheid en souplesse van de paarden/ pony s na de marathon te testen alsook het vakmanschap en de vaardigheid van de deelnemer. 1. SOORTEN PROEVEN 1.1 De foutenproef volgens art 963 of de proef met 2 delen (art 968) zullen worden gebruikt in samengestelde menwedstrijden. 1.2 De foutenproef kan worden gehouden op basis van het aantal omgeworpen hindernissen en het overschrijden van de toegestane tijd. [puntenproef] De score van deze ronde zal worden gebruikt voor de uiteindelijke klassering. 1.3 Kampioenschappen en CHIO s mogen een barrage te hebben (art 966) voor alle deelnemers met 0 strafpunten of gelijkheid van strafpunten voor de eerste plaats. 1.4 Voor de wedstrijden met 2 rondes en een barrage, mogen 25 % van de deelnemers deelnemen aan de 2 e ronde, in ieder geval alle foutloze deelnemers van de eerste ronde. In geval van gelijke punten voor de 1 ste plaats, volgt een barrage. 1.5 De tijdproef (art 967) wordt beoordeeld door het aantal seconden, nodig voor het rijden van het parcours, te tellen, en daarbij de andere fouten omgerekend in seconden, op te tellen. (cfr. Art. 962.1.4 / 967 / 969). 1.6 9e 2007 DEELNEMERS en GROOMS Art. 960 1. LEEFTIJD van DEELNEMER en GROOMS 1.1 De deelnemers in de categorie paard 4-span 2-span en tandem moeten 18 jaar oud zijn of worden in het kalenderjaar waarin de wedstrijd waaraan zij deelnemen, wordt gereden. Voor de andere categorieën is dat 16 jaar. 1.2 De grooms en passagiers mogen deelnemen aan de wedstrijd van zodra zij 14 zijn of worden in het kalenderjaar waarin de wedstrijd wordt gereden. 2. KLEDIJ 2.1 De kledij van menner en grooms moet overeenstemmen met de stijl van het rijtuig en tuig. Het gebruik van vest, kniedeken, hoofddeksel en handschoenen en zweep in de hand zijn verplicht. 2.2 Grooms dragen een vest, hoofddeksel en handschoenen. 2.3 De voorzitter van de terreinjury kan beslissen 2.3.1 Om geen vest te hoeven dragen in extreem warm en vochtig weer. 2.3.2 Om geen vest te hoeven dragen in speciale omstandigheden 2.3.3 Om regenkledij toe te staan en/of kniedekens niet te hoeven dragen in uitzonderlijk regenweer. 3. ZWEEP en LEIDSEL HANTERING, GROETEN en VASTBINDEN MENNER 3.1 De zweep moet overeenstemmen met het type aanspanning van de deelnemer en de slag moet voldoende lang zijn om alle paarden/pony's aan te raken. De deelnemers mogen het uiteinde van de slag vastmaken. 3.2 De deelnemer / menner is de enige persoon aan boord van het rijtuig die tijdens de wedstrijd de leidsels en zweep mag hanteren en de remmen mag bedienen. Iedere inbreuk op deze regel, zelfs om een ongeval te voorkomen, zal 20 strafpunten opleveren. Uitzonderingen: zie art 914.2.5; 939.3; 952.7.5; 955.4.1.5. 3.3 De deelnemers moeten de jury groeten tenzij tijdsgebrek of het ontwerp van het parcours dit zou beletten. 3.4 Om veiligheidsredenen mag niemand tijdens de wedstrijd op om het even welke wijze, vastgemaakt worden aan het rijtuig. 9e 37

4. PUBLICITEIT 4.1 De naam van de tuigenmaker mag op elk tuig (paard of pony) éénmaal voorkomen. Dit label mag niet breder zijn dan het tuigdeel waarop het bevestigd is en niet langer dan 10 cm. 4.2 De naam van de rijtuigbouwer mag op het rijtuig worden aangebracht, ter grootte van maximaal 50 cm 2. 4.3 Het logo van de fabrikant van de kledij mag slechts 1 maal per item voorkomen over een oppervlakte van max. 3 cm². 4.4 Deelnemers met persoonlijke sponsors, inclusief firma s mogen het logo van de sponsor of firma op de linker- en rechterzijde van het rijtuig voeren, met een oppervlak niet groter dan 400 cm 2 in de proef C. 4.5 Eens in de wedstrijdpiste mag de naam en/of logo van de individuele sponsors en van teamsponsors slechts éénmaal voorkomen op de vest van de menner ter hoogte van het borstzakje over een oppervlakte van max. 80 cm². 4.6 Eens in de vaardigheidspiste mag de naam en/of logo van de individuele sponsors en van teamsponsors slechts voorkomen op beide zijden van de hemdskraag van de menner over een oppervlakte van max. 16 cm². 4.7 Alle andere vormen van publiciteit zijn verboden. Overtreding hiervan wordt beboet met tenminste 1000 Zwitserse francs. 2007 5. RIJTUIGEN 5.1 Het rijtuig gebruikt in proef C moet hetzelfde zijn als dat gebruikt in proef A 5.2 De rijtuigen mogen uitgerust zijn met rijtuiglampen; achterlichten of reflectoren dienen aangebracht. 5.3 De 2 en 4-spannen gebruiken 4-wielige rijtuigen. De tandems en enkelspannen mogen rijtuigen met 2 of 4 wielen gebruiken. 5.4 IJzeren wielbanden en massief rubber banden zijn toegestaan. Luchtbanden of pneumatische banden zijn verboden. 5.5 Snelheidsmeters, afstandmeters, schokdempers en blokkeersystemen van het draaistel aan de voorzijde van het rijtuig, zijn niet toegestaan. 5.6 Voor het wedstrijdonderdeel A en C wordt de minimale rijtuigbreedte per categorie omschreven in art. 936.3.6. 5.7 Voor de proeven A en C wordt het aantal grooms op het rijtuig en hun respectievelijke positie, omschreven in art. 936.4. Passagiers zijn niet toegestaan. 6. TUIG 6.1 Alleen koppelriemen tussen de garelen of de borsttuigen toegestaan. Hulpteugels, waaronder mede verstaan elk soort opzetteugels, zijn niet toegestaan. Het is verboden staarten van paarden / pony s aan rijtuigen of strengen vast te maken. 6.2 Het gebruik van een hoofdstel zonder bit (hackemore) is niet toegestaan. 6.3 Het is verboden de tong van een paard / pony vast te hechten. 6.4 Stewards kunnen worden aangeduid om na proef C de rijtuigen na te zien of te meten en ook om de bitten na te zien. 6.5 Wat de tuigen betreft wordt verwezen naar art. 916. Art. 961 het PARCOURS 2006 1. OPBOUW en OPMETING van het PARCOURS 1.1 De parcoursontwerpen (P.O.) is verantwoordelijk voor het ontwerp van het vaardigheidsparcours, het opmeten van het tracé, het markeren ervan en de opbouw van de hindernissen. Dit alles onder toezicht van de T.D. 1.2 De vaardigheidspiste meet minimaal 70 m x 120 m of een gelijkwaardig oppervlakte. Als dit niet mogelijk is dient het aantal hindernissen dienovereenkomstig verminderd tenzij een uitzondering is goedgekeurd door de TD. 1.3 De startlijn mag niet meer dan 40 meter of minder dan 20 meter van de eerste hindernis liggen. De finishlijn mag niet meer dan 40 meter of minder dan 20 meter na de laatste hindernis liggen. 1.4 Het parcours telt maximaal 20 hindernissen. De lengte van het parcours moet tussen 500 m en 800 m zijn. 1.5 De parcoursen moeten dusdanig zijn ontworpen dat de deelnemers gedurende het grootste deel van het parcours de kans hebben een redelijk snel tempo te onderhouden. Bepaalde hindernissen en gecombineerde hindernissen zullen onvermijdelijk het tempo vertragen maar dit moet beperkt blijven tot een 38

klein deel van het gehele parcours (cfr. bijlage 15 voor alle afmetingen van gecombineerde hindernissen). HINDERNISSEN Art. 962 1. KEGELS 1.1 Kegels die een hindernis vormen zijn minimaal 30 cm hoog en zijn in onvernielbaar kunststof vervaardigd. Een balletje, vervaardigd in het zelfde materiaal als de kegel, wordt op de kegeltop (uitholling) geplaatst, zodanig dat het balletje slechts valt wanneer de kegel wordt aangetikt. (cfr. bijlage 14). 1.2 Alle hindernissen met slechts 2 kegels zijn enkelvoudige hindernissen. Afwerpen van 1 of 2 balletjes van een enkelvoudige hindernis of het afwerpen van 1 balletje of 1 element van een samengestelde hindernis wordt bestraft met telkens 3 strafpunten. 1.3 De positie van één van het koppel kegels wordt op de grond gemarkeerd om het parcours onveranderd te houden gedurende de ganse proef. 1.4 De afstand tussen elk kegelpaar zal gezet worden op 160 cm voor enkelspan paard, enkelspan pony en tweespan pony; op 170 cm voor tweespan paard en tandem paard, pony tandem en pony vierspan; op 190 cm voor vierspan paarden. Zie bijlage 18 competitie C samenvatting. 1.5 De afstand tussen de genummerde hindernissen wordt per categorie van gespan omschreven in art. 969, technische samenvatting. 1.6 Hindernissen die achterwaarts gaan vereisen, worden niet toegestaan. 2. SAMENGESTELDE HINDERNISSEN 2.1 Samengestelde hindernissen dienen in bouw overeen te stemmen met de ontwerpen in bijlage 15- gesloten meervoudige hindernissen of bijlage 16-open meervoudige hindernissen. Variaties of nieuwe ontwerpen dienen vooraf goedgekeurd door de mencommissie en vermeld worden in het voorprogramma. 2.2 Een samengestelde hindernis kan opgebouwd worden met aanduidingen of horizontale leuningen die op een hoogte van minimum 40 cm en maximum 60 cm gebracht zijn. 2.3 Iedere groep kegels of element moet afzonderlijk en duidelijk verbonden zijn met een gedeelte in de meervoudige hindernis. Het omverwerpen van een element van zo'n hindernis wordt bestraft met 3 strafpunten. 2.4 Een meervoudige hindernis mag uit niet meer dan 3 kegelparen of afwerpbare elementen bestaan met uitzondering van de slalom, zig-zag, dubbele box of een dubbele U. 2.5 Behalve voor de zig-zag, slalom, dubbele box of een dubbele U geldt dat een meervoudige hindernis niet langer dan 30 meter mag zijn gemeten in de centrumlijn van het tracé. 2.6 In 1 parcours worden maximum 4 meervoudige hindernissen toegelaten (inclusief waterdoorgang, brug, slalom, zig-zag, dubbele U en dubbele box). 2.7 In een meervoudige hindernis met 2 poorten is het maximum aantal strafpunten = 6, in een meervoudige hindernis met 3 poorten = 9 strafpunten, in een Slalom, zigzag,dubbel box en dubbel U ( 4 poorten) = 12 strafpunten per poging met bijkomende strafpunten voor het heropbouwen. 2.8 Meervoudige hindernissen mogen niet gebruikt worden in een barrage-parcours (cfr.art. 966) (ref. art. 969 voor iedere categorie gespannen) 3. SLALOM - ZIG ZAG - DUBBELE BOX - DUBBELE U 3.1 Een slalom heeft niet meer dan vier staanders in één rechte lijn met vier kegels aan wisselende zijden, voorzien van de letters A t/m D. (zie bijlage 16.1). Een zig-zag heeft maximum 4 paar kegels, afwisselend links en recht opgesteld ten opzichte van de denkbeeldige aslijn. Alle kegels op de aslijn moeten ofwel aan de voorzijde, of in het midden of aan de achterzijde van de kegel op de aslijn geplaatst worden. 3.2 (zie bijlage 16.2) 3.3 De dubbele box en dubbele U worden voorgesteld in bijlage 15, (ref. art. 969 voor iedere categorie gespannen) 3.4 Onderlinge afstand tussen de kegels 3.4.1 in SLALOM 4-span paarden en tandem paarden 4-span pony's en tandem pony's 2-span en enkelspan paarden 2-span en enkelspan pony's 12 m 10 m 8 m 8 m 39

3.4.2 in ZIG ZAG 4-span paarden en tandem paarden 4-span pony's en tandem pony's 2-span en enkelspan paarden 2-span en enkelspan pony's 12 m 10 m 11 m 10 m 3.4.3 Minimale afmetingen voor gesloten samengestelde hindernissen INGANG (m) UITGANG (m) L U+ andere L U + andere 4-span paarden / tandem paarden 4 4 4 5 2-span en enkelspan paarden 3 3 3 4 4-span en 2-span en tandem pony's 3 3 3 4 Enkelspan pony 3 2 3 3 3.8 Voor de lengte van de hindernissen wordt verwezen naar bijlage 15 (gesloten samengestelde hindernissen). 4. WATER en BRUG 4.1 Het verwerken van een brug of waterhindernis in het parcours moet vooraf gemeld worden in het voorprogramma. 4.2 Waterhindernissen moeten tenminste 3 meter breed met schuin aflopende kanten en 20 tot 40 cm diep zijn, met verplaatsbare kegels bij in- en uitgang, voorzien van de letters A en B en elk paar kegels tenminste 2,5 meter uit elkaar. 2007 4.3 Houten bruggen of bruggen van soortgelijke bruikbare constructie, goedgekeurd door de technisch afgevaardigde, met trechtervormige vleugels bij de ingang, niet meer dan 20 cm boven het maaiveld en een nuttige breedte van 3 meter, maximaal 10 meter lang; een afbakening of leuningen aan de zijkanten zijn naar keuze. TD s mogen een uitzondering toestaan als de brug een permanente stevige constructie is met stevige zijleuningen. Twee paar kegels met de letters A en B zullen geplaatst moeten worden bij de ingang (A) en uitgang (B) van de brug elk tenminste 2,5 meter uit elkaar. (Zie bijlage 16.3) 5. AANDUIDINGEN 5.1 De hindernis is aangegeven met twee aanduidingen. Een rode aan de rechter, een witte aan de linker kant in de richting dat de deelnemer de hindernis nadert. Zij zijn niet meer dan 20 cm aan elke zijde buiten de elementen, die de enkelvoudige of samengestelde hindernis vormen, geplaatst. 5.2 Wanneer het gehele gespan ( rijtuig en paarden) niet volledig doorheen deze aanduidingen rijdt, al of niet met een omver geworpen element, zal de voorzitter van de jury de bel luiden en de chronometer stilleggen terwijl de hindernis wordt hersteld. Daarna kan de deelnemer opnieuw proberen de hindernis te rijden 5.3 Keerpunten en belemmeringen aangeduid door gevaarsvlaggen mogen in het parcours peplaatst worden. Wanneer die worden aangereden, omgereden of verplaatst, worden geen strafpunten toegekend. 5.4 Alle hindernissen over het parcours worden genummerd volgens de volgorde waarin zij moeten gereden worden. Het nummer van iedere hindernis moet geplaatst worden op een bord nabij de ingang van iedere enkelvoudige of samengestelde hindernis. 5.5 Ieder deel van een "gesloten" meervoudige hindernis (L, U, box) moet duidelijk aangeduid worden zoals aangeduid in bijlage 15. Het gehele gespan moet doorheen deze vlaggen in de correcte volgorde. 5.6 De rode en witte aanduidingen alsook de genummerde en geletterde bordjes kunnen gecombineerd worden; letters en cijfers op de rode en witte aanduidingen, ofwel mogen zij op afzonderlijk borden of plaatjes peplaatst De nummers van de hindernissen moeten op zon' manier geplaatst worden dat een van de aanduidingen zichtbaar is van zodra de deelnemer de vorige hindernis heeft genomen. 2007 6. PARCOURSTEKENING 6.1 De parcourstekening moet tenminste 2 uur voor de aanvang van proef C aan de deelnemers worden overhandigd. Een parcourstekening, inclusief gegevens over de lengte, snelheid in meter per minuut en 40

de toegestane tijd, moet tenminste een uur voor de proef van iedere categorie worden opgehangen in de voorring. 7. VERKENNING 7.1 Tenminste één uur voor aanvang van de proef moet het parcours worden vrijgegeven voor verkenning. Alleen deelnemers, chefs d equipe en trainers in correcte kledij, mogen het parcours te voet verkennen. 7.2 Enkel de P.O. of één van zijn adjuncten mag een deel van het parcours wijzigen of er aan werken. Iedere deelnemer of lid van zijn team, die op het even welke wijze een deel van het parcours wijzigt wordt geëlimineerd. de PROEF Art. 963 1. AANVANG van de WEDSTRIJD 1.1 Wanneer de T.D. of bij zijn afwezigheid de P.O. zeker is dat het parcours volledig in orde is, meldt hij dat aan de voorzitter van de terreinjury. 1.2 De voorzitter kan niet van start gaan zonder een bevestiging van de T.D. dat het parcours in orde is. 1.3 Eens de proef van start is gegaan kan de jury beslissen de toegestane tijd te wijzigen. Dit kan alleen gebeuren na de doortocht van de derde deelnemer.als de toegestane tijd wordt verlengd dan worden de tijdstrafpunten van de deelnemers die de proef al hebben afgelegd aangepast aan de nieuwe toegestane tijd. De toegestane tijd mag niet worden ingekort. 2. HULP VAN DERDEN 2.1 Niemand, op of naast het rijtuig, mag aanwijzingen geven in het parcours of de deelnemer helpen tijdens de proef. Hulp van derden, naar het oordeel van de jury, zal uitsluiting tot gevolg hebben. STRAFPUNTEN Art. 964 1. START 1.1 De deelnemer met meeste strafpunten na de proeven A en B start eerst, de deelnemer met de minste strafpunten start het laatst. 1.2 Een deelnemer die niet binnen 60 sec. na het startsignaal start kan naar het oordeel van de jury 5 strafpunten krijgen. 1.3 Een deelnemer die start en een hindernis neemt voor het startsignaal zal 10 strafpunten krijgen en moet opnieuw starten. 1.4 Een deelnemer die een hindernis tracht te nemen alvorens doorheen de start te rijden of die een hindernis "toont" aan de paarden/pony's, worden geëlimineerd. 1.5 De start- en aankomstlijn wordt geneutraliseerd van zodra de deelnemer de start neemt en dit tot wanneer hij de laatste hindernis heeft genomen. 1.6 Strafpunten worden slechts toegekend wanneer een hindernis wordt afgereden (1 of 2 balletjes van een enkelvoudige hindernis) of wanneer elementen van een samengestelde "gesloten" hindernis worden omgereden. 1.7 Tussen en start en aankomst moeten de grooms op hun plaats blijven zitten. Het is hen verboden om recht te staan achter de menner alsook hem aanwijzingen te geven of hem zelfs te spreken, tenzij de grooms op de grond staan. Inbreuken hiertegen worden bestraft met eliminiatie. 1.8 Na het nemen van de laatste hindernis in proef C moet de deelnemer de aankomstlijn overschrijden met de rode vlag aan zijn rechter zijde en de witte vlag aan zijn linker zijde. 1.9 De beroepsjury kan een geldboete van 500 CHF opleggen aan iedere deelnemer die na het overschrijden van de aankomstlijn nog een genummerde hindernis neemt. 2. VERGISSINGEN in het PARCOURS 2.1 Als de deelnemer poogt een hindernis te nemen in de verkeerde rijrichting en/of verkeerde volgorde, moet de voorzitter van de terreinjury wachten tot wanneer de deelnemer zijn poging heeft beëindigd om de hindernis te nemen in de verkeerde rijrichting en/of verkeerde volgorde. Pas dan kan de juryvoorzitter de bel luiden. En wordt de deelnemer geëlimineerd. 2.2 Wanneer een deelnemer om het even welk deel van hindernis die reeds genomen werd, toch omrijdt of doet omvallen, dan wordt hij bestraft met 3 strafpunten. 41

2.3 Wanneer een deelnemer een deel van een hindernis, die nog gereden dient te worden, omverrijdt moet gebeld worden en de tijd stil gezet worden zodat de hindernis weer opgebouwd kan worden, en moeten 10 sec. bij de tijd van de deelnemer worden opgeteld en de deelnemer krijgt 3 strafpunten. 2.4 Een poort van een hindernis wordt beschouwd genomen te zijn wanneer de achteras tussen de aanduidingen gepasseerd is. 2.5 Wanneer de gehele aanspanning niet doorheen de witte en rode geletterde aanduidingen rijdt, wordt door de voorzitter van de terreinjury gebeld, wordt de tijd stil gelegd en wordt de hindernis hersteld of herbouwd. 2.6 Als de jury belt of een fluitsignaal geeft terwijl de deelnemer het parcours neemt, moet de deelnemer onmiddellijk stoppen.als de deelnemer niet onmiddellijk stopt zal de jury een tweede keer bellen of een fluitsignaal geven Als de deelnemer nu niet stopt wordt hij uitgesloten De groom mag de deelnemer er op wijzen dat de bel/het fluitsignaal heeft geklonken. 2.7 Als de jury twijfelt of een hindernis juist genomen is mag de deelnemer het parcours afmaken. Dan kan de jury een beslissing aanreiken. 3. HERSTELLEN van een HINDERNIS 3.1 Het rijtuig en alle paarden/pony's moeten rijden doorheen de witte en rode aanduidingen die de hindernissen afbakenen. 3.2 Heeft een deelnemer een deel van een samengestelde hindernis omgereden alvorens hij de hindernis volledig heeft genomen (dit wil zeggen weigering aan een paar kegels, naar buiten rennen, een circel maken of uitbreken uit een gesloten meervoudige hindernis), dan wordt er gebeld en de tijd gestopt om de hindernis te herstellen en wordt er 10 seconden toegevoegd aan de tijd van de deelnemer. 3.3 Als de hindernis hersteld is, wordt er opnieuw gebeld en moet de deelnemer de hindernis opnieuw in zijn geheel rijden en daarna zijn parcours verder afrijden.de tijd zal starten als de deelnemer de opnieuw gebouwde hindernis nadert. 4. GEBROKEN TUIG 4.1 Indien de deelnemer tussen start en finish losse disselboom, lamoen,leidsel,streng,disselriem of ketting of als een paard een been over de disselboom, streng of het lamoen heeft, moet de jury bellen en de tijdwaarneming stop zetten. 4.2 De deelnemer moet een groom laten afstijgen om dit te herstellen en wordt daarvoor gestraft als voor het afstijgen van een groom. 5. AFSTIJGEN 5.1 Als afstijgen wordt beschouwd telkens wanneer een groom of een deelnemer met twee voeten op de grond komt. 5.2 Elke deelnemer krijgt 20 strafpunten per keer dat hij afstijgt. 5.3 Telkens een of beide grooms afstijgen krijgt de deelnemer strafpunten. 5 strafpunten bij de eerste keer; 10 strafpunetn bij de tweede keer. Wanneer een groom voor de 3 de maal afstijgt, wordt de deelnemer geëlimineerd. 5.4 De grooms moeten zich op het rijtuig bevinden wanneer een hindernis wordt genomen. Uitzondering: een groom (s) mag afstappen om de paarden door een hindernis heen te helpen. De straf zal voor het afstijgen en de andere straffen genoemd in artikel 965. De groom(s) moet opstappen voor de volgende hindernis. 6. De ZWEEP 6.1 Een deelnemer dient de startlijn te overschrijden met de zweep in de hand, zoniet 5 strafpunten. 6.2 Een deelnemer dient door iedere hindernis te rijden met een zweep in de hand. Als een of meer hindernissen gereden worden zonder een zweep in de hand zal de deelnemer een totaal van 5 strafpunten krijgen. 6.3 Een deelnemer dient de finishlijn te overschrijden met de zweep in de hand, zoniet 5 strafpunten. 6.4 Wanneer de deelnemer zijn zweep verliest of breekt, mag een groom hem een reserve zweep aanreiken alvorens de deelnemers de finishlijn bereikt. In dit geval worden geen strafpunten toegekend. Ofwel laat hij de groom afstijgen en de zweep opnemen. De deelnemer wordt bestraft voor het afstijgen van een groom. 42

7. ONGEHOORZAAMHEID 7.1 Wordt omschreven als een ongehoorzaamheid: 7.1.1 wanneer een deelnemer tracht een hindernis te nemen en dat zijn paarden/pony's net voor de hindernis wegvluchten zonder een deel van de hindernis aan te raken. 7.1.2 wanneer de paarden/pony's uitbreken of wanneer de jury van oordeel is dat de menner de controle over zij gespan heeft verloren. 7.2 De 1 ste ongehoorzaamheid wordt bestraft met 5 strafpunten, de 2 de ongehoorzaamheid met 10 strafpunten en de 3 de ongehoorzaamheid met eliminatie. De strafpunten voor ongehoorzaamheid, waar ook over het parcours verkregen, worden opgeteld. 7.3 Bij een ongehoorzaamheid in een samengestelde hindernis, wordt verwezen naar artikel 964.3 en 964.7.6. 7.4 Wanneer een paard/pony halt houdt voor een hindernis of in een samengestelde hindernis zonder een element van de hindernis omver te rijden onmiddellijk gevolgd door correct door te rijden doorheen de hindernis, wordt de deelnemer niet gestraft. 7.5 Wanneer de paarden/pony's en het rijtuig volledig tot stilstand komen en een paard doet een stap achterwaarts (1 is reeds voldoende), wordt de deelnemer bestraft wegens ongehoorzaamheid. 7.6 In een "open" samengestelde hindernis (slalom en zig-zag), moet de deelnemer in geval van ongehoorzaamheid, de volledige hindernis hernemen. 7.7 Behalve in een open samengestelde hindernis is het geen ongehoorzaamheid om een volte te maken, de verlengde lijn te passeren ofwel de eigen lijn te kruisen. 8. VERZET 8.1 Een paard/pony wordt geacht in verzet te zijn, wanneer het om het even waar, en om welke reden dan ook, weigert voorwaarts te gaan (al of niet achterwaarts gaande) geheel of gedeeltelijk omkeert, steigert enz. Verzet wordt bestraft zoals een ongehoorzaamheid art 964.7.2. 9. TIJDWAARNEMING 9.1 Van elke deelnemer wordt door een stopwatch of door elektronische tijdwaarneming de tijd opgenomen vanaf het moment dat de neus van het eerste paard/pony over de startlijn totdat de neus van het eerste paard over de finishlijn gaat. 9.2 Op kampioenschappen moet elektronische tijdwaarneming gebruikt worden. 9.3 De tijd wordt geregistreerd op 1/100 ste seconde nauwkeurig. 9.4 De limiettijd = 2 maal de toegestane tijd.overschrijding van de limiettijd betekent eliminatie. 9.5 De toegestane tijd wordt berekend aan de hand van de volgende snelheden in meters per minuut: Type gespan 1 ste parcours 4 span paarden 230 2 span paarden 250 Tandem paarden 230 Enkelspan paarden 250 4 span pony's 230 2 span pony's 250 Tandem pony's 240 Enkelspan pony's 250 9.6 In een barrage mag de snelheid verhoogd worden met maximaal 10 meters per minuut. 9.7 Per begonnen seconde overschrijding van de toegestane tijd wordt 0,5 strafpunten toegekend. De tijd wordt niet afgerond. Bij electronische tijdopneming is er geen afronding van de tijd en de omrekening zal 0,005 strafpunten per begonnen 1/100ste seconde bedragen. 2006 43

Art. 965 SAMENVATTING STRAFPUNTEN PROEF C Artikel Strafpunten Foutenproef Tijdproef Art.964.1.3 1.Start 1.1 starten en een hindernis nemen voordat de bel heeft gegaan 10 strafpunten en herstarten 10 seconden en herstarten Art 964.1.2 1.2 niet starten binnen 60 seconden nadat de bel gaat 5 strafpunten mogelijk 5 seconden mogelijk Art 964.1.4 Art 964.1.8 2. De start of finishlijn niet passeren: Eliminatie Art 960.5.2 3.Onvolledige presentatie: 3.1 Geen reflectors of achterlampen: Maximum 5 strafpunten Maximum 5 seconden Art 960.2.1 3.2 Deelnemer in de ring zonder hoofddeksel,vest,handschoenen of voorschoot. Maximum 5 strafpunten Maximum 5 seconden Art 960.2.2 Art 960.2.3.2 3.3 Groom in de ring zonder hoofddeksel, vest, handschoenen. Maximum 5 strafpunten Maximum 5 seconden 4. rijden zonder zweep Art 964.6.1 4.1 deelnemer passeert startlijn zonder zweep in de hand 5 strafpunten 5 seconden Art 964.6.3 Art 964.6.2 Art 962.1.2 Art 962.1.2 Art 964.2.2 Art 964.2.3 Art 964.2.1 Art 964.3.2 Art 964.7.2 4.2 deelnemer passeert finishlijn zonder zweep in de hand 5 strafpunten 5 seconden 4.3 deelnemer neemt aantal hindernissen Totaal van 5 Totaal van 5 zonder zweep in de hand strafpunten seconden 5. Voor afwerpen van 1 of 2 ballen in dezelfde enkelvoudige hindernis 3 strafpunten 3 seconden 6. voor afwerpen van een element van een samengestelde hindernis 3 strafpunten 3 seconden 7. voor afwerpen van een een deel van een hindernis nadat die al gereden is. 3 strafpunten 3 seconden 8. Als een deel van een hindernis die nog gereden dient omvergereden is voordat ze 3 strafpunten en 3 seconden en gereden is, zal de bel gaan om ze te 10 seconden erbij 10 seconden erbij herbouwen 9. Een hindernis in de verkeerde volgorde nemen. Eliminatie 10. Een hindernis of een deel van een 3 strafpunten en 3 seconden en samengestelde hindernis dient herbouwd 10 seconden erbij 10 seconden erbij 11.Ongehoorzaamheid 11.1 eerste incident 5 strafpunten 5 seconden Art 964.7.2 11.2 tweede incident 10 strafpunten 10 seconden Art 964.7.2 11.3 derde incident Eliminatie Art 964.5.2 12. Deelnemer afgestapt 20 strafpunten 20 seconden Art 964.5.3 13. Groom afgestapt 13.1 eerste incident 5 strafpunten 5 seconden Art 964.5.3 13.2 tweede incident 10 strafpunten 10 seconden Art 964.5.3 13.3 derde incident Eliminatie Art 914.2.4 Art 960.3.2 Uitzondering Art 914.2.5 14. Ingrepen door de groom 14.1 de groom hanteert de leidsels, de rem of de zweep voordat de deelnemer de de finishlijn heeft gepasseerd Art 964.1.7 Art 964.1.7 Uitzondering Art 964.2.6 14.2 de groom blijft niet op zijn plaats zitten.(uitzondering: afstappen) 14.3 de groom spreekt tegen de deelnemer terwijl het rijtuig in beweging is. 20 strafpunten 20 seconden Eliminatie Eliminatie 44

Artikel Strafpunten Foutenproef Tijdproef Art 963.2 15. niet toegestane hulp van derden Eliminatie 16. gekanteld rijtuig Eliminatie Art. 964.9.7 17. voor overschrijding van de toegelaten tijd 0,5 strafpunten/sec tijd Art 964.9.4 18. overschrijding van de limiettijd Eliminatie Art 964.2.6 19. Niet stoppen nadat de bel voor de 2 e keer is gegaan. Eliminatie BARRAGE art. 966 1. KLASSEMENT 1.1 Een voorbeeld van scoreformulier voor proef C is terug te vinden in de Guidelines for organisers and officials. 1.2 In geval van een gelijk aantal strafpunten voor de eerste plaats kan een barrage plaatsvinden op tijd, indien het vraagprogramma daarin voorziet, over hetzelfde dan wel een verkort parcours. 1.3 De afstand tussen de kegels kan worden vergroot met 10 cm ter beoordeling aan de jury en het organiserend comité. 1.4 Indien geen barrage is opgenomen in het vraagprogramma worden de deelnemers met een gelijk aantal strafpunten geklasseerd naar de tijd, die benodigd was voor het afleggen van de eerste ronde. In geval van een gelijk aantal strafpunten en een zelfde tijd worden de betreffende deelnemers ex aequo geklasseerd. 1.5 Indien in het vraagprogramma van een samengestelde wedstrijd afzonderlijke prijzen voor proef C zijn opgenomen maar geen barrage, zal bij een gelijk aantal strafpunten de klassering worden bepaald door de gemaakte tijden in de eerste ronde. 2. MEERVOUDIGE HINDERNISSEN Meervoudige hindernissen in een barrage zijn niet toegestaan 3. STARTVOLGORDE De startvolgorde in de barrage wordt door loting bepaald. 45

Art. 967 TIJDPROEF 1. HINDERNISSEN Het aantal, soort en de afmetingen van de hindernissen en de lengte van het parcours dienen te voldoen aan het bepaalde in de puntenproef. 2. SNELHEDEN in meters per minuut Type gespan 1 ste parcours 4 span paarden 230 2 span paarden 250 Tandem paarden 230 Enkelspan paarden 250 4 span pony's 230 2 span pony's 250 Tandem pony's 240 Enkelspan pony's 250 3. RANGSCHIKKING 3.1 De klassering wordt bepaald door de strafseconden op te tellen bij de tijd, die de deelnemer nodig heeft voor het afleggen van het parcours. 3.2 In geval van gelijkheid voor de eerste plaats kan de klassering worden bepaald door het laagst aantal strafseconden of door een barrage, overeenkomstig het gestelde in het vraagprogramma, over hetzelfde dan wel een verkort parcours. De afstand tussen de kegels kan worden vergroot met 10 cm beoordeling aan de jury en het organiserend comité. art. 968 PROEF met TWEE DELEN 1. PROEF met TWEE DELEN 1.1 Deze proef omvat 2 delen, 2 parcoursen, die zonder onderbreking gereden worden, elk met een gelijke of verschillende snelheid. De aankomstlijn van het eerste parcours is tevens de startlijn van het tweede parcours. 1.2 De proef in 2 delen wordt gereden volgens onderstaande regels en mag gebruikt worden in de C proef in alle wedstrijden. 2. WEDSTRIJD-OMSTANDIGHEDEN 2.1 Het 1 ste deel van de proef wordt gereden volgens de bepalingen van de puntenproef met een toegestane tijd; het 2 de deel wordt gereden volgens de bepalingen van tijdproef (rijden tegen de tijd). 2.2 Het deel volgens de puntenproef wordt gereden conform de bepalingen van de puntenproef (art. 960, 961, 962, 963, 964 en 965) en de tijdproef conform de bepalingen van de tijdproef (art. 967).Strafpunten voor beide secties zijn terug te vinden in art 965. 3. HINDERNISSEN 3.1 Het 1 ste parcours telt 14 à 16 hindernissen. Het 2 de parcours telt 5 à 7 hindernissen (het totaal van 21 hindernissen dient niet overschreden). 3.2 Samengestelde hindernissen mogen niet gebruikt in het 2 de deel. 3.3 De afstand tussen de kegels zal met 10 cm vermeerderd worden in het 2 de deel. 46

4. STRAFPUNTEN 4.1 De deelnemers met strafpunten in het 1 ste parcours worden gestopt met de bel nadat zij de laatste hindernis genomen hebben of wanneer de toegestane voor het 1 ste parcours wordt overschreden na het rijden over de finishlijn van het 1 ste parcours. Die deelnemers moeten stoppen na het rijden over de 1 ste finishlijn. 4.2 De deelnemers die in het 1 ste parcours geen strafpunten hebben en de toegestane tijd niet overschrijden zetten hun parcours verder tot de 2 de finishlijn. 4.3 Het 2 de parcours wordt gereden door de tijdstrafpunten op te tellen bij de strafpunten voor overschrijding van de toegestane tijd, die berekend wordt door 1 strafpunt toe te kennen per begonnen seconde. 5. RANGSCHIKKING 5.1 De deelnemers worden als volgt gerangschikt: 5.1.1 Volgens de tijd en de tijdstrafpunten in het 2 de parcours. Alle anderen volgens de strafpunten in het 1 ste parcours. 5.1.2 In geval een gelijk aantal punten voor de 1 ste plaats, wordt een barrage op tijd gereden over 6 hindernissen uit het 1 ste en/of 2 de parcours volgens de bepalingen uit het voorprogramma. 5.1.3 De deelnemers die werden gestopt na het 1 ste parcours, kunnen slechts gerangschikt worden na de deelnemers die hebben deelgenomen aan beide delen. 47

TECHNISCHE SAMENVATTING Art. 969 1. Paarden Paarden Enkelspan Dubbelspan Tandem 4 span 2007 Rijtuig 2 of 4 wielen broek, indien geen remmen 4 wielen 2 of 4 wielen broek, indien geen remmen 4 wielen Minimale 138 cm 148 cm 138 cm 158 cm spoorbreedte Afstand tussen kegels 160 cm 170 cm 160 cm 190 cm * Toegestane snelheid in m per minuut 250 230 Afstand tussen opeenvolgende hindernissen * Afstand tussen kegelparen in een slalom * Afstand tussen kegelparen in zig zag * 12 m 15 m 8 m 12 m 11 m 12 m L hindernis * U en box hindernis * IN- 3 m UIT-3 m IN- 3 m ANDERE- 4 m IN- 4 m UIT-4 m IN- 4 m ANDERE- 5 m Aantal grooms 1 1 2 * Minimum toegestane afmeting. 2. Pony s 48

Pony s Enkelspan Dubbelspan Tandem 4 span 2007 Rijtuig 2 of 4 wielen broek, indien geen remmen 4 wielen 2 of 4 wielen broek, indien geen remmen 4 wielen Minimale spoorbreedte 138 cm Afstand tussen kegels 160 cm 170 cm * Toegestane snelheid in m per minuut 250 240 230 Afstand tussen opeenvolgende hindernissen * 12 m Afstand tussen kegelparen in een slalom * Afstand tussen kegelparen in zig zag * 8 m 10 m 10 m L hindernis * IN- 3 m UIT-3 m U en box hindernis * IN- 2 m ANDERE- 3 m IN- 3 m ANDERE- 4 m Aantal grooms 1 1 2 * Minimum toegestane afmeting. [] 49

50